Inleiding
Dit is het wikiwijs arrangement van de opleiding Maatschappelijk Verzorgende-IG met het uitstroomprofiel kraamzorg. In dit laatste schooljaar ga je je Maatschappelijke zorg afronden en specialiseren in de kraamzorg. Officieel heet dit het profiel kraamzorg.
Dit betekent dat je leert het gehele zorgproces – van plannen, naar uitvoeren, tot evalueren van zorg- toe te passen bij zorgvragers binnen de branche, zowel in laag- als midden complexe situaties. Dit zijn situaties waarin sprake is van zorgvragers met meerdere zorg- en begeleidingsvragen, op zowel lichamelijk als psychosociaal gebied. Je moet je kennis en vaardigheden dan gecombineerd kunnen inzetten om passende zorg en begeleiding te kunnen bieden. Hierbij besteden we in het bijzonder aandacht aan het omgaan met zorgvragers met grensoverschrijdend gedrag en het uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden.
Je gaat je echter niet alleen verdiepen in de directe zorg voor en begeleiding van zorgvragers binnen de branche (het microniveau). Je gaat je ook verdiepen in de organisatorische kanten van zorg verlenen (het mesoniveau). Dit houdt in dat je leert hoe je als team of instelling de kwaliteit van zorg verantwoordt en hoe je de individuele en onderlinge deskundigheid vergroot. Dit doe je uiteraard vooral in het belang van de zorgvrager, maar ook omdat de omgeving, zoals de zorgverzekeraars die de zorg financieren, dit van jou en je collega’s eisen.
De opleiding Verzorgende IG is veranderd in de combi opleiding Maatschappelijke Zorg Verzorgende IG. Deze combi opleiding geeft een dubbel diploma. Het profieldeel kraamzorg verandert hierin mee. Dit komende schooljaar starten we vanaf het begin van het schooljaar met het profiel kraamzorg. Dit betekent dat je naast je eigen lesdagen iedere woensdag de lesdag kraamzorg volgt op het Noorderpoort.
De eerste periode volgen jullie een stage in de welzijnssector, vanaf periode 10 volgen jullie de stage in de kraamzorg.
Naast het volgen van het profiel kraamzorg is er in het derde leerjaar ook ruimte voor het volgen van een keuzedeel. Het keuzedeel wijkgericht werken kan worden gevolgd op de woensdagmiddag op het Noorderpoort. Het keuzedeel belevingsgericht werken kan worden gevolgd op de dinsdagmiddag op het ROC Menso Alting.
Tijdens de lesdag is er volop gelegenheid voor vragen en kun je begeleiding ontvangen van de docenten.
We wensen jullie een succesvol en leerzaam schooljaar!



Kraamzorg
Het profieldeel kraamzorg van de opleiding MzVz-IG duurt 4 periodes. Dit is iedere week een combinatie van stage en school.
Omdat je niet precies weet op welke dag je start in ieder kraamgezin en of er evt. extra dagen bijkomen wisselen de stage - uren per week. Daarnaast heb je ongeveer 1 tot anderhalve dag per week les. Dit zijn verplichte lesdagen (varieert per school/student).
Bij het werken aan de examens word je ondersteund door docenten van school:
- Docenten, die je integraal begeleiden bij het schooldeel van de examens (coach/ SLB)
De docent helpt je dus ook bij het verwerven van de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het uitvoeren van de exameneenheden.
Hierbij kunnen ook deskundigen vanuit de zorginstellingen of andere organisaties ingeschakeld worden. Je hebt dus bijna geen aparte beroepsgerichte kennis- en vaardigheidslijnen, zoals AFP, BGK en ZGK meer.
- Eén docent die je begeleidt in de stage (BPV-docent).
- Tijdens het eerste SLB/ coach gesprek neem je je idividuele examenplan mee en hoor je op welke momenten je welk examen moet afronden
Na afronding van dit laatste jaar ben je in staat zijn om als beginnend beroepsbeoefenaar aan de slag te gaan in de verzorgende beroepspraktijk.
Dat betekent ook dat we van je verwachten dat je je leerproces meer en meer zelf aanstuurt.
Roosters en planningen
Je krijgt een weekplanning per periode. In de weekplanning is per week aangegeven wat je gaat doen en wat je hiervoor nodig hebt.
Ontwikkelingsgerichte opdrachten
Gedurende het hele jaar maak je opdrachten op school en tijdens de BPV. Deze opdrachten moeten voldoende zijn afgerond om een examen uit te kunnen voeren. Voor ieder examen, of exameneenheden zijn er een aantal ontwikkelingsgerichte opdrachten vastgesteld die voldoende moeten zijn afgerond.
Onder de tab BPV en de tab SCHOOL vind je de ontwikkelingsgerichte opdrachten en voor welk examen dit moet zijn afgerond.
P9 SCHOOL
De ontwikkelingsgerichte opdrachten die je in deze periode op school moet afronden zijn zowel gericht op de psychiatrie als op de kraamzorg. Ook houden we er rekening mee dat je een welzijn stage volgt.
Wanneer er geen datum van inlveren bij de opdracht staat vermeld dan zijn alle opdrachten aan het eind van iedere peridoe afgerond.
Tijdens de tussenevaluaties wordt gekeken of je aan de opdracht verplichtingen hebt voldaan.
Maak zelf een overzicht of schema van de opdrachten die je bij iedere tussenevaluatie meeneemt. Op dit overzicht is duidelijk te zien welke opdrachten zijn afgerond en hoe het resultaat van de opdrachten is.
Voorbeeld schema/ overzicht voor de te maken opdrachten:
Opdracht |
Periode |
Afgeronnd
|
Resultaat |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
MZ examens
Via deze link kom je wij de wiki met informatie over de te behalen MZ examens.
Psychiatrie
Rode loper
In alle leer periodes van het laatste jaar van de opleiding breng je de verdieping in het leren aan door ziektebeelden die in de psychatrie en en de kraamzorg kunnen ontstaan. De rode loper is een stappenplan voor de uitwerking van een aandoening op lichamelijk en/of psychosociaal gebied die de gezondheid beïnvloedt. Daarbij gaan we uit van de definitie van gezondheid van Huber: Gezondheid is het vermogen om je aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.
Door de rode loper krijg je inzicht in de aandoening, de betekenis daarvan voor gezondheid en welbevinden van cliënt en jouw rol in het bevorderen en ondersteunen van functioneren, veerkracht en eigen regie.
