Het United Nations Population Fund is een afdeling van de Verenigde Naties die zich bezighoudt met vraagstukken rond de ontwikkeling van de wereldbevolking en van de bevolking van landen en regio’s afzonderlijk.
In Portugal is (in 2015) het percentage van de bevolking tussen de 0 en 14 jaar: 15,7%, in Angola 43%!
Ook in de leeftijdscategorie van 15-24 jaar is het verschil aanzienlijk: Portugal 11,4% en Angola 20,6%.
Voor ouderen geldt precies het omgekeerde: In Portugal is meer dan 30% van de bevolking ouder dan 55 en in Angola is dit percentage 7%.
Hoe is dit grote verschil in leeftijdsopbouw tussen de bevolking van Portugal en die van Angola te verklaren? Je leest erover in deze opdracht.
Wat ga je leren?
Hoofdvraag
Hoe is te verklaren dat in Angola een veel groter deel van de bevolking jong is dan in Portugal?
Deelvragen
Hoe ziet de leeftijdsopbouw van de bevolking van Angola en Portugal eruit?
Wat is demografische transitie?
Welke fases zijn er te onderscheiden in de demografische transitie en hoe onderscheiden die fases zich van elkaar?
Welke economische, culturele en demografische factoren spelen een rol in de demografische transitie?
Hoe verloopt de demografische transitie in Portugal en Angola tot nu toe?
Begrippen
Aan het einde van deze opdracht ken je de volgende begrippen: Demografische indicatoren:
bevolkingsspreiding en –dichtheid
bevolkingsgroei (fase in de demografische transitie)
Je leest over de leeftijdsopbouw van de bevolking in Portugal en Angola en bekijkt grafieken.
Stap 2
Je bestudeert de fases van demografische transitie wereldwijd en leest dat deze transitie van meerdere ontwikkelingen afhankelijk kan zijn. Je bekijkt een video en beantwoordt vragen.
Afronding
Samenvattend
Maak een begrippenlijst.
Eindopdracht A
Maak de eindtoets.
Eindopdracht B
Je doet een vergelijkend onderzoek naar de reden van verschil in leeftijdsopbouw in Portugal en Angola. Je brengt de gevonden gegevens in kaart.
Examenvragen
Oefen de eindexamenvragen.
Terugkijken
Kijk terug op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht staat een belasting van 2 à 3 SLU.
Wat kun je al?
Bestudeer de Kennisbank. Lees hiervan de pagina’s ‘Omvang bevolking’, ‘Demografische transitie’ en ‘Bevolkingsopbouw’.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Leeftijdsopbouw van de bevolking in Portugal en Angola
Volgens de digitale database The World Factbook van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA heeft Angola in 2015 ongeveer 19,6 miljoen inwoners en Portugal in hetzelfde jaar ongeveer 10,8 miljoen inwoners.
Toch is volgens de database landenweb.nl de bevolkingsdichtheid in Angola met 20 inwoners per km2 veel kleiner dan in Portugal, waar gemiddeld 117 mensen per km2 wonen.
In beide landen is sprake van een ongelijke bevolkingsspreiding. Dat is goed te zien aan de vergevorderde verstedelijking in beide landen, de groei van stedelijke gebieden. In Angola woont inmiddels 44% van de bevolking in een stad, in Portugal zelfs 63,5%.
In de twee bevolkingspiramides hieronder zie je hoe in beide landen de leeftijdsopbouw, de indeling in groepen mensen met min of meer dezelfde leeftijd van de bevolking is.
In beide grafieken is de volgende indeling gemaakt: 0-4 jaar, 5-9 jaar, enzovoort.
Let op: de populatieschalen op de x-as zijn niet hetzelfde, duizenden in Portugal tegenover miljoenen in Angola.
Stap 2: Demografische transitie
Demografische transitie wereldwijd
Hoe is het verschil in leeftijdsopbouw bij de bevolking van Angola en Portugal te verklaren? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moet je weten wat demografische transitie en natuurlijke bevolkingsgroei zijn.
Lees onderstaande uitleg, kijk dan naar de video en beantwoord de vragen.
Van langzame naar snelle bevolkingsgroei en terug naar langzame groei
Demografische transitie is de overgang van een hoog sterfte- en geboortecijfer bij de bevolking van een land of gebied naar een laag sterfte- en geboortecijfer. Aan het begin en aan het einde van deze transitie is de natuurlijke bevolkingsgroei, het verschil tussen geboorte- en sterftecijfer gering en tijdens de transitie is het groter.
