Informatie
Tijdens de opleiding servicemedewerker breed kies je twee keuzedelen. Een keuzedeel geeft verdieping aan je opleiding en zijn vakken waarin je je kan specialiseren. Een van de keuzedelen is oriëntatie op ondernemerschap. Dit keuzedeel bestaat uit de volgende kerntaak en werkprocessen:
D1-K1 Oriënteert zich op het ondernemerschap
- D1-K1-W1 Oriënteert zich op het starten van een onderneming
- D1-K1-W2 Oriënteert zich op het runnen van een onderneming
- D1-K1-W3 Besluit of ondernemen (als toekomstperspectief) bij hem past
Het keuzedeel wordt gegeven in twee perioden, namelijk periode 2 en periode 3. De les bestaat uit 2 klokuren. In periode 4 vinden de examens plaats.
Examinering
Het keuzedeel wordt afgesloten door middel van een examen.
Het examen bestaat uit drie opdrachten. Deze opdrachten kunnen gezamenlijk of afzonderlijk van elkaar worden uitgevoerd. Je moet het volgende doen:
Je oriënteert je op het starten van een onderneming
Je oriënteert je op het runnen van een onderneming
Je besluit of ondernemen (als toekomstperspectief) bij je past
Je gaat op verschillende manieren te werk. Je gaat onderzoek doen, meelopen met een ondernemer en in gesprek met een ondernemer. Voor opdracht 1 en opdracht 3 maak je gebruik van de beschikbare hulpformulieren:
Hulpformulier (D1-K1-W1) ‘Presentatie mijn idee’.
Hulpformulier (D1-K1- W3) ‘Ik als ondernemer en mij ontwikkelpunten’
Deze bestanden vind je onder de opdrachten.
In het tijdschema leg je vast hoe het examen gaat verlopen. Ook leg je de afspraken over het inleveren van bewijsmateriaal vast. Dit stem en/of spreek je af met je begeleider van school. Je zorgt dat je de examenopdrachten binnen de maximale tijd uitvoert. Vul de betreffende velden van het tijdschema in.
Je levert na afloop alle bewijslast in volgens de gemaakte afspraak en zoals beschreven in de opdrachten. Hiervoor gebruik je het Hulpformulier ‘Verklaring bewijsmateriaal’.
Opdracht 1 Oriënteert zich op het starten van een onderneming
Opdracht 1 Oriënteert zich op het starten van een onderneming (D1-K1-W1)
Wat ga je doen?
Je gaat je oriënteren op het starten van een onderneming. Je gaat je idee schriftelijk presenteren, feedback verzamelen en inschatten wat de kans van slagen is.
Je gaat onderzoeken wat er komt kijken bij het starten van een onderneming en wat je moet doen om een onderneming te beginnen.
Je bedenkt waarin je zou kunnen of willen ondernemen.
Bijvoorbeeld een product of een dienst.
Je gaat nadenken over de presentatie van het aanbod en wat je nodig hebt om jouw plan uit te voeren.
Je gaat na of je anderen enthousiast kunt maken voor je idee.
Je onderzoekt wat goed is aan je idee en wat de zwakke punten zijn van je idee. Voor de zwakke punten geef je aan hoe je hier mee om denkt te gaan.
Wat lever je in?
Het volgende werk je uit als bewijsmateriaal voor de beoordeling:
Overzicht van bronnen die je hebt geraadpleegd om te onderzoeken wat het betekent om een
onderneming te starten. Dit kunnen bijvoorbeeld boeken, websites of personen zijn. Noteer duidelijk de titels, internetadressen, namen enzovoort.
Noteer per bron waarom jij vindt dat de bron betrouwbaar is en waarom deze bron waardevolle informatie heeft opgeleverd.
Ingevuld hulpformulier ‘presentatie onderneming’. Vul alle velden van het hulpformulier in. Je mag het formulier aantrekkelijk maken door te werken met afbeeldingen.
Opdracht 2 Oriënteert zich op het runner van een onderneming
Wat ga je doen?
Je gaat je oriënteren op het runnen van een onderneming door mee te kijken met een zelfstandig ondernemer. Je gaat inzicht krijgen waar je rekening mee moet houden bij het aansturen van een onderneming. Bijvoorbeeld:
-
Waar moet je als ondernemer prioriteit aan geven;
-
Waar moet je als ondernemer beslissingen over nemen;
-
Welke houding wordt gevraagd van een ondernemer;
-
Met welke financiële en administratieve gegevens moet je rekening houden als ondernemer.
Wat lever je in?
