Project duurzaamheid maart 2020

Project duurzaamheid maart 2020

Jongerendebat Steenbergen 2020

Het Jongerendebat is op  24 maart (dinsdag)

In december is er een vergadering geweest met mevrouw van der Meer (raadsgriffier), mevrouw van Dipte (griffiemedewerker) en mevrouw Sinke (D en P docente).

Hierin is besloten dat de leerlingen van mavo 3 van het Ravelijn een debat gaan voeren. Hierbij worden ze geassisteerd door mensen van de gemeente.

Het debat zal gaan over duurzaamheid.

De leerlingen van het Ravelijn hebben voorafgaand aan dit debat lessen gehad over duurzaamheid, politiek en burgerschap.

 

Draaiboek jongerendebat 24 maart 2020
 

Tijd

Wat

09.00 uur

Ontvangst jongeren in de raadzaal (plenair)
Presentatie over de gemeente/gemeenteraad/wat gaan we doen.

Heeft school nog behoefte aan het verwerken van bepaalde informatie in de presentatie (over bijv. beoordeling etc.).

 

10.00 uur

De fracties gaan uit elkaar onder begeleiding van een raadslid om het idee uit te werken en de presentatie te maken. Er komt een lijst met welke groep met welk raadslid waar zit.

11.00 uur

De fracties krijgen ambtelijk advies over de door hun gekozen onderwerpen.

12.00 uur

De leerlingen oefenen met elkaar de presentatie.

12.30 uur

Pauze (lunch) in de hal van het gemeentehuis.

13.00 uur

Plenair gesprek met de wethouder in de raadzaal.

13:30 uur

Voorbereiden op het debat:

  1. Presentatie oefenen. 
  2. Vragen voor anderen. Wie let waarop etc.
  • Overtuigen

Interrumperen

14:30 uur*

Vergadering (er volgt een agenda):

  • Opening
  • Jongereneed
  • De fracties krijgen om de beurt het woord om hun voorstel te presenteren (6x5 = 30 minuten).
  • De fracties kunnen elkaar vragen stellen over de voorstellen (6x5= 30 minuten)
  • Schorsen (10 minuten)
  • Vervolg vergadering: de fracties geven korte toelichting op wat er in de schorsing is bespreken en of ze nog iets toe te voegen hebben aan hun standpunt.

16.00 uur

Stemmen

17.00 uur

Uitslag en prijsuitreiking

*tijden zijn indicatief

Ergens in de ochtend: gesprek met de griffie; tips en hoe werkt een vergadering in de raadzaal.

 

Tussen 13.00 uur en 14.30 uur zal de wethouder van duurzaamheid mevrouw Baartmans de 6 fracties langsgaan voor tips.

 

 

 

Het Ravelijn heeft een geschiedenis met het Jongerendebat. Al eerder hebben wij in de Bode gestaan, omdat we een debat hadden gehouden. 

het jongerendebat van 2020 is vanwege Corona gecancelled maar......

Op maandag 26 oktober 2021 gaan we opnieuw in gesprek met de gemeente. Dan wordt er gebrainstormd. Weet je nog? Dat hebben jullie zelf ook gedaan, voorafgaand aan een (nu nog denkbeeldig) project. Aan de hand van wat daaruit komt, gaan we kijken hoe we verder kunnen.

 

Maar sowieso blijft het onderwerp duurzaamheid staan, want dit is een steeds belangrijker onderdeel van D en P.

Duurzaamheid

We gaan werken aan het thema 'Duurzaamheid'. Dit thema gaat over:

Les 1 Duurzaamheid

Voor de fabricage van producten heb je hulpbronnen nodig.
Ter vervanging van fossiele brandstoffen worden zon, wind, water als duurzame energiebronnen ontwikkeld. Zoek eens, van één van de grote bedrijven in de wereld filmpjes over hun duurzaamheid. Ieder groepje gaat één filmpje presenteren. Voordat ze het filmpje afspelen, willen we weten waarom ze voor dit filmpje hebben gekozen.....

Les 2 Stellingen

Als je kijkt naar de groei van de wereldbevolking en de gevolgen daarvan op het milieu, wat vind jij dan? Geef jouw mening over de stellingen

Les 3 Ecologische voetafdruk
De ecologische voetafdruk vergelijkt de beschikbare ruimte met het verbruik. Je kunt ook je eigen voetafdruk berekenen, hoeveel ruimte je inneemt, hoe je leeft, over alles wat je consumeert of gebruikt, etc.

Les 4 Duurzaam kopen
De productie van goederen en diensten kan nadelige gevolgen hebben voor het milieu, zoals vervuiling van bodem, lucht, water en horizon.

Les 5 Broeikaseffect

De stijging van de temperatuur door de toename van broeikasgassen wordt het (versterkt) broeikaseffect genoemd. Als de aarde verder opwarmt stijgt het niveau van de zeespiegel en kunnen delen land onder water komen te liggen.

Les 6 Duurzaamheid en jouw fractie

Verzin met jouw fractie een plan m.b.t. duurzaamheid. Dit plan ga je uitwerken en verdedigen op onze dag van het Jongerendebat.

 

 

Les 1 filmpjes

1 - ''Duurzaamheid'', zoek een filmpje. 

Zoek via google een filmpje over het begrip duurzaamheid.

Waarom kies je voor deze filmpje?

Wat is er opvallend/ goed aan?

 

 

Tip: Er zijn genoeg mogelijkheden te vinden voor een online mindmap, zoek zelf de mindmap uit die bij jou past.

Je gaat ook je eigen mindmap maken, via  https://www.mindmeister.com/nl , deze ga je later delen met anderen. Sla de mindmap op in de Onedrive, onder een nieuwe map, die je  D en P duurzaamheid. noemt.

 

Tweede mogelijkheid is dat je via Popplet een mindmap maakt. De zet je in de one drive onder de map D en P duurzaamheid.

 

In jouw map van D en P duurzaamheid ziiten dus zo meteen twee mindmaps:

 

1. over duurzaamheid die je van het internet afhaalt

2. mindmap die je zelf hebt gemaakt met minstens 15 onderwerpen (steeltjes).

 

https://www.duurzaammbo.nl/5-duurzaamheid-en-je-beroep-ol/duurzaamheid-en-bedrijven

https://maken.wikiwijs.nl/62469/Duurzaamheid__vmbo_kgt12#!page-5387694

Les 2 stellingen

Les 2: Stellingen

  • Lees de stellingen hieronder.
  • Geef elke stelling een cijfer tussen de 1 en 5.
  • Zie onder de stellingen waar de cijfers voor staan.
  • Geef ook aan waarom je dat cijfer hebt gegeven; leg dus je keuze uit!
  • We gaan dit in de klas bespreken!

 

 

Stelling 1: ‘’Als ik in de supermarkt ben en ik kan kiezen voor een biologische versie van een product, dan kies ik daar ook voor.’’

Stelling 2: ‘’Omdat ik 7 dagen per week vlees eet houd ik het mondiale voedselprobleem in stand.’’

Stelling 3: ‘’Ik doe niet aan voedselverspilling. Ik gooi mijn boterhammen bijvoorbeeld niet weg, maar eet ze netjes op.’’

Stelling 4: ‘’Omdat ik een hamburger bij de Mc Donald eet zijn er kinderen in Afrika die ondervoed raken.’’

Stelling 5: ‘’Het is beter om vegetarisch te eten, de productie van vlees is namelijk niet goed voor het broeikaseffect.’’

Stelling 6: ‘’Sinds het nieuws over plofkippen eet ik het liefst geen kip meer.’’

Stelling 7: ‘’Omdat de productie van soja ten koste gaat van het tropisch regenwoud eet en drink ik geen soja producten.’’

Stelling 8: ‘’In de winter eet ik geen aardbeien. Een aardbei is namelijk een zomerfruit.’’

  1. Oneens
  2. Klein beetje mee eens
  3. Beetje mee eens
  4. Mee eens
  5. Heel erg mee eens

 

 

Les 3 ecologische voetafdruk

Les  3 - De Ecologische Voetafdruk

 

De hoeveelheid bruikbare grond die iemand verbruikt, noem je zijn ecologische voetafdruk. Als ieder mens op aarde een even groot stuk bruikbare grond zou krijgen, zou ieder mens een voetafdruk van drie voetbalvelden hebben. Dat is echter niet zo...
In deze opdracht staat de ecologische voetafdruk centraal.

 

Bekijk het filmpje:

 

a. Doe de voetafdruktest door op de link hieronder te klikken. Dit is een persoonlijke test die je dus zelf moet invullen. Let op: Je hebt bij een aantal onderdelen de hulp van je ouder(s) nodig!

De voetafdruktest

Doet de link het niet? Ga naar www.brabantsevoetafdruk.nl ***

Maak een screenshot van de uitslag die je op je scherm krijgt. Een voorbeeld van een uitslag ziet er als volgt uit: http://brabantsevoetafdruk.nl/reports/results/1MYvIaIE9D56210#.WmCdVhPvu-M.email

 

b. Verzamel alle uitslagen van de voetafdruktest in jullie groepje.

c. Bediscussieer onderling de uitkomst van jullie onderzoekje. Hoe zijn de verschillen tussen jullie voetafdrukken te verklaren?

d. Bedenk samen hoe je ervoor kunt zorgen dat je voetafdruk kleiner wordt.

*** (De voetafdruktest is een algemene test die op verschillende sites te vinden is

 

http://http://www.greenpeace.nl/campaigns/landbouw/QuestionMark/

Les 4 Koop jij duurzaam?

Les 4 - Koop jij duurzaam?

 

 

 

Download de app Questionmark. Met deze app kun je nagaan hoe duurzaam een product is.

a. Houd een week lang bij wat jij koopt aan voedsel (of wat je ouders kopen als ze boodschappen gaan doen). Ga met de app questionmark na hoe duurzaam de producten zijn. Zet dit alles in een duidelijk schema. Dit doe je met Excel.

b. Bedenk voor jezelf (eventueel met behulp van de app questionmark) wat je anders kunt doen in je koopgedrag om duurzamer te handelen.

 

 

Les 5 Het broeikaseffect

Les 5 : Broeikaseffect

 

De temperatuur op aarde wordt steeds een beetje hoger.
Dat lijkt misschien een fijn idee, maar de gevolgen zijn erger dan je denkt.

In deze opdracht kijk je naar de gevolgen van de opwarming van de aarde als gevolg van het broeikaseffect.

Wat weet je al over het broeikaseffect?
Bekijk de video van SchoolTV en maak daarna de oefening over de video.