Witte loper
In P9 en P10 werk je zorgproblemen van de moeder en zorgproblemen van het kind volgens de witte loper uit. Dit wordt max. 1 A4 per zorgprobleem.
Het meest voorkomende zorgprobleem bij moeder is stuwing. Bij de de baby is dit geelzien.
- Dit zijn de eerste zorgproblemen die je daarom (verplicht) gaat uitwerken.
Veel voorkomende problemen bij moeder zijn: stuwing, onzekerheid bij geven bij BV, pijn aan de hechtingen, pijnlijke wond van keizersnede, kans op … Veel voorkomende problemen bij de baby zijn: veel afvallen, spruw, misselijkheid, gele baby, kans op …..
Natuurlijk zorg je ervoor dat er zoveel mogelijk verschillende zorgproblemen zijn.
GVO, geven van voorlichting, advies en instructie
Binnen de kraamzorg is het geven van GVO erg belangrijk. Vandaar dat je daar direct mee gaat beginnen.
In deze periode krijg je een (herhalings-) college over het geven van GVO.
Nu gaan we een stap verder: je gaat de voorlichting geven.
In een rollenspel laat je zien dat je een cliënt informatie, advies en instructie geeft. Het moet dus gaan om een kraamvrouw en haar partner die bepaalde kennis nodig hebben, behoefte hebben aan advies en een handeling moeten leren (instructie).
Gebruik hierbij de sleutel voor het schrijven van een voorlichtingsplan. Werk de GVO aan de hand van deze sleutel uit
Laat je bij het uitspelen observeren aan de hand van het observatieformulier informatie- en instructiegesprek en het observatieformulier adviesgesprek.
Wat is de opdracht:
Je gaat voorlichting geven aan de kraamvrouw. Je kiest 1 van de volgende onderwerpen:
- Hoe gaat een baby in bad
- Wat is een gele baby
- De baby heeft een geboortegezwel
- Het maken van kunstvoeding
- Het geven van kunstvoeding
- Wat zijn regeldagen
- De temperatuur van de baby/ gebruik van kruiken
- Spruw
- Dragen en oppaken van de baby
Deze voorlichting of instructie heb je eerst uitgewerkt volgens de richtlijnen voor het geven van GVO en volgens het KCKZ protocol.
De volgende stap is het geven van GVO over je onderwerp. Dit wordt uitgespeeld in de klas met de docent in de rol van kraamvrouw.
- Het rollenspel wordt uitgespeeld zonder hulpmiddelen (dus geen tekst op papier)
- De beoordeling vindt plaats via de formulieren voor het geven van een voorlichtingsgesprek/ instructiegesprek.
- Er zijn gedurende de verschillende periodes terugkomende beoordelingsmomenten.
Criteria bij het geven van voorlichting
Borstvoedingsverslag
Deze opdracht lever je in (digitaal) op woensdag 11 december 2019, voor 17.00 uur.
SBU van deze opdracht 14 uren
De begeleiding bij het geven van borstvoeding is erg belangrijk in het werk van een kraamverzorgende. Vandaar deze individuele opdracht.
Schrijf een verslag over het geven van borstvoeding. Gebruik bij het schrijven van dit verslag de beoordelingscriteria.
Tevens moeten de bronnen vermeld zijn. Het document wordt gescreend op plagiaat. Bekijk hiervoor de richtlijnen over bronvermelding in de bijlage op deze pagina
De opdracht:
1. Beschrijf wat de WHO t.a.v. Borstvoeding inhoudt en wat er met de 10 vuistregels wordt bedoelt
2. Beschrijf de vijf standaarden die geformuleerd zijn, waaraan elke gecertificeerde organisatie moet voldoen.
3. Beschrijf de visie van de kraamzorg instelling t.a.v. borstvoeding en hoe wordt punt 1 en 2 uitgedragen door de kraamzorg instelling
4. Beschrijf de anatomie van de vrouwelijke borst
5. Beschrijf hoe de borsten zich voorbereiden op het produceren van borstvoeding
6. Beschrijf wat de voor- en nadelen van borstvoeding zijn
7. Beschrijf welke hormonen een rol spelen en hoe deze werken
8. Beschrijf het principe van vraag en aanbod en hoe vaak dit is
9. Beschrijf in welke houdingen de kraamvrouw borstvoeding kan geven en wat de voor- en nadelen zijn van elke houding
10. Een kraamvrouw is vaak ongerust of het kind voldoende heeft gedronken. Hoe kun je dit vaststellen?
11. Zijn er redenen waardoor een kraamvrouw geen borstvoeding kan/ mag geven?
12. Beschrijf wat regeldagen zijn en wanneer deze optreden
13. Werk de rode- en witte loper uit t.a.v. de ziektebeelden van moeder en kind in relatie tot de borstvoedingsproblemen, voeg deze in de bijlage.
14. Het verslag lever je aan volgens de richtlijnen hoe aan te leveren een verslag en wordt gecontroleerd op plagiaat.
15. In periode 10 geef je een presentatie over je borstvoedingsopdracht.
DE PASGEBORENE
De zorg voor de pasgeborene is eenbelangrijke taak in het uitoefenen van je beroep als kraamverzorgende.
Naast dat je zelf deze zorg correct en zorgvuldig moet kunnen uitvoeren, zul je ook veel informatie aan de ouders gaan geven en hen leren welke manieren er zijn om voor hun kindje te zorgen.
Via deze link bereiden jullie je voor op de les over de pasgeborene.
Lees de opdracht goed door. Tijdens de les gaan we deze verder bespreken en oefenen
P9 BPV
De Beroepspraktijkvorming, BPV in periode 9 is voor een groot aantal van jullie een BPV periode in de sector welzijn. In deze periode doe je ook je examens die gericht zijn op je MZ~ diploma. Je eigen docent weet welke examens dit zijn en zal deze voor je aanvragen bij het examenbureau van je eigen school.
Iedere week maak je voor de twee dagen BPV een Persoonlijk Activiteiten Plan.
Dit is een format waarin jij je leren en ontwikkelen beschrijft en dit kunt delen met je werkbegeleider. je werkbegeleider kan dit formulier na twee dagen invullen zodat je ook weet waar je een week later aan kunt werken.
een handleiding voor het schrijven van een PAP vind je in deze bijlage.
