Tijdvak 8 Burgers en stoommachines - HV2

Inleiding Tijdvak 8

Thema

Tijdvak 8 is de Tijd van burgers en stoommachines. Het is de tijd van het ontstaan van ons politieke systeem en de tijd dat mensen van het platteland naar de stad trekken om te gaan werken in de fabrieken.
In de opdrachten daarom aandacht voor:

  • politieke stromingen.
  • de uitvinding van de stoommachine.
  • het ontstaan van fabrieken.
  • de werkomstandigheden in de fabrieken.

Het thema sluit je af met het maken van een eindproduct naar keuze.
Je kunt ervoor kiezen om een eindproduct te maken waarin alle leerdoelen van dit thema een plaats krijgen, maar je kunt ook een leerdoel uitkiezen en dat leerdoel centraal zetten in je eindproduct.

 

Introductie-opdracht

Zoek in google twee afbeeldingen van nieuwe (individuele of openbare, gemotoriseerd en/of ongemotoriseerde) vervoersmiddelen die in de 19e eeuw ontstonden en beantwoord de onderstaande vragen.

  1. Maak duidelijk aan de hand van een tabel welke economische en sociale gevolgen deze vervoersmiddelen volgens jou hadden op de maatschappij, op het persoonlijk leven en op de infrastructuur van Nederland.
  2. Zoek twee afbeeldingen van een straatbeeld van een grote Nederlandse stad omstreeks 1850 en 1950 en geef aan welke verschillen je ziet.
  3. Zou jij in 1850 kunnen of willen wonen als je aan de vervoersmiddelen uit die tijd denkt? Motiveer je antwoord.

Zie voor nadere informatie: http://rond1900.jouwweb.nl/technologische-vooruitgang/vervoer voor achtergrondinformatie en de website van het Rotterdams Openbaar Vervoer Museum: https://www.rovm-digitaal.nl/algemeen/geschiedenis/ of kijk voor informatie op de website https://techniekinnederland.nl/nl/index.php?title=Transport_in_de_19e_eeuw

Leerdoelen

Aan het eind van het thema kun je

  • de belangrijkste kenmerken van de industriële revolutie beschrijven.
  • de gevolgen beschrijven van de industriële revolutie voor het werk en de leefomstandigheden van de arbeiders.
  • in eigen woorden uitleggen wat de relatie is tussen de industriële revolutie en emancipatiebewegingen.
  • uitleggen wat de relatie is tussen de toename van de invloed van het volk (en een parlementair stelsel) en het verlichtingsdenken.
  • de kenmerken van het liberalisme en het socialisme beschrijven en vergelijken.
  • argumenteren dat de toegang tot grondstoffen en afzetmarkten een belangrijke rol speelde in het modern imperialisme.
  • argumenteren dat nationalisme een belangrijke rol speelde in het modern imperialisme en daar een voorbeeld van geven.

Planning

Planning

 

'Tijdvak 8' bestaat uit de volgende onderdelen:

 

Onderdeel Tijd Eindproduct
Inleiding 1 lesuur -
Opdracht: Het jaar 1848 2 lesuren -
Opdracht: Industriële revolutie 2 lesuren Collage
Opdracht: Politieke stromingen 2 lesuren -
Opdracht: De eerste spoorlijn 2 lesuren -
Opdracht: Verzet tegen kinderarbeid 2 lesuren Eigen keuze
Afsluiting 2 lesuren Eigen keuze
Totaal 13lesuren  

Werkplan

De tijd van de burgers en stoommachines bestudeer je door zes opdrachten en de afsluiting te maken. In iedere opdracht wordt een ander aspect van de tijd van burgers en stoommachines belicht.

Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt. Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt. Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.

Download hier het Werkplan Tijdvak 8

Industriële Revolutie

Vooraf

Stoommachine

De uitvinding van de stoommachine in de 18e eeuw maakte het mogelijk om handkracht en trekdieren te vervangen door machines. De stoommachine zorgde voor een omschakeling van het handmatig vervaardigen van goederen naar het machinaal vervaardigen van goederen: de industriële revolutie.
In deze opdracht staat de industriële revolutie centraal.

Aan het eind van de opdracht kun je

  • motiveren waarom dat aan de industriële revolutie een agrarische revolutie vooraf ging.
  • argumenteren waarom de uitvinding van de stoommachine gezien kan worden als het begin van de industriële revolutie.
  • in eigen woorden uitleggen dat de industriële revolutie begon in Engeland.
  • een oordeel geven over de werkomstandigheden van arbeiders in de fabrieken.


Eindproduct
Als eindproduct maak je een collage over het leven van een arbeidersgezin in de 19e eeuw.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor de opdracht als:

  • je collage een duidelijke titel heeft.
  • je collage een duidelijk beeld geeft van de werk- en leefomstandigheden van een arbeidersgezin in de 19e eeuw.
  • je in je collage beeld en taal goed hebt gecombineerd.
  • je collage verzorgd is vormgegeven.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbank 'Platteland en agrarische revolutie' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Kennisbank 'Stoommachine' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 3 Alleen Vragen beantwoorden over de situatie in Groot-Brittannië.
Stap 4 Alleen Kennisbank 'Slechte omstandigheden' bestuderen, video 'Fabrieksarbeiders' bekijken en vragen beantwoorden.
Stap 5 Alleen Vragen beantwoorden over de economische en sociale veranderingen .
Stap 6 Alleen Vragen beantwoorden over de fabrieksarbeider.
Stap 7

Alleen

Toets 'Industriële revolutie' maken.
Stap 8 Alleen Eindproduct: een collage maken over de werk- en leefomstandigheden van een arbeidersgezin in de 19e eeuw.


Benodigdheden:
Geen bijzonderheden.

Tijd:
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

 

Stap 1

Agrarische revolutie
Ga naar de Kennisbank geschiedenis en lees de inleiding en bestudeer de twee pagina's van het onderdeel 'Het platteland en de agrarische revolutie'.

KB: Platteland en agrarische revolutie

In het onderdeel wordt gesproken van een agrarische revolutie die aan de industriële revolutie vooraf gaat. Omschrijf de veranderingen die in die periode op het platteland plaatsvonden.
Denk aan veranderingen op het gebied van:

  • het gebruik van machines
  • het verbouwen van gewassen
  • enclosures
  • thuisarbeid

Stap 2

James Watt 1736-1819

Stoommachine
Ga opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis en bestudeer nu het onderdeel over de 'Stoommachine'.

KB: Stoommachine

KB: Fabrieken 2

Bekijk ook de volgende twee videos over de werking van stoommachines:

Video: Thomas Newcomen

Video: James Watt

Beantwoord de volgende vier vragen:

  1. Wat was het grootste voordeel van de uitvinding van de stoommachine?
  2. Waarop draaiden de stoommachines?
  3. Waarom werden ze van ijzer en staal gemaakt?
  4. Waarvoor werden de eerste treinen vooral ingezet?

Stap 3

Gustave Doré, Londen vanuit de trein

Groot-Brittannië
Bestudeer de volgende vier gegevens over het Groot-Brittannië van rond 1800:

  1. Groot-Brittannië was een wereldrijk met koloniën over de hele wereld.
  2. In Groot-Brittannië bevonden zich grote steenkool- en ijzerertsvoorraden.
  3. Door de ontwikkelingen in de landbouw was er sprake van een groot aantal werkloze boeren.
  4. Door de (zee)handel was er een groep zeer rijke burgers ontstaan.

Voor het ontstaan van de industriële revolutie moest een land aan een aantal voorwaarden voldoen. Er moesten bijvoorbeeld voldoende grondstoffen (a), kapitaal (b), arbeid (c) en afzetmarkten (d) aanwezig zijn.

Leg uit dat de situatie in Groot-Brittannië gunstig was voor het ontstaan van de industriële revolutie. Doe dat door in de tabel hieronder bij iedere voorwaarde (a t/m d) een of twee van de genoemde gegevens op te schrijven.