Wat is het broeikaseffect eigenlijk?

Het broeikaseffect is het opsluiten van hitte in de atmosfeer. De hitte wordt opgesloten door broeikasgassen; met name koolstofdioxide (C02) en de damp van water (H2O). Deze gassen vormen rondom onze planeet een soort "deken". Zonder deze deken zou er geen leven op aarde mogelijk zijn. Het beschermt ons onder andere tegen de kou van het heelal. Zonder de broeikasgassen zou het ongeveer -18°C zijn, nu is het gemiddeld 15 graden op aarde. Op Venus zijn er te veel broeikasgassen, daardoor is er ook geen leven mogelijk.

 

 

http://https://www.youtube.com/watch?v=iPlehdCBK_A
Het broeikaseffect de uitleg

http://https://quiz.ntr.nl/quiz/start/quiz_id/260
Quiz broeikaseffect

Les 6 Jouw fractie en duurzaamheid

Les 6 - Wat gaat jouw fractie bijdragen aan de duurzaamheid?

https://www.rijswijk.nl/sites/default/files/duurzaam_0.jpg

 

Zet met je fractiegenoten een plan op waarmee je ''propaganda'' gaat maken voor bewuste keuzes en duurzaam voedsel! Je kunt het zo gek maken als dat je zelf wil!

 

Denk aan:

- Posters

- Een liedje / rap

- een presentatie (natuurlijk als Pitch en met een ijsbreker…..)

- Een programma voor de fractie

Les 7 Burgerschap en duurzaamheid

Politiek

Doel & inhoud

In dit arrangement leer je hoe de politiek er in Nederland uit ziet. Hoe de overheid georganiseerd is en hoe de organisatie er uitziet voor provincies en gemeentes. Verder leer je hoe besluiten genomen worden. Je ziet wat het inhoudt om te stemmen en hoe je eigen politieke mening kan ontdekken. Daarnaast leer je wat politieke onderwerpen zijn en kan je hier je eigen mening over geven.

Opdrachtenoverzicht

1)      Politiek = ........

2)      Politieke Partijen

3)      Politieke stromingen

4)      Links-rechts

5)      Volksvertegenwoordigers

6)      Van zien tot wet

7)      Ministerie van....

8)      Verkiezingen

9)      Stemmen doe je zo

10)     Politiek in de buurt

11)     De Provincie

12)     Debaters

 

 

 

1) Politiek = ......

Moet de studiefinanciering worden afgeschaft?

Moeten de uitkeringen omhoog of omlaag?

Moet er een alcoholverbod komen voor jongeren onder de 16 jaar?

Dit zijn voorbeelden van beslissingen die in de politiek genomen worden. Deze onderwerpen gaan niet allleen over de politiek, maar ook over jou!

Party Squad heeft een mening over politiek (zie de film).

Wat is jouw mening over politiek? Waar denk jij aan bij Politiek? Politiek=

Opdracht:

Schrijf jouw mening op door:

  • De zin in te vullen Politiek= ...... (Ik vind van politiek...)
  • of maak een woordenweb waar jij aan denkt bij politiek.

 

2) Politieke partijen

Een politieke partij is een groep mensen die samen zijn op basis van politieke uitgangspunten/ideeën die ze met elkaar delen. Ze hebben als doel deel te nemen aan het bestuur van het land, de provincie of de gemeente.

Opdracht

1) Welke partijen zitten er nu in de regering? Zoek op …..

2) Weet jij welke partijen er in Nederland zijn? Zet de juiste partij bij het plaatje

 

3) Politieke stromingen

Als politieke partijen of politici een probleem oplossen doen ze dit vaak vanuit een ‘gedachte’. Zo’n ‘gedachte’ wordt ook wel een politiek stroming genoemd. Een politieke stroming is een bepaalde visie over de mens en maatschappij.

Er zijn in Nederland 3 politieke stromingen:

  • Het Liberalisme: In het kort zijn de liberalen voorstanders van vrijheid op persoonlijk en economisch gebied. Vrijheid betekent dat je zelf economische keuzes moet maken en de overheid zich er minder mee bemoeit.
  • Het Confessionalisme: Dit is een politiek stroming die uit gaat van een ‘confessie’. Confessie is een ander woord voor godsdienst. De ideeën zijn dus gebaseerd op een bepaalde godsdienst.
  • Socialisme: De socialisten zijn in het kort voor gelijkheid van alle mensen. Ze willen de positie van de armen verbeteren en dat de rijken meer belasting betalen dan de armen. Er is ook nog sociaalliberalisme. Dit is een mix van liberalisme en socialisme, ze geven veel verantwoordelijkheid aan het individu.

Hier kun je alle informatie er over vinden:

- Methode Nieuw Schokland, deel 2, hoofdstuk 3

- http://www.staatsinrichting.nl/Verkiezingen/Ver_stromingen.htm

- http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/2157348/maatschappijleer/item/982450/politieke-stromingen/

Opdracht 1:

Zet achter de 3 politieke stromingen de politieke partijen die jij denkt dat die er bij horen. Kijk voor een overzicht van de politieke partijen bij opdracht 2. Kijk ook op de websites van de partijen om een idee te krijgen bij welke stroming ze het beste passen. Zie hier een overzicht van alle partijen, hun verkiezingsprogramma van 2010 en hun websites: http://www.welkepartijpastbijmij.nl/?page=partijen.

Liberalisme

Confesionalisme

Socialisme

4) Links - Rechts

diggy dex-links rechts

Je hebt vast wel eens over links en rechts gehoord. Bijvoorbeeld; “Ik stem links”  of “die is echt rechts”  Politieke partijen kun je naast de drie stromingen die je net bij opdracht 3 hebt gezien ook grofweg in links en rechts indelen.

Wat houden de begrippen links en rechts nu eigenlijk in?
Links: Sommige politieke partijen willen de samenleving veranderen omdat ze die onrechtvaardig vinden. Die partijen noemen we progressief, vooruitstrevend, ook wel links.

Rechts: Andere politieke partijen staan hier lijnrecht tegenover. Zij willen de samenleving niet veranderen omdat ze die al rechtvaardig vinden. Die partijen noemen we conservatief, behoudend, rechts.

Opdracht:

Om te zien of jouw politieke mening en ideeën meer links of rechts zijn doe je op kieskompas de test. Je kunt kiezen uit de visuele versie of de versie met alleen tekst. Na het maken van de test kun je ook zien welke politieke partijen ongeveer hetzelfde denken als jij.

A) In welk vak pasten jouw ideeën volgens Kieskompas het best:

  • links progressief
  • links conservatief
  • rechts progressief
  • rechts conservatief

B) Welke politieke partijen passen het best bij jouw mening?

C) Ben je het hier mee eens?

Bronnen:

- Informatie over indelen van politieke partijen in links en rechts:

http://www.publiek-politiek.nl/Info-over-politiek/Nationaal/Partijen/Indelingen

http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/project/1340228/democratie/2157348/maatschappijleer/item/1829146/links-en-rechts-in-de-politiek/

-www.kieskompas.nl

-Methode: Nieuw Schokland deel 2, hoofdstuk 3

Extra:

Als je nog meer uitleg over links en rechts wilt hebben kijk dan deze film. 

Extra voor de docent:

5) Volksvertegenwoordigers

Je hebt net in het filmpje gezien dat wij in Nederland onze volksvertegenwoordigers kiezen en hoe dat er uit ziet in het politiek bestuur.

Opdracht

A)  Maak de puzzel en lees de tekst goed. Beantwoord dan deze vragen:

1.Het volk kiest de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.

Voor welke kamer kiezen we direct de mensen die daar plaatsnemen?

2. Heeft de eerste of de tweede kamer meer zetels?

3.Hoe noemen wij ons Parlement?

4.Heeft de koningin nog echt de macht in Nederland?

5.Wat doet de koningin nu in de regering?

6.Wie benoemt de ministers?

7.Waar bestaat de regering uit?

8.Waar bestaat het kabinet uit?

9.Waar bestaat het parlement uit?

Bespreek je antwoorden met je docent.

B) De volksvertegenwoordigers bestaan uit de Eerste kamer en de Tweede kamer, die samen het parlement vormen. Ze hebben beide verschillende taken. Kan jij de grootste verschillen noemen tussen de Eerste kamer en de Tweede kamer:

Bronnen:

- Zie de uitleg bij http://www.derdekamer.nl/bibliotheek/

- De uitleg staat in de vakken per kamer: http://www.tweedekamer.nl/hoe_werkt_het/de_nederlandse_democratie/index.jsp

- Als je schema’s fijner vindt kun je ook kijken op: http://www.geschiedenisdc.nl/staatsinrichting/bestanden/bestuur_van_ons_land.htm

- Puzzel: http://www.derdekamer.nl/hoe_werkt_de_politiek/

- Film met uitleg over hoe het politieke bestuur in Nederland werkt:

Parlementaire democratie

6) Van zien tot wet

Onze maatschappij werkt met afspraken en wetten. Er zijn wetten over verkeer, economie, onderwijs, de rechten van jongeren, noem maar op. Omdat de maatschappij steeds verandert moeten er nieuwe wetten gemaakt worden of oude aangepast. En dat is een van de belangrijkste taken van het parlement en de regering. Zie hieronder de stappen die nodig zijn om een wet te maken:

1)      Hier klopt iets niet

2)      Een voorstel

3)      Hoe denkt de politiek er over

4)      Wordt het ja, nee of niets?

5)      Weten we het zeker?

6)      Nieuwe regels

Kijk voor uitleg bij elke stap van wetsvoorstel tot wet

Een voorbeeld van hoe een wetsvoorstel de 6 stappen doorloopt voor de 'Drank & Horeca' wet:

Van wie is het wetsvoorstel? De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De minister voor Jeugd en Gezin.

Waarom willen de ministers deze nieuwe regels? De ministers willen zorgen dat jongeren niet te veel alcohol (kunnen) gaan drinken. Een regel uit het wetsvoorstel: “Geen alcohol op straat voor iemand die 16 jaar of jonger is.”

Wanneer moet iedereen zich aan deze regels houden? Als zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer deze veranderingen een goed idee vinden nemen ze het wetsvoorstel aan. Dan wordt het een wet die voor iedereen in Nederland geldt.

Welke stappen heeft het wetsvoorstel tot nu toe doorlopen?

Stap 1: Op 18 juli 2009 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Stap 2: Het voorstel wordt in de Tweede Kamer behandeld voor de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 

Stap 3: De commissie heeft in september 2009 besloten vragen te stellen aan de minister.