Voor het schrijven van een PAP in je kraamstage vind je uitleg bij Periode 10, het kopje BPV
P10 SCHOOL
Rode Lopers
Tijdens je stage kom je bij verschillende kraamvrouwen en pasgeboren baby's met allerlei ziektebeelden die verband houden met de zwangerschap, bevalling en kraambed. Deze ziektebeelden ga je uitwerken aan de hand van rode lopers.
moeder
|
baby
|
Je werkt in P10 2 rode lopers van de moeder uit. Veel voorkomende ziektebeelden (of ziektebeelden waar kans op bestaat) bij de kraamvrouw zijn:
- stuwing (verplicht als eerste)
- sectio/ pijn
- spruw (kans op)
- endometritis (kans op)
- blaasontsteking
- borstonsteking
- hypertensie
|
Je werkt in P10 ook 2 verschillende rode lopers uit van ziektebeelden die bij de baby zijn ontstaan. Veel voorkomende ziektebeelden bij de baby zijn bijvoorbeeld:
- geel zien (verplicht als eerste)
- spruw
- ontstoken navelstomp
- tekort tongriempje
- darmkrampen
|
Maak hierbij gebruik van de informatie in het dossier van de cliënt en bronnen zoals schoolboeken, protocollen instelling en KCKZ. Check de inhoud van de rode loper bij de werkbegeleider.
De inhoud van de rode loper kun je gebruiken bij het geven van voorlichting aan de kraamvrouw en haar partner.
Witte lopers
Opdracht:
In P10 werk je ook weer 1 zorgprobleem van de moeder en 1 zorgprobleem van het kind volgens de witte loper uit.
Dit wordt max. 1 A4 per zorgprobleem. Dit zorgprobleem is NIET dezelfde als in P9
Veel voorkomende problemen bij moeder zijn: stuwing, onzekerheid bij geven bij BV, pijn aan de hechtingen, pijnlijke wond van keizersnede, hypertensie, kans op …
Veel voorkomende problemen bij de baby zijn: veel afvallen, spruw, misselijkheid, gele baby, kans op …..
Partusassistentie
In deze lessen op school ga je je voorbereiden op het geven van assistentie bij de partus. Hoe begeleid je een barende bij haar weeen?
De kraamverzorgende is aanwezig gedurende de laatste fase van de ontsluiting, de fase van uitdrijving, het nageboortetijdperk en het postplacentair tijdperk tot 2 uur na de geboorte van de placenta.
De kraamverzorgende biedt de noodzakelijke begeleiding en ondersteuning aan de zwangere, zodat er voldoende rust is om binnen de daarvoor gestelde termijnen de verloskundige te assisteren tijdens de bevalling en de geboorte van de placenta.
Na de geboorte van de baby geeft de kraamverzorgende de noodzakelijke zorg en begeleiding aan de kraamvrouw en verzorgt en controleert de baby. Zie ook het protocol van KCKZ
Opdracht:
Je schrijft tijdens een werkcollege een PAP specifiek voor het geven van partusassistentie
Je speelt in een rollenspel de rol van kraamverzorgende die de zwangere en haar partner begeleidt tijdens de weeen en de partus
E-Learning Rookvrij opgroeien
Deze e-learning gaat over meeroken door baby’s en jonge kinderen en de gesprekken hierover met ouders. Wat zijn de risico's van meeroken en hoe vaak wordt er door kinderen meegerookt?
Wat kun je doen als kraamverzorgende als je merkt dat er in het kraamgezin wordt gerookt?
Wat is een goede manier om dit vaak gevoelige onderwerp met ouders te bespreken? In de e-learning wordt een antwoord gegeven op deze vragen.
Opdracht:
Je maakt de e-learning waarvan je de infortmatie via de mail hebt ontvangen zelfstandig en upload je persoonlijke certificaat in ITSlearning
E-Learning Borstvoeding en Kunstvoeding
In deze periode ga je starten met het maken van een e-learning over
- Borstvoeding
- Kunstvoeding
Je kunt beide vinden via deze link
Aan het einde van P11 zijn deze beide e-larning afgerond en heb je hiervaan 2 bew3ijzen in ITSLearning geplaatst
Kennistoetsen
In de vorige periode hebben jullie informatie gehad over het m aken van kennistoetsen via drillster.
Hieronder vind je de volledige informatie.
Maak 1-malig een inlog voor drillster: ga hiervoor naar deze link www.drillster.com
Gebruik hiervoor je schoolmailadres!
Met deze inloggevens kun je inloggen. Je ontvangt een mailtje van Drillster (kijk ook evt in je spambox). Bevestig deze.
Van de docent krijg je een pincode en daarmee word je lid van de groep Kraamzorg 18-19. Dit toevoegen aan een groep kan alleen op de laptop.
Als je klikt op inschrijvingen zie je de groep Kraamzorg 18-19 staan.
Klik op deze groep en je ziet de verschillende periodes staan. Klik op een periode en vervolgens klik op het driehoekje naast cursus en de periode vouwt zich open. Je ziet nu de drills die bij deze periode horen. Om te oefenen klik je op een drill.
Wil je meer weten over leren met Drillsters klik dan hier
Ook kun je een app van Drillster downloaden op je telefoon, Log in met hetzelfde e-mailadres en wachtwoord. Klik vervolgens op inschrijving en daarna op de groep. Ook dan zie je de periodes staan. Klik op of de gehele cursus of op het driehoekje naast cursus om per drill te oefenen.
Van bijna ieder college is een Drillster gemaakt. Deze oefen je na afloop van de colleges. Bij aanvang van de volgende lesdag laat je je score zien. Deze moet verplicht op 100% staan. Dit laat je zien op je telefoon. Ook kunnen we "aan de achterkant" zien wat je score is.
Bij ieder BPV gesprek heb je alle drillsters op 100% staan.
Succes!
P 10 BPV
Deskundigheid en kwaliteit
Tijdens de BPV werk je methodisch aan je eigen leerdoelen.
Dit doe je door het schrijven van een BPV werkplan en van iedere verzorging schrijf je een PAP.
Ook werk je aan ontwikkelingsgerichte opdrachten.
Voor het einde van P10 heb je onderstaande opdrachten afgerond:
- Huishouden
- Controles moeder en kind
- Zorgplannen
- Geven van GVO
- Clientcontact
- Afstemmen van zorg (ketenzorg)
Werkplan (grote lijnen)
In een werkplan staan je
- persoonlijke leerdoelen,
- opdrachten en examens die jij in je BPV gaat doen.
