Per 1.3 Practicum Chemie

Per 1.3 Practicum Chemie

Instructie 1: De buret

Theorie

Inleiding

De concentratie of sterkte van oplossingen kan onder andere worden bepaald door middel van titratie.

Je voegt aan een oplossing van een nauwkeurig afgewogen stof (oertiterstof), onder roeren, een hoeveelheid titreervloeistof (titrant) uit een buret toe. Dit doe je totdat er geen reactie meer plaatsvindt. Op dit punt, het equivalentiepunt, stopt men de titratie. Door een berekening kan de sterkte van de onbekende oplossing worden bepaald. De sterkte van de oplossing noemen we de titer (mol/l).

Je kunt ook de concentratie van een oplossing bepalen. Je voegt dan aan een oplossing van nauwkeurig afgemeten hoeveelheid vloeistof een hoeveelheid titrant uit de buret toe. Dit doe je totdat er geen reactie meer plaatsvindt. Op dit punt, het equivalentiepunt, stopt men de titratie. Door een berekening kan de sterkte van de onbekende oplossing worden bepaald als je de concentratie van de titrant weet.

De buret

Voordat je begint met titreren, maken we eerst nader kennis met de buret. De buret die het meest gebruikt wordt heeft een meetvolume van 10-50 ml en dient voor het nauwkeurig doseren van titreervloeistof. Een micro-buret wordt gebruikt voor volumes kleiner dan 5 ml en een macroburet wordt gebuikt voor volumes groter dan 50 ml. Alle buretteb zijn, net als een volume pipet, geijkt op uitloop.

De motorburet heeft een meetvolume van 5-50 ml en dient eveneens voor het nauwkeurig doseren van titreervloeistof. Het voordeel van een motorburet is dan het aflezen nauwkeuriger is t.o.v. een glazen buret.

Van de glazenburetten zijn 2 verschillende typen op de labzaal aanwezig. Het type met bruin glas wordt gebruikt voor vloeistoffen die licht gevoelig zijn. Het donkere glas houdt het uv-licht tegen. Het niet-gekleurde type wordt in alle andere gevallen gebruikt. Meestal bevindt zich bij dit type aan de achterzijde een blauwe streep (Schellbachstreep) om het aflezen te vergemakkelijken.

De procedure van de buret

Controle vooraf.

  • Lekt de kraan?
  • Is de kraanboring verstopt?
  • Is de punt van de kraan heel?
  • Is de bovenkant heel?

Reiniging.

  • Maak kraan en kraanhuis schoon en droog.
    • Een verstopte doorboring kun je open krijgen met heet water en wat aceton. Een ijzerdraadje kan ook helpen. Je practicumdocent kan dit voor je doen.
    • Alleen bij een glazen kraan breng je onder en boven de doorboring een dun streepje kranenvet aan. Plaats de kraan in het kraanhuis en draai de kraan enkele malen om zodat het vet zich goed verdeeld.

 

  • Spoel de buret rijkelijk om met kraanwater en daarna 3x met demi-water.
    • Een goed gereinigde buret mag niet meer aanhangen. Dat wil zeggen dat er geen druppels aan de binnenkant van de glaswand blijven hangen.

 

Voorspoelen.

  • Vul de buret voor ¼ met de oplossing. (titreervloeistof)
  • Laat een klein gedeelte door de kraan wegstromen.
  • Houdt de buret daarna horizontaal en draai 'm enkele keren rond, zodat de oplossing overal aan de glaswand kan komen.
  • Laat de buret vervolgens aan de vulkant al draaiende leeglopen.
  • Herhaal het voorspoelen nog 2x.

Plaatsing.

  • Zet een statief op tafel en bevestig hier aan een buretklem. Controleer of deze heel is.
  • Plaats de buret in de klemmen en controleer aan alle kanten of deze verticaal hangt.
  • Regel de hoogte van de buret zodanig dat de buretpunt net in het glaswerk steekt.

Vullen.

  • Plaats een trechter (met paperclip) op de buret en vul deze tot boven de 0-streep.
  • Trechter wegnemen!
  • Eventueel de buitenkant van de buret droog maken.
  • Verwijder luchtbellen uit de buretpunt door de kraan even open te draaien. Je kunt dit tegelijkertijd doen met het instellen van de buret.