Stap 4: De commissie heeft net zo lang vragen gesteld aan de minister totdat ze tevreden waren met de antwoorden van de minister.

Hoe staat het met dit wetsvoorstel?

Stap 5: De Tweede Kamer heeft op 7 april 2010 en op 15 mei 2010 in de vergaderzaal van de Tweede kamer met de ministers gesproken over dit wetsvoorstel. De behandeling ligt nu al een tijdje stil. (bron: derde kamer)

Opdracht                                                                                                                                            Deze opdracht kan je in tweetallen doen.

1) Is dit wetvoorstel al bij stap 6 en nu een wet geworden? Zoek het op het internet of kijk op:          

- gemeente website                                  

- aangenomen wetsvoorstellen (stap 6)

- twitter: http://twitter.com/#!/nieuwewetten

2) Kies een wetsvoorstel en beantwoord net als in het bovenstaande voorbeeld de vragen:

  • Van wie is het voorstel?
  • Wat is het voorstel?
  • Welke stappen zijn er al gezet? Het kan zijn dat dit nog maar 1 stap is.

A) Wetsvoorstel vinden: Misschien weet je zelf een wetvoorstel, kijk anders op onderstaande websites om er 1 te vinden die jij interessant of belangrijk vind:

- de website voor gemeenten: http://www.vng.nl/eCache/DEF/68.html/ en kies een onderwerp zoals sport & cultuur.

- twitter: http://twitter.com/#!/nieuwewetten

- achtergrond van wetsvoorstellen: http://www.sconline.nl/wetsvoorstellen

B) Zoek de informatie over het wetsvoorstel om de vragen te beantwoorden: Kijk op wetsvoorstellen eerste kamer of op rijksoverheid wetsvoorstellen. Tik jouw wetsvoorstel in bij het onderwerp. Bijvoorbeeld ‘kraken’ voor de nieuwe wet 'kraak en leegstand'. Bespreek je antwoorden met de docent.

 Extra voor de docent:

  •  Je kunt ook meekijken of meeluisteren wanneer een wetsvoorstel wordt besproken in de eerste kamer of tweede kamer.
  •  Een discussie over het onderwerp: “Hoe zou het zijn als we geen wetten hebben?

Bronnen:

- http://www.tweedekamer.nl/hoe_werkt_het/van_wetsvoorstel_tot_wet/index.jsp#1

-http://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/plenaire_vergaderingen/live_devat_plenaire_zaal/index.jsp

http://www.eerstekamer.nl/begrip/meeluisteren

 

7) Ministerie van...

Als een wetsvoorstel goed is gekeurd zoals je in de vorige opdracht gezien hebt dan gaat het naar de regering.

Wat is de regering en wat doet de regering?

De regering bestaat uit de ministers en de koningin. De regering is bijna hetzelfde als het kabinet (alleen zit de koningin wel in de regering en niet in het kabinet). Vaak worden de twee woorden door elkaar gebruikt. Niet zo gek, eigenlijk is het gewoon hetzelfde. De regering en het kabinet hebben ook gewoon dezelfde taken:

 1. wetten maken

2. wetten uitvoeren

Het kabinet heeft daarnaast nog als belangrijkste taak: het land besturen.

Het kabinet bestaat uit ministers en degene die met de ministers meedenken; de staatssecretarissen. Aan het hoofd van het kabinet staat de minister president. Elke minister is ‘baas’ over een ministerie. Op de ministeries werken ambtenaren. Zie hier een overzicht van alle ministeries: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/

Opdracht:

A)     Hieronder staan hints voor 3 ministeries. Weet jij welke ministerie dit is? 

Nummer 1.
Nummer 1.
Nummer 2..
Nummer 2..
Nummer 3...
Nummer 3...

B) Maak nu zelf ook een hint voor een ministerie. Kies 1 ministerie, maak een hint en laat het je medestudenten of docent raden.

Extra:

Quiz over het kabinet!

8) Verkiezingen

Nederland is een democratie. Dat betekent dat burgers indirect mogen meepraten over het bestuur van het land. Dat indirect meepraten gaat door te stemmen bij verkiezingen. Door te stemmen kies je de vertegenwoordigers (van een politieke partij ) uit die jou het beste lijken.

Opdracht:

A) Waar zijn er allemaal verkiezingen voor? Zoek dit op.

Bronnen:

-http://verkiezingen.startpagina.nl/

- http://www.publiek-politiek.nl/Info-over-politiek/Verkiezingen

- http://www.politiekhoezo.nl/Dus-hoe-werkt-de-politiek/Waarom-en-wanneer-mag-ik-stemmen2/

Een paar maanden of weken voordat er verkiezingen zijn zie je overal in de media; op tv, radio, kranten, internet, twitter, hyves.... berichten van politieke partijen die hun standpunt vertellen. Ook wanneer er geen verkiezingen zijn is dit zo, maar dan wat minder. De politiek gebruikt de media om hun standpunt te vertellen

B) Zoek een voorbeeld op waarin de politiek de media gebruikt. Gebruik bijvoorbeeld een filmpje, tv-programma, krantenbericht, tweet, hyvesbericht, blog etc.

De media kan ook invloed hebben op de politiek; ze hebben dan een politiek informatieve functie. Een krant, zender of omroep kan bijvoorbeeld veel aandacht geven aan een bepaald onderwerp waardoor het op de politieke agenda komt.

C) Kijk het filmpje. Wat is jouw mening over het feit dat de media zoveel invloed zou hebben op de politiek? Schrijf je mening op een kaart. Vergelijk jouw kaart met die van medestudenten.

Extra voor de docent:

Aan de hand van de meningen kaarten kan er een discussie in de klas over  “de invloed van de media op de politiek” gevoerd worden. Gebruik als voorbeelden de grote invloed van de media tijdens verkiezingen; ophef tussen politici over interviews; vragen van de kamer n.a.v. krantenberichten; politieke aandacht voor tv progamma's als de gouden kooi.

Bronnen:

http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/project/2516175/dossier-maatschappijleer/2516180/home/ 

 

 

9) Stemmen doe je zo

Opdracht

A) Politieke mening

Voordat je gaat stemmen moet je wel weten waarop je gaat stemmen. Hoe kom je tot je mening? Voordat er een verkiezing is laten de partijen via de media weten wat hun standpunten zijn.

Je kunt daarnaast ook erachter komen welke partij je het beste lijkt door vragen in te vullen op een test. Dit kan op Partijenwijzer of op Stemwijzer. De uitslag hoeft niet altijd precies te zijn wat jij echt denkt, maar geeft je wel steun om na te denken waar je het meest mee eens bent.

Doe de test op http://www.stemwijzer.nl/ of op www.partijenwijzer.nl/

 

B) “Stemmen doe je zo!”

Maak een informatie kaart voor mensen die voor het eerst gaan stemmen, “Stemmen doe je zo!”

Zet er in:

  • Wie er mogen stemmen en van af welke leeftijd?
  • Wat te doen als je zelf die dag niet kunt gaan stemmen?
  • Wat staat er op het stembiljet en hoe vul je die in?
  • Voorbereiding op het stemmen; hoe bedenk je op welke partij je wilt stemmen? Denk aan testen/ verkiezingsprogammma's etc.
  • Hoe vergelijk je de partijen om te kunnen kiezen.
  • Links naar websites met informatie over stemmen en je voordat je gaat stemmen kunt bedenken

Bronnen: Informatie voor de informatiekaart “stemmen doe je zo!”:

- Alles over verkiezingen, de officiele website:http://www.kiesraad.nl

- Informatie over verkiezingen: http://www.derdekamer.nl/bibliotheek/verkiezingen/

- Informatie over waarom en wanneer je mag stemmen: http://www.politiekhoezo.nl/Dus-hoe-werkt-de-politiek/Waarom-en-wanneer-mag-ik-stemmen2

Tips:

- Je informatiekaart hoeft niet heel veel tekst hebben, als het maar duidelijk is voor iemand die voor het eerst gaat stemmen.

- Denk ook aan de vormgeving zodat iemand die voor het eerst gaat stemmen er zin in krijgt!

10) Politiek in de buurt

Politiek bestuur is in het land, maar ook in je provincie en je gemeente.

Opdracht:

A) Wat doet de gemeente voor jou? Zoek op de website van je eigen gemeente wat de gemeente allemaal voor jou kan betekenen. Maak een fotorapportage van wat de gemeente voor jou doet. Dit kan je doen door:

- Foto's maken van onderwerpen in jouw gemeente die laten zien wat de gemeente voor jou doet. Bewerk de foto's digitaal.

- Foto's en plaatjes zoeken van onderwerpen die laten zien wat de gemeente voor jou doet.

Hieronder een voorbeeldje van de gemeente Den Haag.

 

B) Waar bestaat het gemeente bestuur uit en wat doen ze? Zoek op de website van je eigen gemeente.

Extra voor de docent:

Op http://www.wegwijsdagen.nl/ kun je als klas inschrijven voor een lesprogramma bij je eigen gemeente.


 

11) De provincie

De provincie staat tussen de Gemeente en het Rijk. Daarom wordt ze ook wel het middenbestuur genoemd. De taken die de provincie moeten doen zijn voor de gemeenten te groot en voor het Rijk te klein.

Opdracht:

Beantwoord de volgende vragen:

- Wat zijn de belangrijkste taken van de provincie?

- Wat zij de Provinciale Staten?

Kijk in de bronnen voor de antwoorden. Weet je de antwoorden, test dan je kennis en doe de quiz over de Provinciale Staten:http://www.politiekhoezo.nl/Dus-wat-kan-ik-allemaal-doen/Quiz/Hoeveel-weet-jij-van-de-Provinciale-Staten

Bronnen:

http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/2157348/maatschappijleer/item/1258439/taken-van-de-provincie/

http://www.overheid.nl/zowerktdeoverheid/wievormendeoverheid/deprovincie

http://www.politiekhoezo.nl/Dus-hoe-werkt-de-politiek/Wat-doet-een-provincie2

http://www.zuid-holland.nl/bestuur_en_politiek.htm 

Extra voor de docent:

Kijk op de website van de eigen provincie voor een rondleiding in het provinciehuis. In de provincie Zuid Holland organiseert de Haagse Tribune in samenwerking met de Provincie Zuid Holland een les in het provinciehuis van Zuid Holland:http://www.haagsetribune.nl/Nieuws/Bezoek-Provinciehuis-Zuid-Holland

  

12) Debaters

Je bent in dit arrangement al een aantal onderwerpen tegen gekomen waar de politiek zich mee bezig houdt. Zoals je waarschijnlijk ook hebt gezien wordt in de politiek veel gediscussieerd om uiteindelijk tot de beste oplossingen en beslissingen te komen. Nu zijn jullie aan de beurt!

