Expressief talent MBO Landstede

Expressief talent MBO Landstede

Inleiding

LWP informatie

Afgelopen jaar hebben jullie binnen verschillende vakken te maken gehad met expressie. Van drama tot beeldend en van voorlezen tot sport. Dit keuzedeel is dan ook een verdiepende module waarbij jullie een stapje verder gaan. Jullie gaan jullie rugzak vol kennis en ervaring herontdekken, uitpluizen en verder aanvullen. Dit met als doelen:

  • Express yourself; vind jouw creativiteit & waar liggen jouw talenten?
  • Express transfer 1; Jouw creativiteit kunnen inzetten in de begeleiding van jouw doelgroep & de creativiteit van jouw doelgroep kunnen aanspreken.
  • Express transfer 2;
  • Examenopdracht (prove2move)

 

Het project staat centraal en dit wordt ondersteund door twixxen om de benodigde kennis en vaardigheden op te doen.  

Alle opdrachten zijn gekoppeld aan een  thema. dit keuzedeel wordt in 3 periodes aangeboden, waarbij je in de eerste periode aan de slag gaat met eigenvaardigheden en kennis op doen met de verschillende thema's, in de 2e periode ga je aan de slag om een tussenproject op te zetten binnen school en de laatste 3e periode ga je aan de slag om de kennis en vaardheden toe te passen bij een doelgroep. De examenopdracht (prove2move) voer je uit in de BPV, nadat je deze LWP, volledig hebt afgerond volgens de criteria.

..


Beschrijving: https://sambranten.files.wordpress.com/2013/09/crea-32.png

 

 

 

 

Planning express yourself

Express yourself

Duur: 8 (9) weken

Tijd: 2 uur per week

Totaal 16 uur per week (exclusief de uitstapjes)

Thema

Twixx

Inhoud

Aanvullende opdracht

Wie

 

 

1

Uitleg project

 

Twixx docenten

 

Beeldende kunst

2

Uitstapje museum

 

Twixx docent beeldend

 

3

Evaluatie van de uitstapje museum

Verwerkingsopdracht

Twixx docent beeldend

 

Theater

4

Voorbereiden uitstapje theatervoorstelling

Uitstapje Theatervoorstelling

Twixx docent Theater

 

5

Evaluatie van uitstapje theatervoorstelling

Verwerkingsopdracht

Twixx docenten Theater

 

Taal

6

Gastdocent dichter/schrijver

Verwerkingsopdrachten

Twixx docent dichter/schrijver

 

Muziek

7

Gastdocent muziek/theater

Verwerkingsopdracht

Twixx docent Muziek/Theater

 

 

8

Spel en beweging  dans

Verwerkingsopdracht

Twixx docenten

 

           

 

Planning express transfer 1 (tussenproject)

Express transfer 1 (tussenproject)

Duur: 8 (9) weken

Tijd: 1,5 uur per week

Totaal 12 uur (exclusief de uitstapjes)

Thema

Twixx

Inhoud

Aanvullende opdracht

 

1

Spel en beweging &dans

Verwerkingsopdracht

Werken aan tussenproject

2

Terugblikken en vooruitkijken

 

3

Werken aan tussenproject

 

4

Werken aan tussenproject

 

5

Werken aan tussenproject

 

6

Werken aan tussenproject

 

Presentatie

7

Presenteren tussenproject

 

Evaluatie

8

Evalueren

tussenproject

Lesmap aftekenen

Planning express transfer 2 (eindproject)

Express transfer 2 (eindproject)

Duur: 8 (9)  weken

Tijd: 1,5 uur per week

Totaal 12 uur (exclusief de uitstapjes)

Thema

Twixx

Inhoud

Aanvullende opdracht

Wie

 

Beeldend & taal

1

Gastles beeldend/taal met de doelgroep

Verwerkingsopdracht

Gastdocent beeldend/taal

 

Theater

2

Gastles theater met de doelgroep

Verwerkingsopdracht

Gastdocent Theater

 

Muziek

3

Gastles muziek met de doelgroep

Verwerkingsopdracht

Gastdocent muziek

 

Plan van aanpak maken en presenteren t.b.v. eindproject

4

Gastles spel en beweging en dans

Verwerlkingsopdracht

Gastdocent spel en bewegingen dans

 

5

Plan van aanpak maken + presentatie

Gericht op de doelgroep

 

 

6

Bijstellen plan van aanpak

 

 

 

 

7

Presenteren eindproject

Projectdag!!

 

 

 

8

Evalueren eindproject

Lesmap aftekenen

 

 

Voorwaarden LWP

Om het keuzedeel expressief talent af te sluiten met een voldaan, moet je uiteraard een examen maken met behulp van het prove2Move examen. De voorbereiding op dit examen zit in de bijeenkomsten van dit keuze onderdeel en natuurlijk de uitwerkingen ervan.

Doormiddel van deze zaken laat je zien dat je klaar bent om het examen te kunnen afleggen in de praktijk.

Hieronder de verschillende criteria.

 

Lesmap

Vanuit de thema's wordt er gevraagd om een lesmap bij te houden, met daarin:

* Verslagen

* Kijkwijzers

* Foto's

* Presentielijst

* en alles wat je meer kunt toevoegen.

De map wordt tussentijds gecontroleerd op de inhoud en er wordt dan met name gekeken of je hebt voldaan aan de opdrachten.

De map is vanaf het begin een werkmap en groeit gedurende dit keuzevak.

Vanaf het moment dat je de map klaar hebt is het de bedoeling dat je deze iedere bijeekomst bij je hebt.

In de map komt een checklist vanuit de thema's, hierop wordt bijgehouden door jou zelf en door de begeleidende docent wat je hebt gedaan.

Download hieronder de checklist voor je lesmap.