Voorwaarde

Gegevens

a

 

b

 

c

 

d

 

 

Stap 4

Kinderarbeid in een textielfabriek 1909

Arbeiders in fabrieken
Met de komst van de stoomlocomotief schoten in heel West-Europa fabrieken als paddenstoelen uit de grond. Het maakte immers niet meer uit waar ze stonden. Steenkool en ijzererts konden nu snel en goedkoop per trein worden aangevoerd.
Ga opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis en bestudeer het onderdeel over de omstandigheden waarin mensen werkten in de fabrieken.

KB: Slechte omstandigheden

Bekijk ook de volgende videoclip.

Video: Fabrieksarbeiders

Als je naar www.google.nl gaat en je tikt als zoekterm 'industriële revolutie' in en je kiest voor 'afbeeldingen' vind je duizenden afbeeldingen die te maken hebben met de industriële revolutie. Verzamel een aantal afbeeldingen die samen een goed beeld geven van de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders ten tijde van de industriële revolutie.

 

Stap 5

William Radcliffe (1761-1842)

William Radcliffe
De Engelse textielfabrikant William Radcliffe (1761-1842), beschrijft zijn loopbaan vanaf zijn vroege jeugd in Mellor, in de buurt van Manchester:

Toen ik nog te jong was om te weven, leerde mijn moeder mij het spinnen van katoen en het oprollen van vlas en katoenen draden voor mijn vader en broers, die aan het weefgetouw zaten. Daar verdiende ik mijn brood mee, tot mijn vader mij oud genoeg vond om zelf achter een getouw te gaan zitten. Na een paar jaar kon iedere oppassende jongeman voldoende overhouden om zich als fabrikant te vestigen. Er waren maar weinigen, die durf genoeg hadden zich aan een dergelijke onderneming te wagen. Ik was een van de weinigen. Nog vóór ik twintig was, had ik mij op de hoogte gesteld van alle verbeteringen in het verwerken van katoen. En toen ik op mijn 24e trouwde, wist ik voldoende van het vak om met mijn spaarduitjes een eigen bedrijf op te zetten. Vier jaar later had ik een bloeiende zaak met veel arbeiders in dienst. Twaalf jaar later, in 1801, wees onze balans uit, dat we een kapitaalbezit hadden van 11.000 pond. Ik bezat ook nog een landgoed in Mellor, (…) en uit de pacht kreeg ik 350 pond per jaar.


Een historicus gebruikt deze bron om aan te tonen dat de industriële revolutie naast economische veranderingen ook sociale veranderingen tot gevolg heeft gehad.

Ondersteun deze conclusie door:

  • een economische verandering van de industriële revolutie te noemen die uit deze bron blijkt en
  • een sociale verandering door de industriële revolutie te noemen die uit deze bron blijkt.

Stap 6

Fabrieksarbeiders
In 1886 besluit het Nederlandse parlement een onderzoek te doen naar de leefomstandigheden van de arbeiders. Op 10 september 1887 verschijnt Poppe Corzaan, 25 jaar, (voormalig) fabrieksarbeider te Sappemeer, voor de onderzoekscommissie:

Vraag: Zijt gij niet van de papierfabriek afgeraakt bij gelegenheid van de werkstaking die daar verleden jaar heeft plaats gehad? Kunt gij ons ook vertellen wat aan die werkstaking is voorafgegaan?

Antwoord: Vooraf moet ik zeggen dat het niet waar is dat ik met de werkstaking van de fabriek gekomen ben; ik zou kunnen bewijzen dat ik reeds plusminus zes maanden vóórdat de werkstaking is uitgebroken, weg ben gegaan.

Vraag: Wij wensen slechts te vernemen wat er voorgevallen is. Is er niet een verzoek gedaan om vrijstelling van de zondagnachtarbeid?

Antwoord: Ja, ik heb een verzoekschrift aan fabrikant Scholten opgesteld dat inhield: het beleefde verzoek om vrijdom van arbeid te krijgen van zondagsavonds zes uur tot 's maandagsochtends zes uur. Door het langdurig werken 's nachts gingen de arbeiders natuurlijk dadelijk slapen en om zes uur 's avonds moest er weer gewerkt worden zodat men gedurende de zondag niets aan het huisgezin had, want men deed niets dan slapen en werken.

Vraag: Wat heeft de heer Scholten op het verzoek geantwoord

Antwoord: Ik heb het verzoekschrift geschreven op verzoek van enkele werklieden. Ik had geen bezwaar om het te schrijven omdat het redelijk was. Het werd door 65 arbeiders ondertekend. Het werd opgezonden en wij kregen een antwoord. De opzichter Jongman zei dat ons verzoek voorlopig niet ingewilligd kon worden omdat er te veel werk was. Later als de nieuwe papiermachine in werking zou zijn, zou men bovendien nog wel een dag in de week behalve de zondag vrij kunnen geven. Ik vermoed dat dit doelde op overproductie. De opzichter Jongman verzocht nogmaals de ondertekenaars door hun handtekening te verklaren wie al dan niet met dit antwoord van de heer Scholten genoegen namen. Ik heb toen een tweede stuk opgesteld. Dit stuk werd getekend door 45 arbeiders. Toen dat tweede geschrift ingezonden was, liet de opzichter Jongman het in het honderd lopen. Ik geloof niet dat het stuk reeds aan de heer Scholten kon zijn opgezonden. De opzichter liet de beide ploegen op het kantoor komen en begon daar te donderen. Hij zei dat wie genoegen nam met de voorwaarden van de fabriek konden blijven, maar dat de anderen de poort uit moesten. Hij voegde daarbij: “Jullie worden allemaal zeker brodeloos”. Toen durfden zij niet meer.

Vraag: Dus allen namen toen genoegen met de voorwaarden van de heer Scholten?

Antwoord: Ja, maar ik kreeg mijn ontslag omdat ik het verzoekschrift geschreven had.

 

  1. Het probleem waar het parlement onderzoek naar doet, is bekend geworden onder de naam Sociale Kwestie. Leg kort uit welk verband er bestaat tussen de Sociale Kwestie en de industriële revolutie.
  2. De bron laat zien hoe de machtsverhoudingen tussen arbeiders en werkgevers rond 1890 waren. Omschrijf deze machtsverhouding en gebruik daarbij een voorbeeld uit de bron.
  3. In de bron wordt gesproken van een nieuwe papiermachine. Deze modernisering kan leiden tot verbetering van de omstandigheden voor arbeiders, maar ook tot verslechtering.
    Leg de twee mogelijke gevolgen van modernisering uit met het voorbeeld van de nieuwe papiermachine uit de bron.

Stap 7

Toets
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Industriële revolutie'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.

Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

 

Toets:Industriële revolutie

Stap 8

Eindproduct: collage
Als eindproduct van deze opdracht maak je een collage over de werk- en leefomstandigheden van een arbeidersgezin in de 19e eeuw.

De collage moet duidelijk maken dat:

  • de woonomstandigheden in een arbeiderswijk armoedig waren.

  • het werk in een fabriek vaak zwaar en gevaarlijk was.

  • er sprake was van kinderarbeid.

Natuurlijk gebruik je bij het maken van de collage de afbeeldingen die je in
stap 4 hebt verzameld.

Klaar?

Laat de collage en de presentatie beoordelen door je docent aan de hand van de rubrics.

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Extra: LvL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.LvL.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staan video's die goed passen bij dit thema.
Bekijk de video's. Kun je de video's goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video's met een klasgenoot.

Video: Industriële revolutie
Video: Stedelijke groei

Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de pop-up weg.