- Ook staat er een planning in.
Een werkplan maak je voordat je aan je BPV begint. Een docent van school helpt je bij de opzet, inhoud en de uitwerking.
Dit moet er minimaal in:
- Jezelf voorstellen Beschrijf wie je bent: je persoonlijkheid, je sterke punten en ontwikkelpunten.
- Opdrachten Maak een lijst met alle opdrachten die jij in deze BPV moet doen.
- BPV-examens Maak een lijst met alle examens die jij in deze BPV moet doen.
- Leerdoelen Beschrijf wat je in deze BPV wil leren en waar jij je in wilt ontwikkelen.
- Planning Maak een overzicht wanneer jouw activiteiten, opdrachten en examens klaar moeten zijn.
Hoe gebruik je een werkplan?
Je werkplan is een hulpmiddel om je BPV te organiseren en te plannen. Als het nodig is, stel je tijdens je BPV de inhoud bij. Zorg ervoor dat je het werkplan goed bijhoudt en dat je tijdens voortgangsgesprekken met je BPV-begeleider altijd de laatste versie bij je hebt.
PAP (per kraamgezin)
In een PAP geef je aan, aan welke examens en werkprocessen je gaat werken. Maar dat niet alleen. Beschrijf ook welke activiteiten je daarbij gaat uitvoeren.
In je PAP schrijf je aan welke opdracht je gaat werken. De BPV opdrachten vind je onder het kopje BPV van iedere periode. Je PAP stuur je, voor aanvang van de start van elk stagegezin, naar de praktijkopleider.
Binnen 3 dagen na afloop van elke stagegezin stuur je de pap, met daarin je reflectie en een FOTO van de feedback van de werkbegeleider, naar je praktijkopleider en lever je deze in in de ELO.
Een BPV opdracht kan alleen worden afgerond wanneer de werkbegeleider deze heeft beoordeeld.
Welke werkprocessen en gedragsbeoordelingen?
Huishouden
Als MaatschappelijkVerzorgende-IG ondersteun je de zorgvrager bij het voeren van de regie bij wonen en en stimuleer of activeer je waar nodig. Je overlegt met de zorgvrager en partner welke werkzaamheden zij zelf doen en welke door jou.
Indien van toepassing overleg je of de gemaakte afspraken tijdens de intake voldoende zijn of dat er uren bij geindiceerd moeten worden.
Opdracht:
Voer in minimaal twee gezinnen de huishoudelijke taken uit volgens veiligheidsregels en protocollen uit. Maak hiervoor een planning en voer deze daarna uit.
Neem deze opdracht op in je pap. Laat de werkbegeleider specifiek feedback geven op deze opdracht via onderstaand formulier.
Zorg dat alle duimpjes omhoog staan. Dan heb je de opdracht afgerond. Je blijft de handelingen wel steeds uitvoeren.
Controles moeder en kind
Tijdens het verlenen van kraamzorg verzamel je gegevens over de gezondheidssituatie van moeder en baby.
Opdracht:
Je voert de controles bij moeder en baby uit in minimaal 2 gezinnen en legt deze controles vast in het zorgdossier
- temp en pols moeder
- uterusstand
- ontlasting - urine
- temperatuur baby
- gewicht
- navel
- kleur
- meconium - urine
Je kunt uitleggen wat de normaal waarden zijn en wat afwijkend is en waarom.
Neem deze opdracht op in je pap. Laat de werkbegeleider specifiek feedback geven op deze opdracht. Zorg dat alle duimpjes omhoog staan. Dan heb je de opdracht afgerond. Je blijft de handelingen wel steeds uitvoeren.
Zorgplannen
Als kraamverzorgende ben je dagelijks met de persoonlijke verzorging en de begeleiding bij huishouden, wonen en activiteiten van cliënten bezig. Dit doe je volgens plan.
Het plan is afgestemd op het einddoel:
- de kraamvrouw en haar gezin kunnen na beëindiging van de kraamzorg de baby zelfstandig verzorgen en de dagelijkse bezigheden weer oppakken.
Voor veel cliënten is het erg moeilijk de zelfzorg en de zorg voor hun omgeving over te moeten laten aan de kraamverzorgende. Het is erg belangrijk om de cliënt hierin te begeleiden en optimaal gebruik te maken van de eigen deskundigheid en mogelijkheden tot zelfregie en zelfredzaamheid. Hiervoor observeer je de cliënt en de baby doorlopend en ben je veel met elkaar in gesprek. Om dit te kunnen heb je veel kennis en vaardigheden nodig en loop je tegen dilemma’s aan.
Opdracht
Je zorgt voor een zorgplan van je eigen instelling. Kopieer deze een aantal malen. Je kunt deze gebruiken als schaduwdossier: je oefent tijdens het verlenen aan kraamzorg aan verschillende gezinnen welke gegevens je op welke plaats invult. (Als je niet wilt kopiëren: typ de belangrijkste bladzijden over en gebruik deze om te oefenen en voor deze opdracht)
Rapportage: schrijf de dagelijkse rapportage in een schrift. Dus niet mondeling maar echt uitschrijven wat jouw rapportage is. Bespreek deze rapportage met de werkbegeleider. Bouw dit steeds verder uit totdat je zelfstandig de rapportage in de zorgwijzer kunt invullen.
Zorg dat alle duimpjes (van de rapportage) omhoog staan. Dan heb je de opdracht afgerond. Je blijft de handelingen wel steeds uitvoeren.
Geven van GVO
Een belangrijke taak van de kraamverzorgende is het geven van voorlichting. Je hebt enorm veel kennis nodig om over alle thema's voorlichting te kunnen geven.
Op school heb je al een aantal rode lopers uitgewerkt. Ook hesje een presentatie gegeven over een onderwerp waar een kraamverzorgende voorlichting over moet kunnen geven
De volgende stap is nu dat je in de praktijk ook daadwerkelijk voorlichting gaat geven.
Opdracht:
- Je werkt het onderwerp waar je instructie of advies over wilt geven uit op papier. Gebruik hiervoor de protocollen van de instelling of de KCKZ
- Je geeft de kraamvrouw en haar partner
- instructie over
- baby in bad/ tummytub
- temperaturen van de baby / normale temperatuur
- advies over
Neem deze opdracht op in je PAP. Laat de werkbegeleider specifiek feedback geven op deze opdracht.