Opdracht

1) In de klas kun je groepen maken van ongeveer 3 tot 5 studenten per groep. Groep 1 is voor en groep 2 is tegen de stelling. Wanneer er meer groepen zijn kan er een echt toernooi zijn.

2) Voordat je met het debat gaat beginnen moet je eerst met je groep (voor of tegen) de argumenten bedenken; waarom ben je er voor of tegen. Om die argumenten te bedenken is het vaak handig om informatie op te zoeken.

3) Verder moet er nog een debatleider zijn. De debatleider zorgt er voor dat beide groepen aan het woord komen en grijpt in als het nodig is. Dit kan de docent zijn, maar ook een medestudent of andere leerkracht.

4) Bij een debattoernooi zitten de twee groepen tegenover elkaar. Telkens verteld 1 lid van de groep wat hun mening is. Vervolgens reageert de andere groep op. Zie als voorbeeld het filmpje. De debatleider houdt dit in de gaten.

5) Kies 1 van de stellingen om over te debatteren, of bedenk een stelling over 1 van de 5 onderwerpen:

Diermisbruik: Informatie dieren 

“Er moet een dierenpolitie komen om diermisbruik te voorkomen.”

Agressie & grensoverschijdend gedrag: Informatie Agressie & geweld 

- “Jonge criminelen, tussen de 15 en 23 jaar, moeten zwaarder gestraft worden”.

- “Camera toezicht en bewaking op alle openbare plekken.” 

Mileu:  Informatie mileubeleid

-“Plastic tasjes in supermarkten moeten worden verboden”

- “Lantaarnpalen moeten ’s nachts uit worden gezet.” 

- “Iedereen mag niet meer dan 1 auto hebben.”   

Duurzaamheid:Informatie duurzame energie & Informatie duurzaam produceren

 -   “Over  10 jaar mogen we alleen maar groene stroom hebben.”

-   “Over 10 jaar hebben we geen afval meer.”

Verkeersveiligheid: Informatie verkeersveiligheid

 - “Het eerste jaar dat je je rijbewijs hebt krijg je een speciale sticker op je auto “

 - “Jongeren van 17 jaar mogen hun rijbewijs al halen en krijgen dan begeleid rijlessen (2totdrive)”

- “Invoering alcoholslot. Een alcoholslot is een startonderbreker in de auto waar de bestuurder eerst in moet blazen voordat de auto start. De overheid wil het alcoholslot in 2011 invoeren. “

Zie hieronder een film van het ROC debattoernooi 2010 als inspiratie... Voor nog meer films kijk op: http://www.debatinstituut.nl/roc-debattoernooi/algemene-informatie/films-2010.html

Extra voor de docent:

  • Je kunt van het debat ook iets groters maken door andere klassen en studenten uit nodigen om aanwezig te zijn. Of nog groter....met een jury!
  • De debatleider kan ook een bekend iemand uit de politiek zijn, zoals Job Cohen voor het Florijncollege is geweest.

Bronnen:

Verdieping: Doe mee!

Wil je meer weten over dit onderwerp. Hier kun je nog twee extra verdiepingsopdrachten maken.

De ministers en de ambtenaren op de ministeries werken aan het uitvoeren van de wetten en het besturen van het land. Ook wij, zonder te werken op een ministerie, kunnen wel onze mening geven over politieke onderwerpen. Dit kan natuurlijk door te stemmen, maar ook door je mening te geven. Deze opdracht kan je ook goed samen doen.

  • Kijk op: http://www.rijksoverheid.nl/doe-mee en kies een onderwerp dat je interesseert. Bijvoorbeeld; 'Megastallen'. 
  • Ga naar de site voor het dialoog. Bijvoorbeeld voor megastallen:http://www.dialoogmegastallen.nl/.
  • Lees de berichten en informatie over het onderwerp.
  • Bedenk wat jouw of jullie mening of reactie is. Overleg dit met de docent.
  • Plaats jullie of jouw mening op de site via twitter of door een reactie te plaatsen.

Tips & links

Verwijzing naar methoden

Onderstaande informatie is verstrekt door de betreffende uitgevers. Over methoden die niet in het overzicht genoemd worden, is geen informatie ontvangen (oktober 2011).

 

 

 Uitgeverij

 Methode

 Verwijzing

 Edu'Actief

 Context!

 Context:
  -  Thema 2.2
  -  Thema 2.3
  -  Thema 2.4

 Noordhoff Uitgevers

 Connect

 Projecten van Connect:
  -  Politiek. Toch leuk?
  -  Politiek, jouw mening telt!
  -  Stem op mij
  -  Jij en Nederland
  -  Mijn buurt
  -  Europa, ook voor jou!
  -  Geschiedeniscanon
  -  Jij en het milieu
  -  Op de vlucht
  -  Stelen en helen
  -  Waarom geloof jij dat?
  -  My roots
  -  De wereld een dorp

 ThiemeMeulenhoff

 Spring

 Spring-thema's:
  -  Jij en de maatschappij
  -  Regels, procedures en wetten
  -  Iedereen ziet het anders
  -  Rolmodellen
  -  Informatie vinden
  -  Je mening geven
  -  Discussie voeren
  -  Informatie vinden

 

 Inzicht

 Leerwerkboek INZICHT:
  -  Hoofdstuk 5 Politek §5.37
  -  Hoofdstuk 5 Politek §5.39
  -  Hoofdstuk 5 Politek §5.40

Bronnen

Methoden:

Nieuw Schokland: Competentie gerichte methode burgerschapsvorming voor niveau 2,3 en 4 van het MBO (uitgeverij Deviant)

  • Deel 2, hoodfstuk 1 'Politiek, dat gaat ons allemaal aan'
  • Deel 2, hoofdstuk 3 'Redeneren vanuit principes'
  • Deel 2, hoofdstuk 4 'De meeste stemmen gelden'
  • Deel 2, hoofdstuk 5 'De politiek aan het werk'

 Context: Leren, loopbaan en burgerschap (Edu actief uitgeverij Meppel)

  • Kerntaak 3 Politiek, thema 3.2 'stemmen en vergelijken', thema 3.3 'stemmen'

Docentinformatie

Inleiding

Dit arrangement voor Burgerschap is ontwikkeld in het kader van de uitbouw en groei van het gebruik van Wikiwijs.
Hiervoor is onder andere ook een leerlijn ontwikkeld en opgenomen in Wikwijs. Deze leerlijn is gebaseerd op het nieuwe brondocument voor schooljaar 2011-2012. Hierin zijn de kerntaken en werkprocessen vervallen.

 

Dit arrangement is onderdeel van een serie arrangementen die in dit kader voor de (nieuwe) leerlijn LB, het domein Burgerschap, zijn ontwikkeld. Zie hieronder: Overzicht bouwplan met de ontwikkelde arrangementen voor Burgerschap en hun inhoud.

 

 Niveau

 Dit arrangement is geschikt voor alle mbo niveaus. Voor niveau 1/2 worden soms andere bronnen aangegeven. Bij sommige opdrachten is er een extra opdracht die alleen voor niveau 3/4 bestemd is.

 Voor de BBL wordt aangegeven welke opdrachten eventueel kunnen vervallen gezien het aantal SBU en het verschil in doelgroep.

 SBU

 Basisdeel = 14 SBU zonder opdracht 11. Met opdracht 11 is het 16 SBU; voor BBL kunnen opdrachten indien gewenst vervallen; dit staat aangegeven bij de opdrachten, het aantal SBU vermindert daarmee dan ook. Bij sommige opdrachten is er de mogelijkheid om je extra te verdiepen.

 Voorbereiding

 Het heeft de voorkeur dat de resultaten van dit arrangement over de ‘Politiek om je heen’ digitaal verzameld worden in een weblog, website, Symbaloo of andere digitale vorm. De uitvoering kan dan digitaal en de resultaten van de opdrachten kunnen dan door alle groepjes (ook) ook digitaal bekeken worden.

 Sommige onderwerpen zijn heel geschikt voor een klassikale discussie. Als dit zo is staat onderdaan de opdracht bij Extra informatie voor de docent aangegeven.

 Zo zijn er ook opdrachten waarbij het wenselijk kan zijn om ze door twee leerlingen of in een groepje te laten doen. Dit staat dan bij de opdracht aangegeven. Het is wel mogelijk alle opdrachten individueel te maken.

 Wanneer de leerlingen bronnen van het internet nodig heeft om de opdracht te maken staan deze met toelichting onder het kopje bronnen.

 Opbouw van het arrangement

 Alle basisarrangementen zijn opgebouwd volgens het didactisch principe van oriënteren – verwerven - bestendigen – terugkijken.

 Opdrachten:

1. Oriënterend opdracht: Kennismaken met het onderwerp door je mening te geven. (1/2 SBU) Deze opdracht kan vervallen voor de BBL.

2. Oriënterende opdracht: Verkennen welke politieke partijen er allemaal zijn.  (1/2 SBU)

3. Verwerven: Leren welke politieke stromingen er allemaal zijn en welke politieke partijen daar bij horen. (1 SBU)

4. Verwerven: De begrippen links en rechts leren kennen en eigenen politieke mening ontdekken. (1 SBU)

5.Verwerven: Aan de hand van een film en een puzzel leren hoe het politiek bestuur er in Nederland uit ziet.  (1 SBU)

6.Verwerven: Aan de hand van schema’s leren hoe de eerste en tweede kamer werken. ( 1 SBU)

7. Bestendigen: Met plaatjes toetsen welke ministeries er zijn. Deze opdracht kan vervallen voor de BBL.(1 SBU)

8. Bestendigen: In deze opdracht gaan de studenten uitzoeken waar er overal verkiezingen voor zijn. Daarnaast kijken ze hoe de politieke partijen tijdens de verkiezingen de media gebruiken en andersom. (1 SBU)

9. Bestendigen: Een stem informatie kaart voor een ander te maken en zelf  te ontdekken hoe stemmen gaat. Het deel van de informatiekaart kan vervallen voor de BBL. (2 SBU)

10. Bestendigen: Een fotorapportage van wat de gemeente voor iemand kan betekenen. Deze opdracht kan vervallen voor de BBL. (2 SBU)

11. Bestendigen: Beantwoorden van vragen over wat de provincie doet en wat de provinciale staten zijn. (1 SBU)

12. Terugkijken: Deze opdracht kan alleen in groepen gemaakt worden en vergt ook wat meer actieve inzet van de studenten en de docent. (2 SBU) Deze opdracht kan voor de BBL vervallen.