Begrippenlijst

Arbeidsproductiviteit
De hoeveelheid productie die per tijdseenheid geproduceerd wordt door één arbeider.
Wisselbouw
Meerdere gewassen werden elk jaar op een ander stuk grond verbouwd zodat de grond niet uitgeput raakte en ziektes minder snel optraden.
Enclosure
Van oudsher waren op het Engelse platteland bepaalde gebieden in gemeenschappelijk gebruik. In de achttiende eeuw kwamen de meeste van deze gebieden in bezit van grootgrondbezitters. Zij voegden deze stukken grond aaneen tot grote velden die ze omheinden met muren en heggen.
Thuisweverij
In de wintermaanden leefden veel gezinnen op het platteland van de thuisweverij. Op een met de hand aangedreven weefgetouw werden katoenen stoffen geproduceerd. Het was zwaar en eentonig werk maar het leverde wel inkomsten op.
Werkloosheid
De staat waarin je verkeert als je werkloos bent. Je bent werkloos als je geen betaald werk hebt, maar dat wel zou willen.
Wereldmarkt
Een markt waarbij er handel is over de hele wereld.
Milieuvervuiling
De natuur leed veel schade door de rook en het afval die uit de fabrieken kwamen.
Urbanisatie, verstedelijking
Een proces waarbij de stedelijkheid (grootte van de steden tegenover de hoeveelheid platteland) toeneemt.
Agrarische revolutie
Vond plaats voorafgaand aan de Industriële revolutie. Door technische verbeteringen steeg de arbeidsproductiviteit in de landbouw. De stijgende arbeidsproductiviteit maakte veel arbeiders overbodig. Er ontstond werkloosheid. Het overschot aan arbeidskrachten op het platteland maakte de industriële revolutie mede mogelijk. Er waren immers arbeiders genoeg die de fabrieken in de steden konden bemannen.
James Watt
James Watt (1736-1819) was niet de eerste die zich bezighield met de stoommachine. Hij wist de bestaande ideeën om te zetten in een machine waarvan de kracht zo groot was dat hij geschikt was voor de aandrijving van vele verschillende machines in alle soorten en maten.
 
Stoommachine
Een machine die aangedreven wordt door stoom(druk).
Thomas Newcomen
Thomas Newcomen (1664-1729) is de uitvinder van de stoommachine.
Kinderarbeid
Omdat de lonen laag waren, telde elke cent die verdiend kon worden mee. Het gevolg was dat ook veel kinderen in de fabrieken werkten. In sommige fabrieken waren kinderen zelfs heel gewild omdat hun kleine handjes geschikt waren voor dat soort productie.
Spinning Jenny
Dit is een spinmachine, die in 1764 werd uitgevonden door James Hargreaves. De Spinning Jenny was een handspinmolen die net als het spinnewiel met de hand werd aangedreven, maar ze had 8 spoelen en kon dus 16 draden tegelijk spinnen. Het spinnen ging nu dus veel sneller en goedkoper.
Gevolgen van de industrialisatie, leefomstandigheden
De arbeiders kwamen vaak in kleine, slechte woningen terecht, waar ze met grote gezinnen woonden. Er was geen riolering of stromend water en vaak ook geen daglicht of ventilatie. De omstandigheden waren dus beroerd en leidden tot veel ziektes. Langzaam zagen steeds meer mensen hoe erg deze sociale kwestie was en probeerden ze er iets aan te doen.
Imperialisme
Wanneer landen hun macht in andere delen van de wereld uitbreiden door gebieden te veroveren en controleren.
Grondstoffen
Ruwe producten die verwerkt worden tot bruikbare voorwerpen of stoffen.
Afzetgebieden
Gebieden waar je de geproduceerde goederen kon verkopen, deze gebieden waren essentieel voor een succesvolle industrialisatie.
Infrastructuur
Veelal is de overheid verantwoordelijk voor de aanleg en het beheer van de infrastructuur. De infrastructuur is het geheel aan verbindingen in een land. Denk onder andere aan wegen, spoorlijnen en vliegvelden.
Fasjoda-incident
In 1898 kwamen Engelse en Franse strijdkrachten elkaar tegen in Fasjoda. Onderhandelingen konden nog net voorkomen dat de legers elkaar gingen bestrijden.
 
Moederland
De ingelijfde landen in Afrika en Azië kregen de cultuur van het Europese moederland opgedrongen. De cultuur en de manier van besturen was in de koloniale gebieden overal zichtbaar. Zo vertrok tal van missionarissen en zendelingen naar de koloniën om het christelijk geloof te verspreiden.
Natuurlijke barrière
Een barrière is iets dat de doorgang belemmert. Een natuurlijke barrière kan dus bijvoorbeeld een rivier of bergketen zijn.
 
Modern imperialisme
Veel Europese landen hadden koloniën om grondstoffen vandaan te halen. Dezelfde koloniën werden ook gebruikt als afzetmarkt voor producten die in Europa gemaakt werden. De Europese landen verdienden dus twee keer aan de handel met de koloniën.

 

De eerste spoorlijn

Vooraf

De Arend. Tentoonstelling in 1939.

Op 20 september 1839 werd de eerste spoorlijn in Nederland feestelijk geopend. De stoomlocomotief  'De Arend' deed er 25 minuten over om van Amsterdam naar Haarlem te rijden. Veel mensen vonden het maar niets: het ging veel te hard en met veel te veel lawaai. Was die nieuwigheid wel nodig en was het wel veilig? De trekschuit was toch een prima vervoermiddel?
In deze opdracht staat de eerste spoorlijn in Nederland centraal.

Aan het eind van de opdracht kun je

  • het jaartal noemen waarin de eerste spoorlijn in Nederland werd geopend.
  • in eigen woorden beschrijven hoe mensen aankeken tegen de eerste spoorlijn.
  • motiveren waarom de aanleg van het spoorwegnet een voorwaarde was voor de industrialisatie van Nederland.


Eindproduct
Je schrijft een artikel voor in de krant van 20 september 1889. Die dag is het 50 jaar geleden dat de eerste spoorlijn in Nederland is geopend. In het artikel verhaal je over de feestelijke opening, over de aanvankelijke scepsis ten opzichte van dit nieuwe vervoermiddel en over de enorme verandering die de trein teweeg heeft gebracht in de Nederlandse samenleving.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor de opdracht als:

  • je artikel een aantal feiten bevat over de ontwikkeling van het Nederlandse spoorwegnet.
  • je artikel duidelijk maakt waarom mensen in eerste instantie sceptisch stonden tegenover de trein.
  • je artikel duidelijk maakt dat het spoorwegnet een voorwaarde was voor de industrialisatie van Nederland.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Canonvenster 'De eerste spoorlijn 1839' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Eindproduct: een artikel schrijven voor de krant van 20 september 1889 over 50 jaar spoorwegen in Nederland.


Benodigdheden:
Geen bijzonderheden.

Tijd:
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

 

 

Stap 1

Canon: De eerste spoorlijn
Ga naar de website entoen.nu en lees de tekst bij het canonvenster:

Website: De eerste spoorlijn 1839

Bekijk in ieder geval:

  • de Vensterplaat De eerste spoorlijn
  • de tekst en afbeeldingen over de opening van de eerste spoorlijn
  • de Canon-clip voortgezet onderwijs

Zorg dat je antwoord kunt geven op de volgende vragen:

  • Tussen welke twee steden reed de eerste stoomlocomotief?
  • Wat wordt bedoeld met 'Door de aanleg van treinen leek het alsof Nederland kleiner werd.'?
  • Waarom was de aanleg van spoorlijnen belangrijk voor de industrialisatie?
  • Is de NS een staatsbedrijf? Leg je antwoord uit.

Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.

Stap 2

Centraal station Utrecht in 1866

Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht schrijf je een artikel voor in de krant van 20 september 1889. Het artikel gaat over 50 jaar spoorwegen in Nederland.
In het artikel verhaal je over:

  • het vervoer per trekschuit.
  • de feestelijke opening van het spoorwegnet in 1839.
  • de aanvankelijke scepsis ten opzichte van de trein.
  • de ontwikkeling van het spoorwegnet tussen 1839 en 1989.
  • het belang van de ontwikkeling van het spoorwegnet voor de industrialisatie van Nederland.

Klaar?
Laat het artikel beoordelen door je docent.

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Extra: LvL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.vimeo.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.

Video: De eerste spoorlijn

Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de pop-up weg.

Verzet tegen kinderarbeid

Vooraf

Jonge mijnwerkers in VS (1911)

Tot in de 19e eeuw gingen de meeste kinderen niet naar school. Ze werkten op het land, in de winkel of in de werkplaats. Kinderarbeid was normaal. Het was nuttig, vonden hun ouders en ze leerden er wat van. Maar het was ook nodig, want zo verdienden kinderen extra geld voor het gezin. Toen kwam de industriële revolutie. Overal kwamen fabrieken die mensen nodig hadden en ook kinderen gingen in de fabriek werken. Was dat ook wel zo goed voor die kinderen?
In deze opdracht staat het verzet tegen kinderarbeid in Nederland centraal.