De afbeelding hierboven gaat uit van vijf fasen:
Fase 1 Pretransitie: geboorte- en sterftecijfers zijn beide hoog – kleine groei bevolking
Fase 2 Transitie A: het sterftecijfer daalt, geboortecijfer blijft nog gelijk – flinke bevolkingsgroei
Fase 3 Transitie B: ook het geboortecijfer daalt – bevolking groeit, maar minder hard
Fase 4 Posttransactie: geboorte- en sterftecijfers komen in evenwicht – kleine groei bevolking
Fase 5 Post modern: geboortecijfer lager dan sterftecijfer – afname van de bevolking
Demografische transitie vindt overal ter wereld plaats. Het gaat vergezeld van en is deels ook het gevolg van andere ontwikkelingen:
Verandering van de samenstelling van de beroepsbevolking.Aan het begin van de transitie werken de meeste mensen in de landbouw of hebben een ambacht. Daarna neemt dat aantal af naarmate de industriële sector en daarna ook de dienstensector opkomen en steeds meer mensen in die sectoren werken, terwijl er in de landbouw door mechanisatie steeds meer werkgelegenheid verdwijnt. Uiteindelijk werkt nog maar een klein deel van de werkende bevolking in de landbouw.
Verstedelijking. Verstedelijking vindt plaats omdat de industrie en dienstensector vooral in steden opkomen en er daardoor in steden steeds meer nieuwe banen bijkomen, terwijl er in de landbouw op het platteland steeds meer banen verdwijnen. Plattelandsbewoners die geen baan meer hebben, of geen baan kunnen vinden, trekken naar een stad om een baan te zoeken in de industrie of de dienstensector. Door deze trek van platteland naar stad groeien steden en woont een steeds groter deel van de bevolking in een stad.
Op een van de Bosatlas of Alcarta kaarten van De Wereld - Bevolking, staat de groei van enkele wereldsteden weergegeven. Aan de hand van het demografisch transitiemodel kun je uitleggen waarom Rotterdam sinds 1925 nauwelijks is gegroeid en steden als Karachi, Tokio of Shanghai wel.
Toename van de productiviteit van de landbouw. Daardoor komt er steeds meer voedsel beschikbaar. Uiteindelijk is er voor iedereen zoveel te eten dat vrijwel niemand meer honger hoeft te lijden. Grote hongersnoden, die veel slachtoffers eisen, blijven dan ook uit.
Toename van de welvaart door de opkomst van industrie en dienstensector en vergroting van de productiviteit in de landbouw. Niet alleen stijgt het BBP, de waarde van alle producten die een land in een jaar maakt, ook leven steeds meer mensen in welvaart. Dat betekent dat meer mensen voldoende voedsel van goede kwaliteit kunnen kopen, het zorgt voor beter onderwijs en betere en betaalbare gezondheidszorg. Door de verspreiding van welvaart kunnen steeds meer mensen rondkomen van wat ze verdienen. Hun kinderen hoeven niet langer mee te werken en kunnen in plaats daarvan naar school gaan. Dat geeft hen weer een grotere kans op goed werk.
Verbetering van de gezondheid van de bevolking. Dat is te danken aan betere gezondheidszorg, de aanleg van waterleidingen en riolering en de vooruitgang in de medische wetenschap, waardoor het bijvoorbeeld mogelijk wordt mensen te genezen van allerlei ziektes en mensen te vaccineren tegen gevaarlijke ziektes. Hierdoor daalt het sterftecijfer bij zuigelingen, oudere kinderen en mensen van andere leeftijdsgroepen, blijven mensen tot op hogere leeftijd gezond en neemt de levensverwachting toe.
Veranderende opvattingen over de rol van vrouwen en over het huwelijk. Vanwege hun levensovertuiging geloven sommige mensen dat vrouwen de rol van moeder en huisvrouw moeten spelen en dat het huwelijk vooral bedoeld is om kinderen voort te brengen. Ze wijzen het gebruik van voorbehoedsmiddelen af en ze hebben vaak grote waardering voor grote gezinnen. Die opvatting verliest terrein: vrouwen volgen meer en meer onderwijs, studeren langer en vaak met betere resultaten dan mannen, en vinden vaker betaald werk. Ze stellen vaker het krijgen van kinderen uit of zien daar helemaal van af.
Als je nog eens wilt kijken hoe de demografische transitie precies verloopt, kijk dan naar deze video.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je weet nu hoe demografische transitie werkt en kunt enkele factoren noemen die hierin een rol spelen. Aan de hand van die kennis ga je na waarom de leeftijdsopbouw van de bevolking in Angola verschilt van die van Portugal. Dat doe je eerst aan de hand van:
De economische indicatoren BBP per hoofd van de bevolking en samenstelling van de beroepsbevolking.
Het gaat hier om het BBP gedeeld door het aantal inwoners van dat land. (Binnen een land zijn er flinke regionale verschillen en dat wordt uitgedrukt in het BRP, de waarde van alle producten en diensten in een regio. Dat kun je hier buiten beschouwing laten.) De samenstelling van de beroepsbevolking is, zoals je in Stap 2 hebt gezien, de verdeling van de werkende bevolking over landbouw, industrie en dienstensector.