Instellen.

  • Laat vloeistof wegvloeien in een afvalvat, totdat de meniscus tussen 0 en 1 ml staat.
  • Druppel van de punt aftippen tegen de wand van het afvalvat. Geen filtreerpapier, anders ontstaat er een luchtbel!

Aflezing.

  • Breng je oog op dezelfde hoogte als het vloeistofniveau in de buret.
    • Gebruik eventueel een opstapje, maar ga nooit op een kruk staan.
  • Zorg dat je oog, het af te lezen punt op de maatverdeling en de onderkant van de meniscus op één lijn liggen. Lees op de maatverdeling het punt af, waarop de Schellbach-streep wordt ingesnoerd.
  • Schat hierbij de tienden van het gedeelte tussen 2 maatstrepen. Dus je leest af op 2 decimalen!

Terugzetten.

  • 2 keer spoelen met demiwater.

 

 

 

De procedure van de buret (Test)

Test

 

 

  • Lekt de kraan?
  • Is de kraanboring verstopt?
  • Is de punt van de kraan heel?
  • Is de bovenkant heel?

Buret aflezen

0,50 mL
0,50 mL
0,89 mL
0,89 mL

Extra materiaal

Bekijke het onderstaande filmpje over zuur-base titraties.

Open bestand ES Chemie - Zuur-base titratie

Prac. 1: Kennismaken met titreren

Prac. 1a: Volume van 1 druppel

Inleiding

Na de instructie over de buret ga je zelf aan het werk met de buret. Je moet de opstelling bouwen en gaat onderzoeken wat het volume is van 1 druppel. Een ander belangrijk onderdeel van dit experiment is het aflezen van de buret.

Uitvoering

  • Klem een gereinigde buret aan een statief en vul deze met demi water tot boven 0,00 ml.
  • Laat een kleine hoeveelheid demiwater weglopen zodat het vloeistofniveau tussen de 0,00 en de 1,00 ml staat.
  • Lees de beginstand af en noteer deze in het document dat je voor de uitwerkingen moet gebruiken.
    • Laat het resultaat controleren door een docent!
  • Laat vervolgens 20 druppels uit de buret lopen en lees opnieuw af.
    • Laat het resultaat controleren door een docent!

 

  • Voer de bepalingen in duplo uit.

Bereken het gemiddelde volume van één druppel. Dit volume is afhankelijk van de straal van de kraan en kan voor verschillende buretten dus best een andere waarde opleveren.

Uitwerking

De uitwerking van practicum 1a lever je tegelijkertijd in met de uitwerking van practica 1b en 1c.

Het benodigde document kun je onder practicum 1c downloaden.

Afval

Alle gebruikte vloeistoffen mogen door de gootsteen.

Prac. 1b: Kennismaking met zuur/base indicatoren

Inleiding

Een stof waarvan de pH waarde lager is dan 7 wordt een zuur genoemd. Een stof waarvan de pH waarde hoger is dan 7 wordt een base genoemd. Als zuren en basen met elkaar in aanraking komen, vindt er een chemische reactie plaats. Er ontstaat water. Als de concentratie van een zuur bepaald moet worden, kan daarvoor een basische oplossing met bekende concentratie gebruikt worden. Om erachter te komen op welk moment de titratie gestopt moet worden, is er een instrument (pH-meter) of indicator nodig die aangeeft dat er gelijke hoeveelheden zuur en base aanwezig zijn. Om het gedrag van indicatoren beter te leren kennen, voeren we het volgende experiment uit.

Uitvoering

(Voer practicum 1b uit per practicumtafel)

  • Neem 2 reageerbuizen en markeer de reageerbuizen met een “z” van zuur of een “b” van base.
  • Doe 2 druppels fenolftaleïne in iedere reageerbuis.
  • Doe 3 druppels HCl-oplossing (± 0,1 M) in reageerbuis “z”
  • Doe 3 druppels NaOH-oplossing (± 0,1 M).) in reageerbuis “b”
  • Vul beide reageerbuizen met demiwater.
    • Noteer de waarnemingen in de tabel.

 

  • Herhaal het experiment met de indicator broomthymolblauw.

Uitwerking

De uitwerking van practicum 1b lever je tegelijkertijd in met de uitwerking van practicum 1a en 1c.