Wanneer je aan het einde van de kraamstage bent gekomen kun je voorlichting geven over alle onderwerpen die staan beschreven in de checklist van de kraamwijzer.
Clientcontact
De kraamzorginstelling waar je stage loopt legt op verschillende manieren contact met zijn clienten. Daarnaast verzorgt iedere kraamzorginstelling cursussen en voorlichting voor aanstaande ouders.
Opdracht
Om een goed beeld te hebben over wat jouw instelling de clienten te bieden heeft bezoek je/ loop je in P10 en P11 mee met
- Intake gesprek
- Planningsbureau (dagdeel)
- Voorlichtingsavond of cursus (2x)
- Stagiaire bijeenkomst (80% aanwezigheid) (niet iedere instelling verzorgt deze bijeenkomsten)
Je vraagt aan de medewerker van de kraamzorginstelling een naam en handtekening op onderstaande lijst.
Afstemmen van zorg (ketenzorg)
Inleiding
Voordat de kraamvrouw bij jou in beeld kwam, hadden zij (en haar partner) al een heel leven achter de rug. Wat is er eigenlijk gebeurd op het gebied van zorg (in de zwangerschap) en begeleiding? Hoe is de bevalling verlopen? Het is belangrijk dat je weet welke route een kraamvrouw heeft afgelegd voordat zij bij jou in beeld kwam.
Het traject dat de kraamvrouw heeft doorlopen waarbij verschillende zorgverleners verschillende acties ondernemen, noemen we een zorgpad. Meestal start dit traject bij de verloskundige. Bij een vrouw met suikerziekte heeft het daarna misschien een vervolg gekregen bij de gynaecoloog. Bij een vrouw die heel moeilijk zwanger is geworden kan dit een jarenlang traject geweest zijn. Welk pad hebben de kraamvrouwen in jouw stage-instelling zoal afgelegd?
Doel
Door het maken van de opdracht krijg je inzicht in de achtergronden van de zorg- of begeleidingsvraag van een kraamvrouw en haar gezin en het zorgpad dat is afgelegd, voordat jij als Verzorgende-IG-er kraamzorg en begeleiding gaat verlenen.
Beschrijf welke route door de zorg (het zorgpad) de cliënt al doorlopen heeft. Dit doe je bij een kraamvrouw:
Deze opdracht kan tegelijk met een andere BPV opdracht uitgevoerd worden.
- Met welke zorgprofessionals heeft de cliënt te maken gehad. Voordat ze zwanger werd.
- Met welke zorgprofessionals heeft de cliënt te maken gehad tijdens de zwangerschap
- Vanaf welk moment en hoe vaak? ( in de zwangerschap)
- Welke onderzoeken heeft de cliënt evt. gehad en waarom?
- Hoe is de financiering geregeld van het afgelegde traject?
- Met welke zorginstellingen heeft de cliënt evt. te maken gehad? Is dit extramuraal, semi- of transmuraal en intramuraal.
- Hoe werken de verschillende disciplines (zorginstellingen, zorgprofessionals) samen?
- Van welke hulpmiddelen wordt daarbij gebruik gemaakt?
- Welke rol speelt de zorgverlener niveau 3 in de samenwerking?
Laat de werkbegeleider deze opdracht beoordelen.
P10-11-12: BPV Partusassistentie
In de opleiding Verzorgende-IG valt partusondersteuning bij 2 werkprocessen. Dit zijn:
-
B1-K1-W5 Voert verpleegtechnische handelingen uit
-
P4-K1-W1 Verleent vervroegde partusondersteuning en assisteert bij partus
Een partus kun je niet plannen. Het geven van partusassistentie dus ook niet. Op school heb je een PAP geschreven specifiek gericht op het verlenen van partusassistentie.
Daarna wordt op school het eerste wp:
B1-K1-W5 Voert verpleegtechnische handelingen uit, geoefend en 1x afgetekend.
Feedbackformulier B1-K1-W5 .pdf
Overleg met de instelling wanneer je op PARTUSWACHT kunt komen.
Opdracht partusassistentie
Voordat je op partus wacht gaat lees je de protocollen van de organisatie goed door.
Je hebt in je PAP beschreven welke van de onderstaande taken je tijdens de partus wilt uitvoeren. Schrijf na afloop van de partus een reflectieverslag in je PAP
Laat de werkbegeleider in je PAP feedback geven en ondertekenen. Lukt dit niet dan bespreek je dit verslag met de praktijkopleider zodat zij dit kan ondertekenen.
- Maak kennis met de barende en haar partner en informeer (voor zover mogelijk) naar het verloop van de baring tot nu toe.
- Overleg met de werkbegeleider / verloskundige over jouw hulp en de voortgang van de baring.
- Maak de verlos- of kraamkamer en het verlosbed klaar voor de bevalling in overleg met de barende, haar partner en de verloskundige.
- Leg de benodigde materialen klaar.
- Informeer de barende en haar partner over de zorg die jij kunt bieden tijdens de bevalling en laat in je handelen zien dat je rekening houdt met de wensen en gewoonten van een barende en haar partner.
- Volg de aanwijzingen van de verloskundige op: help de barende bij het opvangen van de weeën door haar te ondersteunen bij de ademhaling en bij het vinden van een comfortabele baringshouding.
- Begeleid en verzorg de barende tijdens de bevalling en houd rekening met de intimiteit van deze gebeurtenis.
- Bied hulp aan de barende bij hevige transpiratie.
- Pas de juiste hygiënische maatregelen toe tijdens de baring.
- Noteer de afspraken van de verloskundige en belangrijke gegevens over de bevalling in het zorgdossier / zorgwijzer
- Bespreek met de werkbegeleider en / of verloskundige de manier waarop jij assistentie hebt verleend tijdens de bevalling.
Hoeveel partussen?
Je moet bij minimaal 2 partussen aanwezig geweest zijn.
Partus 1
Bij de eerste partus ben je aanwezig en maak je een verslag. Hierin beschrijf je hoe de kraamverzorgende bij de partus heeft geassisteerd aan de hand van bovenstaande punten. Dit verslag wordt beoordeeld door de kraamverzorgende of de praktijkopleider.
Partus 2
Bij de tweede partus assisteer je de verloskundige em begeleid je de barende en haar partner. Ook hiervan maak je een verslag volgens bovenstaande criteria.
