•Verlagen risico op HVZ, darmkanker, longkanker, en diabetes type 2
•Vol met vitamines, mineralen en vezels
Smeer en bereidingsvetten
•Onverzadigde vetten à kleinere kans HVZ
•Leveren vitamine A, D en E
Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel
•Verlagen HVZ
•Peulvruchten verlagen LDL-cholesterol
•Vlees en ei: ijzer en vitamine B12
•Zuivel: verkleint kans op darmkanker en levert calcium en vitamine B12
Brood, graanproducten en aardappelen
•Verlagen risico HVZ, diabetes type 2 en darmkanker
•Graanproducten leveren energie, vezels, eiwit, b-vitamines en ijzer
•Aardappelen is geen graanproduct, bron van nuttige voedingsstoffen
Dranken
•Aanvullen vocht verlies
Eetmeter
1.Waarom eet je?
We eten om allerlei verschillende redenen; bijvoorbeeld omdat we honger hebben, of omdat we het gezellig vinden samen aan tafel te zitten, ook zijn er mensen die gaan eten omdat ze verdrietig zijn.
1.1 Functies van voeding
We kunnen de functies van voeding in 3 grote groepen verdelen:
1. de lichamelijke functie
- voeding zorgt ervoor dat je groeit
- voeding geeft je energie zodat je kunt werken
- voeding helpt je te beschermen tegen ziekten
2. de geestelijke functie
- voeding kan zorgen voor een moment van ontspanning
- met voeding kun je jezelf of een ander verwennen
- je kunt met voeding je emoties “weg eten”
3. de sociale functie
- met voeding kun je iets vieren
- voeding kan status geven
- voeding kan een machtsmiddel zijn ( als je bordje niet leeg eet dan…..)
- gezellig samen zijn doet vaak meer eten
Alles wat je eet en drinkt is voeding, dit zijn niet alleen de maaltijden, maar ook de tussendoortjes en wat je drinkt.
Als we praten over voeding bedoelen we eigenlijk levensmiddelen of voedingsmiddelen.
Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen; voedingsstoffen zijn stoffen die we nodig hebben om gezond te blijven.
Deze voedingsstoffen kunnen pas bij de lichaamscellen komen als ze opgenomen zijn door het bloed. Het kleiner maken van voedingsmiddelen is een onderdeel van de stofwisseling.
Eten met al jouw Zintuigen
Gezond eten = variëren
•Eet elke dag iets uit alle vakken van de schijf van vijf
•Wissel af
•Verschillende soorten groente en fruit
•Vlees, vis, peulvruchten, ei, noten
Gezond eten = veilig met voedsel
•Houd alles schoon en droog
•Scheid rauw en bereid voedsel
•Verhit je eten goed
•Koel producten die bederfelijk zijn goed
•Let op wat je koopt (houdbaarheid, versheid)
Voedingmiddelen en voedingsstoffen
Voedingsstoffen
1.3 Voedingsstoffen
We kunnen de voedingsstoffen indelen naar soort en functie.
We kennen 6 verschillende soorten voedingsstoffen:
- eiwitten
- koolhydraten
- vetten
- water
- vitamines
- mineralen
We kennen 3 indelingen naar functie:
- energieleverende stoffen
- bouwstoffen
- regulerende stoffen
Energieleverende stoffen
1.3.1 De energieleverende stoffen
Het woord zegt het al; deze leveren ons energie. Energie heb je nodig om te kunnen bewegen, maar ook om te kunnen denken. Ook zorgen de energieleverende stoffen ervoor dat onze lichaamstemperatuur op peil blijft. Energieleverende stoffen worden in de lichaamscellen verbrand; hierdoor komt warmte en energie vrij.
De energieleverende stoffen zijn:
- koolhydraten
- vetten
- eiwitten
Koolhydraten
Er bestaan verschillende soorten koolhydraten:
- Zetmeel (= drievoudige suiker= poly-accharide); dit is een bindmiddel dat voorkomt in bijvoorbeeld: aardappelen, peulvruchten, brood, rijst en macaroni. Behalve energie levert zetmeel ons ook vitamines en mineralen.
- Suikers(enkelvoudig en tweevoudig= mono- en di-saccharide); komen niet alleen voor in snoep of als suiker, maar zit ook in
bijvoorbeeld fruit en melk.