Aan het eind van de opdracht kun je:

  • motiveren waarom kinderarbeid in de 19e eeuw normaal was.
  • concluderen dat er in de tweede helft van de 19e eeuw steeds meer kritiek komt op kinderarbeid.
  • in eigen woorden beschrijven wat wordt bedoeld met het 'Kinderwetje van Van Houten'.
  • argumenteren waarom de Leerplichtwet van 1900 nodig was om echt een einde te maken aan de kinderarbeid.


Eindproduct
Je mag samen met een klasgenoot een eindproduct ontwerpen met als titel 'Verzet tegen kinderarbeid'. Wat voor eindproduct jullie maken, mogen jullie zelf kiezen.

Beoordeling
Het eindproduct wordt beoordeeld op de volgende punten:

  • het eindproduct stelt via bronnen vast uit dat kinderarbeid in de 19e eeuw nog veel voorkwam.
  • het eindproduct bevat minstens drie passende afbeeldingen.
  • het eindproduct geeft het bewijs dat de Leerplichtwet een einde maakte aan kinderarbeid.
  • het eindproduct is met zorg gemaakt.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Samen met een klasgenoot Canonvenster 'Kinderarbeid' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Samen met een klasgenoot In een cirkelschema uitleggen waarom kinderen niet naar school gingen en waarom kinderarbeid bleef bestaan.
Stap 3 Samen met een klasgenoot Informatie opzoeken over het verzet tegen kinderarbeid in of rond jouw woonplaats.
Stap 4 Samen met een klasgenoot Eindproduct: een column schrijven over het verzet tegen kinderarbeid
in de tweede helft van de 19e eeuw.


Benodigdheden
Afhankelijk van het eindproduct dat jullie gaan maken.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie 2 uur nodig.
Misschien dat jullie voor het maken van het eindproduct meer tijd nodig hebben. Overleg met jullie docent.

 

 

Stap 1

Jongen aan een werkbank

Canon: Verzet tegen kinderarbeid
Ga naar de website entoen.nu en lees vervolgens de tekst bij het canonvenster 'Kinderarbeid' .

Rechts naast de tekst kun je op een aantal afbeeldingen klikken.
Bekijk in ieder geval:

  • de afbeeldingen plus tekst over het 'Kinderwetje van Van Houten'.

  • de Canon-clip voortgezet onderwijs.

  • de Beeldbankclip: Kinderarbeid in Nederland.

Maak tijdens het lezen en kijken aantekeningen.

Stap 2

Hiernaast zie je een cirkelschema.
Je kunt in zo'n schema in stappen uitleggen waarom kinderen niet naar school gingen en waarom kinderarbeid bleef bestaan.

Stap 1 is al ingevuld.
Neem het schema over en vul de vier nog openstaande stappen in.

A. In de 19e eeuw waren veel arbeidersgezinnen arm.
B. Kinderen konden niet lezen en schrijven.
C. Kinderen kregen alleen slecht betaalde baantjes.
D. Kinderen konden niet naar school.
E. Kinderen moesten werken om een deel van het gezinsinkomen te verdienen.

Samuel van Houten probeerde met het Kinderwetje de cirkel te doorbreken.
Geef in eigen woorden weer hoe hij de cirkel probeerde te doorbreken.
Lang niet alle arbeiders waren blij met het Kinderwetje van Van Houten.
Kun je in eigen woorden uitleggen waarom ze niet blij waren?

Stap 3

Kinderen in de Grafische industrie

Regionale canons

Via de website van entoen.nu/kinderarbeid/vo kun je ook naar de items uit verschillende regionale canons over verzet tegen kinderarbeid.

Kies samen enkele van deze canons uit. Dat kan een canon van de stad zijn waarin jullie wonen of een stad in de buurt en één of twee canons die jullie interessant lijken.
Lees de informatie door en bekijk de foto’s en/of kaarten bij het verhaal.

Is er in jullie dorp/stad/provincie iets te vinden wat jullie nog herinnert aan het verzet tegen kinderarbeid?
Gebruik de informatie die jullie vinden voor jullie eindproduct.

 

Stap 4

Eindproduct

Het eindproduct dat jullie gaan maken, krijgt als titel 'Verzet tegen kinderarbeid'.
Jullie mogen zelf kiezen wat voor eindproduct jullie willen maken.
Het eindproduct moet duidelijk laten zien dat er in 19de eeuw anders tegen kinderarbeid werd aangekeken dan tegenwoordig, maar dat er vanaf ongeveer 1860 steeds meer verzet kwam tegen kinderarbeid en dat de Leerplichtwet van 1900 nodig was om echt een einde aan de kinderarbeid te maken.

Nog geen idee wat voor eindproduct jullie gaan maken?
Kijk voor ideeën in de Gereedschapskist.

Idee:
Schrijf een column over het verzet tegen kinderarbeid in de tweede helft van de 19de eeuw.

Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent.

 

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Het jaar 1848

Vooraf

Ernst Zinna op de barricade in Berlijn

Het jaar 1848 staat wel bekend als revolutiejaar. Het was een onrustig jaar in heel Europa. In Frankrijk eisten burgers politieke hervormingen. In Oostenrijk-Hongarije, in de Duitse Staten en in Italië gingen de mensen de straat op om de macht van de vorsten te beperken. En ook in Nederland stemde koning Willem II uiteindelijk in met een grondwetswijziging.
Het revolutiejaar 1848 staat centraal in deze opdracht.

Aan het eind van de opdracht kun je

  • uitleggen waarom 1848 wel bekend staat als revolutiejaar.
  • de belangrijkste kenmerken uit de Nederlandse grondwet van 1848 beschrijven.


Eindproduct
Je schrijft een column over de Grondwet van 1848.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor de opdracht als:

  • je column een duidelijke boodschap heeft.
  • je column geestig en/of uitdagend is.
  • je column een duidelijke kop en staart heeft.
  • je column een duidelijke titel heeft.
  • je column verzorgd is vormgegeven.
  • je column geen schrijffouten bevat.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbanken 'Liberalisme'en 'Revolutiejaar 1848' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Kennisbank 'Grondwet 1848' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 3 Alleen Toets 'Het jaar 1848' maken.
Stap 4 Alleen Een column schrijven over de opname van de Grondwet 1848 in de canon van de Nederlandse geschiedenis.


Benodigdheden:
Geen bijzonderheden.

Tijd:
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

 

Stap 1

Op de barricaden in 1848

Revolutiejaar 1848
Ga naar de Kennisbank. Bestudeer eerst het onderdeel 'Liberalisme' en vervolgens de eerste pagina van het onderdeel 'Revolutiejaar 1848':

KB: Liberalisme
KB: Revolutiejaar 1848

Meer over het revolutiejaar 1848 lees je op de volgende pagina van Wikipedia: nl.wikipedia.org/wiki/Revolutiejaar_1848

Beantwoord de volgende vragen.

  • In welk land begonnen de revoluties in 1848?
  • Hadden de revoluties in de verschillende landen allemaal (ongeveer) hetzelfde doel?
  • Op welk punt zijn de revoluties in de Duitse en Italiaanse landen nog meer te vergelijken?

Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.

Stap 2

Koning Willem II

1848 - Grondwet
In het jaar 1848 kwam de Nederlandse Grondwet tot stand.
In de Grondwet werd geregeld hoe ons land geregeerd moest worden.

Ga naar de Kennisbank Geschiedenis:

KB: Grondwet 1848

Gebruik de informatie om antwoord te geven op de volgende vragen.