Het benodigde document kun je onder practicum 1c downloaden.

Afval

Alle gebruikte vloeistoffen mogen door de gootsteen.

Prac. 1c: Titreren tot tussenkleur

Inleiding

Bij een titratie is de belangrijkste vaardigheid tet titreren tot het equivalentiepunt. Door vlak voor of vlak na dit punt te stoppen met titreren beïnvloed natuurlijk de bepaling.

Om het eindpunt van de titratie zo nauwkeurig mogelijk te bepalen wordt vaak gebruikt gemaakt van een mengindicator. Dit is mengsel van twee indicatoren. Een indicator wordt gemengd met een indicator die een kleur heeft die complementair is aan de tussenkleur van de indicator. Je krijgt dan een mengindicator waarmee bij een titratie een duidelijke kleuromslag is waar te nemen met grijs als tussenkleur. Het omslagtraject van een mengindicator wordt dan zoveel ingekort dat men wel mag spreken van een omslagpunt.

Uitvoering

Concentratiebepaling van een NaOH-oplossing

  • Pipetteer in een erlenmeyer van 300 ml 25,00 ml NaOH (0,1 mol/l).
  • Voeg 3 druppels broomthymolblauw toe.
  • Vul het volume in de erlenmeyer aan tot ongeveer 100 ml met demiwater.
  • Neem een voorgespoelde buret en vul deze met HCl (0,1 mol/l).
    • Lees de beginstand af (tabel).
  • Titreer de NaOH met het HCl. De eerste 15 ml vlot druppelend en vervolgens langzaam druppelend.
    • Titreer tot kleuromslag.
    • Lees de buret opnieuw af (tabel)
  • Voer de bepalingen in duplo uit.

Uitwerking

De uitwerking van practicum 1c lever je tegelijkertijd in met de uitwerking van practica 1a en 1b. Het benodigde document kun je hieronder downloaden.

Dit document lever je in op Cumlaude.

Open bestand Per 1.3 Uitwerkingen Practicum 1

 

Afval.

Alle gebruikte vloeistoffen mogen door de gootsteen.

Instructie 2: De wig van Bjerrum

Inleiding.

De wig van Bjerrum bestaat uit een doorzichtig bakje met hierin een diagonaal geplaatst doorzichtig schot, dat het bakje in twee gescheiden ruimtes verdeelt.

Ruimte A wordt bijvoorbeeld gevuld met verdund zoutzuur en ruimte B met een verdunde natriumhydroxideoplossing van dezelfde concentratie. Aan beide oplossingen voeg je nu de indicatoroplossing toe die je wilt gebruiken bij de titratie.

Bij de waarneming van bovenaf ziet men in A nu de kleur van het indicatorzuur en in B de kleur van de indicatorbase. Kijkt men van opzij door de wig, dan ziet men van links naar rechts de kleur van de oplossing geleidelijk overlopen van die van het indicatorzuur naar die van de indicatorbase.

Uit dit geleidelijke kleurverloop is het equivalentiepunt van een titratie te bepalen.

Uitvoering

  • Neem een Wig van Bjerrum.
  • Doe in beide helften een paar druppels indicator (methylrood-broomkresolgroen)
  • Doe in de ene helft een verdunde NaOH-oplossing en in de andere helft een verdunde HCL-oplossing.
  • Bepaal de kleur van het equivalentiepunt door horizontaal door het bakje te kijken.

 

Download

Lees in het artikel hieronder meer over de wig van Bjerrum.
 

Open bestand NVOX 2004-03 De wig van Bjerrum

Prac. 2: Bepaling van het percentage soda in kristalsoda

Inleiding.

Kristalsoda heeft de formule Na2CO3.10 H2O.

Bij oplossen valt Soda uitéén in natrium-ionen en carbonaat-ionen. Het carbonaat-ion (CO32-) reageert in waterige oplossingen als een zwakke base. Het neemt protonen op (zuur) en vormt dan koolzuur. Dit koolzuur valt dan uiteen in H2O en CO2.

Het gehalte aan Na2CO3 in kristalsoda (Na2CO3.xH2O) kan daarom door titratie met gestelde zoutzuur bepaald worden.