Verdiepingsopdracht indien gewenst: Doe mee. (1 SBU)

 Beoordeling

 -         antwoorden van de opdrachten 2, 3, 4, 5 en 11

 -         een wetsvoorstel bij opdracht 6

 -         de stem informatie kaart bij opdracht 9

 -         actieve deelname/bijdrage aan het debat

 Antwoorden:

Antwoorden voor opdracht 3

Antwoorden voor opdracht 5:

1) Tweede kamer

2) Tweede kamer

3) De Staten-Generaal

4) Sinds 1848 niet meer de baas.

5) Ondertekent wetten en benoemt d eministers

6) De koningin

7) De konigin & de ministers

8) Ministers & staatssecretarissen

9) De eerste kamer & de tweede kamer

 

 

 

Colofon

Dit arrangement is ontwikkeld in het kader van Loopbaan en Burgerschap als focusvak voor Wikiwijs.

Opdrachtgevers: Ruud de Moor Centrum, Heerlen & Kennisnet, Zoetermeer

Ontwikkeld door: Van de Graaf, Amstelveen

Burgerschap

Doel & inhoud

In dit arrangement leer je je eigen mening te geven over hoe het is om in de wereld te leven, een wereldburger, te zijn. Je leert hoe de landen in de wereld verschillend bestuurd worden. Je leert de begrippen; dictatuur, democratie, trias politica en rechtstaat. Je weet ook wat grondrechten zijn en leert hier een mening over te geven. Je weet welke grote problemen er in de wereld spelen, wat derde wereld landen zijn en wat de wereld doet om elkaar te helpen.  

Opdrachtenoverzicht

1)      Wereldburger Quiz

2)      Democratie & Dictatuur

3)      Waar sta jij? 

4)      Nederland een democratie?

5)      Millenniumdoelstellingen

6)      Politieke gevangenen

7)      Internationale chat

 

 

 

 

 

 

1) Wereldburger Quiz

 

Ben jij een wereldburger? Doe de Wereldburger Quiz!

 

Opdracht:

Wie vind jij een voorbeeld van een echte wereldburger? Zet erbij waarom die persoon volgens jou een wereldburger is.

Je mag natuurlijk ook jezelf kiezen! Gebruik het briefje hieronder.

Deze briefjes kunnen opgeprikt worden op een bord in het lokaal.

 

Bronnen:

- http://www.aliceo.nl/sjablonen/millenniumdoelen/

2) Democratie & Dictatuur

Op de wereldkaart hieronder zie je de wereld verdeeld in soorten politieke systemen. Een politiek systeem zegt iets over de manier waarop een land bestuurd wordt. Het grootste verschil waarop een land bestuurd wordt is tussen een democratie en een dictatuur.

Dictatuur: In een dictatuur heeft 1 persoon of een klein groepje alle macht over het land.

Democratie: In een democratie is de macht over het land verdeeld over verschillende groepen. Zo hebben de mensen die in een land wonen ook eerder iets te zeggen over hoe het gaat in hun land.

  

Opdracht:

Kies een land uit dat een ander politiek systeem heeft dan Nederland. Dit kan een land zijn waar je wel eens geweest bent/ iemand kent/meer van af weet of je gewoon interessant lijkt. Je kunt het land opzoeken in het plaatje. Beantwoord de volgende vragen:

A) Welk land heb je gekozen?

B)Wat voor politiek systeem heeft dit land? Zoek dit op in het kaartje. Je mag hier natuurlijk een  atlas bij gebruiken of anders op Google earth kijken.

C)Wie heeft of hebben er in dit land de macht? Is dit land een democratie of een dictatuur?

 

 Bronnen: 

- Info over inhoud van de staatsvormen http://nl.wikipedia.org/wiki/Staatsvorm

- Wereldkaart: http://www.google.com/earth/index.html

- Kijk hier voor een lijst van alle huidige dictaturen. Hier staat ook een lijst bij met landen die zelf zeggen wel een democratie te zijn, maar waar twijfel over is: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_dictaturen

Extra voor de docent:

Laat de studenten hun gevonden landen met elkaar vergelijken. Aansluitend kan er een groepsgesprek worden gehouden over actuele ontwikkelingen in het Midden-Oosten. Bijvoorbeeld over Libië, wat willen de mensen dat er gaat veranderen en waarom?

3) Nederland een democratie

Opdracht

A) Nederland is een democratie. Je hebt net de mening van andere jongeren over democratie gezien. Wat is jouw mening?

Democratie is voor mij.........

B) Weet jij wat het woord democratie betekent? Zoek het op, zie de bronnen.

C) Wat is het belangrijkste kenmerk is van de Nederlandse democratie? Zoek het op, zie de bronnen.

Bronnen:

- http://mens-en-samenleving.infonu.nl/politiek/13825-democratie-en-dictatuur.html/

- http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/2157348/maatschappijleer/item/971291/democratie-in-nederland/

- http://www.tweedekamer.nl/hoe_werkt_het/de_nederlandse_democratie/index.jsp

Opdracht voor niveau 3/4

Nederland een democratie

Weet jij nu na het zien van het filmpje waarom Nederland een democratie is? In de puzzel staan vragen die aangeven waarom Nederland een democratie is. Maak de puzzel!

 

Horizontaal

1) Hoe noem je de scheiding van de machten?

4) Welke van de drie machten wordt uitgevoerd door de regering?

Verticaal

2) De macht die gevormd wordt door de regering en de Staten Generaal (dat zijn de Eerste kamer en de Tweede Kamer) noemen we ook de ..……. macht.

3) In Nederland is er een scheiding van de machten. Wat willen we voorkomen door niet alle macht aan de staat te geven?

5) Is de macht in Nederland verdeeld over groepen of is alle macht bij 1 groep?

Is het gelukt? Vraag de docent voor de antwoorden.

Bronnen:

Hier kun je allerlei informatie vinden over wat Nederland een democratie maakt: http://mens-en-samenleving.infonu.nl/politiek/31302-nederland-een-parlementaire-democratie.html

Uitleg over een democratie met uitleg over de scheiding der machten: http://www.rechtvoorjou.nl/#/wat_is_een_democratische_rechtsstaat/

Extra voor de docent:

Na deze opdracht kan er nog een discussie volgen over wat Nederland tot een democratie maakt, of je dit ook merkt en of je het hier wel mee eens bent?

4) Waar sta jij?

Een goede democratie is ook een rechtstaat. Dat betekent dat er voor gezorgd moet worden dat er voor alle burgers belangrijke en gelijke rechten zijn en dat iedereen zich aan wetten moet houden. In Nederland zijn er grondrechten. Wat zijn grondrechten eigenlijk? In de film hieronder wordt het kort uitgelegd.

Opdracht:

In deze opdracht zie je dat de grondrechten soms met elkaar botsen.

Er zijn 5 verschillende cases (zie het document hieronder) waarin twee grondrechten met elkaar botsen, bijvoorbeeld "de vrijheid van meningsuiting" en "de vrijheid van godsdienst". In groepjes of alleen ga je aan de slag met een casus.

1)      Alleen of met een groepje kies je 1 casus uit.

2)      Jij of jullie bedenken argumenten waarom het ene grondrecht belangrijker is, maar ook  argumenten waarom het andere grondrecht belangrijker is.

3)      Schrijf dit op.

4)      Heb je een mening over welke jij het belangrijkst vindt? Zo ja welke is dat dan en waarom?

 

Bronnen:

De cases zijn gemaakt door van de ‘Haagse Tribune’, een project van het Huis van democratie & rechtstaat. Op bladzijde 1 en 2 staat een handleiding voor de docent. Vanaf pagina 3 beginnen de cases.  

 

Extra voor de docent:

Wanneer deze opdracht klassikaal wordt gedaan, kan er aanvullend nog presentaties worden gegeven over de gekozen case. Vervolgens stemt iedereen in de klas individueel door bijvoorbeeld de hand op

te steken. Welk grondrecht vindt de meerderheid van de klas in het geval van deze case het belangrijkst?

Vervolgens kan er een korte discussie volgen over de uitkomst. Let op: het is uiteraard geen probleem

wanneer studenten moeilijk een keuze kunnen maken. Het idee is juist dat ze het spanningsveld snappen en zich realiseren dat dit soort botsingen lastig zijn.

5) Millennium doelstellingen

Hoe kan je de wereld een beetje beter maken? In 2000 hebben regeringsleiders van 189 landen afgesproken om vóór 2015 de belangrijkste wereldproblemen aan te pakken. Dit noemen we de Millenniumdoelen. In de film heb je ze net kort gezien. Lees en kijk op milleniumdoelen over alle millenniumdoelen. Op de milleniumdoelenatlas kun je alle doelen per land zien. Een begrip dat vaak gebruikt wordt voor landen met ontwikkelingsproblemen (ontwikkelingslanden) is "derde wereld". Een ontwikkelingsland is een land met een grote armoede in verhouding tot "rijke landen".

 

Opdracht:

Welk van deze millenniumdoelstellingen vind jij nu het belangrijkst of spreken jou het meest aan? Schrijf een actieplan. In dit plan zet je:

a)  Wat je wilt aanpakken.

b)  Welke acties er al zijn om het aan te pakken

c)  Wat jij  zou doen om het aan te pakken.

d)  Hoe je dit zou gaan doen.

 

Voor ideeën en tips voor het schrijven van een actieplan, kijk op: http://www.actienetwerk.nl 

 

Kies uit 1 van de volgende onderwerpen:

1) De armoede halveren- mensen minder honger

2) Alle kinderen naar school

3) Mannen en vrouwen gelijkwaardig

4) Minder kindersterfte

5) Minder Moedersterfte

6) Bestrijding van aids en andere dodelijke ziektes

7) Schoon drinkwater

7) Samen als wereld werken aan ontwikkeling

 Bronnen:

 Extra: Millennium doelen quiz 

Vind je het leuk om je kennis over de milleniumdoelen te testen? Doe de quiz en zie wat je nog wist of kom er nog meer over te weten! Milleniumdoelenquiz 

 

 

 

 

 

 

 

 

6) Politieke gevangenen

Lees op de website van Amnesty over mensen in landen als Saoedi Arabië, Egypte of China die worden opgepakt omdat ze een andere mening hebben dan de regering.

Schrijven of actie helpt! Brieven schrijven naar de regeringen dat je het er niet mee eens bent helpt. In de film hieronder zie je de actie van Amnesty voor politieke gevangenen in Myanmar.