- Voedingsvezels; zijn onverteerbare koolhydraten. Zij leveren ons dus geen energie, maar hebben wel een belangrijke taak bij de spijsvertering. Ze bevorderen het kauwen, geven langer een verzadigd gevoel en bevorderen de darmwerking. Bovendien bevatten voedingsvezels ook weer vitamines en mineralen. Voedingsvezels zitten in bijna alle plantaardige produkten.
Stofwisseling
We hebben gezien dat in de mond de splitsing van de ( meervoudige) suikers al begint; dit gaat verder in de twaalfvingerige en de dunne darm. Uiteindelijke blijven er drie soorten enkelvoudige suikers over namelijk:
- fructose
- galactose
- glucose
Om goed te kunnen functioneren hebben we een bepaalde hoeveelheid glucose nodig. Glucose kan dan ook rechtstreeks door het bloed vervoerd worden naar de lichaamscellen; fructose en galactose moeten in de lever eerst omgezet worden tot glucose. Daarna kan het ook naar de lichaamscellen vervoerd worden.
Bevat het bloed voldoende glucose dan worden glucose, fructose en galactose in de lever omgezet tot glycogeen. Deze omzetting gebeurt met behulp van insuline, een hormoon uit de alvleesklier. De glycogeen wordt opgeslagen in de spieren en de lever. (Als de glycogeenvoorraden “vol” zijn worden glucose, fructose en galactose opgeslagen als vet).
Als het glucosegehalte van het bloed te laag wordt, wordt glycogeen weer omgezet tot glucose. Dit gebeurt in de lever met behulp van de hormonen adrenaline en glucagon.
Zie voor uitgebreide beschrijving readerartikel 1.
Vetten
Behalve energie leveren vetten ons ook vitamines en zorgen ze ervoor dat onze organen beschermd worden. Ook zorgen de vetten voor een isolatielaagje tegen de kou. Vetten zitten in:
- plantaardige producten; bijvoorbeeld zonnebloemolie, maïsolie, plantaardige margarine., enz.
- dierlijke producten; bijvoorbeeld vlees, melk, kaas, enz. Vetten zijn opgebouwd uit vetzuren, deze kunnen we verdelen in:
- verzadigde vetzuren
Door de eeuwen heen zijn voor de mens deze vetzuren een
belangrijke energiebron geweest. Ze komen onder andere voor in
rundvet, spek, cacaovet en margarine. De laatste jaren worden deze
steeds meer in verband gebracht met hart- en vaatziekten. Gebleken is
dat het gebruik van veel verzadigde vetzuren de kans op het
dichtslibben van de bloedvaten vergroot. Speciaal de kransslagaderen,
die het hart van bloed moet voorzien, worden nauwer. Dit proces heet
aderverkalking of arteriosclerose, arteriosclerose verhoogt de kans op
een hartinfarct.
- Cholesterol
Cholesterol komt ook in dierlijke vetten voor. Het is een, voor het lichaam, onmisbare stof dat nodig is voor het goed laten verlopen van allerlei lichaamsprocessen. De wanden van elke cel bestaan voor een klein gedeelte uit cholesterol. In bloedvaatwanden van dichtgeslibde bloedvaten komt veel cholesterol voor. Cholesterol en andere vetdeeltjes kunnen zich af zetten langs de vaatwanden waardoor deze dikker en stugger worden.
Hoe hoger het cholesterolgehalte hoe groter de kans op het krijgen van een hart- of herseninfarct.
Gebleken is dat onverzadigde vetzuren het cholesterolgehalte van het bloed verlagen, terwijl verzadigde vetzuren deze juist verhogen.
- onverzadigde vetzuren
Het belangrijkste onverzadigde vetzuur is linolzuur.
Het komt veel voor in producten als zonnebloemolie, maïsolie en
dieetmargarine. Een voeding met onverzadigde vetzuren kan mee helpen
om hart- en vaatziekten te voorkomen.
Onverzadigde vetzuren kunnen verzadigde vet- en cholesteroldeeltjes in de vaatwanden verminderen. Hierdoor worden de wanden weer dunner en minder stug.
Stofwisseling
In de twaalfvingerige darm wordt het vet door het galsap verdeeld (= emulgeren). Hierdoor kunnen de vetten in de twaalfvingerige en dunne darm gemakkelijker gesplitst worden in glycerol en vetzuren. In de lymfevaten kunnen uit vetzuren en glycerol weer vetten opgebouwd worden en met het bloed vervoerd worden naar de lichaamscellen worden. Een deel van de vetzuren gaat via lever direct naar de cellen en wordt gebruikt voor verbranding. Het deel wat niet direct nodig is wordt opgeslagen in vetdepots.