 

 

Presentie

Per week houden wij de presentie bij, maar ook jij gaat dat zelf doen en voegt dit toe aan je lesmap.

De lessen en bijeenkomsten zijn van belang, maar ook zeker de uitstapjes die we gaan maken, gedurende dit keuze deel.

Van de 24 bijeenkomsten mag je er 2 missen, maar je zorgt ervoor dat je gemiste inhoud wel inhaalt.

Een uitje dien je dan in een andere tijd in te halen, dit geldt ook voor geoorloofd verzuim!

een les hoef je niet in te halen, zowel voor geoorloofd als ongeoorloofd verzuim.

Een presentielijst kun je hier downloaden en toevoegen in je lesmap!

 

Wekelijkse 1 minuut vlog

Bij elk thema wordt er een 1 minuut vlog gemaakt. Deze volgs kun je opnemen met je mobiele telefoon.

Zorg ervoor dat je deze vlogs goed bewaard en dat je deze vlogs centraal bewaart.

Voordat de presentatie van de vlogs plaats vindt, monteer je deze in een aantrekkelijke, artistieke film.

Het presenteren van de vlogs gaat plaats vinden bij Terugblikken en Vooruitkijken, houdt dus rekening met je planning en begin op tijd. Monteren van de vlogs kan bijvoorbeeld met windows moviemaker!!

 

 

Plan van aanpak

In de loop van de periode wordt er gevraagd naar een plan van aanpak, om "express transfer 1" en "express transfer 2" op te zetten.

Deze plannen van aanpak moeten in je lesmap zijn toegevoegd. Het plan van aanpak moet ook goedgekeurd worden door de begeleidende docenten, om ook toestemming te krijgen om je project uit te voeren.

 

Express yourself

Thema Beeldende kunst (les 2 & 3)

Beelden en vormen

Dit thema begin je door eerst onderstaande tekst goed te lezen en daarna de opdracht uit te voeren.

 

Tekenen en handvaardigheid gaan over beelden en vormen.

Het zijn communicatiemiddelen.

Beelden noemen we al die vormgevingen die door mensen zijn gemaakt en die ergens naar verwijzen (de inhoud van beelden). Het porseleinen beeldje van een kat is geen kat, maar het verwijst naar een kat.

Vormen noemen we de vormgeving zonder verwijsfunctie. Een vaas verwijst nergens naar, het is een vorm, die je als hij goed gemaakt is ergens voor kunt gebruiken. Een vaas is dus in deze opvatting geen beeld. Het heeft een functie: er iets mee versieren, je kunt er iets indoen, het is een gebruiksvoorwerp.

Visuele beelden

We kunnen iets zien. Of we kunnen ons iets voorstellen, door bijvoorbeeld goed te luisteren naar een beschrijving die iemand geeft of door gebruik te maken van eerdere voorstellingen ( beelden) die je in je geheugen hebt opgeslagen. Een gevoel kan je ook in een beeld vertalen. Wie blij is kan daarvoor het beeld van een lichtgroene zonnige wei met bloemen oproepen. Dat beeld is dan een verwijzing naar  blij zijn.

En dan zijn er nog beelden die je ergens voor gebruikt, zoals een poster van een concert,  een kantoorgebouw, een zonnebril.

 

Over die beelden gaat het bij tekenen en handvaardigheid. Over hoe ze ontstaan, hoe je ze kan oproepen, hoe je ze op papier of in ander materiaal kan maken, hoe ze door anderen worden gemaakt. Het gaat ook over de betekenis die beelden van anderen hebben en hoe je zelf betekenis in beelden kunt leggen, die je op papier of van hout of in je binnenste maakt.

Bij beeldbeschouwing gaat het over de inhoud van beelden( de verwijzing) en dat betekenis  geven. De inhoud is datgene waar het beeld naar verwijst. Een vrouw met een kindje op de arm verwijst naar een vrouw met een kind op de arm. Het kan ook verwijzen naar de Heilige Maagd Maria met Jezus op haar arm. Nog verder kan het verwijzen naar moederliefde in het algemeen, of de verwijzing dat Maria middelares is tussen ons en God.

De eerste inhoud is door iedereen die kijkt te zien, voor de verdere inhoud heb je kennis nodig.

Beeldaspecten

Beelden en vormen bestaan uit beeldaspecten.

Beelden en vormen kunnen niet bestaan zonder vorm en kleur.

Vorm en kleur kan je niet zien zonder licht.

Andere beeldaspecten zijn: lijn, vlak, compositie, ruimte en textuur.

Materialen, gereedschappen en technieken

Om een denkbeeldig beeld te maken heb je geen materialen nodig, je gebruikt alleen je ogen en je hersenen.

Om een plat of ruimtelijk beeld te maken heb je materiaal nodig ( papier of hout), gereedschap ( kwast of hamer), en een techniek ( sjabloneren of een houtverbinding maken).

Voorstelling

Je kunt een medestudent tegenover je zien en diegene naar waarneming gaan natekenen. Zolang je in de tekening de ander kan herkennen spreken we van een (naturalistische) voorstelling. Altijd als er in een beeld iets te zien is dat in de werkelijkheid bestaat, kun je spreken van een voorstelling. Je maakt daarbij altijd een innerlijk beeld van de klasgenoot. Ook dat is een voorstelling. Het lukt goed als je een goed geheugen hebt en als je goed gekeken hebt, om een week later het portret nog te kunnen maken.

Betekenis

Iets dat kleur en vorm heeft, doet iets. Dat geld voor beelden en vormen. Wat het doet ligt aan het beeld en aan de beschouwer. Vaak valt de voorstelling het eerst op.