Opdracht:

Doe mee aan 1 van de lopende schrijf acties van Amnesty. Dit kan een brief, petitie, mail of sms actie zijn. Kies er uit de lijst. De meeste schrijfacties zijn met voorbeeldbrieven in het Engels. Mocht dit lastig zijn vraag je docent om hulp.

Bronnen:

 - http://mas.amnesty.nl/content/actie

- http://www.amnesty.nl/in_actie_lopende_acties

Extra voor de docent:

Op de website van Amnesty is ook allerlei lesmateriaal en e-learning aan te vragen.

Schrijven helpt
Schrijven helpt

7) Internationale chat

Opdracht :

In deze opdracht ga je samen of alleen interviewvragen bedenken voor studenten in een ander land. 

Denk dan aan vragen over:

  • Hoe het is om daar te leven en te wonen?
  • Hoe is het daar op school? 

Het leukst is dit ook echt te gaan doen. Dit kan bijvoorbeeld met e-twining en globalpenfriends

Tip:

1)      Als de taal lastig is kan je ook met studenten in Suriname, Curaçao etc praten.

2)      Als jij of een klasgenoot een vriend/familielid in het buitenland heeft kan dit natuurlijk ook.

 

Bronnen:

- Hier kun je tips vinden over hoe je interviewvragen kan maken:

http://www.carrieretijger.nl/functioneren/communiceren/mondeling/modellen/interview

 

http://www.etwinning.net/nl/pub/index.htm

- http://www.globalpenfriends.com/

 

Afsluitende opdracht

Films die ogen openen..

Om het af te sluiten kan je nog naar een film kijken. Het “movies that matter festival” heeft naast het jaarlijkse festival in Den Haag ook veel keuze in films met internationale thema's. De organisatie geeft ook graag tips over de keuze van de film  

Verdieping

Wil je meer weten over dit onderwerp. Hier kun je nog twee extra verdiepingsopdrachten maken.

Een wereld ROC

MBO leerlingen in Ethiopie

In deze film heb je MBO studenten gezien die leeftijdgenoten in Ethiopië in Afrika, dingen gaan leren die zij al geleerd hebben.

Hun school wordt zo internationaler, een wereld ROC...

Is jouw ROC ook al een wereld ROC?

Wil je dat jouw ROC ook wat meer werelds gaat worden of wil je zelf nog meer een wereldburger worden?

Er zijn heel veel dingen die je kunt gaan doen!

1) Ontwikkelingsstage: Zou jij een stage willen lopen in een ontwikkelingsland? Dat kan! Kijk op http://www.edukans.nl/

2) Stage in het buitenland: Voor nog meer stages in de hele wereld, kijk op: stages in het buitenland.

3) Wereldburgerreis: Je kunt ook een reis maken naar...ergens in de wereld. Kijk op: http://www.worldmapping.nl/

4)  Acties:  Liever wel in Nederland blijven, maar toch iets doen aan een onderwerp dat jij belangrijk vindt, maatschappelijke stages of vrijwilliger.    

Afkomst gadgets

Zie waar jouw favoriete gadgets en kleding vandaan komen. Je beantwoord vragen en ziet waar bijvoorbeeld jouw favoriete telefoon gemaakt wordt en waar het bedacht is: Eigenwijzer.

Tips & links

  • Survival calculator: De survival calculator is een testje die een beeld geeft hoe oud je zou worden als je in een ontwikkelingsland zou leven: http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/shared/templates/popup/flash.jsp?item=2121110&nr=2483966&site=184980
  • Stop de derde wereld: Op http://www.stopdederdewereld.nl/ zijn allerlei filmpjes en quizes op een grappige manier neer gezet om het bewustzijn voor derde wereld landen te vergroten.
  • Artikel 1 van de grondwet: Artikel 1 van de Grondwet vormt de basis van ons rechtssysteem. Stichting Kleurrijk Leren heeft een educatief internetprogramma rond dit artikel ontwikkeld. Doel is dat leerlingen leren een gefundeerde mening te vormen. Het programma is bestemd voor leerlingen uit leerjaar drie en hoger in het voortgezet onderwijs. Het programma en een docentenhandleiding zijn te vinden op http://www.stichtingkleurrijkleren.nl/artikel1 Het is geen gratis progamma.

 

Verwijzing naar methoden

Onderstaande informatie is verstrekt door de betreffende uitgevers. Over methoden die niet in het overzicht genoemd worden, is geen informatie ontvangen (oktober 2011).

 

 

 Uitgeverij

 Methode

 Verwijzing

 Edu'Actief

 Context!

 Context!:
  -  Thema 2.2
  -  Thema 2.3
  -  Thema 2.5

 Noordhoff Uitgevers

 Connect 

 Projecten van Connect:
  -  Politiek. Toch leuk?
  -  Politiek, jouw mening telt!
  -  Stem op mij
  -  Jij en Nederland
  -  Mijn buurt
  -  Europa, ook voor jou!
  -  Bepaal jij wat goed voor me is?
  -  In de problemen
  -  Stelen en helen
  -  Geschiedeniscanon
  -  Op de vlucht
  -  De wereld een dorp

 ThiemeMeulenhoff

 Spring

 Spring-thema's:
  -  Je rechten en plichten kennen
  -  Nederlands burgerschap

 

 Inzicht

x

Bronnen

Methoden:

     Nieuw Schokland: Competentie gerichte methode burgerschapsvorming voor niveau 2,3 en 4 van het MBO (uitgeverij Deviant)

  • Deel 2, hoofdstuk 2 'Heb ik ook nog iets te zeggen' paragraaf 2.1 Dicatuur,paragraaf  2.1 democratie, paragraaf 2.3 Nederland is een rechtstaat, paragraaf 2.4 grondrechten.
  • Deel 8, hoofdstuk 2 'Wereldburgerschap'

     Context: Leren, loopbaan en burgerschap (Edu actief uitgeverij Meppel)

 

  •  Kerntaak 3, Politiek

 

Docentinformatie

Inleiding
Dit arrangement voor Burgerschap is ontwikkeld in het kader van de uitbouw en groei van het gebruik van Wikiwijs.
Hiervoor is onder andere ook een leerlijn ontwikkeld en opgenomen in Wikwijs. Deze leerlijn is gebaseerd op het nieuwe brondocument voor schooljaar 2011-2012. Hierin zijn de kerntaken en werkprocessen vervallen.

 

Dit arrangement is onderdeel van een serie arrangementen die in dit kader voor de (nieuwe) leerlijn LB, het domein Burgerschap, zijn ontwikkeld. Zie hieronder: Overzicht bouwplan met de ontwikkelde arrangementen voor Burgerschap en hun inhoud.

 

Niveau

Dit arrangement is geschikt voor alle mbo niveaus. Voor niveau 1/2 worden soms andere bronnen aangegeven. Bij sommige opdrachten is er een extra opdracht die alleen voor niveau 3/4 bestemd is.

Voor de BBL wordt aangegeven welke opdrachten eventueel kunnen vervallen gezien het aantal SBU en het verschil in doelgroep.

SBU

Basisdeel = 16 SBU; voor BBL kunnen opdrachten indien gewenst vervallen; dit staat aangegeven bij de opdrachten, het aantal SBU vermindert daarmee dan ook.

Voorbereiding

Het heeft de voorkeur dat de resultaten van dit arrangement over Wereldburgerschap digitaal verzameld worden in een weblog, website, Symbaloo of andere digitale vorm. De uitvoering kan dan digitaal en de resultaten van de opdrachten kunnen dan door alle groepjes (ook) ook digitaal bekeken worden.

Sommige onderwerpen zijn heel geschikt voor een klassikale discussie. Als dit zo is staat onderdaan de opdracht bij extra informatie voor de docent aangegeven.

Zo zijn er ook opdrachten waarbij het wenselijk kan zijn om ze door twee leerlingen of in een groepje te laten doen. Dit staat dan bij de opdracht aangegeven. Het is wel mogelijk alle opdrachten individueel te maken.

Wanneer de leerlingen bronnen van het internet nodig heeft om de opdracht te maken staan deze met toelichting onder het kopje bronnen.

Opbouw van het arrangement

Alle basisarrangementen zijn opgebouwd volgens het didactisch principe van oriënteren – verwerven - bestendigen – terugkijken.

Opdrachten:

1. Oriënterend opdracht: In een quiz wordt kennisgemaakt met het begrip wereldburger en wat het betekent om een wereldburger te zijn. De quiz kan individueel gemaakt worden. De opdracht met de briefjes kan klassikaal besproken worden. (1 SBU) Deze opdracht kan voor de BBL vervallen

2. Oriënterend opdracht: De begrippen democratie en dictatuur worden uitgelegd en verkend aan de hand van een opdracht met een landkaart. Deze opdracht kan individueel of in groepjes gedaan worden. (2 SBU)

3. Verwerven: In deze opdracht wordt ingegaan op de kenmerken van Nederland als een democratie. Deze opdracht kan individueel worden gedaan. Voor niveau 3/4 is er een aansluitende opdracht. Het antwoordenblad hiervoor staat onderaan deze handleiding. Aansluitend kan een groepsgesprek/discussie volgen. (1 SBU)

4.Bestendigen: Aan de hand van cases over grondrechten wordt het dilemma van grondrechten duidelijk. De voorkeur gaat bij deze opdracht uit naar het werken en groepjes en klassikaal nabespreken. Het is wel mogelijk individueel te maken. (4 SBU)

5. Bestendigen: De millenniumdoelstellingen worden in de ze opdracht bestudeerd. Met het schrijven van een actieplan wordt verder nagedacht over wereld problemen en hoe hier mee om te gaan. De opdracht kan in groepjes of individueel gemaakt worden. (4 SBU)

6. Bestendigen: Door het schrijven van een brief of meedoen aan een petitie lerend de leerlingen over politieke gevangenen en mensenrechten. Deze opdracht kan vervallen voor de BBL. (2 SBU)

7.Terugkijken: In deze opdracht stellen de leerlingen interview vragen op om iemand uit een ander te bevragen hoe het leven in het land daar is. Het is aan te raden deze opdracht in tweetallen, groepjes of klassikaal te laten doen. Deze opdracht kan voor de BBL vervallen. (2 SBU)

Verdiepingsopdrachten indien gewenst: (1 SBU)

Beoordeling

-  (groeps) presentatie over botsende grondrechten.