De titratie verloopt volgens de onderstaande reactievergelijking:

CO32- + 2 H3O+ \(\rightarrow\) CO2 + 3 H2O

Om eventuele heterogeniteit van het monster te ondervangen, wordt een vrij grote hoeveelheid afgewogen.

Uitvoering

  • Weeg m.b.v. een weegschuitje ca. 1,8 gram kristalsoda nauwkeurig af
  • Breng de kristalsoda over in een bekerglas en voeg maximaal 50 mL demiwater toe.
    • Je kunt de oplossing eventueel een heel klein beetje verwarmen.
  • Breng de oplossing kwantitatief over in een maatkolf van 100 ml, vul aan en homogeniseer de oplossing.
  • Pipetteer 25,00 ml in een erlenmeyer van 300 ml en verdun met demiwater tot ca. 100 ml.
  • Voeg 2 tot 3 druppels methyl-rood/broomkresolgroen toe als indicator
  • Titreer met zoutzuur tot rood/grijs.
    • Je kunt de tussenkleur bepalen met de "Wig van Bjerrum".
  • Kook de oplossing in de erlenmeyer gedurende enkele minuten
  • Koel af m.b.v. een ijsbad
  • Titreer verder tot grijs.
  • Voer het experiment in duplo uit. (dus opnieuw inwegen)
  • Bereken het gehalte aan Na2CO3 in kristalsoda.

Berekeningen

Het massapercentage Na2CO3 in kristalsoda kun je berekenen met de onderstaande formule:

VHCl = Verbruik HCl (ml)
tHCl = Concentratie HCl (mol/l)
0,5 = Reactievergelijkings factor
4 = Pipetteerfactor
105,99 = Molmassa (g/mol)
mmonster = Inweeg van het monster (mg)

De relatieve spreiding tussen de hoogste en de laagste waarde mag maximaal 1,00% relatief zijn.

 

Bij een groter verschil moet je 1 of 2 bepalingen over doen. Je mag maximaal 4 gehalte-bepalingen doen.

Voorbereiding en uitwerking

De voorbereiding van practicum 2 maak je op de gebruikelijke manier.

Een voorbereiding bestaat uit

  • Practicum nr. met titel
  • Doel
  • Principe
  • Proef in beeld
  • Benodigdheden met hoeveelheden
  • Afval
  • Veiligheidskaarten (Inleveren in Cumlaude)

De voorbereiding neem je mee naar het practicum.

Van de onderstaande stof moet een veiligheidskaart gemaakt worden:

  • Kristalsoda

Dit voorbereidingsdocument lever je in op Cumlaude.

Voor de uitwerking van practicum 2 moet je gebruik maken van het document dat je hieronder kunt downloaden.

Dit document lever je in op Cumlaude.

Open bestand Per 1.3 Uitwerkingen Practicum 2

Afval

Alle gebruikte vloeistoffen mogen door de gootsteen.

Prac. 3: Bepaling van het azijnzuurgehalte in huishoudazijn

Azijnzuur is een zwak zuur en kan getitreerd worden met een NaOH-oplossing met behulp van de indicator fenolftaleïne.

De titratie verloopt volgens de onderstaande reactivergelijking.

CH3COOH + OH- \(\rightarrow\) CH3COO- + H2O

1 mol azijnzuur reageert met 1 mol natriumhydroxide.

Het gehalte azijnzuur is gelijk aan het massapercentage azijnzuur in een oplossing. Bij de berekening vergelijken we dan ook de massa van het getitreerde azijnzuur met de massa van de azijnzuuroplossing.

Uitvoering

  • Neem een buret met een teflon kraan.
  • Pipetteer in duplo 20,00 ml huishoudazijn in maatkolven van 100,0 ml en vul aan. (20,00 ml in maatkolf A en 20,00 ml in maatkolf B.)

Het azijnzuurgehalte wordt van iedere maatkolf minimaal in duplo bepaald (minimaal 4 titraties). Daarvoor moet je de onderstaande handelingen uitvoeren.

  • Pipetteer 10,00 ml azijnzuur uit de maatkolf van 100 ml in erlenmeyers van 300 ml.
  • Voeg 3-5 druppels fenolftaleïne-oplossing
  • Voeg ongeveer 50 ml demiwater toe.
  • Titreer met een NaOH-oplossing van ongeveer 0,1 mol/l tot een licht roze kleur die gedurende ongeveer 30 seconden behouden blijft.