Bij het zien van bloemstuk  met rozen ( echt of van porselein) kan dat beeld door de beschouwer verschillende inhouden krijgen: een kweker denkt aan de soort, een bejaarde aan verwelkte relaties. De keuze van beeldaspecten, materialen en de hantering van de techniek hebben invloed op mij. De betekenis is ook door de cultuur bepaald, er zijn maatschappelijke afspraken in het geding. Een uil is in Nederland een symbool van wijsheid, in Zaïre is een uil het symbool van de dood.

Voor de maker van beelden en vormen is vaak het  maken zelf ook van betekenis. Iemand kan erdoor tot rust komen, een prettig gevoel krijgen dat het gelukt is wat hij wou maken, hij heeft zich kunnen uiten, zich kunnen oefenen in een techniek.

Tekenen en handvaardigheid gaan in de eerste plaats over de betekenis van de beelden. Hoe ze eruit zien, en waarmee of waarvan ze gemaakt zijn is ondergeschikt.

Beeldbeschouwing

In het beeldonderwijs gaat het over het leren maken van beelden, de productie. Daarnaast gaat het zeker ook over het leren zien, vertellen wat je ziet, en welke betekenis het voor je heeft en een mening formuleren. Dit heet ook wel beeldbeschouwing of beeldreflectie. Het beeld  wordt dan beschouwd naar wat er ontstaan is en hoe het ontstaan is.

* Beeldende kunst Museum Bezoek

Wij gaan een museum bezoeken, hierbij maak je gebruik van de kijkwijzer in de bijlage.

De bedoeling is dat je de kijkwijzer uitwerkt en toevoegd in je lesmap.

Daarnaast zorg je er voor dat je een 1 minuut vlog maakt van dit uitstapje.

In de volgende les wordt dit bezoek besproken en kun je de kijkwijzer verder invullen en de vervolg opdrachten maken en voorbereiden.

Opdracht BK1 stellingen

Lees de stellingen (bijlage 4) over jezelf, over beeldende espressie, beeldbeschouwing en het begeleiden bij beeldende activiteiten.

Geef commentaar op de stellingen door een vakje aan te kruisen. Doe dat voor jezelf, alleen. Later zal je de uitkomsten kunnen bespreken in je groep  en er over kunnen praten. Kies per blok de stelling die jij het interessantst vindt en licht in het vak toe wat je mening is.

Opdracht BK2  maak een voorblad

Maak een selfie met je telefoon

Verander het beeld door het uit te voeren in nieuw materiaal. Dit wordt onderdeel van je voorblad van je lesmap.

De Lesmap bijwerken

Verwerk jouw opdrachten, ervaringen, gedachten, inzichten, etc. in jouw lesmap.

Huiswerk

Neem volgende week een map mee. Dit wordt jouw lesmap!

* Beeldende Kunst Verwerkingsopdrachten

Opdracht BK3

 

Schrijf een evaluatie van het bezoek aan het museum op minimaal een half a4

Evaluatie vragen kunnen zijn:

  • Wat sprak je het meest aan van het bezoek
  • Wat is je bijgebleven van het bezoek
  • Wat heeft je verrast?
  • Wat had je verwacht?
  • Wat had je niet Verwacht

uieraard kun je zelf nog meer vragen bedenken!!

 

Opdracht BK4

 

Maak een samenvatting van de inleiding Beelden en vormen en haal daar de belangrijkste kenmerken uit. Maximaal een half A4

 

Opdracht BK5

 

Koppel beelden aan emoties.

 

Ga eens op zoek in je eigenwoonplaats (stad of dorp) naar beelden en koppel deze beelden aan emoties.

Maak er een foto van welke je later in je lesmap toevoegt.

Vertel hierbij wat voor een beeld het is en probeer de achtergronden van deze beelden te beschrijven, zoals de maker van het beeld, wat draagt het uit en natuurlijk welke emotie je er aan kunt koppelen. Verwerk minimaal 3 beelden

 

Opdracht BK6

 

Maak een 1 minuut vlog over het gehele thema Beeldende Kunst en werk je lesmap bij.

 

 

Thema Theater (les 4 & 5)

Opdracht Th1

Begin voordat je de voorstelling bijwoont alvast met de kijkwijzer in te vullen (bijlage)

 

 

Opdracht Th2

Maak na het bijwonen van het theaterstuk een 1 minuut vlog over wat je hebt gezien en vertel hierin kort waar het over ging en of het voldeed aan je verwachting.Geef ook je eigen mening over het stuk en of je dit ook geschikt vindt voor de doelgroep waarmee jij wilt gaan werken.

Maak nu ook de kijkwijzer af en voeg deze toe in je lesmap.

 

Thema Taal (les6)

In dit thema ga je aan de slag met taal.

Onderdelen in dit thema:

* Poézie

* Verschillende dichtvormen

* Rijmschema's

* Gedichten

OPDRACHT:

Gedurende dit thema is het de bedoeling dat je ook gaat lezen.

Hiervoor gebruik de leeswijzer, deze vul je in en voeg je toe aan je lesmap

 

 

 

 

* Taal Verwerkingsopdrachten

Opdracht T1  Bedenk een aanplakwoord. De eerste student bedenkt een samengesteld woord, zijn buurman hakt en plakt aan het eind een nieuw woord zodat een bestaand woord ontstaat. Voorbeeld: tafelpoot- pootaardappel-appeltaart…

           Associeren maar..

Opdracht T2 Stand-up

Bereid doormiddel van een woordspin (kernwoord: taal) een korte stand-up/presentatie voor waarin de woorden expressie en taal voor komen. Elk groepje krijgt een derde ander woord erbij. Bijvoorbeeld:

  • Groepje 1: taal, expressie, doelgroep
  • Groepje 2: taal, expressie, vergroten
  • Groepje 3: taal, expressie, gedichten
    of gebruik random woorden ter bevordering van creativiteit:
  • Groepje 1: taal, expressie, tafelpoot
  • Groepje 2 taal, expressie, fototoestel
  • Groepje 3: taal, expressie, reizen

Opdracht T3  wat weet jij?