-  Actieplan Milleniumdoelstellingen

-  Opgestelde interviewvragen

 Antwoorden

Antwoorden opdracht 3

 

 

 

 

 

 

Colofon

Dit arrangement is ontwikkeld in het kader van Loopbaan en Burgerschap als focusvak voor Wikiwijs.

Opdrachtgevers: Ruud de Moor Centrum, Heerlen & Kennisnet, Zoetermeer

Ontwikkeld door: Van de Graaf, Amstelveen

Politiek en jij

Inleiding

Stel je voor: Je moeder heeft na lange tijd besloten weer te gaan werken. Het lukt haar om een nieuwe baan te gaan vinden. “Hartstikke leuk voor haar”, is jouw reactie. Totdat je een brief van de informatiebeheergroep krijgt dat je op je studiefinanciering gekort wordt omdat je ouders meer inkomen hebben. “Mooi is dat, wie heeft dat bedacht?”

Zo word je als burger vaak geconfronteerd met politieke besluiten die zijn genomen en jouw leven betreffen. Zo’n besluit kan invloed uitoefenen op jouw levensstijl, op zaken bij jou in de buurt in de stad of in heel Nederland of zelfs daarbuiten. De politiek besluit bijvoorbeeld dat je niet meer mag roken op school of in het café, of er wel of geen trapveldje komt bij jou in de buurt, dat er meer snelwegen komen of niet, dat cafés en disco’s om 2.00 uur dicht moeten, of je wel of niet moet betalen voor het openbaar vervoer.

Jij kunt meedenken, beslissen en meedoen. Hoe doe je dat? Hoe beïnvloed jij de politieke agenda en de keuzes die uiteindelijk worden gemaakt? Waar maak jij je druk over en wat kan je daarmee? Hoe lever je een positieve bijdrage aan een maatschappelijk probleem?

Daarover gaat dit arrangement.

 

 

Doel en inhoud

 

Dit arrangement gaat over de manieren waarop je invloed uit kunt oefenen op politieke besluiten. Invloed uitoefenen kan op verschillende manieren. Je kunt stemmen op een politieke partij en zo je stem laten gelden.

Je kunt ook op een heel andere manier invloed hebben, bijvoorbeeld door ergens tegen te protesteren of een organisatie steunen die namens jou de aandacht op een bepaalde zaak richt (b.v. Greenpeace)

De eerste manier noemen we formele participatie, de tweede manier informele participatie.

Wat dit inhoudt leer je in de voorbereidingsopdachten.

 

Voorbereiding

In dit voorbereidingsdeel ga je zelf aan de slag met wat formele en informele politieke participatie nu precies betekent.

Dit doe je nadat er ( in overleg met de docent) een bepaald politiek/maatschappelijk onderwerp is bepaald, dat centraal staat in de voorbereidingsopdacht.

Lees voor je begint ook de informatie over formele en informele particpatie in 'Wat is het' door.

 

Wat is het?

We zetten de manieren waarop je invloed kunt uitoefenen eerst even op een rijtje. Lees dit door en doe daarna de voorberedingsopdrachten 1 en 2 uit.

 Formele participatie 

1. Je stem uitbrengen op een politieke partij tijdens de verkiezingen.

 Verkiezingen zijn er op vier niveaus:

 - Landelijk

 - Provinciaal

 - Gemeentelijk

 - Europees niveau

 2. Lid worden van een politieke partij (en wellicht zelf gekozen worden in b.v. de gemeenteraad).

 3. Het oprichten van een politieke partij

 Informele participatie

 4. Zelf (of met een groep) actie voeren en de publiciteit zoeken.

 5. Een organisatie steunen die actie voert en de publiciteit zoekt.

 

 

 

Opdracht 1

Ontdek wat 'formele participatie' is

I. Het uitbrengen van je stem

1. Onderzoek wat het standpunt van de verschillende politieke partijen is over het onderwerp dat bij de    voorbereiding (in overleg met de docent) is gekozen.

2. Orden de informatie die je gevonden hebt.

3. Vergelijk de informatie met elkaar

4. Maak een keuze voor de partij die jouw mening over het onderwerp het best vertegenwoordigt.

Tijdens een klassikaal moment worden de keuzes en de motivatie ervoor met elkaar besproken. De docent bepaalt dit.

II. Het lid worden van een politieke partij en III Een politieke partij oprichten

Door zelf lid te worden van een politieke partij (of wellicht er zelf een op te richten), ben je nog meer betrokken bij de politieke besluitvorming. Voor deze opleiding vinden we het nu te ver voeren om hier uitgebreid op in te gaan.

Je kunt vaak wel een vergadering bijwonen van een politieke partij in een gemeente. Deze vergaderingen zijn vrijwel altijd openbaar. 

Stemmen!

Opdracht 2

Ontdek wat 'informele participatie' is: 

 Zelf actie voeren

1. Zoek uit wie of welke personen de beslissing neemt over jouw/jullie onderwerp (dat bij de voorbereiding is gekozen).

2. Bepaal een middel waarop je tegenover deze persoon/personen jouw probleem/zaak onder de aandacht wil

brengen. (bedenk ook goed welk –onbedoeld- effect een bepaalde actie kan hebben)

3. Bepaal of en hoe je publiciteit wilt gebruiken om jouw zaak beter onder de aandacht te brengen.

II. Het steunen van een organisatie die actie voert

1. Zoek uit of er een organisatie is die zich bezighoudt met jouw probleem of vergelijkbare problemen.

2. Zoek uit wat de standpunten van deze organisatie zijn en op welke manier ze invloed proberen uit te oefenen.

3. Bepaal op welke manier je de organisatie gebruikt om invloed uit te oefenen: dat kan zijn door lid te worden van deze organisatie. Je kunt ook contact opnemen met de organisatie en in gesprek gaan over jouw onderwerp.

Opdracht 3 Vervolgopdracht

Heb je de voorbereidingsopdrachten gedaan? Voer dan deze vervolgopdracht uit:

Zoek zelf een actueel probleem

Wat gebeurt er in de praktijk? De praktijk is in dit geval jouw leefwereld: jouw buurt, jouw stad, jouw land. Verzamel met elkaar een aantal politieke/maatschappelijke problemen die actueel zijn. Sla de krant open, kijk naar actualiteitenprogramma’s op TV, bekijk nieuws- en opiniesites op internet en let ook vooral goed op de dingen die om je heen gebeuren. Op deze manier kun je in korte tijd veel politieke en maatschappelijke problemen tegenkomen. Op welke problemen wil je dieper ingaan?

Kies een probleem Of:  Werk met de casussen

(In het volgende onderdeel staan een aantal casussen waar je in dit arrangement mee kunt gaat werken.)

en doorloop het stappenplan dat hieronder staat:

 

Stap 1. Bestudeer de casus (uit de voorbeelden of het zelfgekozen politiek probleem).

Stap 2. Raakt dit probleem jouw leven en op welke wijze?

Stap 3  Wat is jouw eigen mening hierover?

Stap 4. Wie nemen deze beslissingen, welke van de besluitvormingsorganen?

Stap 5. Hoe kun je invloed uitoefenen op de besluitvorming rond dit probleem? Gebruik je de formele of informele weg.

 

Casussen

In dit hoofdstuk staan de casussen die je kunt kiezen. Vraag aan je docent hoeveel van deze casussen je moet uitwerken.

Overzicht van de casussen

Casus 1: Hondenpoep

Casus 2: Files

Casus 3: Verboden te trouwen

Casus 4: Geen rookverbod

Casus 5: Mijn wijk

Casus 6: Geen bomen kappen!

Casus 7: Dat naakstrand!

Casus 8: Zwervers

Casus 9: Alcoholmisbruik

Casus 10: Identiteitsbewijs alstublieft!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Casus 1 Hondenpoep

 

Jamira wordt in haar straat vaak gevraagd als kinderoppas . Als ze met de kinderen buiten speelt komt het regelmatig voor dat een van de kinderen in de hondenpoep heeft gestaan. Jamira kan dan weer aan de slag met het schoonmaken van die viezigheid. Hoe kan het dat daar gepoept mag worden zo kunnen die kinderen nergens in het gras spelen of tussen de struiken. Wie heeft dat verzonnen, of mag het eigenlijk helemaal niet ? Kortom hoe zit dat?

Opdracht

Schrijf een advies voor Jamira. Hoe zou ze iets kunnen veranderen aan deze situatie? Op welke manier(en) kan ze invloed uitoefenen? Wat is volgens jou de beste manier en waarom? Hoe werkt die manier dan precies? Onderzoek dit en leg het daarna op een duidelijke manier uit.

Rembo & Rembo: Mag dat?

Casus 2 Files

De moeder van Mark is vaak te laat thuis omdat ze in de file staat. Het gevolg is dan dat Mark na zijn huiswerk aan de slag moet in de keuken om te gaan koken. Als hij moet wachten op z’n moeder, staat het eten pas om 21 uur op tafel. En hij wil ook nog sporten. Wat is dat toch een ellende, die files. Waarom wordt er niet besloten dat er veel meer snelwegen worden aangelegd?

Opdracht

Schrijf een advies voor Mark. Hoe zou hij iets kunnen veranderen aan deze situatie? Op welke manier(en) kan hij invloed uitoefenen? Wat is volgens jou de beste manier en waarom? Hoe werkt die manier dan precies? Onderzoek dit en leg het daarna op een duidelijke manier uit.

Casus 3 Verboden te trouwen

 

 

In de politiek wordt gesproken over het verbieden van trouwen met een familielid. Vind jij hier ook iets van of niet?

Opdracht

Schrijf een brief aan de wethouder van jouw gemeente, die dit zou moeten invoeren, met jouw mening.

 

Casus 4 Geen rookverbod

 

Brian rookt en hij weet natuurlijk dat het slecht is. De meeste van zijn vrienden roken ook en het heeft wel iets gezelligs. Na het sporten roken en drinken ze vaak met elkaar. Tot deze zomer. Sinds 1 juli 2008 mag er niet meer gerookt worden in de horeca, dus ook niet in de sportkantine. Brian baalt daar eigenlijk wel van. Wie heeft dat bedacht, dat rookverbod. Wat kan hij er tegen doen?

Opdracht

Schrijf een advies voor Brian. Hoe zou hij iets kunnen veranderen aan deze situatie? Op welke manier(en) kan hij invloed uitoefenen? Wat is volgens jou de beste manier en waarom? Hoe werkt die manier dan precies? Onderzoek dit en leg het daarna op een duidelijke manier uit.