De sociaal-culturele factor analfabetisme. Dat is het aantal mensen van 15 jaar en ouder dat niet kan lezen en schrijven. De databank World Development Indicators Google Public Data Explorer bevat gegevens die de alfabetiseringsgraad aangeven. Dat is het percentage van de bevolking van boven de 15 jaar dat wél kan lezen en schrijven.
Daarna zoek je voor het vergelijken van beide landen gegevens over natuurlijke bevolkingsgroei, geboorte- en sterftecijfers, zuigelingensterfte en over andere factoren die in de tekst en in de video van Stap 2 worden beschreven.
Selecteer eerst een item in de lijst hoofdcategorieën (vetgedrukt in de punten hierboven).
Je krijgt een uitklaplijst met subcategorieën te zien. Kies hieruit een subcategorie die te maken heeft met een factor die in Stap 2 aan bod is gekomen en dus voor je onderzoek te gebruiken is. In deze handleiding nemen we als voorbeeld het 'Vruchtbaarheidspercentage' in de hoofdcategorie 'Gezondheid'.
Selecteer de regio Sub-Sahara-Afrika.
Je krijgt een uitklaplijst te zien met namen van landen. Selecteer hieruit 'Angola'.
Dan verschijnt op het scherm een grafiek met de lijn die de vruchtbaarheid van vrouwen in Angola over een reeks van jaren weergeeft.
Selecteer vervolgens de regio 'Europa & Centraal-Azië'.
Je krijgt een uitklaplijst te zien met namen van landen. Selecteer hieruit 'Portugal'.
Op de grafiek verschijnt nu een lijn die de vruchtbaarheid van vrouwen in Portugal over een reeks van jaren weergeeft.
Vergelijk de getoonde meetresultaten bij de vruchtbaarheid van vrouwen in Angola en Portugal met elkaar en noteer in welke fase van de demografische transitie Angola en Portugal zich bevinden als je op deze meetresultaten afgaat. Niet meer dan één fase per land noemen.
Sluit de uitgeklapte lijsten door op 'Wissen' en op 'Selectie wissen' te klikken en begin met stap 1 om de volgende factor voor je onderzoek te vinden.
Tip: als je de aanduiding van een subcategorie niet goed begrijpt, ga met je cursor naar het vraagteken achter de omschrijving. Dan verschijnt er rechts een pop-upvenster met een korte uitleg van de subcategorie.
Stap 2
Zoek naar gegevens over Angola en Portugal in het World Factbook die je in de World Development Indicators Google Public Data Explorer niet kunt vinden.
The World Factbook, dossier Angola, secties ‘People and Society’ en ‘Economy’ - www.cia.gov
The World Factbook, dossier Portugal, de secties ‘People and Society’ en ‘Economy’ - www.cia.gov
Stap 3
Noteer wat je aan gegevens vindt als volgt: Land – soort gegevens (bijvoorbeeld Labor Force – by occupation) – de fase in de demografische transitie waar de gevonden gegevens volgens jou het best bij passen.
Maak voor zowel Angola als Portugal zo'n overzicht.
Voorbeeld:
Land
................................
Soort gegevens
................................
Fase transitie
...............................
Stap 4
Uitkomst onderzoek:
Leg aan de hand van de genoteerde gegevens uit, waarom de leeftijdsopbouw van de bevolking van Angola verschilt van die van Portugal.
Vermeld daarbij in welke fase van de demografische transitie Portugal en Angola zich volgens jou bevinden.
Beoordeling
In overleg met je docent kun je de resultaten van je onderzoek presenteren voor de klas of vergelijken met de uitkomsten van je klasgenoten.
Examenvragen
Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.
Meer oefenen?
Wil je met nog meer examenvragen oefenen?
Als je school deelneemt aan VO-content kun je verder oefenen door in te loggen op ExamenKracht (www.examenkracht.nl).
Terugkijken
Intro
Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
Had je enig idee dat er zo'n groot verschil in leeftijdsopbouw zat tussen Portugal en Angola?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
Heb je, na het maken van de opdracht, een antwoord gevonden op de hoofdvraag?
Hoe ging het?
Tijd
Voor deze opdracht staat 2 à 3 SLU.
Heb je de opdracht binnen dit aantal uren kunnen doen of had je meer tijd nodig?
Inhoud
In de opdracht wordt de leeftijdopbouw in Portugal en Angola met elkaar vergeleken.
Schrijf één ding op wat aan de orde is gekomen dat echt nieuw voor je was.
Samenvattend
Was het eenvoudig om de genoemde begrippen te omschrijven?
Vond je het ook zinvol om de begrippen met een klasgenoot te bespreken?
Eindopdracht
Welke eindopdracht heb je gedaan?