Het volgende werk je uit als bewijsmateriaal voor de beoordeling:
-
Beschrijving wat jouw doel is van het meelopen met een ondernemer.
-
Verslag van de meeloopdag waarin je aangeeft of je jouw doel hebt bereikt en waarom dat wel of niet zo is. Benoem in het verslag ook de zaken die je vooraf nog niet wist over het runnen van een onderneming.
-
Uitwerking van jouw idee waarmee de ondernemer mogelijk nieuwe klanten kan krijgen en houden. Vermeld ook de mening van de ondernemer over jouw idee en laat dit ondertekenen.
Opdracht 3 Besluit of het ondernemen bij hem of haar past
Opdracht 3 Besluit of ondernemen (als toekomstperspectief) bij hem of haar past (D1-K1-W3)
Wat ga je doen?
Je gaat besluiten of ondernemen iets voor jou is. Dit ga je doen op basis van jouw reflectie over wat je weet wat ondernemen van je vraagt. Je gaat voor jezelf na of je gemotiveerd bent om er tijd, energie en middelen in te steken (nu of in de toekomst).
Wat lever je in?
Het volgende werk je uit als bewijsmateriaal voor de beoordeling:
-
Digitale audio- of video-opname van het interview met een zelfstandig ondernemer.
-
Samenvatting van het interview.
-
Verslag van jouw enquête of vraaggesprek. In het verslag moet je de volgende zaken weergeven:
-
Welke vragen je gesteld hebt;
-
De namen van de ondervraagde personen en de relatie die je met ze hebt;
-
Samenvatting van de resultaten.
-
Verslag van de uitslag van de test waaruit blijkt of er een ondernemer in je schuilgaat. Noteer in je verslag welke test of testen je hebt gebruikt.
-
Overzicht van je persoonlijke eigenschappen. Gebruik hiervoor het hulpformulier ‘Persoonlijke eigenschappen’.
-
Onderbouwing of het zelfstandig ondernemerschap wel of niet iets voor jou is.
Periode 2
In de eerste periode van dit keuzedeel ga je meer leren over het ondernemen. Waar moet je als ondernemer aan denken voordat je gaat beginnen met de verkoop van het product of dienst? Het is namelijk helemaal niet handig om zomaar te beginnen, uit het niets. Je moet er over nagedacht hebben; welk product of dienst ga ik aanbieden, wie is mijn doelgroep, wat kost mijn product?
Als ondernemer ga je dus eerst een marketingplan schrijven aan de hand van de ''marketingmix''. De marketingmix bestaat uit de 4P's, namelijk:
Product
Prijs
Personeel
Plaats
Promotie
Daarnaast ga je ook de doelgroep beschrijven: voor wie is mijn product bedoeld?
In de eerste periode ga je je dus oriënteren op ondernemen en ga je je eigen kleine marketingplan schrijven. Deze heb je ook nodig om een deel van het examen te kunnen doen.
Wie weet schuilt er een kleine ondernemer in jou! Dat gaan we uitzoeken!
Programma
Week
|
Onderwerpen
|
|
Week 1
|
Uitleg keuzedeel
Uitleg examinering
Starten met oriënteren op ondernemen
|
Woordweb
Product bedenken/brainstormen
Starten met mindmap
|
Week 2
|
Uitleg 5p's --> product
Uitleg marketing verslag 4P'S - Hoe ziet je verslag eruit?
|
Starten met opbouw verslag. Zie format.
Foto's maken/zoeken van je PRODUCT
Beschrijving ''product'' in verslag
|
Week 3
|
Uitleg 5p's --> doelgroep
Segmentatiecriteria
|
Beschrijving doelgroep in verslag a.d.h.v. segmentatiecriteria
|
Week 4
|
Uitleg 5p's --> van promotie
Wat straal ik uit met mijn bedrijf, hoe presenteer ik mij richting het publiek?
|
Beschrijving presentatie in verslag. Maak een Facebook of Instagram aan?
|
Week 5
|
Uitleg 5P's --> prijs
Welke prijs kan ik vragen?
|
Beschrijving prijs in verslag. Vergelijk met een ander bedrijf.
Waarom deze prijs?
|
Week 6
|
Uitleg 5P's --> plaats
|
Beschrijving plaats in verslag.
|
Week 7
|
Uitleg 5P's --> personeel
|
Beschrijving personeel in verslag.
|
Week 8
|
Bedrijvenbezoek?
|
|
Week 9
|
Afmaken verslag
Uitleg lesopzet volgende periode.
|
|
Week 10
|
Bufferweek
|
|
Informatiebronnen
Korte uitleg marketingmix
Marketingmix YouTube
Periode 3
In periode 1 heb je gewerkt aan je eigen marketingplan. In deze periode gaan we verder in op de leereenheid ondernemerschap. Met de volgende doelstellingen gaan we aan de slag:
- Je kent basisbegrippen die horen bij marketing.