  1. Waar of niet waar?
    Vanaf 1848 had iedereen die ouder was dan 18 jaar kiesrecht.
    1. Waar
    2. Niet waar
  2. Waar of niet waar?
    Door de invoering van de Grondwet in 1848 werd de macht van de koning veel kleiner.
    1. Waar
    2. Niet waar
  3. In de Grondwet is de scheiding van de machten (wetgevende macht, uitvoerende macht en rechtelijke macht) vastgelegd.
    Wie kreeg de wetgevende macht?
    1. De regering, provincies en gemeenten.
    2. De Eerste en Tweede Kamer.
  4. In de Grondwet is de scheiding van de machten vastgelegd.
    Wie kreeg de uitvoerende macht?
    1. De regering, provincies en gemeenten.
    2. De Eerste en Tweede Kamer.
  5. Waar of niet waar?
    De regering controleert het beleid van de Tweede Kamer.
    1. Waar
    2. Niet waar
  6. Hoe wordt het recht van de Tweede Kamer genoemd om zelf een onderzoek in te kunnen stellen?
    1. recht van enquête
    2. recht van amendement
  7. Wat wordt bedoeld met het recht van initiatief?
    1. Het recht van de Tweede Kamer om de begroting te controleren.
    2. Het recht van de Tweede Kamer om zelf een wetsvoorstel te kunnen indienen.
  8. Wat wordt bedoeld met ministeriële verantwoordelijkheid?
    1. De koning is verantwoordelijk voor het beleid van de ministers.
    2. De ministers zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen beleid.
  9. Waar of niet waar?
    De leden van de Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen door de burgers.
    1. Waar
    2. Niet waar

Stap 3

Toets

Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Het jaar 1848'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.

Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

 

Toets:Het jaar 1848

Stap 4

Johan Rudolph Thorbecke in 1852

Canon

De Grondwet 1848 is één van de 50 vensters van de Nederlandse canon.
Kijk maar eens op: http://entoen.nu/grondwet/vo

Wat vind jij? Is het terecht dat het opstellen van de Grondwet door Thorbecke in 1848 één van de 50 belangrijkste gebeurtenissen in de Nederlandse geschiedenis is?
Surf een tijdje rond op de hierboven genoemde website.
Lees in ieder geval de inleidende tekst en bekijk de canon-clip voortgezet onderwijs.

Een column is een korte tekst waarin de schrijver geestig en/of uitdagend zijn mening geeft.
Ter afsluiting van deze opdracht schrijf je een column. In je column neem je het standpunt in dat het onzin is dat het opstellen van de Grondwet in 1848 is opgenomen in de canon van de Nederlandse geschiedenis.

Klaar?
Laat je column beoordelen door je docent.

 

Column schrijven

Een column is een kort stukje tekst, waarin de schrijver zijn mening geeft op een grappige of uitdagende manier.

 

Begrippenlijst

Eenheidsstaat
Een staat waarvan de macht uitsluitend bij een centrale overheid ligt. Dit wordt ook wel een unitaire staat genoemd.
Economische vrijheid
Economische vrijheid staat voor vrije markten en privaat eigendom.
Willem II
Willem II wordt op 7 oktober 1840 de tweede koning van Nederland. Hij stemt tijdens zijn regering in met de opstelling van de liberale grondwet van Thorbecke. De negen jaar van het koningschap van Willem II kenmerken zich vooral door de Nederlandse overgang van conservatief naar liberaal.
Ministeriële verantwoordelijkheid
Ministeriële verantwoordelijkheid houdt in dat ministers verantwoordelijk zijn voor de daden van de regering, en niet het staatshoofd. Vanaf 1848 werden ministers zelf verantwoordelijk en was de macht van de koning symbolisch.
Amendement
Een amendement is een formele wijziging van een officieel document. In de Grondwet van 1848 kreeg de Tweede Kamer het recht om voorstellen in te dienen om een wetsontwerp aan te passen.
J.R. Thorbecke
J.R. Thorbecke was een liberale Nederlandse staatsman. Hij wordt als grondlegger van het parlementarisme in Nederland beschouwd. Hij ontwierp de nieuwe Grondwet, een liberale Grondwet.
Grondwet
De Grondwet is de belangrijkste wet van een staat. Deze wet bepaalt wie de macht in de praktijk uitoefenen in zo’n staat, hoe dat gebeurt en beschrijft daarnaast de rechten en plichten van elk individu.
Democratisering
'Het volk aan de macht'. Een ontwikkeling waarbij het bestuur van een land of groep democratischer wordt. De besluiten worden dan dus door meer mensen genomen dan voorheen.
Volksinvloed Grondwet 1848 Thorbecke
Onder leiding van Koning Willem I wilde een steeds groter deel van de bevolking meer te zeggen hebben. Om een revolutie te voorkomen stemde de koning in met een nieuwe Grondwet. Die werd in 1848 door de heer Thorbecke geschreven. Nederland kreeg toen een parlementair stelsel. Er stond onder andere een uitbreiding van het kiesrecht in: meer mannen (met voldoende vermogen) mochten daarna stemmen.
Liberalisme
Het liberalisme wil zo veel mogelijkheid vrijheid voor iedereen en streeft ernaar dat iedereen voor zijn eigen bestaan zorgt.


 

 

Politieke stromingen

Vooraf

Het koninklijk wapen

In de 19e eeuw is het politieke systeem zoals we dat nu kennen ontstaan.
Na 1850 werden de eerste politieke groeperingen opgericht. In deze opdracht kijk je hoe ons parlementair stelsel is ontstaan.
Je kijkt nogmaals naar de Grondwet van 1848 en je bestudeert de verschillende politieke stromingen.

Aan het eind van de opdracht kun je

  • de belangrijkste kenmerken uit de Nederlandse Grondwet van 1848 beschrijven.
  • de kenmerken van de politieke stromingen 'liberalisme' en 'socialisme' beschrijven en vergelijken.
  • uitleggen waarom 1848 bekendstaat als revolutiejaar.
  • een aantal rechten uit de Nederlandse Grondwet van 1848 beschrijven. Wat vindt je het belangrijkste recht? Motiveer je mening.


Eindproduct
Je maakt een schema. In het schema komen de vier politieke stromingen. Achter iedere stroming komt een korte omschrijving, een belangrijke leider en een politieke partij uit de 19e eeuw.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor de opdracht als:

  • Je de boodschap van het schema duidelijk gemaakt hebt.
  • Je hebt gezorgd dat het schema precies past bij de opdracht.
  • Je het schema op een verzorgde manier hebt vormgegeven.
  • Je aan de hand van het schema erg gemakkelijk conclusies kunt trekken.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbank 'Grondwet 1848' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Kennisbank 'Liberalisme' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 3 Alleen Kennisbank 'Protestanten, katholieken, liberalen en socialisten' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 4 Alleen Vragen beantwoorden over de tekening van Albert Hahn.
Stap 5 Alleen Een uitspraak lezen van een policitus. Welke politicus deed deze uitspraak?
Stap 6 Alleen Toets 'Politieke stromingen' maken.
Stap 7 Alleen Eindproduct: De vier politieke stromingen in een schema zetten en beschrijven.


Benodigdheden:
Geen bijzonderheden.

Tijd:
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

 

 

Stap 1

Koning Willem I der Nederlanden

1848 - Grondwet
Het jaar 1848 wordt wel gezien als het jaar waarin ons politieke systeem is ontstaan. In dat jaar kwam de Nederlandse Grondwet tot stand. In de Grondwet werd geregeld hoe ons land geregeerd moest worden.

Ga naar de Kennisbank geschiedenis:

KB: Grondwet 1848

Toch was er nog een belangrijk verschil met de moderne politiek: het ontbreken van politieke partijen en het ontbreken van algemeen kiesrecht.
In 1850 had nog slechts een zeer beperkt deel van de bevolking kiesrecht.

Probeer uit te zoeken:

  • wie er in 1850 mochten stemmen voor de Tweede Kamer.
  • wat bepaalde of een persoon wel of niet mocht stemmen.
  • wanneer het algemeen kiesrecht voor mannen in Nederland werd ingevoerd.
  • wat het verschil is tussen actief kiesrecht en passief kiesrecht.
  • wanneer vrouwen voor het eerst mochten stemmen voor de Tweede Kamer.

Stap 2

J.R. Thorbecke

Liberalisme
De politieke stroming die er voor heeft gezorgd dat de Grondwet tot stand kwam, noemen we het liberalisme.
Ga opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis:

KB: Liberalisme

Beantwoord de volgende vijf vragen:

  • Wat is het uitgangspunt van het liberalisme?
  • Wat moest volgens de liberalen de politieke rol van de kerk zijn?
  • Hoe dachten de liberalen over de rol van de staat?
  • Waarom kreeg het liberalisme in de tweede helft van de 19e eeuw steeds meer aanhangers?
  • Hoe heet de eerste politieke partij van de liberalen?