Examen Partusassistentie
Dit examen wordt op 15 april 2020 op school uitgevoerd
P 11 SCHOOL
Rode lopers
Dit is het vervolg van P10
Tijdens je stage kom je bij verschillende kraamvrouwen en pasgeboren baby's met allerlei ziektebeelden die verband houden met de zwangerschap, bevalling en kraambed. Deze ziektebeelden ga je uitwerken aan de hand van rode lopers.
Maak hierbij gebruik van de informatie in het dossier van de cliënt en bronnen zoals schoolboeken, protocollen instelling en KCKZ. Check de inhoud van de rode loper bij de werkbegeleider.
De inhoud van de rode loper kun je gebruiken bij het geven van voorlichting aan de kraamvrouw en haar partner.
Rode loper
moeder
|
baby
|
Je werkt in P11 2 rode lopers van de moeder uit. Veel voorkomende ziektebeelden (of ziektebeelden waar kans op bestaat) bij de kraamvrouw zijn:
- sectio/ pijn
- spruw (kans op)
- endometritis (kans op)
- blaasontsteking
- borstonsteking
- hypertensie
|
Je werkt in P11 ook 2 verschillende rode lopers uit van ziektebeelden die bij de baby zijn ontstaan. Veel voorkomende ziektebeelden bij de baby zijn bijvoorbeeld:
- spruw
- ontstoken navelstomp
- tekort tongriempje
- darmkrampen
|
Witte lopers
Dit is het vervolg van P10
In P11 werk je 1 nogmaals een (ander) zorgprobleem van de moeder en 1 zorgprobleem van het kind volgens de witte loper uit. Dit wordt max. 1 A4 per zorgprobleem.
Veel voorkomende problemen bij moeder zijn: onzekerheid bij geven bij BV, pijn aan de hechtingen, pijnlijke wond van keizersnede, hypertensie, kans op …
Veel voorkomende problemen bij de baby zijn: veel afvallen, spruw, misselijkheid, kans op …..
Hoe schrijf je een witte loper?
Geven van GVO
Vervolg van P10
In P10 heb je op school al geoefend in het geven van GVO. Daarmee gaan we nu verder.
Wat is de opdracht:
Je gaat voorlichting geven aan de kraamvrouw.
- Deze voorlichting of instructie heb je eerst uitgewerkt volgens de richtlijnen voor het geven van GVO en volgens de protocollen van de instelling.
- De volgende stap is het geven van GVO. Dit wordt uitgespeeld in de klas met de docent in de rol van kraamvrouw.
- Het rollenspel wordt uitgespeeld zonder hulpmiddelen (dus geen tekst op papier)
- De beoordeling vindt plaats via de checklist
Mogelijke onderwerpen:
- dragen van de baby
- vraag en aanbod bv
- werking van het toeschietreflex
- verschillende borstvoedingshoudingen
- communiceren van de baby
- huilen van de baby
- oppakken en neerleggen
- dragen en tillen
- slaap- en waakgedrag (eenduidige aanpak)
- indiceren van meer LIP uren
E-Learning Borstvoeding en Kunstvoeding
In deze periode zorg je ervoor dat de beide e learningen:
- Borstvoeding
- Kunstvoeding
Je kunt beide vinden via deze link
zijn afgerond en heb je hiervan 2 bewijzen in ITSLearning geplaatst
Intervisie
Voer tijdens de lesdag een intervisiegesprek over een dilemma dat te maken heeft met zelfregie en zelfredzaamheid behouden/bevorderen door jou als zorgverlener niveau 3.
Gebruik hierbij de incidentmethode. Bereid dit gesprek voor door een korte casus op te schrijven en mee te nemen.
Na de intervisie schrijf je een verslag. Deze lever je in in de electronische leeromgeving
De incidentmethode volgt een duidelijke structuur. Deze structuur is nodig, omdat het ruimte en grenzen geeft, zodat de deelnemers voldoende openheid, rust en tijd hebben om mee te doen. Het is belangrijk ook flexibel te mogen omgaan met de structuur zodat het gesprek soepel verloopt. De incidentmethode helpt een groep door middel van deze structuur en tijdsplanning om doelmatig en effectief aan de oplossing van een probleem te werken. De kennis en ervaring van alle groepsleden kunnen worden benut, terwijl vrijblijvendheid wordt voorkomen.
De incidentmethode is een werkvorm, waarbij een groep zich intensief verdiept in een bepaalde situatie, door het bespreken en analyseren van een situatie van één van de groepsleden. De bijeenkomsten worden met regelmaat gehouden. De rollen van inbrenger, gespreksleider zijn tevoren bekend en worden door de studenten zelf uitgevoerd. De gespreksleider moet de tijd goed bewaken.
Intervisie volgens de incidentmethode
P 11 BPV
Zorgplannen
In P10 heb je gewerkt aan de controles van moeder en baby en het schrijven van de rapportage.
Nu ga je weer een stap verder.
Opdracht: opstellen van een zorgplan; bieden van persoonlijke zorg en ondersteuning
Kies tijdens je stage twee kraamvrouwen uit met laag- tot midden- complexe zorg en stel een zorgplan voor deze twee kraamvrouwen en baby op.
Maak het plan aan de hand van de richtlijnen / het model van de instelling. Jij voert de observaties en controles uit, geeft hierover GVO en voegt de rapportage van deze twee kraamgezinnen toe.
Bespreek het plan met je werkbegeleider en de cliënt en haar partner. Stel op basis van deze gegevens het plan eventueel bij.
Schrijf in je PAP heel duidelijk aan welke opdracht je werkt.
Deze opdracht kan pas worden goedgekeurd wanneer de werkbegeleider feedback heeft gegeven in onderstaand document en dit heeft ondertekend.
Verpleegtechnische handelingen
Jij voert zoveel mogelijk verpleegtechnische handelingen uit
B1-K1-W5 Voert verpleegtechnische handelingen uit
Inleiding
Als zorgverlener niveau 3 mag je verpleegtechnische handelingen uitvoeren. Het is vereist dat je hiervoor niet alleen op basis van het diploma bevoegd bent, maar ook bekwaam bent en blijft.
Je bent bekwaam als je niet alleen de praktische vaardigheden hebt, maar ook de theoretische kennis bezit van de handeling. Wat is het doel van de handeling? Wanneer wordt de handeling uitgevoerd? Hoe moet de handeling uitgevoerd worden? Wat zijn de risico’s van de handeling?