- Je kunt een SWOT-analyse maken.
- Je weet welke eigenschappen horen bij ondernemend gedrag;
- Je kunt jezelf beoordelen op belangrijke eigenschappen die horen bij ondernemend gedrag;
- Je kent de wettelijke regels met betrekking tot het starten van een onderneming;
- Je bezit basiskennis van financieringsvormen.
Week 1
Deze week ga je aan de slag met een opdracht over ondernemerschap en ondernemend gedrag. Maak onderstaande opdrachten in de les.
Het doel voor deze les is:
- Het kennen van het verschil tussen een intrapreneur en entrepreneur.
- Weten welke eigenschappen passen bij ondernemend gedrag.
- Je kunt jezelf beoordelen op de eigenschappen die horen bij ondernemen.
Je gaat nu aan de slag met de volgende opdrachten. Je kunt de opdrachten vinden onder informatiebronnen.
- ''Week 1 opdracht 1 ondernemen''
- ''Week 2 opdracht 2 ondernemende eigenschappen''
Week 2
In deze les ga je aan de slag met de papierwinkel die hoort bij het starten van een onderneming. Weet jij wat je allemaal moet regelen als je een eigen onderneming gaat starten? Te denken valt aan:
- Welke ondernemingsvorm ga ik kiezen?
- Welke verzekeringen zijn er en welke verzekering moet je afsluiten?
- Met welke belastingen moet ik rekening houden?
- Wat zijn wettelijke regels voor starters?
Je docent heeft net les gegeven over bestaande onderwerpen. Onder informatiebronnen vind je de artikelen die horen bij de opdrachten. Je gaat aan de slag met de opdracht: ''week 2 opdracht 3 de papierwinkel''
Week 3
Infographic maken
Deze week ga je aan de slag met de informatie die je vorige week hebt geleerd! De onderwerpen die vorige week zijn behandeld waren onder andere:
- Ondernemingsvormen
- Verzekeringen
- Wettelijke regels
- Belastingen
Erg veel theorie dus! Aan jullie nu de beurt om deze theorie beeldend te gaan maken!! Dit betekent dat je door middel van plaatjes/visuele beelden een infographic gaat maken. Een infographic is een soort van poster waarbij je gebruik maakt van korte teksten en plaatjes zodat iedereen snel kan aflezen wat een bepaald begrip bijvoorbeeld betekwent.
Je mag ook een poster maken op een groot vel papier.
Eisen aan de infographic:
- Aantrekkelijk;
- Goede Nederlandse teksten;
- Gebruik maken van afbeeldingen;
- Begrippen die te maken hebben met de ''papierwinkel'' moeten erin voorkomen (ondernemingsvormen, belastingen, verzekeringen)
Week 4
Flipping the classroom!
Veel docenten flippen tegenwoordig hun les! Dat betekent dat zij niet meer ouderwets voor de klas de theorie staan te vertellen, maar dat zij de theorie aan jullie doorgeven door middel van YouTube-filmpjes. Zo'n filmpje bestaat dus uit beelden en gesproken tekst om ervoor te zorgen dat de student hier iets van kan leren.
Je bent al veel marketingbegrippen tegenkomen. Toch zijn er nog veel meer. De opdracht voor vandaag is:
Maak een YouTube-filmpje volgens de principes van Flipping the Classroom. Verwerk daarin minimaal 10 marketingbegrippen die je tegen bent gekomen of die je gevonden hebt.
Opdracht:
Stap 1: Je docent laat nu voorbeelden zien wat Flipping the Classroom betekent.
Stap 2: Bespreek met de docent wat je hier van vindt en hoe jullie dit kunnen toepassen.
Stap 3: Maak een Woordweb met begrippen die met Markerting te maken hebben. Dit kan eventueel ook klassikaal met de docent.
Stap 4: Maak groepjes van 3-4 studenten.
Stap 4: Schrijf je idee op voor de video. Wat wil je laten zien, welke begrippen behandel je? Hoe gaan jullie dit aanpakken?
Stap 5: Ga aan de slag met het maken van je video.
Week 5
Uitleg examinering keuzedeel
Binnenkort ga je examen doen voor dit keuzedeel. Het examen bestaat uit drie onderdelen, zoals je onder het kopje examinering hebt kunnen lezen. Vandaag ga je hier alvast mee beginnen.