Wat betekent taal (woorden, zinnen, citaten, wijze spreuken, gedichten, etc.) voor jou? Schrijf dit op en ondersteun dit met een gekozen woord, zin of spreuk dat jou inspireert, raakt of veel voor jou betekent. Bespreek dit in groepjes of klassikaal.

Opdracht T4 wat weet jij?

Wat betekent taal voor jouw doelgroep? Maak individueel een woordspin en bespreek daarna in tweetallen de overeenkomsten en de verschillen.

Een gedicht is een tekst die tot poëzie behoort. De inhoud is niet bepalend om te herkennen of een stuk tekst een gedicht is. Een gedicht kan namelijk over van alles gaan. Een gedicht herken je wel aan andere kenmerken. Denk daarbij aan emoties, gebeurtenissen, gedachten, processen, etc. Kortom, een gedicht is een expressievorm met taal.

Opdracht T5
Kijk gezamenlijk naar een aflevering van klokhuis: Bespreek dit klassikaal na aan de hand van de volgende vragen:

  • Wat is volgens jou een gedicht?
  • Wanneer is het een goed gedicht?
  • Wat wil de schrijver met een gedicht bereiken? Bedenk er meerdere

 

Opdracht T6 expertwerkvorm

Verdeel de klas in 6 (of meer: rijmschema’s) groepjes en verdeel de volgende dichtvormen en rijmvormen:

  • Elfje (dichtvorm)
  • Limerick (dichtvorm)
  • Abecedarium, ook wel abeeceetje (dichtvorm)
  • Distichon (basistype om te rijmen)
  • Terzine (basistype om te rijmen)
  • Kwatrijn (basistype om te rijmen)
  • Kop en schotel (dichtvorm)
  • Evt. verschillende rijmschema’s

Je maakt individueel een gedicht en bespreekt het in je groep. Kies daarna nog een andere dichtvorm en maak nog een gedicht. Draag een gedicht voor aan het eind van de les.

Onderstaande theorie kan gebruikt worden als deze nog niet aan de orde is gekomen bij de expertwerkvorm.

Een rijmschema is een schematische weergave van de rijm; hoe laat je de rijm terugkomen in het gedicht. De meest voorkomende zijn: (zie ook de bijlage onderaan)

  • slagrijm: aaa/bbb
  • gepaard rijm: aa/bb/cc/
  • omarmend rijm: abba/cddc
  • gekruist rijm: abab/cdcd
  • gebroken rijm: abcd/defe
  • verspringend rijm: abc/abc

Handige websites

http://www.poezie-in-beweging.nl , http://www.poeziepaleis.nl , www.allesovergedichten.nl , http://nl.wikihow.com/Een-gedicht-schrijven

 

Een gedicht is een tekst die tot poëzie behoort. De inhoud is niet bepalend om te herkennen of een stuk tekst een gedicht is. Een gedicht kan namelijk over van alles gaan. Een gedicht herken je wel aan andere kenmerken. Denk daarbij aan emoties, gebeurtenissen, gedachten, processen, etc. Kortom, een gedicht is een expressievorm met taal.

Aflevering dwdd instappoezie

http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/352865

 

Om gedichten te kunnen maken heb je kennis nodig van de theorie van poëzie. Daarnaast moet je in de stemming zijn om je te kunnen uiten. Hiervoor maak je de volgende twee warming-up schrijfopdrachten.

 

Schrijfopdrachten

opdracht T7

Schrijf de antwoorden op van de volgende vragen in verhaalvorm:

  • Wat is volgens jou een gedicht?
  • Wanneer is het een goed gedicht?
  • Wat wil de schrijver met een gedicht bereiken? Bedenk minstens 3 doelen.
  • Noem drie vormen van gedichten.

opdracht T8

Thema: zomer, liefde, oorlog, vluchteling, huis, kat, nagellak, spiegel, ….

Laat je inspireren door een gekozen thema of een zelfbedacht thema. Schrijf je thema boven aan de bladzijde.

Als je schrijft over een ander gebruik je de gewone omgangsregels en heb je respect voor elkaar. Je onthult geen geheimen, maar je mag wel je fantasie laten werken.

 

Opdracht T9

  • Schrijf 12 elfjes op klad. Wees bij het schrijven je bewust dat je professioneel bent met de omgangsregels.
  • Kies de 5 beste uit en probeer deze allemaal op minstens 1 punt aan te passen om ze te verbeteren.
  • Schrijf de 5 elfjes op 5 post-its en plak ze ergens in je school, zodat anderen ze kunnen lezen.
  • Kies een plek die jij interessant vindt, denk daarbij aan plaatsen waar veel mensen komen (de hal, de wc, klaslokalen, kantine).
  • Volgende week kijken we welke er nog hangen. Na twee weken komen diegene die er nog hangen op een ereplaats!

Opdracht T10

  • Verwerk jouw opdrachten, ervaringen, gedachten, inzichten, etc. in jouw lesmap

    maak een 1 minuut vlog over dit thema!!

Thema Muziek (les 7)

 

Muziek. Iedereen kent muziek, luistert muziek en sommigen van jullie maken misschien wel muziek. Muziek bestaat in alle soorten en vormen en je kunt aan van alles denken!

Introductiefilmpje: Evalution of Music


Sta op als je:

  • …graag luistert naar muziek
  • …weleens naar een festival , optreden/concert of muziek feest gaat
  • …je graag naar een bepaalde muziekstijl luistert
  • …je zelf een instrument bespeelt of op een andere wijze muziek maakt
  • …je vrienden hebt die in ‘de muziek’ zitten
  • …etc…etc..