Bespreek de antwoorden op deze vijf vragen met een klasgenoot.

Stap 3

Ferdinand Domela Nieuwenhuis

Politiek rond 1900
Liberalen wilden dat de staat zich zo min mogelijk met het leven van de mensen bemoeide. Iedereen was zelf verantwoordelijk voor zijn geluk. Socialisten waren het daar niet mee eens. Zij wilden juist dat de staat zou zorgen voor goede werkomstandigheden en een normaal loon voor de arbeiders.
Naast de liberalen en socialisten was er nog een derde groep: de confessionelen. Of eigenlijk nog twee groepen: de katholieken en de protestanten. De liberalen wilden een sterke scheiding tussen kerk en staat en de meeste socialisten hadden niet veel op met de kerk. De confessionelen wilden juist dat er politiek gevoerd werd op basis van het geloof.

Bestudeer in de Kennisbank het onderdeel over de politieke situatie in de 19e eeuw:

KB: Protestanten

KB: Katholieken

KB: Liberalen

KB: Socialisten

Vragen:

  1. Waar of niet waar?
    Confessionelen zijn voor een sterke scheiding van kerk en staat.
    1. Waar
    2. Niet waar
  2. Waar of niet waar?
    In de schoolstrijd werkten de protestanten en katholieken samen tegen de liberalen.
    1. Waar
    2. Niet waar
  3. Waar of niet waar?
    De confessionelen wilden met de schoolstrijd bereiken dat ook katholieke en protestantse scholen overheidsgeld zouden krijgen.
    1. Waar
    2. Niet waar
  4. Hoe heette de partij die door Abraham Kuyper werd opgericht?
    1. De Rooms Katholieke Staats Partij (RKSP)
    2. Anti Revolutionaire Partij (ARP)
  5. Tot welke confessionele stroming behoorde Herman Schaepman?
    1. katholieken
    2. protestanten
  6. Wat betekent het woord sociaal?
    1. Dat je vooral rekening houdt met jezelf.
    2. Dat je rekening houdt met andere mensen.
  7. Waar of niet waar?
    Het socialisme had de meeste aanhang onder arme boeren op het platteland.
    1. Waar
    2. Niet waar
  8. Wie wordt wel beschouwd als de grondlegger van het socialisme in Nederland?
    1. Johan Rudolf Thorbecke
    2. Ferdinand Domela Nieuwenhuis
  9. Hoe heette de socialistische partij die in 1894 werd opgericht?
    1. PvdA (Partij van de Arbeid)
    2. SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij)
  10. Waar of niet waar? Na de oprichting van de SDAP stemden alle arbeiders op deze partij en haalde de partij meteen heel veel zetels.
    1. Waar
    2. Niet waar

 

Stap 4

Kameraden zoo moet het gaan!

Albert Hahn
In de negentiende eeuw ontstaat er een splitsing binnen de socialistische beweging. Eén stroming binnen de socialistische beweging gaat ervan uit dat veranderingen alleen door een gewelddadige revolutie te bereiken zijn, een andere socialistische stroming wil ook andere, niet gewelddadige, middelen toepassen.

Bekijk de tekening van Albert Hahn van 6 juni 1909. De tekening heeft als onderschrift: Kameraden zoo moet het gaan!

  1. Met de tekening maakt Albert Hahn propaganda voor één van beide stromingen.
    Voor welke opvatting maakt de tekenaar Hahn propaganda. Leg je antwoord uit.
  2. Welke stroming heeft in Nederland de meeste aanhang onder socialisten gekregen? Licht het antwoord toe.

Stap 5

Kuyper, Schaepman of Nieuwenhuis?

Lees onderstaand verhaal. Zorg dat je het hele verhaal begrijpt. Als je sommige woorden niet kent, vraag je de betekenis aan een klasgenoot of aan je docent.

"Ik was een gereformeerd predikant en oprichter van de eerste politieke partij in Nederland, de ARP (Anti-Revolutionaire Partij). Ik wilde met de ARP tegenwicht bieden tegen de dominante liberalen en de opkomende socialisten voor wie God nauwelijks nog een rol speelde. Mede door mijn toedoen kreeg de Nederlandse politiek te maken met de scherpe tegenstelling tussen christelijke partijen en niet-christelijke partijen. Het geloof in God moet volgens mij uitgangspunt zijn van elk handelen, dus ook van de politiek. Ik heb de emancipatie van de gereformeerden gestimuleerd door de oprichting van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Want ook de universiteiten werden gedomineerd door liberalen die een niet-christelijke wetenschap beoefenden."

 

Wie is hier aan het woord?
Kies uit Abraham Kuyper, Herman Schaepman of Domela Nieuwenhuis.

 

 

Stap 6

Toets
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Politieke stromingen'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.

Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

 

Toets:Politieke stromingen

Stap 7

Eindproduct
Als eindproduct maak je een schema met daarin de vier politieke groeperingen. Achter iedere groepering zet je een korte omschrijving, een belangrijke leider en een politieke partij.

Download het volgende schema.

Schema: Politieke stromingen.

Bekijk het schema goed.
Gebruik de antwoorden op de volgende twaalf vragen om het schema te vullen.

  1. Bij welke politieke stroming past de uitspraak 'Vrijheid voor de burgers' het best?
  2. Van welke politieke stroming was de ARP de politieke partij?
  3. Tot welke politieke stroming behoorde Herman Schaepman?
  4. Tot welke politieke stroming behoorde Thorbecke, de ontwerper van de Grondwet van 1848?
  5. Van welke politieke stroming was de RKSP de politieke partij?
  6. Bij welke politieke stroming past de uitspraak 'Betere leefomstandigheden voor de arbeider' het best?
  7. Tot welke politieke stroming behoorde Domela Nieuwenhuis?
  8. Van welke politieke stroming was de SDAP de politieke partij?
  9. Tot welke politieke stroming behoorde Abraham Kuyper?
  10. Bij welke politieke stroming past de omschrijving 'God moet uitgangspunt zijn van al het handelen en emancipatie van de gereformeerden' het best?
  11. Bij welke politieke stroming past de omschrijving 'Verbeteren van de positie van de katholieken' het best?
  12. Van welke politieke stroming was de partij van de Vrijheidsbond de politieke partij?

Heb je het schema ingevuld?
Vergelijk je schema dan met het schema van een klasgenoot.
Bespreek eventuele verschillen.

Extra: LvL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.

Video: Liberalen, Socialisten en Confessionelen

Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de pop-up weg.

Extra: Aletta Jacobs

Vooraf

Aletta Henriëtte Jacobs (1854-1929)

Leerdoelen
Het hele leven van Aletta Jacobs stond in het teken van gelijke rechten van mannen en vrouwen. In de tijd dat zij geboren werd mochten vrouwen niet studeren of stemmen. Dankzij haar strijd is dat allemaal veranderd. Mannen en vrouwen zijn nu gelijkwaardig, of toch nog niet helemaal?


Aan het eind van deze opdracht kun je

  • in eigen woorden beschrijven wie Aletta Jacobs was en waarvoor zij zich allemaal heeft ingezet.
  • verklaren waarom in die tijd geboorteregeling taboe was.
  • motiveren waarom tussen 1848 en 1918 vrouwen in Nederland niet mochten stemmen.
  • motiveren waarom tussen 1848 en 1918 niet alle mannen in Nederland mochten stemmen.
  • illustreren wat het verschil is tussen passief en actief kiesrecht.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 45 minuten nodig.

Stap 1

De eerste vrouw die …
Er zijn maar weinig vrouwen die in de Nederlandse geschiedenis zo’n indruk hebben achtergelaten als Aletta Jacobs.