Berekeningen

Bereken van elke afzonderlijke titratie de uitkomst.

 

Gehalte = Massapercentage (% (m/m))
10 = pipetteerfactor
60,05 = Molmassa azijnzuur (g/mol)
VNaOH = Verbruik NaOH (ml)
tNaOH = Concentratie NaOH (mol/l)
20080 = De massa van 20,00 ml huishoudazijn (mg)

 

Bereken de realtieve spreiding tussen de hoogste en de laagste waarde, die mag maximaal 1,00%. 

Voorbereiding en uitwerking

De voorbereiding van practicum 3 maak je op de gebruikelijke manier.

Een voorbereiding bestaat uit

  • Practicum nr. met titel
  • Doel
  • Principe
  • Proef in beeld
  • Benodigdheden met hoeveelheden
  • Afval
  • Veiligheidskaarten (Inleveren in Cumlaude)

De voorbereiding neem je mee naar het practicum.

Van de onderstaande stof moet een veiligheidskaart gemaakt worden:

  • Azijnzuur

Dit voorbereidingsdocument lever je in op Cumlaude.

Voor de uitwerking van practicum 3 moet je gebruik maken van het document dat je hieronder kunt downloaden.

Dit document lever je in op Cumlaude.

Open bestand Per 1.3 Uitwerkingen Practicum 3

Afval

Alle gebruikte vloeistoffen mogen door de gootsteen.

Prac. 4: Titerstellen

De vloeistof in de buret noemen we de titrant. Voor het maken van berekeningen moet je de concentratie van de titrant weten. De concentratie van de vloeistof in de buret noemen we titer. Met de formule n=c∙v kun je de hoeveelheid mol bepalen die je tijdens de titratie hebt verbruikt door de concentratie van de buretvloeistof met het verbruik te vermenigvuldigen.

De titer stel je altijd op een oertiterstof. Een oertiterstof is een verbinding die gemakkelijk en in een zeer zuivere vorm te gebruiken is. Er zijn er maar een paar van, maar daarmee kun je wel de titer van de titrant nauwkeurig bepalen.

Het stellen van een titer wordt minimaal in een triplo uitgevoerd. De concentraties mogen niet te ver van elkaar afwijken. Is de spreiding van de concentraties te hoog, dan is een 4de bepaling noodzakelijk.

 

Uitvoering

Deel 1:

Stellen van natriumhydroxide (0,1 mol/L) op kaliumwaterstofftalaat.

  • Weeg ongeveer 750 mg kaliumwaterstofftalaat (C8H5KO4) nauwkeurig af en breng dit kwantitatief over in een erlenmeyer van 300 ml.
  • Los de stof op in een volume van ca. 100 ml demiwater en voeg ca. 5 druppels fenolfthaleïne toe.
  • Titreer met natronloog tot de kleur van kleurloos omslaat naar paars/rood. Het eindpunt is bereikt als deze kleur 30 seconden blijft bestaan.
  • Voer de bepaling in triplo uit.

Deel 2:

Stellen van zoutzuur (0,1 mol/L) op borax m.b.v. een motorburet.

  • Weeg ongeveer 500 mg borax (Na2B4O7.10H2O) nauwkeurig af en breng dit kwantitatief over in een erlenmeyer van 300 ml.
  • Los de stof op in een volume van ca. 50 ml demiwater
  • Voeg ca. 5 druppels methylrood toe.
  • Titreer met zoutzuur tot de kleur van kleurloos omslaat van geel naar rood.
  • Voer de bepaling in triplo uit

Berekeningen

Deel 1:

De reactie tussen natronloog en kaliumwaterstofftalaat verloopt volgens onderstaande reactievergelijking.

NaOH + KHC8H4O4 → NaKC8H4O4 + H2O

Natronloog en kaliumwaterstofftalaat reageren in de verhouding 1:1.

De concentratie van het de natronloog kun je berekenen met de formule:

cNaOH = Concentratie NaOH (mol/L)
mkaliumwaterstofftalaat = Inweeg kaliumwaterstofftalaat (mg)
204,22 = Molmassa kaliumwaterstofftalaat (g/mol)
VNaOH = Verbruik NaOH (mL)

 

Deel 2:

De reactie tussen zoutzuur en borax verloopt volgens onderstaande reactievergelijking.