Tijdens de stage ga je je verdiepen in de theorie en protocollen, meekijken hoe de handelingen uitgevoerd worden en uiteindelijk onder begeleiding zelf handelingen uitvoeren, die dan afgetekend kunnen worden. Welke en hoeveel handelingen dit zijn, hangt af van de mogelijkheden in de instelling. Soms zijn de mogelijkheden om verpleegtechnische handelingen uit te voeren (zeer) beperkt. Daarom leer je alle handelingen ook op school en worden ze geëxamineerd via praktijkexamens in simulatie, zodat je op basis van je diploma in elk geval bevoegd bent.
Doelen
Door het werken aan deze opdracht word je bevoegd voor het uitvoeren van een aantal verpleegtechnische handelingen en leer je in de praktijk zorgvuldig te werken volgens regels, veiligheidsvoorschriften, instructies en protocollen en zorgvuldig om te gaan met materialen en hulpmiddelen.
Uitvoering in de branche Kraam
Tijdens je stage in de kraamzorg zullen veel verpleegtechnische handelingen niet uitgevoerd kunnen worden. Daarom voer je deze opdracht uit op je eigen school en volg je de aanwijzingen van je eigen school.
Binnen deze stage kan je wel de handelingen;
- verzorgen van rode en gele wond(en),
- lichaamstemperatuur regelen door middel van warmte of koude behandeling
- medicijnen checken, registreren, distribueren. Zonodig controle op inname
- Partusassistentie
Van deze handelingen zorg je dat je werkt volgens de beoordelingslijst/protocol van de instelling/ school.
Resultaat / Bewijstukken
- Onderzoeksverslag over hoe het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen in de stage-instelling is geregeld.
Kies twee verpleegtechnische handelingen die (vrij) veel voorkomen in de instelling/de branche waar jij stage loopt.
Beschrijf van deze twee verpleegtechnische handelingen:
- De reden(en) om deze handeling uit te voeren bij cliënten
- Aan welke (wettelijke) regels, veiligheidsvoorschriften en instructies je je in de instelling moet houden bij deze handelingen
- Hoe je in de instelling aan de middelen en materialen komt voor het uitvoeren van deze handeling
- Welk protocol de instelling gebruikt bij deze handeling; voeg zo mogelijk het kopie toe
- Hoe de instelling er voor zorgt dat de medewerkers bekwaam blijven voor deze handeling
- Wat het ondergaan van de handeling voor de cliënt betekent
- Hoe je de cliënt begeleidt bij het uitvoeren van deze handeling
- Hoe je op je eigen gezondheid let bij het uitvoeren van deze handeling
Laat je BPV-begeleider het onderzoeksverslag lezen en voorzien van feedback.
Neem je aftekenkaarten of je aftekenboekje Verpleegtechnische handelingen, dat je op school hebt gekregen, mee naar stage.
Laat zoveel mogelijk handelingen aftekenen door je werkbegeleider of collega’s die hiervoor bevoegd zijn (dit bepaalt je praktijkopleider).
Voorwaarde voor aftekenen in stage is, dat de handeling vooraf op school is afgetekend.
Geven van GVO
Op school heb je al 4 rode lopers uitgewerkt. Tevens heb je daar rollenspelen gespeeld over het geven van GVO.
De volgende stap is nu dat je dit ook in de praktijk gaat doen.
Opdracht:
- Je werkt het onderwerp waar je instructie of advies over wilt geven uit op papier. Gebruik hiervoor de protocollen van de instelling of de KCKZ
Je geeft de kraamvrouw en haar partner advies en/of instructie over 4 van onderstaande onderwerpen
- dragen van de baby
- vraag en aanbod bv
- werking van het toeschietreflex
- verschillende borstvoedingshoudingen
- communiceren van de baby
- huilen van de baby
- oppakken en neerleggen
- dragen en tillen
- slaap- en waakgedrag (eenduidige aanpak)
- indiceren van meer LIP uren
Neem deze opdracht op in je PAP. Laat de werkbegeleider specifiek feedback geven op deze opdracht.
Clientcontact
Dit is een vervolg van P10
De kraamzorginstelling waar je stage loopt legt op verschillende manieren contact met zijn clienten. Daarnaast verzorgt iedere kraamzorginstelling cursussen en voorlichting voor aanstaande ouders.
Opdracht
Om een goed beeld te hebben over wat jouw instelling de clienten te bieden heeft bezoek je/ loop je in P10 en P11 mee met
- Intake gesprek
- Planningsbureau (dagdeel)
- Voorlichtingsavond of cursus (2x)
- Stagiaire bijeenkomst (80% aanwezigheid) (niet iedere instelling verzorgt deze bijeenkomsten)
Afstemmen van zorg
De meeste cliënten in de kraamzorg hebben in meer of mindere mate zorg en begeleiding nodig. Hierbij zijn verschillende disciplines en zorgverleners betrokken. Als zorgverlener niveau 3 stem je de zorg en begeleiding af. Deze taak is erg veelzijdig.
Je maakt een planning en verdeling van je werkzaamheden en stelt prioriteiten die je kunt beargumenteren. Je stemt de hulpverlening af en overlegt zo nodig met andere disciplines.
Doelen
Door het maken van deze opdracht leer je zorgverlening op professionele wijze af te stemmen, zodat de cliënt op maat en ononderbroken de totale zorg ontvangt.
In ieder kraamgezin wordt de zorg opgestart. Je maakt afspraken met de kraamvrouw en haar partner. Verwachtingen worden over en weer uitgesproken en vastgelegd.
In deze opdracht ga je in beeld brengen waar afspraken over worden gemaakt en op welke manier.
Maak in je pap vermelding van deze opdracht en laat de werkbegeleider hier specifiek feedback op geven en dit ondertekenen
Opdracht
Kies 1 cliënt met laag- tot midden-complexe zorg en stem de totale zorg en begeleiding gedurende enkele dagen af, zodat zij op maat en ononderbroken zorg ontvangen:
- Je overlegt met de cliënt over de zorg- en begeleidingsafspraken
- Je overlegt met andere hulpverleners van de cliënt en verwerkt de afspraken
- Je behartigt de belangen van de cliënt en stelt prioriteiten in de zorg en begeleiding
- Je rapporteert de verleende zorg en begeleiding volgens de methodiek van de instelling
- Je raadpleegt wanneer dit nodig is andere zorgverleners
Houd gedurende deze zorgdagen een logboek bij waarin je alle coördinatie-activiteiten per cliënt opsomt. Voeg een foto van je rapportages in het zorgplan / zorgwijzer toe aan je logboek.
