Hoe is het verschil in leeftijdsopbouw bij de bevolking van Angola en Portugal te verklaren? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moet je weten wat demografische transitie en natuurlijke bevolkingsgroei zijn.
Lees onderstaande uitleg, kijk dan naar de video en beantwoord de vragen.
Van langzame naar snelle bevolkingsgroei en terug naar langzame groei
Demografische transitie is de overgang van een hoog sterfte- en geboortecijfer bij de bevolking van een land of gebied naar een laag sterfte- en geboortecijfer. Aan het begin en aan het einde van deze transitie is de natuurlijke bevolkingsgroei, het verschil tussen geboorte- en sterftecijfer gering en tijdens de transitie is het groter.
De anticonceptiepil, uitgevonden in
de jaren 60, is een betrouwbaar
voorbehoedsmiddel en heeft door
het wijdverbreide gebruik door
vrouwen een grote rol gespeeld bij
de daling van het geboortecijfer in
Europa en elders.
De afbeelding hierboven gaat uit van vijf fasen:
Fase 1 Pretransitie: geboorte- en sterftecijfers zijn beide hoog – kleine groei bevolking
Fase 2 Transitie A: het sterftecijfer daalt, geboortecijfer blijft nog gelijk – flinke bevolkingsgroei
Fase 3 Transitie B: ook het geboortecijfer daalt – bevolking groeit maar minder hard
Fase 4 Posttransactie: geboorte- en sterftecijfers komen in evenwicht – kleine groei bevolking
Fase 5 Post modern: geboortecijfer lager dan sterftecijfer – afname van de bevolking
Demografische transitie vindt overal ter wereld plaats. Het gaat vergezeld van en is deels ook het gevolg van andere ontwikkelingen:
Verandering van de samenstelling van de beroepsbevolking. Aan het begin van de transitie werken de meeste mensen in de landbouw of hebben een ambacht. Daarna neemt dat aantal af naarmate de industriële sector en daarna ook de dienstensector opkomen en steeds meer mensen in die sectoren werken, terwijl er in de landbouw door mechanisatie steeds meer werkgelegenheid verdwijnt. Uiteindelijk werkt nog maar een klein deel van de werkende bevolking in de landbouw.
Verstedelijking. Verstedelijking vindt plaats omdat de industrie en dienstensector vooral in steden opkomen en er daardoor in steden steeds meer nieuwe banen bijkomen terwijl er in de landbouw op het platteland steeds meer banen verdwijnen. Plattelandsbewoners die geen baan meer hebben, of geen baan kunnen vinden, trekken naar een stad om een baan te zoeken in de industrie of de dienstensector. Door deze trek van platteland naar stad groeien steden en woont een steeds groter deel van de bevolking in een stad.
Op de kaarten 235F (GBA 54e druk) of 257F (GBA 55e editie) staat de groei van enkele wereldsteden weergegeven. Aan de hand van het demografisch transitiemodel kun je uitleggen waarom Rotterdam sinds 1925 nauwelijks is gegroeid en steden als Karachi, Tokyo of Shanghai wel.
Toename van de productiviteit van de landbouw. Daardoor komt er steeds meer voedsel beschikbaar. Uiteindelijk is er voor iedereen zoveel te eten dat vrijwel niemand meer honger hoeft te lijden. Grote hongersnoden, die veel slachtoffers eisen, blijven dan ook uit.
Toename van de welvaart door de opkomst van industrie en dienstensector en vergroting van de productiviteit in de landbouw. Niet alleen stijgt het BBP, de waarde van alle producten die een land in een jaar maakt, ook leven steeds meer mensen in welvaart. Dat betekent dat meer mensen voldoende voedsel van goede kwaliteit kunnen kopen, het zorgt voor beter onderwijs en betere en betaalbare gezondheidszorg. Door de verspreiding van welvaart kunnen steeds meer mensen rondkomen van wat ze verdienen. Hun kinderen hoeven niet langer mee te werken en kunnen in plaats daarvan naar school gaan. Dat geeft hen weer een grotere kans op goed werk.
Verbetering van de gezondheid van de bevolking. Dat is te danken aan betere gezondheidszorg, de aanleg van waterleidingen en riolering en de vooruitgang in de medische wetenschap, waardoor het bijvoorbeeld mogelijk wordt mensen te genezen van allerlei ziektes en mensen te vaccineren tegen gevaarlijke ziektes. Hierdoor daalt het sterftecijfer bij zuigelingen, oudere kinderen en mensen van andere leeftijdsgroepen, blijven mensen tot op hogere leeftijd gezond en neemt de levensverwachting toe.
Veranderende opvattingen over de rol van vrouwen en over het huwelijk. Vanwege hun levensovertuiging geloven sommige mensen dat vrouwen de rol van moeder en huisvrouw moeten spelen en dat het huwelijk vooral bedoeld is om kinderen voort te brengen. Ze wijzen het gebruik van voorbehoedsmiddelen af en ze hebben vaak grote waardering voor grote gezinnen. Die opvatting verliest terrein: vrouwen volgen meer en meer onderwijs, studeren langer en vaak met betere resultaten dan mannen, en vinden vaker betaald werk. Ze stellen vaker het krijgen van kinderen uit of zien daar helemaal van af.
Als je nog eens wilt kijken hoe de demografische transitie precies verloopt, kijk dan naar deze video.