Opdracht: ‘Muziekwoordspin’

Maak individueel een woordspin. Welke begrippen, categorieën of thema’s kunnen jullie bedenken? Bespreek dit in groepjes of klassikaal.

En: wat maakt muziek muziek? Wanneer is iets muziek? Denk aan instrumenteel, rap, klanken, zang, etc.

Bespreek de theorie over ‘muziek door de jaren heen’ (zie bijlage hierboven)

Opdracht: ‘Muziek als expressievorm’

Op welke wijze is muziek een expressievorm? Bedenk in tweetallen minstens 3 voorbeelden. Bespreek dit in groepjes of individueel.

Wat zijn volgens jullie doelen om muziek te maken? Bespreek dit klassikaal. 

  • Emoties uiten
  • Verhalen vertellen (volksliederen, kampvuur, in poezië-vorm)
  • Feest/vermaak
  • Gekoppeld aan religie/overtuiging/cultuur (klankschalen, mantra’s zingen, geesten verdrijven, goden toezingen, lofzang, psalm etc.)
  • Creëren van verbondenheid
  • Protestsongs


Deze doelen kunnen besproken worden in de klas. Hebben jullie voorbeelden? Eventueel in duo’s of expertwerkvorm.

Voor voorbeelden, zie link hieronder (‘Muziek met een doel’).

 

Ter inspiratie: 'Kids react to Nirvana'

 

Opdracht: ‘Doelen van muziek’

Geef 10 voorbeelden van liedjes, muziekstukken of zangers. Beschrijf per voorbeeld het:

  • Doel
  • Naam artiest + naam componist
  • Titel van nummer/muziekstuk

Muziek stijlen en hun verhaal

  • Bedenk samen zoveel mogelijk muziekstijlen
  • Schrijf ze op het bord
  • Metal
  • Levens- en volksliederen (Nederlandstalig)
  • Punk
  • R&B
  • Klassiek
  • Rock
  • Folk- en wereldmuziek
  • Pop
  • Latin
  • Disco
  • Funk en soul
  • Blues
  • Jazz
  • Country/western
  • Reggae
  • Elektronisch (house, dance, techno, hardcore)

 

Voorbeeld: Blues

Koppeling slavernij, deel van de film laten zien…

History of blues: https://www.youtube.com/watch?v=vnaorRAxhmU (7.21 minuten)

Times like Deese: http://www.npo.nl/holland-doc/16-02-2012/VPWON_1158846(126 minuten)

Opdracht: Muziek stijlen

Jullie kiezen of krijgen  per tweetal een muziekstijl en hierover bereid  je een korte presentatie (wees creatief; denk aan quiz, markt, spel maken, etc.) voor in groepjes. Jullie zorgen voor:

  • Korte en bondige informatie in eigen woorden van max 5 minuten over je muziekstijl
    • Geschiedenis
    • Muziekinstrumenten
    • Voorbeeld artiesten/grote namen
    • Kenmerken van de stijl (kleding, dans etc.)
  • Beeld
  • Geluid

Ideeën voor meer werkvormen, zie ‘Inspiratie en verder…’

 

 

  • 1-minuut-Vlog!
  • Verwerk jouw bevindingen in een 1 minuut vlog!

 

 

Verdere inspiratie en mogelijke werkvormen/opdrachten:

  • ‘Geluid van de groep’
    • We gaan het ‘geluid van de groep’ ervaren en ontdekken dat je ook muziek kunt maken zonder tastbaar instrument. Ter inspiratie kan er gekeken worden naar een filmpje van het bandje ‘HeyMoonShaker’. Dit is een ‘beatboxblues’ band met twee jongens die zijn begonnen als straatmuzikanten. à https://www.youtube.com/watch?v=OekEdf3NzKI of https://www.youtube.com/watch?v=MTynNQK7FI0

      Of kijk gezamenlijk naar de ‘Best Amazing dub step beatbox’ (indrukwekkend!) à https://www.youtube.com/watch?v=6CxW00CjivI
    • Ga staan in een kring en denk na over een geluid dat je zelf kunt maken (blazen, klappen, klikken, stampen, etc.). Diegene die in het midden staat is de ‘dirigent’ en bouwt het geluid op door studenten aan te wijzen die mogen beginnen met hun geluid. Dit houden ze vol totdat de ‘dirigent’ zegt dat je mag stoppen. De dirigent mag ‘spelen’ met het groepsgeluid door klasgenoten ‘harder’, ‘zachter’, ’aan’ of ‘uit’ te zetten. Spreek hiervoor van te voren signalen over af
    • Bespreek het na in de groep. Wat gebeurde er? Hoe was dit? Is dit een vorm van expressie? Waarom wel/niet?
    • Volgende ronde. Doe hetzelfde, alleen gebruik nu verschillende instrumenten!
      Denk bijvoorbeeld aan de BOOMWHACKER

 

* Muziek Verwerkingsopdrachten

Probeer gedurende de periodes van Expressief talant ook eens een concert bij te wonen en vul hierbij de luisterwijzer in.

Voeg deze toe in je lesmap.

De luisterwijzer vindt je onder aan de pagina!!

 

Opdracht M1

Maak in tweetallen een woordspin. Welke begrippen, categorieën of thema’s kunnen jullie bedenken? Bespreek dit in groepjes of klassikaal.

Theorie over de ontwikkeling van muziek vind je onder deze pagina

Opdracht M2

Op welke wijze is muziek een expressievorm? Bedenk in tweetallen minstens 3 voorbeelden. Bespreek dit in groepjes of digitaal.