LET OP. wanneer je dit werkproces nog moet examineren laat je ook onderstaand feedback formulier invullen
Evalueren van zorg
In de kraamzorg is het heel belangrijk om regelmatig te evalueren met de kraamvrouw en haar partner. Jij laat zien dat je uit de evaluaties belangrijke informatie kunt halen en daarmee tegemoet komt aan de wensen en verwachtingen van de client. De vragen die belangrijk zijn:
- Zijn de verwachtingen en de gegeven zorg dezelfde?
- Moet de zorg bijgesteld worden?
- Meer of minder zorguren indiceren
- Zijn er onverwachte problemen met moeder en/of kind?
Opdracht
Je evalueert halverwege en op het einde de gegeven zorg. Dit doe je met de kraamvrouw en haar partner. Indien nodig wordt de zorg bijgesteld Je overlegt met andere disciplines. Je schrijft de overdracht van zorg
- Je vermeldt deze opdracht in je PAP en vraagt hier concreet feedback van de werkbegeleider.
- Als bijlage bij je PAP : Een logboek van de afstemmingsgesprekken en van je coördinatie-activiteiten
- Ingevulde beoordeling met onderbouwing door de werkbegeleider
Regie voeren
TOTAAL OPDRACHT
Schrijf in je PAP dat dit een totaal opdracht is. Voer deze uit in een kraamgezin.
- Opstarten van de zorg
- Inschatten van de zorgbehoefte
- Zorg verlenen op basis van het zorgplan
- Verpleegtechnische vaardigheden
- GVO geven
- Afstemmen / bijstellen
- Evalueren
In ieder kraamgezin wordt de zorg opgestart en maakt de kraamverzorgende een inschatting van de zorgbehoefte. Nu is het aan jou:
- Jij maakt afspraken met de kraamvrouw en haar partner. Verwachtingen worden over en weer uitgesproken en vastgelegd.
- Naar aanleiding van deze afspraken verleen jij de zorg die nodig.
- Jij observeert, signaleert en rapporteert. Indien nodig schakel je overige zorgverleners in.
- Je geeft voorlichting, advies en instructie aan de zorgvrager.
- Je laat zien dat je de zorgvrager ondersteunt in hun nieuwe gezinssituatie
- Je evalueert de zorg en houd hierbij rekening met de richtlijnen van de organisatie
Om deze opdracht af te ronden heb je feedback met een handtekening van de werkbegeleider gekregen op bovenstaande werkprocessen En heb je foto’s toegevoegd van je rapportages. (van het zorgplan / zorgwijzer)
P 12 SCHOOL
Hier vind je verschillende werkcolleges.
Je gaat toewerken naar zelfstandigheid en werken als beginnend beroepsbeoefenaar. Het accent op school zal hier ook op zijn gericht.
P 12 BPV
Het begin van deze periode kun je de laatste opdrachten laten aftekenen en werk je toe naar het examengezin door de regie te nemen en zorg te dragen voor de volledige kraamzorg.
Regie voeren
TOTAAL OPDRACHT
Schrijf in je PAP dat dit een totaal opdracht is. Voer deze uit in een kraamgezin.
- Opstarten van de zorg
- Inschatten van de zorgbehoefte
- Zorg verlenen op basis van het zorgplan
- Verpleegtechnische vaardigheden
- GVO geven
- Afstemmen / bijstellen
- Evalueren
In ieder kraamgezin wordt de zorg opgestart en maakt de kraamverzorgende een inschatting van de zorgbehoefte. Nu is het aan jou:
- Jij maakt afspraken met de kraamvrouw en haar partner. Verwachtingen worden over en weer uitgesproken en vastgelegd.
- Naar aanleiding van deze afspraken verleen jij de zorg die nodig.
- Jij observeert, signaleert en rapporteert. Indien nodig schakel je overige zorgverleners in.
- Je geeft voorlichting, advies en instructie aan de zorgvrager.
- Je laat zien dat je de zorgvrager ondersteunt in hun nieuwe gezinssituatie
- Je evalueert de zorg en houd hierbij rekening met de richtlijnen van de organisatie
Om deze opdracht af te ronden heb je feedback met een handtekening van de werkbegeleider gekregen op bovenstaande werkprocessen En heb je foto’s toegevoegd van je rapportages. (van het zorgplan / zorgwijzer)
Examens
Het profieldeelkraamzorg start vanaf de start van leerjaar 3.
In de eerste periode volg je lessen op je eigen school EN op het Noorderpoort in het kader van het profiel kraamzorg.
In elke periode van de opleiding werk je aan één of meerdere examens.
Alle examens zijn gelijk, maar niet iedere student heeft dezelfde examens op de eigen school afgerond.
Let goed op welke examens je nog moet behalen in het laatste jaar van je opleiding.
(Op je individueel examenplan zie je welke examens je nog moet doen het komende schooljaar.)
Naast de examens moet je ook de algemene vakken en de keuzedelen afronden. Over Het keuzedeel zijn afspraken met de eigen school gemaakt.In elke periode van de opleiding werk je aan één of meerdere examens.
Onderstaande examens worden in de kraamzorg afgerond:
Examen/ werkproces |
Titel |
Plaats examen |
Examenvorm |
P4-K1-W1 |
Verleent vervroegde partusondersteuning en assisteert bij partus |
School / BPV |
Gedragsobservatie |
P4-K1-W2 |
Biedt zorg aan moeder en kind |
BPV |
Gedragsverantwoordingenverantwoordingsverslag
|
P4-K1-W3 |
Geeft informatie en voorlcihting gericht op het omgaan met de nieuwe gezinssituatie |
BPV |
Gedragsobservatie |
Itslearning
Noorderpoort heeft een electronische leeromgeving: Itslearning. Je gaat hiervoor naar deze link
Iedere student van deze groep kan hierop inloggen, ook externe studenten. Je ontvangt van de docent de inloggegevens. Je verandert bij de eerste inlog je wachtwoord.
In Itslearning lever je de opdrachten in en beoordeelt de docent jouw gemaakte werk.
Dowload hiervoor ook de app van Itslearning op je telefoon!