Heb je met de gegeven linkjes voldoende informatie kunnen verzamelen?
Ben je tevreden met de resultaten van je vergelijkend onderzoek?
Examenvragen
Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
Het arrangement Jong en oud in Portugal en Angola - h45 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 4 & 5. In het domein "Wereld'' wordt het thema ''Jong en oud in Portugal en Angola'' besproken. Het begint met de bevolkingspyramides van beide landen, waarin de leeftijdsopbouw en de verschillen daartussen zichtbaar worden. Vervolgens worden de begrippen bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding uitgelegd, en wordt de samenhang hiervan met verstedelijking besproken. Daarna wordt het demografisch transitie model toegelicht en wordt gekeken naar de positie van de landen binnen dit model. De groei die een land kan doormaken in dit model hangt af van verschillende factoren. Ten eerste is er de verandering in de samenstelling van de beroepsbevolking. In de beginfase van de transitie werken de meeste mensen in de landbouw of hebben ze een ambacht. Verstedelijking vindt plaats doordat de industrie en dienstensector voornamelijk in steden opkomen, waardoor er in steden steeds meer nieuwe banen ontstaan, terwijl er op het platteland in de landbouw juist banen verdwijnen.
Ten tweede is er de toename van de productiviteit in de landbouw, waardoor er steeds meer voedsel beschikbaar komt. Dit draagt bij aan de groei van een land. Ten derde is er de toename van welvaart, die wordt veroorzaakt door de opkomst van de industrie en dienstensector, en de vergroting van de productiviteit in de landbouw. Niet alleen stijgt het bruto binnenlands product (BBP), de waarde van alle producten die een land in een jaar produceert, maar ook leven steeds meer mensen in welvaart. Ten vierde is er de verbetering van de gezondheid van de bevolking. Dit is te danken aan betere gezondheidszorg, de aanleg van waterleidingen en riolering, en vooruitgang in de medische wetenschap. Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk om mensen te genezen van allerlei ziektes en te vaccineren tegen gevaarlijke ziektes. Tot slot zijn er veranderende opvattingen over de rol van vrouwen en over het huwelijk. Vrouwen gaan vaker langer naar school en nemen minder kinderen, wat bijdraagt aan de demografische veranderingen. Deze verschillende factoren spelen een rol bij de demografische transitie van landen. Door te kijken naar deze factoren kunnen we de positie van landen binnen het transitieproces begrijpen en voorspellen hoe de bevolkingsgroei zich zal ontwikkelen.
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 4 & 5. In het domein "Wereld'' wordt het thema ''Jong en oud in Portugal en Angola'' besproken. Het begint met de bevolkingspyramides van beide landen, waarin de leeftijdsopbouw en de verschillen daartussen zichtbaar worden. Vervolgens worden de begrippen bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding uitgelegd, en wordt de samenhang hiervan met verstedelijking besproken. Daarna wordt het demografisch transitie model toegelicht en wordt gekeken naar de positie van de landen binnen dit model. De groei die een land kan doormaken in dit model hangt af van verschillende factoren. Ten eerste is er de verandering in de samenstelling van de beroepsbevolking. In de beginfase van de transitie werken de meeste mensen in de landbouw of hebben ze een ambacht. Verstedelijking vindt plaats doordat de industrie en dienstensector voornamelijk in steden opkomen, waardoor er in steden steeds meer nieuwe banen ontstaan, terwijl er op het platteland in de landbouw juist banen verdwijnen.
Ten tweede is er de toename van de productiviteit in de landbouw, waardoor er steeds meer voedsel beschikbaar komt. Dit draagt bij aan de groei van een land. Ten derde is er de toename van welvaart, die wordt veroorzaakt door de opkomst van de industrie en dienstensector, en de vergroting van de productiviteit in de landbouw. Niet alleen stijgt het bruto binnenlands product (BBP), de waarde van alle producten die een land in een jaar produceert, maar ook leven steeds meer mensen in welvaart. Ten vierde is er de verbetering van de gezondheid van de bevolking. Dit is te danken aan betere gezondheidszorg, de aanleg van waterleidingen en riolering, en vooruitgang in de medische wetenschap. Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk om mensen te genezen van allerlei ziektes en te vaccineren tegen gevaarlijke ziektes. Tot slot zijn er veranderende opvattingen over de rol van vrouwen en over het huwelijk. Vrouwen gaan vaker langer naar school en nemen minder kinderen, wat bijdraagt aan de demografische veranderingen. Deze verschillende factoren spelen een rol bij de demografische transitie van landen. Door te kijken naar deze factoren kunnen we de positie van landen binnen het transitieproces begrijpen en voorspellen hoe de bevolkingsgroei zich zal ontwikkelen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Jong en oud in Portugal en Angola
Demografische transitie
Jong en oud in Portugal en Angola
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.