Van je docent ontvang je vandaag twee boekjes voor het examen. Namelijk:
- Instructie student
- Opdrachtenboek
Samen bespreken jullie deze materialen en wat er van je verwacht wordt. De komende lessen ga je dus aan de slag met alles wat je moet maken voor het examen. Van je docent hoor je wanneer je iets moet inleveren en wanneer het complete examen af moet zijn. Maak hiervoor afspraken met je docent en noteer dit in je agenda.
Vandaag start je met opdracht 1: oriënteert zich op het starten van een onderneming.
In de eerste periode ben je aan de slag geweest met je eigen marketingplan. Van dit marketingplan ga je aan de hand van het ''hulpformulier presentatie onderneming'' een PowerPoint maken. Je vult dus eerst het hulpformulier in (deze vind je onderaan deze pagina) en al deze onderdelen verwerk je in een aantrekkelijke PowerPoint.
Zorg ervoor dat:
- Elke vraag van het formulier een aparte dia krijgt op je PowerPoint
- Gebruik maakt van plaatjes
- Dat je weet waar je over praat.
Week 6
Wat ga je doen?
Vandaag ga je aan de slag met opdracht 2 voor het examen. Je gaat je oriënteren op het runnen van een onderneming door mee te kijken met een zelfstandig ondernemer. Je gaat inzicht krijgen waar je rekening mee moet houden bij het aansturen van een onderneming. Bijvoorbeeld:
- Waar moet je als ondernemer prioriteit aangeven;
- Waar moet je als ondernemer beslissingen over nemen;
- Welke houding wordt gevraagd van een ondernemer;
- Met welke financiële en administratieve gegevens moet je rekening houden als ondernemer?
Je gaat een dag meelopen met een ondernemer naar keuze. Dit mag ook de ondernemer zijn van jouw leerbedrijf. Overleg met je docent welke ondernemer je kiest. Je levert na het bezoek aan de ondernemer het volgende in:
- Beschrijving wat jouw doel is van het meelopen met een ondernemer.
- Verslag van de meeloopdag waarin je aangeeft of je jouw doelhebt bereikt en waarom dat wel of zo niet is. Benoem ook de zaken die je nog niet wist over het runnen van een onderneming.
- Uitwerking van jouw idee waarmee de klant mogelijk nieuwe klanten kan krijgen en houden. Vermeld ook de mening van jouw ondernemer.
Bel vandaag met jouw ondernemer en maak een afspraak voor volgende week onder de lestijd. Kan jouw ondernemer dan niet, maak dan een andere afspraak en bespreek dit met je docent.
Week 7
Vandaag ga je meelopen met de ondernemer naar jouw keuze. Zorg ervoor dat je alle onderdelen hebt in je verslag verwerkt.
Week 8
Wat ga je doen?
Je gaat besluiten of ondernemen iets voor je is. Dit ga je doen op basis van jouw reflectie over wat je weet wat ondernemen van je vraagt. Je gaat voor jezelf na of je gemotiveerd bent om er tijd, energie en middelen in te steken.
Wat wordt er van jouw verwacht/wat lever je in?
- Interview een zelfstandig ondernemer. Hiermee onderzoek je waar je goed in moet zijn als je ondernemer wil worden. Bedenk minstens 10 vragen die je wilt stellen.
- Ondervraag minimaal 3 personen die jou goed kennen. Je kunt dit bijvoorbeeld doen in de vorm van een enquête of vraaggesprek. Bedenk minimaal 5 vragen die je laat beantwoorden.
- Maak minimaal 1 test waarmee je gaat onderzoeken of je geschikt bent. Je kunt de testen zoeken op Google (bv. KVK krachtmeting of 123 Ondernemerstest)
- Breng je persoonlijke eigenschappen in kaart. Gebruik hiervoor ''hulpformulier persoonlijke eigenschappen''
- Conclusie: schrijf in 100-200 wooren waarom ondernemen wel of niet iets is voor jou. Maak gebruik van de feedback die je hebt ontvangen.
Week 9
Afronden
Vandaag ga je ervoor zorgen dat alle opdrachten samen in 1 document gebundeld gaan worden. Alle opdrachten worden dus 1 groot verslag. Dit verslag is je bewijs voor je examen en wordt ook nagekeken. Hier krijg je je eindcijfer voor. Met jouw docent maak je een afspraak wanneer je het definitieve verslag gaat inleveren.
Zorg ervoor dat je verslag ook:
- Een voorkant heeft;
- Een inhoudsopgave;
- Overal hetzelfde lettertype en lettergrootte;
- Opdracht 1, 2 en 3 erin zitten.
Week 10
Informatiebronnen
BPV