Bouwstoffen
1.3.2 De bouwstoffen
Bouwstoffen zijn nodig voor het opbouwen en instandhouden van lichaamscellen; dus om te groeien, maar ook om lichaamscellen te vervangen. Of te herstellen bij operatie- of brandwonden bijvoorbeeld. Per dag verliezen we miljoenen huidcellen en je verliest veel haren. Bouwstoffen zorgen ervoor dat dit verlies weer wordt aangevuld.
De bouwstoffen zijn:
- water
- eiwitten
- sommige mineralen
Water
Water is een belangrijke levensbehoefte. Zonder water houd je het maar een paar
dagen vol, terwijl je zonder vast voedsel veel langer in leven kunt blijven.
Ons lichaam bestaat voor 60% uit water.
Water heeft verschillende functies in het lichaam:
- het zorgt ervoor dat je cellen de juiste vorm houden;
- het zorgt voor vervoer van allerlei stoffen;
- het regelt de lichaamstemperatuur;
- het is een oplosmiddel voor allerlei stoffen.
Eiwitten
Eiwitten kunnen verdeeld worden in plantaardige en dierlijke eiwitten. De kleinste deeltjes van eiwitten zijn de aminozuren. Met behulp van aminozuren uit de voeding kan ons lichaam zelf weer nieuw lichaamseiwit maken.
Eiwitten komen onder andere voor in melk, kaas, vlees, vis, peulvruchten, brood en graanproducten.
Stofwisseling
De splitsing van de eiwitten begint in de maag en gaat verder in de twaalfvingerige en dunne darm. Eiwitten worden gesplitst in aminozuren. Aminozuren worden via de darmwand opgenomen door het bloed en naar de lever vervoerd. In de lever kunnen de aminozuren weer opgebouwd worden tot eiwitten. Een gedeelte van de aminozuren worden gesplitst in een stikstofhoudend deel en in een stikstofvrij deel.
Uit het stikstofhoudend deel wordt onder andere ureum gevormd. Ureum wordt met de urine uitgescheiden door de nieren.
Uit het stikstofvrij deel wordt onder andere glucose gevormd, dat ons weer energie kan leveren.
Mineralen
Mineralen zijn stoffen die een opbouwende of een regulerende taak kunnen hebben.
Een opbouwend mineraal is bijvoorbeeld calcium. Calcium zorgt voor de opbouw van het skelet. Een regulerend mineraal is bijvoorbeeld natrium. Natrium regelt, samen met kalium, de vochthuishouding in ons lichaam
Regelende stoffen
1.3.3 De regulerende stoffen
Regulerende stoffen hebben we voor verschillende functies nodig:
- ze regelen allerlei processen die in ons lichaam plaatsvinden, bijvoorbeeld de
spijsvertering
- ze beschermen ons daardoor tegen ziekten
De regulerende stoffen zijn:
- vitamines
- mineralen
Deze hebben allemaal hun eigen taak. Die taken zijn goed herkenbaar bij een tekort aan een bepaalde vitamine of mineraal. Je kunt dan verschillende ziekten krijgen. Dit noemen we gebreksziekten.
Vitamines
De vitamines kunnen we verdelen in twee groepen:
1. De in water oplosbare vitamines:
– vitamine B
– vitamine C
Deze vitamines komen vooral voor in voedingsmiddelen met veel water. Bij het koken kunnen deze verloren gaan. Teveel aan vitamines verlaten ons lichaam met de urine.
2. De in vet oplosbare vitamines:
- Vitamine A
- Vitamine D
- Vitamine E
- Vitamine K
Deze vitamines kom je vooral tegen in voedingsmiddelen waar vet in zit, zoals boter en margarine. De vitamines gaan niet verloren bij het koken. Een teveel aan deze vitamines worden opgeslagen in het lichaam. Zie voor uitgebreide beschrijving readerartikel 1.
Mineralen
Mineralen regelen de vochtbalans in je lichaam en zorgen voor de vorming van enzymen, hormonen en vitamines. Enkele belangrijke mineralen zijn:
Het arrangement Voedingsleer is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Joep van der Steen
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-06-21 08:17:42
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Even oefenen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.