 

Opdracht M3 ‘Geluid van de groep’

We gaan het ‘geluid van de groep’ ervaren en ontdekken dat je ook muziek kunt maken zonder tastbaar instrument. Ter inspiratie kan er gekeken worden naar een filmpje van het bandje ‘HeyMoonShaker’. Dit is een ‘beatboxblues’ band met twee jongens die zijn begonnen als straatmuzikanten. heymoonshaker of blues compilatie.
Of kijk gezamenlijk naar de ‘Best Amazing dub step beatbox’ (indrukwekkend!) à

Ga staan in een kring en denk na over een geluid dat je zelf kunt maken (blazen, klappen, klikken, stampen, etc.). Diegene die in het midden staat is de ‘dirigent’ en bouwt het geluid op door studenten aan te wijzen die mogen beginnen met hun geluid. Dit houden ze vol totdat de ‘dirigent’ zegt dat je mag stoppen. De dirigent mag ‘spelen’ met het groepsgeluid door klasgenoten ‘harder’, ‘zachter’, ’aan’ of ‘uit’ te zetten. Spreek hiervoor van te voren signalen over af.

Bespreek het na in de groep. Wat gebeurde er? Hoe was dit? Is dit een vorm van expressie? Waarom wel/niet?

Opdracht M4 ‘Doelen van muziek’

Wat zijn volgens jullie doelen om muziek te maken? Bespreek dit klassikaal. Daarna kijken naar dit lijstje, al overlappen de doelen elkaar ook:

 

Emoties uiten

Feest/vermaak (kerst- en canavalsliederen, kroeg knallers)

Creëren van verbondenheid (spreekkoren met voetbal)

Verhalen vertellen (volksliederen, kampvuur, in poezië-vorm)

Gekoppeld aan religie/overtuiging/cultuur (klankschalen, mantra’s zingen, geesten verdrijven, goden toezingen, lofzang, psalm etc.)

Protestsongs

* Pink- Dear mister president  politiek/president, oorlog,

*Hozier –Take me to church  tegen kerk en homohaat

*Anouk- Modern world  plastische chirurgie, voor moederschap

*Macklemore x Ryan Lewis - Same love voor legalisering homohuwelijk

 

Bedenk in duo's van ieder doel om muziek te maken een voorbeeld.

 

  • Huiswerk: ‘De regel die je raakt’

Op 3fm is er een rubriek en die heet ‘De regel die je raakt’: “Heb jij een regel die je raakt? Dat is zo'n stukje tekst uit een nummer dat je altijd bijblijft. Waarbij je na het horen van die ene zin even terugkeert naar een belangrijke situatie in je leven. Of misschien tovert jouw regel gewoon een glimlach op je gezicht.”

Ook jullie mogen gaan nadenken over een regel die (of een muziekstuk) dat je raakt. Welke  regel laat jou denken aan jouw eerste verliefdheid, mensen die je nu liefhebt, gemis, boosheid, een geweldig feest of vakantie, etc.? Denk er over na en breng dit volgende week in, tijdens de les in groepjes of klassikaal.

 

Verwerk de opdrachten in je lesmap!

Open bestand Theorie muziek

 

opdracht M5 ‘De regel die je raakt’

Bespreek in groepjes of klassikaal (kringgesprek?) de ‘Regel die je raakt’. De docent zorgt voor geluid zodat dat stukje van een nummer ook beluisterd kan worden.

opdracht M6 Zangles

http://www.youtube.com/watch?v=G257b3tuZhA

Zang oefeningen:

Gezichtsgymnastiek

Neuriën

Toonladders

Zangoefening

Zing met je groepje een lied

 

Opdracht M7 Muziek stijlen

Je krijgt een kinderliedje op een briefje. iedereen zingt tegelijkertijd het liedje. Zoek degene die hetzelfde liedje vind. daarmee ga je deze opdracht uitvoeren.

  • Bedenk samen zoveel mogelijk muziekstijlen
  • Schrijf ze op het bord

Voorbeeld: Blues

Koppeling slavernij, deel van de film laten zien… History of blues:  (7.21 minuten)

Jullie kiezen of krijgen  per tweetal een muziekstijl en hierover bereid  je een korte presentatie voor in groepjes. Jullie zorgen voor:

  • Korte en bondige informatie in eigen woorden van max 5 minuten over je muziekstijl
    • geschiedenis
    • muziekinstrumenten
    • voorbeeldartisten/grote namen
    • kenmerken van de stijl (kleding, dans etc)
  • Beeld
  • Geluid

Presentaties voorbereiden

Metal

Levens- en volksliederen (nederlandstalig)

Punk

R&B

Klassiek

Rock

Folk- en wereldmuziek

Pop

Latin

Disco

Funk en soul Blues

Jazz

Country/western

Regea Electronisch
  • Lesmap bijwerken

Verwerk jouw opdrachten, ervaringen, gedachten, inzichten, etc. in jouw lesmap

 

Open bestand Bijlage zangoefeningen.docx

 

Spel en bewegen:

Play is what I do when people stop telling me what to do’.

 

We bekijken klassikaal een film over spelen.

(of google de link: Wat is spel-onderwijs? En bekijk de film: This is Me, article 31and a child’s right to play)

Opdracht M8: film

Maak de opdracht die bij de film hoort.

 

Opdracht M9

Kies een van de volgende opdrachten uit voor de verschillende doelgroepen A of B. Noteer in je map wat je gemaakt hebt, welke taak je had en wat men voor feedback gaf.

 

Opdracht A Doelgroep kinderen

Bereid een peuter- of kleuter bewegingsspelverhaal voor in een groep van drie studenten. Voer het uit met je groep, maak gebruik van onderstaande opmerkingen:

Jonge kinderen hebben veel fantasie. In deze opdracht probeer je een bewegingsspel te maken waarbij zij de kans krijgen hun fantasie in hun bewegingen te gebruiken.

Kies een thema, een speelruimte, tijdstip, en twee locaties en dieren die de rollen vervullen. Verdeel je verhaal in een inleiding, middenstuk en afsluiting. Kies bewegingen die het verhaal uitvergroten. Een student leest voor, de anderen doen de bewegingen voor en doen mee.