Aletta is het achtste kind (van de elf) van Abraham Jacobs en Anna de Jongh. Alle 11 kinderen kregen de kans om te leren en dat is zeer uitzonderlijk in die tijd. Het leven van Aletta staat in het teken van ‘de eerste vrouw die…’. Haar zus Charlotte is de eerste vrouw die apotheker wordt in Nederland. Haar andere zus Frederika is de eerste vrouw die in Nederland op de middelbare school examen doet in wiskunde en boekhouden. Zelf zit ze als enige meisje tussen de jongens in de klas op de hbs (Hoogere Burger School, te vergelijken met het vwo van nu). Het liefst wil Aletta net als haar vader arts worden, maar daar heb je een universitaire studie voor nodig en op universiteiten werden toen geen vrouwen toegelaten.
Als vijftienjarige haalt ze het examen van leerling-apotheker. Een mannelijke leerling-apotheker heeft bij minister Thorbecke voor Onderwijs het verzoek ingediend om als leerling-apotheker vrijstelling te krijgen van het toelatingsexamen voor de universiteit. Als Aletta hoort dat zijn verzoek is ingewilligd stuurt ze eenzelfde brief naar Thorbecke. De minister is verrast en na enig heen-en-weer-schrijven krijgt ze toestemming en mag ze een jaar op proef studeren. Na dat jaar zal de minister een definitief besluit nemen.

Op 20 april 1871 begint Aletta met haar studie aan de universiteit van Groningen, 17 jaar oud. Zij is de eerste vrouwelijke student van Nederland. In kranten en tijdschriften wordt ze bespot. Haar broers, ook studenten, worden getreiterd. Eén van haar broers kan daar niet tegen en wil niets meer met zijn zus te maken hebben.

Dan komt het bericht dat minister Thorbecke stervende is. Gauw doet Aletta nog enkele examens en vraagt de minister om zijn definitieve besluit. Twee dagen na zijn dood krijgt Aletta de definitieve toestemming over de post. Het schijnt dat het één van Thorbecke’s laatste daden als minister is geweest. Aletta rondt haar studie met succes af. Ze is de eerste vrouw die slaagt voor het kandidaatsexamen en de eerste vrouw die slaagt voor het artsexamen. Een jaar later, in 1879, promoveert zij als eerste vrouw als doctor in de medicijnen.

Lees hier over deze briefwisseling met Thorbecke.

Vraag:
Waaruit blijkt dat zelfs de vooruitstrevende minister Thorbecke anders tegen vrouwen aankeek dan tegen mannen, zoals de meesten in die tijd?

Stap 2

De vrouw: haar bouw en haar inwendige organen

Dokter Jacobs
Dr. Aletta Jacobs wordt in 1879 huisarts aan de Herengracht in Amsterdam. Niet iedereen is overtuigd van haar kwaliteiten. Als zij een van haar vrouwelijke patiënten een rekening stuurt, komt haar man bij haar klagen. Hoe durft zij een even hoge rekening te sturen als haar mannelijke collega’s!

Als dokter heeft zij als een van de eersten door dat een lichaam van een man anders in elkaar zit dan het een lichaam van een vrouw. Vrouwen hebben soms andere kwalen dan mannen en de hoeveelheid medicijnen voor een vrouw kunnen anders zijn dan voor een man. De medische stand hield daar geen rekening mee. Het werd zelfs als ongepast of onfatsoenlijk gezien om over vrouwenkwalen te spreken (spreken over kwalen van mannen mocht natuurlijk wel!). Zij stelt het boek ‘De Vrouw. Haar bouw en haar inwendige organen’ samen met geïllustreerde beweegbare anatomische platen.

Video: Aletta Jacobs (Bekijk van 6:42 tot 7:24 min.)

In de Jordaan, een Amsterdamse volksbuurt, ziet zij veel ellende onder de mensen, vooral onder vrouwen. Zij verzorgt veertien jaar lang twee keer per week een gratis spreekuur voor deze vrouwen. Tijdens haar gratis consulten constateert zij dat een overmatig aantal opeenvolgende zwangerschappen verwoestende effecten heeft op een vrouwenlichaam.

Openlijk pleiten voor voorlichting en het verstrekken van voorbehoedsmiddelen waren in Nederland zeer omstreden. In andere landen, zoals de Verenigde Staten, was dat zelfs verboden, maar toen een Amerikaanse journaliste in 1881 dit gratis spreekuur in een artikel omschreef als “de eerste openbare kliniek voor geboorteregeling ter wereld” kreeg zij brieven uit de hele wereld. De redactie durfde het niet aan om haar adres te noemen, uit angst voor een veroordeling door een Amerikaanse rechter. Desondanks kwamen brieven gericht aan “Dr. Aletta Jacobs, Holland” gewoon aan. Dat de redactie niet zonder reden zo voorzichtig was, blijkt in 1919. Dat jaar werd zij door een organisatie van vrouwelijke artsen uitgenodigd om op een congres in Amerika te komen spreken. Ze wilde daar graag naar toe, maar kreeg van de Amerikaanse regering geen visum.

Video: Strijden voor rechten voor vrouwen (Bekijk tot 1:22 min.)

Vragen:

  1. Hoeveel kinderen hadden de meeste arbeiders in de Jordaan?
  2. Over geboorteregeling werd niet openlijk gesproken, ook niet in het filmpje. Hoe wordt het dan wel omschreven?

Stap 3

Poster uit 1918, ontwerp: T. Molkenboer

Vrouwenkiesrecht
In het buitenland is ze beroemd vanwege de geboorteregeling die zij propageerde. Maar in Nederland kennen we haar vooral van haar strijd voor het vrouwenkiesrecht.

In de jaren vóór 1848 heeft de koning het voor het zeggen. Nederland wordt geregeerd door een absoluut vorst. Dat verandert maar langzaam, maar in 1848 is het zover. De leden van de Tweede Kamer worden vanaf dat moment gekozen door de ingezetenen van het land. Niet alle inwoners mogen stemmen, alleen als je een bepaald bedrag aan belasting betaald krijgt je het recht om te stemmen. In de praktijk kwam dat neer op 10% van alle mannen in Nederland en het waren alleen mannen, omdat zij degenen waren die de belasting betaalden.

Aletta is arts en heeft voldoende inkomen, ze voldoet aan de voorwaarden. In 1883 stapt ze naar de Amsterdamse gemeenteraad voor een plaats op de kiezerslijst. De gemeenteraad antwoordt haar dat een vrouw geen burgerrechten heeft, en dus ook geen stemrecht. Jacobs besluit de strijd niet op te geven en vecht de beslissing aan bij de Amsterdamse rechtbank en als dat geen effect heeft, bij de Hoge Raad (de hoogste rechtbank van Nederland).

Ook de Hoge Raad wijst haar verzoek af. Het is de man die belasting betaalt en dus heeft de vrouw geen stemrecht. Dat ook weduwen en ongetrouwde vrouwen belasting betalen, verzwijgt de Hoge Raad gemakshalve. Voor de zekerheid wijzigen de heren politici de wet toch maar. Vanaf 1887 luidt artikel 90: “De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door mannelijke ingezetenen.”

Aletta berust niet in de nieuwe wet. Zij richt samen met andere vrouwen in 1894 de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (VVK) op. De vereniging heeft afdelingen in het hele land. Aletta wordt eerst presidente van de afdeling Amsterdam (in 1895) en later (in 1903) presidente van het landelijk bestuur.

Zij wordt naar buiten toe het gezicht van de strijd voor het vrouwenkiesrecht. Ze reist het hele land door, houdt lezingen, organiseert congressen, schrijft artikelen voor kranten en tijdschriften en onderhoudt contacten met soortgelijke verenigingen in het buitenland. In 1911 en 1912 reist ze met de presidente van de Wereldbond van Vrouwenkiesrecht de hele wereld over.

Video: Strijden voor rechten voor vrouwen (Bekijk van 1:23 tot 14:18 min.)

Vanaf 1916 houden vrouwen in Nederland dag in dag uit demonstraties voor het parlementsgebouw in Den Haag. Die vasthoudendheid heeft succes. In 1918 halen zij de eerste overwinning: vrouwen krijgen het recht om gekozen te worden (passief kiesrecht). In 1919 komt het tweede succes: vrouwen hebben dezelfde rechten als mannen. In 1922 is het eindelijk zover. Dan zijn er voor het eerst verkiezingen in Nederland waarbij ook vrouwen naar de stembus gaan (actief kiesrecht).