Na2B4O7.10H2O + 2 HCl = 2 NaCl + 4 H3BO3 + 5 H2O

Zoutzuur en borax reageren in de verhouding 2:1.

De concentratie van het de zoutzuur-oplossing kun je berekenen met de formule:

CHCl = Concentratie HCl (mol/L)
2 = Reactievergelijkingsfactor
mBorax = Inweeg borax (mg)
381,37 = Molmassa Borax (g/mol)
VHCl = Verbruik HCl (mL)

 

 

Voorbereiding en uitwerkingen

De voorbereiding van practicum 4 maak je op de gebruikelijke manier.

Een voorbereiding bestaat uit

  • Practicum nr. met titel
  • Doel
  • Principe
  • Proef in beeld
  • Benodigdheden met hoeveelheden
  • Afval
  • Veiligheidskaarten (Inleveren in Cumlaude)

De voorbereiding neem je mee naar het practicum.

Van de onderstaande stof moet een veiligheidskaart gemaakt worden:

  • C8H5KO4 is kaliumwaterstofftalaat
  • Na2B4O7.10H2O is natriumtetraboraat-decahydraat (borax).

Dit voorbereidingsdocumenten lever je in op Cumlaude.

Voor de uitwerking van practicum 4 moet je gebruik maken van het document dat je hieronder kunt downloaden.

Dit document lever je in op Cumlaude.

Open bestand Per 1.3 Uitwerkingen Practicum 4

Afval

Kaliumwaterstofftalaat-oplossingen in afvat I

Borax-oplossingen in afvalvat II.

Titranten mogen door de gootsteen.

Reactieproducten deel 1 en deel 2 in afvalvat 1

 

Prac. 5: De inweeg van borax bepalen d.m.v. een titratie met zoutzuur

Inleiding.

Na2B4O7.10H2O is natriumtetraboraat-decahydraat ook wel borax. Borax lost op in water en daarbij ontstaan 2 Na+-ionen en het B4O72- (boraat)-ion. Het boraat-ion is een base en reageert met zoutzuur (H3O+) volgens onderstaande reactie.

B4O72-+ 2 H3O+ + 3 H2O \(\rightarrow\) 4 H3BO3

Dus 1 mol borax reageert met 2 mol HCl.

De indicator die we bij dit practicum gebruiken, is de mengindicator methylrood-broomkresolgroen.

 

Om uiteindelijk de berekeningen aan het einde van het practicum uit te voeren, moet je de concentratie van de titrant (de vloeistof in de buret) bepalen. Dit doe je in het onderdeel "Titer stelling". De 'titer' is een ander woord voor de concentratie van de vloeistof in de buret.

Bekijk het onderstaande filmpje om dit beter te begrijpen.

Titer stellen

Uitvoering

Deel I: Titerstelling

  • Weeg in triplo ca. 500 mg borax nauwkeurig af en breng dit kwantitatief over in een erlenmeyer van 300 ml.
  • Los de stof op in een volume van ca. 100 ml demiwater en voeg ca. 5 druppels mengindicator methylrood-broomkresolgroen toe.
  • Titreer met zoutzuur tot de kleur van groen via vrijwel kleurloos/grijs.
Bereken de sterkte van het zoutzuur.

De concentratie van het zoutzuur kun je berekenen met de formule:

CHCl = Concentratie HCl (mol/l)
2 = Reactievergelijkingsfactor
mBorax = Inweeg borax (mg)
381,37 = Molmassa borax (g/mol)
VHCl = Verbruik HCl (ml)

 

Je mag de concentratie I , II en III middelen indien deze onderling minder verschillen dan 0,5 %. Zo niet, dan is een vierde bepaling noodzakelijk!

Als je geen goede triplo kunt vinden, vraag dan de docent om de titer.

Deel II: Bepaling van de inweeg borax

  • Pipeteer 20,00 mL monster in twee erlenmeyers van 300 mL (ca. 500 mg Borax).
  • Voeg ca. 100 ml demiwater toe en voeg ca. 5 druppels mengindicator methylrood-broomkresolgroen toe.
  • Titreer met zoutzuur tot de kleur van groen via vrijwel kleurloos/grijs.
  • Voer de titratie in duplo uit.
Bereken de inweeg van de borax.