 

Opdracht B Doelgroep Ouderen

Beweging en ouderen
Iedereen wil wel gezond oud worden. Maar wat moeten ouderen hiervoor doen? En wat kun je beter laten?
Voldoende beweging helpt ouderen tegen van alles ...
Wat dacht je van een aantal jaren langer leven? Of het tegengaan van geheugenverlies? Een sterker en soepeler lichaam? Meer uithoudingsvermogen? En minder kans op botontkalking en hartaandoeningen?

Bewegen verhoogt de kwaliteit van leven en het houdt je vitaal. Dit gaat zeker ook op voor bewoners van zorgcentra of woonzorginstellingen. Bewegen heeft voor ouderen dan ook steeds meer een preventie functie, waarbij plezier in bewegen centraal staat.
Ouderen van tegenwoordig blijven het liefst zo lang mogelijk zelfstandig. En terecht.

Opdracht B

Ontwerp een bewegingsopdracht op muziek voor de oudere mens, in een groep van drie studenten. Voer het uit met je groep, maak gebruik van onderstaande opmerkingen:

  • Een student heeft de leiding, de anderen doen de bewegingen voor en doen mee
  • Begin met een rustige warming up van de spieren
  • Kies bewegingen die je kan uitvergroten
  • Maak gebruik van een ritme met behulp van je stem en/of kies ondersteunende muziek
  • Voer het uit het met de klas, geef begeleiding, zodat je samen gaat bewegen en elkaar ideeën aan de hand doet
  • Gebruik zo nodig materialen zoals een bal, hoepel, touw, pittenzakjes, ballonnen
  • Kies hulpmiddelen zodat iedereen kan meedoen ( stoel, matje)
  • In onderstaande tabel staat nog eens kort waar je aan kan denken bij het begeleiden van spel.

 

  • Lesmap bijwerken

Verwerk jouw opdrachten, ervaringen, gedachten, inzichten, etc. in jouw dagboek.

Opdracht M10

maak een 1 minuut vlog over dit gehele thema!

Opdracht M11

Huiswerk

Zoek een foto waar jij opstaat terwijl je speelt met iets wat geen speelgoed was (een lege doos die een hut werd bijv.). Neem neem de foto mee naar school en voeg deze toe in je lesmap!

Thema Spel & beweging, dans

* Spel & Beweging, dans Verwerkingsopdrachten

Terugblikken en Vooruitkijken

als je vanaf het begin goed gewerkt hebt, dan heb je nu een bijne complete lesmap met daarin allerlei verwerkingsopdrachten van de verschillende disciplines met betrekking tot Expressief Talent.

In de bijlage vind je een afvinklijst / aftekentlijst voor jou en de docenten.

Aan de hand van de map wordt bekeken of je aan de eisen hebt voldaan, de lesmap lever je dus in en deze krijg je in de volgende periode weer terug.

In deze bijeenkomst is het de bedoeling dat jij je 1 minuut vlogs aan elkaar hebt gemonteerd tot 1 vlog en deze dan presenteert aan de docenten en de rest van de studenten, op deze manier krijgen wij, maar vooral jij zelf een goed beeld, welke activiteiten jij hebt ondernomen.

In de volgende fase "Express Transfer" gaan we aan de slag om een project op te zetten aan de hand van een eigen gekozen discipline op het gebied van de lessen series van de afgelopen periode.

 

Express Transfer 1 (tussenproject)

Kiezen van je dicipline en opzetten van project

In de komende periode ga je aan de slag met een gekozen dicipline welke in de afgelopen periode aanbod zijn gekomen.

Je gaat een project op zetten, vanuit school en dit project voer je ook uit op school.

De lesgevende docenten op dat moment zijn de opdrachtgevers.

 

Doelstelling van het project:

1. Vanuit de gekozen dicipline ga je een expositie organiseren en deze expositie moet zichtbaar worden in de school.

2. De expositie moet minimaal 4 weken blijven staan in de school.

3. Jouw gekozen dicipline moet hier goed naar voren kunnen komen en moet de studenten binnen de school aanspreken

4. Multidicipline wordt gewaardeerd, dat betekent dat je een expositie kunt organiseren samen met een mede student met een andere dicipline.

5. Bij de expositie maak je gebruik van verschillende zichtbare werkvormen, zoals multimedia, posters, foto's, muziek, interactie etc, etc.

 

 

 

 

 

Express Transfer 1 Voorbereiding

Een goede voorbereiding is het halve werk

ET1.1

Je gaat nu eerst een weloverwogen keuze maken van 1 dicipline.

Je moet deze keuze goed onderbouwen, waarbij kunt kunt denken aan de onderstaande vragen.

* waarom kies je voor deze dicipline? (hobby, creativiteit, uitdaging etc.)

* wat denk je te kunnen bereiken in deze dicipline op je stage adres met betrekking tot de doelgroep?

* welke meerwaarde geeft het jouw, om met deze dicipline aan de slag te gaan.

Maak een verslag van minimaal een 1/2 en voeg dit toe in je lesmap.

Bespreek je motivatie met de lesgevende docent.


ET1.2

Lees nu eerst in de bijlage "Hoe maak ik een plan van aanpak?"

Lees en bekijk de inhoud goed en start vanaf nu met de voorbereiding van je expositie doormiddel van dit plan van aanpak.

In de lessen kun je hulp vragen aan de lesgevende docenten, maar de verdere invulling is aan je zelf, als je maar rekening houdt met de doelstellingen van de expositie.

Zorg ervoor dat je plan van aanpak concreet en duidelijk is beschreven!!