Vragen:

  1. Het algemeen kiesrecht gaat voor een deel gelijk op met het vrouwenkiesrecht. Noem een overeenkomst tussen het algemeen kiesrecht en het vrouwenkiesrecht en noem een verschil tussen beide.
  2. In het filmpje geeft Aletta aan dat de wereld er heel anders uit zal zien als vrouwen ook mogen stemmen. Waar doelt ze op?
  3. Waarom zou de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht haar naam in 1920 hebben veranderd in Vereniging voor Staatsburgeressen?

Stap 4

Vrouwen nu
Aletta Jacobs is het boegbeeld van wat later de Eerste Feministische Golf (1870-1920) in Nederland wordt genoemd. De Tweede Feministische Golf jaren vond plaats in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de twintigste eeuw. Er is zelfs sprake van een Derde Feministische Golf die halverwege de jaren negentig begon.

Zie hieronder de Canonclip Aletta Jacobs (Bekijk van 03:09-04:43 min.)

Vragen:

  1. Aletta Jacobs was het boegbeeld van de Eerste Feministische Golf.
    Het belangrijkste speerpunt van deze golf was het vrouwenkiesrecht.
    Zoek op internet op wie de aanjagers waren van de Tweede en Derde Feministische Golf en wat hun speerpunten waren.
  2. Bekijk het videofragment en omschrijf de meningen van de jongeren uit het filmpje:
    1. Hoe wordt er tegenwoordig tegen vrouwen aangekeken?
    2. Is de feministische strijd gewonnen?
    3. Wat valt je op als je naar hun antwoorden kijkt?

Leerdoelen

Ieder jaar komen er anderhalf miljoen bezoekers naar het Van Gogh Museum in Amsterdam. De mensen komen overal vandaan. Van iedere tien bezoekers komen er acht uit het buitenland. De Nederlandse schilder Vincent van Gogh (1853-1890) is dus echt wereldberoemd.

De kunstenaars van 'De Stijl' die in 1917 de 'Stijlgroep' hebben opgericht, vonden dat je als kunstenaar alleen de drie primaire kleuren mocht gebruiken.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • in eigen woorden vertellen wie Vincent van Gogh was en motiveren waarom hij in het buitenland wereldberoemd is.
  • in eigen woorden uitleggen wat wordt bedoeld met 'De Stijl'
  • enkele namen van kunstenaars van de Stijlgroep noemen.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 30 minuten nodig.

Vincent van Gogh (1853-1890)
Vincent van Gogh is wereldberoemd; zijn schilderijen hangen overal ter wereld in musea en zijn heel veel geld waard. Maar beroemd is hij pas geworden na zijn dood. Natuurlijk door zijn schilderijen, maar ook om zijn levensverhaal. Hij was een echte kunstenaar: geniaal, maar ongelukkig en eenzaam. Toen hij 37 jaar was heeft hij zelfmoord gepleegd.

Vincent van Gogh is één van de vijftig canonvensters.
Bezoek het canonvenster op de site entoen.nu/vincentvangogh.

Lees de tekst.
Rechts naast de tekst kun je op een aantal afbeeldingen klikken.
Bekijk in ieder geval:

  • De Vensterplaat Vincent van Gogh.
  • De Canon-clip voortgezet onderwijs.
  • De beeldbandclip Vincent van Gogh, de kunstschilder.

 

De Stijl
De Stijl is een Nederlandse kunstbeweging die in 1917 werd opgericht. De leden van De Stijl streefden naar hervorming van de kunst. Deze hervorming bestond uit het gebruik van een minimum aan kleuren en een zo eenvoudig mogelijke vormgeving. Belangrijke leden van de Stijlgroep waren Gerrit Rietveld en Theo van Doesburg. De kunstbeweging is vernoemd naar het tijdschrift 'De Stijl'. Van dat blad zijn er ongeveer 300 exemplaren verkocht, maar toch had de Stijlgroep een enorme invloed op de kunst en niet alleen in Nederland, ook ver daarbuiten.

De Stijl is één van de vijftig canonvensters.
Bezoek het canonvenster op de site entoen.nu/stijl.

Lees de tekst.
Rechts naast de tekst kun je op een aantal afbeeldingen klikken.
Bekijk in ieder geval:

  • De Vensterplaat De Stijl.
  • De Canon-clip voortgezet onderwijs.
  • De beeldbandclip Gerrit Rietveld.

Afsluiting tijdvak

Tijdvak 8

Je hebt alle opdrachten van Tijdvak 8 gemaakt, tijd voor de afsluiting.
De keuze van het eindproduct is vrij. Je kunt ervoor kiezen om een eindproduct te maken waarin alle leerdoelen van dit thema een plaats krijgen, maar je kunt ook een leerdoel uitkiezen en dat leerdoel centraal zetten in je eindproduct. Natuurlijk kun je bij het maken van je eindproduct gebruik maken van de producten die je al gemaakt hebt, maar je mag ook helemaal opnieuw beginnen.
Overleg met je docent over:

  • de groepsgrootte: maak je het eindproduct alleen of samen met een of enkele klasgenoten?
  • de beschikbare tijd: hoeveel tijd heb je voor het maken van het eindproduct?
  • de planning: wanneer moet het eindproduct klaar zijn?
  • de beoordeling: welke criteria gebruikt je docent bij het beoordelen van het eindproduct?

Succes.

Quiz maken

Bij het maken van een quiz ontwerp je zelf de vragen in groepjes. Via een puntensysteem wordt de winnaar bepaald. Daarna worden de antwoorden besproken.

 

Verderkijker

Tijdvak 8

Verderkijker

Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'. De verderkijker biedt een selectie bij het thema passende digitale fragmenten uit het archief van Beeld en Geluid.
Om de Teleblik fragmenten te kunnen bekijken moet je ingelogd zijn op teleblik. Voor meer informatie over het inloggen ga naar: teleblik.nl/faq/hoe-krijg-ik-toegang-tot-teleblik

1 Imperialisme
De totstandkoming van de staatkundige indeling van het Afrikaanse continent tijdens de Koloniale Conferentie in Berlijn (1884-1885) o.l.v. de Duitse rijkskanselier Otto von Bismarck; de toewijzing van Zuidwest-Afrika als kolonie aan Duitsland. Ook over de Duitsers Lüderitz en Vogelsang, die zich als eersten in Zuidwest-Afrika vestigden en de weg vrijmaakten voor het stichten van een Duitse kolonie; Materieel imperialisme

Let op:
Om een video af te sluiten, moet je eerst op stop drukken en dan pas de popup wegklikken.

2 Politieke stromingen

Politieke partijen komen op aan het eind van de 19 eeuw. Ze zijn gebaseerd op het socialisme, liberalisme en de christen democratie. Politieke stromingen - 1

Ooggetuigen over Domela Nieuwenhuis.
Politieke stromingen - 2


3 De eerste spoorlijn

Aanleg van de eerste spoorlijn, archiefbeelden en een bezoek aan het spoorwegmuseum. De eerste spoorlijn

4 Industriële revolutie

Citaat van een boer over hoe snel de wereld verandert. Hoe zou de wereld er over 80 jaar uitzien? Industriële revolutie - 1

Regout koopt een van de eerste stoommachines. In dit fragment de fabriek van Regout en teksten van werknemers in de fabriek. Industriële revolutie - 2

Industriele revolutie in de textielindustrie. Industriële revolutie - 3

5 Verzet tegen kinderarbeid

Ernst Daniel Smit vertelt: kinderwetje van Van Houten, deels verbeeld met nagespeelde scenes. Verzet tegen kinderarbeid

Arbeidsomstandigheden en huisvesting.
Verzet tegen kinderarbeid - 2

  • Het arrangement Tijdvak 8 Burgers en stoommachines - HV2 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Marc Boiten Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-05-08 13:43:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    StudioVO

    Deze module is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO.

    Fair Use

    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van burgers en stoommachines (1800 - 1900); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    14 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Geschiedenis. (2019).

    Tijdvak 8 - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/61321/Tijdvak_8___hv123

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Industriële revolutie

    Het jaar 1848

    Politieke stromingen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.