Casus 5 Mijn wijk

 

Suzanne woont al jaren in dezelfde straat in de stad. Ze is eraan gehecht. Ze kent alle steegjes en plekjes bijvoorbeeld het slooppand waar ze vroeger een hut hadden. Sinds een poosje kijkt ze heel anders naar haar straat en wijk. Ze ziet dat het eigenlijk een zooitje is. Ze wil haar stem laten horen om er iets aan te doen, maar hoe?

Opdracht

Suzanne is het zat en verwacht dat haar buurtbewoners er ook zo over denken. Misschien maar eens demonstreren…..? Schrijf een advies aan Suzanne hoe ze dit zou moeten aanpakken.

Casus 6 Geen bomen kappen!

 

Anne woont in een fijne straat in de stad, ze heeft uitzicht op een rij prachtige oude eikenbomen. Op een dag ligt er een brief op de deurmat. De gemeente kondigt aan dat de bomen gekapt zullen worden omdat er een fietspad langs de weg aangelegd wordt. Anne wordt verschrikkelijk boos. Dit kan toch niet, zomaar die mooie bomen kappen! Wie besluit dit soort dingen? Waarom is een fietspad opeens belangrijker dan de natuur?

Opdracht

Schrijf een advies voor Anne. Hoe zou ze iets kunnen veranderen aan deze situatie? Op welke manier(en) kan ze invloed uitoefenen? Wat is volgens jou de beste manier en waarom? Hoe werkt die manier dan precies? Onderzoek dit en leg het daarna op een duidelijke manier uit.

Casus 7 Dat naaktstrand!

 

Malika is blij dat de zomer weer begint. Nu kan ze weer naar het bos met haar vriendinnen en haar kindje. Lekker aan het strandje liggen en haar kind kan in het water spelen. Maar dat naaktstrand hoe kan dat? Malika stoort zich eraan dat er verderop mensen naakt liggen te zonnen, maar ja ze heeft er ook geen last van. “Leven en laten leven” zegt haar vriendin.

Opdracht

Schrijf een advies voor Malika. Hoe zou ze iets kunnen veranderen aan deze situatie? Op welke manier(en) kan ze invloed uitoefenen? Wat is volgens jou de beste manier en waarom? Hoe werkt die manier dan precies? Onderzoek dit en leg het daarna op een duidelijke manier uit.

Casus 8 Zwervers

Arjen woont in een wijk aan de rand van de stad. Af en toe komt hij in het centrum om te shoppen of met z’n vrienden iets te gaan drinken. Hij gaat dan meestal met de metro. Bij de uitgang van de metro zit vaak een zwerver die hem om geld vraagt. “Ik weet niet zo goed wat ik dan moet doen. Ik zou hem eigenlijk wel wat geld kunnen geven, het is tenslotte ook een mens, maar hoe weet ik nou dat hij daar geen drugs van gaat kopen. Ik vertrouw het toch niet helemaal.” “Hoe is dat eigenlijk geregeld met dak- en thuislozen? Zijn daar geen voorzieningen voor?”

 

 

Opdracht

Schrijf een advies voor Arjen. Hoe zou hij iets kunnen veranderen aan deze situatie? Op welke manier(en) kan hij invloed uitoefenen? Wat is volgens jou de beste manier en waarom? Hoe werkt die manier dan precies? Onderzoek dit en leg het daarna op een duidelijke manier uit.

Casus 9 Alcoholmisbruik

 

“Wij verkopen geen alcohol onder de 16 jaar.” Dit zie je vaak staan in winkels. Kan wel onhandig zijn, als je wat boodschappen voor je ouders moet doen. Aan de andere kant is het natuurlijk wel goed.Wie heeft deze regel eigenlijk bepaald? En wat wordt er gedaan om alcoholmisbruik te voorkomen? En hoe zit het met drugs? Wordt er tegen drugs niet veel harder opgetreden dan tegen alcohol terwijl de gevolgen van alcohol vaak net zo erg zijn?

Opdracht

 

 

 

 

 

Schrijf een ingezonden brief naar de krant waarin je jouw mening verwoordt. Koppel er een stemadvies aan. Welke politieke partij of belangenorganisatie komt past het beste bij hoe jij er over denkt?

Casus 10 Identiteitsbewijs alstublieft!

Mirjam zit in de tram. Controle! Oeps vergeten te stempelen. Vervolgens vraagt die controleur ook nog om haar identiteitskaart. Identiteitskaart? Hoezo dan? “Die is verplicht voor iedereen vanaf 14 jaar” vertelt de controleur haar. Ja, nu herinnert ze het zich weer.

Tjonge wat is dit een streng land geworden, bedenkt Mirjam zich. Is dit allemaal in het kader van terrorismebestrijding of zo?

 

Opdracht

Hoe zit het eigenlijk met terrorismebestrijding? Wat is de mening van de verschillende politieke partijen? Met welke partij ben jij het eens?

Opdracht 4 Eindopdracht

Hoe kun je nu zelf in actie komen. Bij welk actueel probleem of bij welke casus kun je echt zelf iets doen. Hier en nu!

 

Bespreek dit met je groepsgenoten en je docent. Werk de actie uit (in een subgroepje) en voer deze eventueel en natuurlijk in overleg met je docent en andere belanghebbenden uit!

 

Verwijzing naar methoden

Onderstaande informatie is verstrekt door de betreffende uitgevers. Over methoden die niet in het overzicht genoemd worden, is geen informatie ontvangen (oktober 2011).

 

 Uitgeverij

 Methode

 Verwijzing

 Edu'Actief

 Context!

 Context!:
  -  Thema 2.1
  -  Thema 2.2
  -  Thema 2.3
  -  Thema 2.4
  -  Thema 2.6

 Noordhoff Uitgevers

 Connect

 Projecten van Connect:
  -  Politiek. Toch leuk?
  -  Politiek, jouw mening telt!
  -  Stem op mij
  -  Jij en Nederland
  -  Mijn buurt
  -  Europa, ook voor jou!
  -  De wereld een dorp

 ThiemeMeulenhoff

 Spring

 Spring-thema's:
  -  Jij en de maatschappij
  -  Iedereen ziet het anders
  -  Rolmodellen
  -  Informatie vinden
  -  Je mening geven
  -  Discussie voeren
  -  Rapporteren
  -  Samen besluiten nemen
  -  Lichaamstaal
  -  Een groep toespreken

 

 Inzicht

 Leerwerkboek INZICHT: 
  -  Hoofdstuk 5 Politiek; § 5.38
  -  Hoofdstuk 5 Politiek; § 5.41
  -  Hoofdstuk 5 Politiek; § 5.43

Bronnen

2e kamer verkiezingen

Docentinformatie

Inleiding

Dit arrangement voor Loopbaan en Burgerschap is ontwikkeld in het kader van de uitbouw en groei van het gebruik van Wikiwijs.
Hiervoor is onder andere ook een leerlijn ontwikkeld en opgenomen in Wikwijs. Deze leerlijn is gebaseerd op het nieuwe brondocument voor schooljaar 2011-2012. Hierin zijn de kerntaken en werkprocessen vervallen.

 

Dit arrangement is onderdeel van een serie arrangementen die in dit kader voor de (nieuwe) leerlijn LB, het domein Burgerschap, zijn ontwikkeld. Zie hieronder: Overzicht bouwplan met de ontwikkelde arrangementen voor Burgerschap en hun inhoud.

 

De basis van dit arrangement is materiaal dat voor kerntaak 3 was ontwikkeld van ROC Zadkine te Rotterdam.

 

Niveau
Dit arrangement is gericht op kwalificatieniveau 3/4


SBU
Minimaal 12 SBU. Het aantal SBU hangt erg af van de keuzes die de docent maakt (zie 'overzicht en planning').

 

Inhoud
Centraal staat politieke participatie: wat kun je zelf doen aan bepaalde politieke en/of maatschappelijke problemen.

 

Fasering/ organisatie
De docent is uiteraard vrij in de organisatie van de lessen. In het programma kunnen de lessen wekelijks terugkomen. Het arrangement kan ook gecomprimeerd in een projectweek aangeboden worden. Er zijn 10 voorbeeldcasussen beschreven, maar er kan natuurlijk ook gebruik gemaakt worden van casuïstiek die de deelnemers zelf aandragen.  

 

Opdrachten
In dit materiaal doen worden suggesties voor opdrachten gedaan. We onderscheiden twee soorten opdrachten:

- De opdracht die zelf door de deelnemer of door de groep wordt bedacht. Dat kan zijn het uitzoeken van een politiek/maatschappelijk probleem dat de deelnemers zelf tegenkomen of opgezocht hebben.

- Ook geven we een aantal casussen. De docent beslist uiteindelijk hoeveel en welke opdrachten gebruikt worden. Bij de casussen bestaat de uitwerking daarvan uit een advies aan de persoon in de casus. Niet alle casussen zijn (ook) geschikt voor de BBL, omdat ze wat meer op de BOL doelgroep zijn gericht.


Overzicht en planning
- Klassikale inleiding wordt aanbevolen voor uitleg en planning. (1 SBU)

- Voorbereidingsopdachten 1 en 2: ontdekken wat formele en informele participatie is. Hiervoor wordt (met de hele groep of in subgroepjes) een onderwerp gekozen. De docent stuurt dit aan. Dit moet voor de start van het arrangement gebeuren. (2x 2 SBU)

-  Vervolgopdracht 3: Een eigen onderwerp/probleem of een of meerdere casussen uitwerken. Kan ook klassikaal gebeuren. Hiervan wordt een kort verslag gevraagd (1-2 A4tjes), maar dit kan natuurlijk anders worden afgesproken. (per casus/onderwerp 4 SBU)

- Eindopdracht 4: De actie uitwerken en indien gewenst ook uitvoeren. Dit kan alleen met en door de docent worden bepaald. (2 SBU)


Beoordeling

  • Verslag van de vervolgopdracht (3) voldoende.
  • Voldoende inbreng en deelname.
  • Eindproduct door docent te bepalen.

 

Colofon

Dit arrangement is ontwikkeld in het kader van Loopbaan en Burgerschap als focusvak voor Wikiwijs.

Opdrachtgevers: Ruud de Moor Centrum, Heerlen & Kennisnet, Zoetermeer

Ontwikkeld door: Van de Graaf, Amstelveen

http://https://kids.wecycle.nl/pdf/schoolkrant-certificaat1.pdf

http://http://www.jouwstad.nl/lespakketten/duurzaamheid

de gemeenteraad

Wie zit er in de gemeenteraad en wat doet een gemeenteraad nu eigenlijk?

In dit hoofdstuk gaan we hier verder op in. 

https://www.youtube.com/watch?v=69wJcTujy1w