ET1.2A

In ETO vul je nu een planning in bij de LWP. Je zorgt ervoor dat stap 1 van de LWP volledig wordt ingevuld met behulp van je plan van aanpak. Je kunt dan opdracht 1 en 2 meenemen in je planning. Aan het eind van de expositie ga je een reflectie schrijven in ETO (stap3) waarna je ook feedback ontvangt van de lesgevende docenten.

ET1.3

Je gaat nu 3 weken aan de slag om je plan van aanpak te schrijven.

ET1.4

In de 4e week verzorg je een pitch welke je presenteert aan je mede studenten en de lesgevende docenten.

Met de eventuele feedback stel je je plan van aanpak bij.

ET1.5

Je gaat je plan van aanpak ten uitvoer brengen en je presenteert jouw deel van de expositie in de school en deze blijft dan minimaal 4 weken staan. In de lwp zet je in ETO stap 2 op definitief.

ET1.6

Tijdens het werken aan je expositie maak je iedere week een 1 minuut vlog, waarbij je laat zien hoe de vorderingen zijn.

ET1.7

De expositie moet worden geopend en hierbij zal er media aandacht moeten komen binnen/buiten de school. Met je mede studenten stel je een madia campagne op d.m.v. posters, social media etc en je je zorgt ervoor dat de expostie op een ludieke manier wordt geopend. Zorg er ook voor dat er foto's worden gemaakt en eventueel een video van de expositie.

ET1.8

Na de expositie vindt er een evaluatie plaats met de lesgevende docenten.

Deze evaluatie vindt plaats in ETO bij de LWP.

 

 

 

 

 

Express Transfer 2 (eindproject)

Op weg naar het examen expressief talent

In deze laatste periode krijg je nog een aantal korte workshop op de verschillende diciplines, welke je kunt richten op de doelgroep waarmee jij werkt in de BPV.

Je gaat je nu ook voorbereiden op het Prove2Move examen Expresief talent, waarmee je ook dit keuze deel gaat afsluiten.

De uitvoering en de beoordeling vindt plaats op je BPV.

Hier onder kun je dit examen bekijken.

 

 

Voorbereiden op je examen 1

ET2.1

Voorbereiden Prove2Move examen.

1. Je gaat op je BPV een inventarisatie maken en beschrijven welke interesses er zijn met betrekking tot de verschillende expressievormen. Je kunt hierbij denken aan muziek, dans, beweging, theater.

Je maakt dus een uitvoerige inventarisatie met daarin waar de doelgroep interesse of behoefte aan heeft.

Zorg er voor dat je in de beschrijving ook duidelijk aangeeft om welke doelgroep het gaat en beschrijf ook eventuele kenmerken van de doelgroep.

 

Thema Beeldende Kunst & Taal

* Beeldende Kunst & Taal Verwerkingsopdrachten

Thema Theater

* Theater Verwerkingsopdracht

Thema Muziek

* Muziek Verwerkingsopdrachten

Thema Spel & beweging, dans

* Spel & Beweging, dans Verwerkingsopdrachten

Voorbereiden op je examen 2

ET 2.2

Voorbereiden op je examen 2

Je gaat nu aan de slag om een plan van aanpak te maken met betrekking tot je examen op de bpv.

In de vorige periode hebben heb je geleerd hoe een plan van aanpak maakt.

In het plan wat je nu gaat beschrijven is het de beoelding dat je nu ook duidelijk aangeeft de relatie tussen je eigen expressieve talent ( dus waar ben je goed in en wat je heb ontwikkeld) en de mogelijkheden tot ontwikkeling van de doelgroep gaat besschrijven.

Hieronder nogmaals de instructie voor het  schrijven van een plan van aanpak.

 

 

Voorbereiden op je examen 3

ET2.3

Voorbereiden op je examen 3

je verzorgd werderom een pitch aan je mede studenten en de lesgevende docenten ter voorbereiding op je examen.

Jouw plan van aanpak ga je preenteren volgens de criteria van het examen.

Wanneer jouw plan van aanpak door ons is goed bevonden ga je er mee naar je BPV instelling.

Jouw plan van aanpak presenteer je nu aan de groep, maar voor dat je dat doet, zet je ook je handtekening in Prove2Move examen dat je bent begonnen met je examen.

Je licht nu op enthousiaste wijze het plan toe een de doelgroep, collega's en eventueel andere betrokkenen op je BPV adres.

 

Uitvoeren van het examen

ET2.4

Uitvoeren van het examen:

  • Je nu aan de slag om je examen uit te voeren, waarbij je let op de criteria van het examen.
  • Je gebruikt beeld, taal, dans, drama, muziek, spel en/of beweging om gevoelens er ervaringen uit te drukken en te communiceren
  • Speelt door middel van expressie in op de beleving, uitingen en initiatieven van de doelgroep
  • Inspireert, stimuleert en begeleidt de doelgroep bij het ontdekken van diverse expressievormen
  • Laat de doelgroep, expirimenteren met materialen, middelen en/of technieken

Evalueren van het examen

ET2.5

Evalueren van het examen

na de uitvoering van het examen ga je het dit evalueren volgens de richtlijnen van het examen, dit gaat doormiddel van een gesprek met de beoordelaars.

  • Licht toe hoe je hebt onderzocht op welke wijze jouw expressieve talent aansluit bij de interesse, ontwikkeling en behoeften van de doelgroep
  • Licht toe hoe je eiegen talent en de ontvangen feedback hebben bijgedragen aan de ontwikkeling, communicatie en het uiten van het gevoel van de doelgroep

Aftekenlijst expressief talent

  • Het arrangement Expressief talent MBO Landstede is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Jurgen van der Meulen Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-05-15 12:16:31
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Concept 2017-2018
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    van der Meulen, Jurgen. (z.d.).

    PW MZ Keuzedeel Expressief talent

    https://maken.wikiwijs.nl/101211/PW_MZ_Keuzedeel_Expressief_talent

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.