Wat is PeerScholar
In veel gevallen maakt een leerling een werkstuk, kijkt de docent dit vervolgens na en geeft hierbij feedback en een cijfer. De leerling krijgt het werk terug, kijkt naar het cijfer en doet vervolgens niets met de feedback. In feite een gemiste kans. Het kunnen verwerken van feedback hoort bij de 21e eeuwse vaardigheden, net als het goed kunnen geven van feedback, overigens. In de 'traditionele' omgang met werkstukken en open opdrachten organiseren we dit echter niet. De docent geeft feedback en de leerling voelt geen urgentie om iets met de feedback te doen: het cijfer is immers al bekend.
PeerScholar is een tool dat je kunt gebruiken om leerlingen te laten reflecteren op elkaars werk. Daarna krijgen de leerlingen de gelegenheid om de binnengekomen feedback op hun eigen werk te gebruiken om hun werk te verbeteren. Het verwerken van de feedback wordt dus onderdeel van het proces. De leerling oefent het geven van feedback, maar krijgt door het doornemen van het werk van peers ook meer inzicht in de kwaliteit van het eigen werkstuk: een dubbel leereffect dus. Daarnaast wordt dat inzicht nog een vergroot doordat de leerling ook feedback van anderen binnenkrijgt. Omdat de leerling de feedback weer gebruikt om het eigen werkstuk te verbeteren is de drive om daadwerkelijk de feedback goed door te nemen veel groter: dat levert namelijk direct voordeel op: een beter eindresultaat.
Het tool ondersteunt het hele proces. Dat proces verloopt in drie fasen:
1. Creëren
In deze fase maken de leerlingen een opdracht en leveren deze in PeerScholar in. Hoe duidelijker de opdracht omschreven is, hoe duidelijker uiteraard voor de leerling. Maar dat niet alleen: als de opdracht helder is, zowel qua inhoud als qua gestelde eisen, wordt daardoor ook het geven van feedback op het werk van anderen mogelijk. PeerScholar beveelt aan om de opdracht te geven in de vorm van een rubric zodat leerlingen een goed inzicht krijgen wat een bepaald resultaat 'waard' is.
2. Beoordelen
Heeft iedereen de opdracht ingeleverd, dan ontvangen de leerlingen het werk van anderen retour. Dit kunnen leerlingen uit de eigen klas zijn, maar dat hoeft niet, het kunnen ook leerlingen uit parallelklassen of zelfs leerlingen van buiten de school zijn. De docent regelt hoeveel opdrachten ter beoordeling worden voorgelegd. De docent regelt ook de wijze waarop beoordeeld wordt. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van gerichte vragen zijn, of m.b.v. inline commentaar. Daarnaast kan je kiezen of leerlingen zien wie ze beoordelen of dat de werkstukken anoniem zijn.
3. Reflecteren/herzien
In deze fase krijgen de leerlingen hun eigen werk terug, inclusief de feedback die zij van hun 'peers' hebben ontvangen. Zij krijgen nu de gelegenheid om hun werk te verbeteren op basis van het binnengekomen commentaar.
Beoordeling
Uiteindelijk zie je als docent een heel dossier. Het oorspronkelijke werk van de leerling, de feedback die de leerling heeft gegeven, de feedback die de leerling heeft ontvangen en hoe hij deze feedback heeft verwerkt. Dit alles samen leidt tot een eindbeoordeling.
Wat is peerScholar (flyer 2014)
Onderzoek effecten formatief toetsen (inclusief peer review)
m.n. blz. 51 e.v.