De inweeg van de borax kun je berekenen met de onderstaande formule:

mBorax = Inweeg borax (mg)
VHCl = Verbruik HCl (ml)
cHCl = Concentratie HCl (mol/l)
381,37 = Molmassa borax (g/mol)
0,5 = Reactievergelijkings factor

Voorbereiding en uitwerking

De voorbereiding van practicum 5 maak je op de gebruikelijke manier.

Een voorbereiding bestaat uit

  • Practicum nr. met titel
  • Doel
  • Principe
  • Proef in beeld
  • Benodigdheden met hoeveelheden
  • Afval
  • Veiligheidskaarten (Inleveren in Cumlaude)

De voorbereiding neem je mee naar het practicum.

Bij dit practicum moet je weer gebruik maken van de onderstaande veiligheidskaart:

  • Na2B4O7.10H2O is natriumtetraboraat-decahydraat (borax).

Dit voorbereidingsdocument lever je in op Cumlaude.

Voor de uitwerking van practicum 5 moet je gebruik maken van het document dat je hieronder kunt downloaden.

Dit document lever je in op Cumlaude.

Open bestand Per 1.3 Uitwerkingen Practicum 5

Afval

Borax-oplossingen in afvalvat II.

Buret-oplossingen mogen door de gootsteen.

Reactieproducten (Boorzuur) in afvalvat I.

Prac. 6: Cijferproef (De inweeg van borax bepalen d.m.v. een titratie met zoutzuur)

De cijferproef bestaat uit twee onderdelen.

  • Deel I: Titerstelling
  • Deel II: Bepaling van de inweeg borax

De cijferproef is een herhaling van practicum 5.

Het belangrijke verschil is echter dat je bij deze test van twee apparte monster de inweeg moet bepalen.

Uitvoering

De cijferproef bestaat uit twee onderdelen.

Deel I: Titerstelling

Voor dit onderdeel herhaal je:

Practicum 5: De inweeg van borax bepalen d.m.v. een titratie met zoutzuur: Deel I: Titerstelling

Deel II: Bepaling van de inweeg borax

  • Laat 2 maal een vloeibaar monster (ca. 500 mg borax in ca. 20 mL monster ) afpassen in een erlenmeyer van 300 ml door de docent.
  • Voeg ca. 100 ml demiwater toe en voeg ca. 5 druppels mengindicator methylrood-broomkresolgroen toe.
  • Titreer met zoutzuur tot de kleur van groen via vrijwel kleurloos/grijs.
Bereken de inweeg van de borax.

De inweeg van de borax kun je berekenen met de onderstaande formule:

mBorax  =  Inweeg borax (mg)
VHCl  = Verbruik HCl (ml)
cHCl  = Concentratie HCl (mol/l)
381,37  = Molmassa borax (g/mol)
0,5  = Reactievergelijkings factor

Voorbereiding en uitwerking

Voor dit practicum moet je een voorbereiding meenemen naar de les. Indien de voorbereiding de vorige keer voldoende was, kan je deze meenemen. Indien de voorbereiding van practicum 5 onvoldoende was, zorg voor een nieuw en verbeterde voorbereiding.

Van de onderstaande stof moet een veiligheidskaart gemaakt worden:

  • Na2B4O7.10H2O is natriumtetraboraat-decahydraat (borax).

Dit voorbereidingsdocument lever je in op Cumlaude.

Voor de uitwerking van practicum 6 moet je gebruik maken van het document dat je hieronder kunt downloaden.

Dit document lever je in op Cumlaude.

Open bestand Per 1.3 Uitwerkingen Practicum 6

Afval

Borax-oplossingen in afvalvat II.

Buret-oplossingen mogen door de gootsteen.

Reactieproducten (Boorzuur) in afvalvat I.

  • Het arrangement Per 1.3 Practicum Chemie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2024-03-14 14:13:41
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Practicum Chemie Periode 1.1 - Titreren
    Leerniveau
    MBO, Niveau 3: Vakopleiding; MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    40 uur en 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Titer stellen
    https://youtu.be/RlEwDFwXbGo
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.