Lessenpakket Karel de Grote

Lessenpakket Karel de Grote

Les 1: Leven en familie

Introductie les 1

Welkom!

 

Dit is het online lessenpakket over Karel de Grote! In deze lessen ga je meer te weten komen over zijn leven en wat hij betekend heeft voor ons.

 

 

Vandaag beginnen we met de familie van Karel de Grote.

 

Voordat je aan deze les begint moet je het powerpoint hieronder bekijken

Er zit hier geluid bij dus zorg dat je een koptelefoon op doet en klik op diavoorstelling.

Wanneer je het powerpoint hebt bekeken, mag je de

opdracht hieronder maken en daarna op 'verwerking les 1' drukken.

 

 

Open bestand Les 1 Karel de grote leven en familie.pptx

Verwerking les 1

 

De Stamboom


 

Hieronder wordt de familie van Karel de Grote gepresenteerd. Je kan per persoon lezen wat hij of zij gedaan heeft. Soms zijn dat hele aparte dingen, maar meestal zijn ze ook wel logisch. Het is de bedoeling dat je de korte stukjes doorleest en daarna de webpagina volgt zodat je alle tekst en vragen maakt. Heb je echt dringende vragen die je niet kan vinden op de webpagina dan kan je altijd je klasgenoten vragen om hulp en in het uiterste geval je juf.

Bertrada van Laon ~ Moeder (720-783)

Ze trouwde in 741 met Pepijn de Korte.

Toen haar man, Pepijn de Korte, overleed, probeerde Bertrada te voorkomen dat er ruzie tussen haar twee zoons Karel de Grote en Carloman kwam.

Pepijn de Korte ~ Vader (714-768)

Pepijn de Korte was de eerste koning van de Franken. Hij was samen koning met zijn broer, Carloman. Ze verdeelden de taken en bezittingen.

Op een dag werd zijn broer gedwongen om in het klooster te gaan. Hierdoor kon hij geen koning meer zijn. In 751 kon Pepijn de Korte met goedkeuring van de paus alleen koning worden.

 

 

 

Pepijn de Korte
Pepijn de Korte
Gerberga ~ schoonzus

Gerberga wilde dat haar zoon later het rijk van Carloman over zou nemen, maar zover kwam het niet. Omdat Karel het gebied van edelen al mocht hebben.

Gerberga werd bang en is gevlucht naar de Langobarden. De paus had helaas besloten dat de zoon van Gerberga en Carloman geen koning mocht worden. Daarom begon de koning van de Langobarden een oorlog tegen de paus.

Karel de Grote hielp de paus en veroverde de Langobarden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Carloman ~ broer (751-771)

Carloman was net als Karel de Grote een koning over een deel van het rijk van zijn vader.

Carloman was getrouwd met Gerberga.

Karel mocht zijn broer niet, ze hadden vaak ruzie. Over wie later het hele rijk mocht hebben bijvoorbeeld.

Toen ze bijna een oorlog hadden, ging Carloman dood aan een bloedneus.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hildegard ~ vrouw (758-783)
Hildegard was ook een vrouw van Karel de Grote, zij was 13 toen ze met hem trouwde. Op haar 14e kregen ze kinderen. Onder andere Karel de Jongere, Pepijn van Italië en Lodewijk de Vrome zijn kinderen van haar. Ze heeft in totaal met Karel de Grote 9 kinderen gekregen.

 

 

 

 

 

 

Himiltrude ~ vrouw (742-780)
De eerste vrouw van Karel de Grote was Himiltrude, zij was ook de moeder van Pepijn met de bult. Karel scheidde van haar om een andere vrouw.

 

 

 

 

 

 

 

"Pepijn met de Bult" ~ zoon (767-811)

Pepijn was de eerste zoon van Karel de Grote, maar hij had een hele grote bult op zijn rug. Zijn moeder was Himiltrude. Karel de Grote stuurde haar weg en Pepijn bleef nog bij zijn vader wonen.

Karel de Grote wilde niet dat Pepijn met de Bult koning werd, daarom probeerde hij andere zonen belangrijker te maken. Pepijn kwam in opstand, maar Karel de Grote sloot hem op in een klooster en daar stierf Pepijn met de Bult.  

Karel de Jongere ~ zoon (772-811)

Karel de Jongere was de oudste zoon van Karel de Grote met zijn derde vrouw, Hildegard.

Hij werd koning van een deel van het rijk van Karel de Grote.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lodewijk de Vrome ~ zoon (778-840)
Lodewijk de Vrome kreeg veel land van zijn Vader om koning over te zijn. Hij mocht zelf samen met zijn vader het hele rijk meebesturen. Toen Karel de Grote overleed, werd Lodewijk de Vrome de koning.
Carloman (Pepijn van Italië) ~ zoon (773-810)

Karel de Grote maakte van zijn zoon Carloman, Pepijn. Eigenlijk liet hij Carloman "Pepijn met de Bult" vervangen.

Carloman (Pepijn van Italie) werd koning van Italië.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Karel de Grote ~ (747-814)

Karel de Grote is de belangrijkste persoon van dit lessenpakket. Hij was de koning van de Franken en later keizer van het Frankische Rijk. Karel was een man die erg van de vrouwen hield en had dan ook veel vrouwen en bijvrouwen. Uit de relaties met deze vrouwen zijn ook veel kinderen gekomen.

 

Waarom heet hij Karel "de Grote"?

  • Hij had veel succes, hij was dus een man met een groot rijk.
  • Hij is vernoemd naar zijn opa Karel Martel.
  • Hij was voor de mensen in zijn tijd erg groot. Hij was tussen de 1,79 en 1,92 meter lang. In zijn tijd waren de meeste mensen 1,69 meter.

 

Karel de Grote was analfabeet, dat wil zeggen dat hij niet kon lezen of schrijven. Hij had een speciale handtekening, dit was een stempel waarbij Karel alleen nog een klein vinkje in een vierkant hoefde te zetten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In het middelste ruitje zie je een vinkje, deze hoefde Karel aleen maar zelf te zetten.
In het middelste ruitje zie je een vinkje, deze hoefde Karel aleen maar zelf te zetten.

Inmiddels weet je wel dat Karel de Grote een bijzonder leven had. Hij is geboren in 742 en zijn vader was een machtige koning. Karel had een broertje en die heete Carloman. Toen hun vader in 768 overleed kregen Karel de Grote en zijn broertje Carloman allebei een deel van het rijk van hun vader. Totdat Carloman ineens dood ging aan een bloedneus in 771. Karel de Grote kreeg daarom het hele rijk. In het jaar 800 werd hij door de paus zelfs tot keizer gekroond. In 814 kwam er een einde aan zijn leven. In 1165 is Karel de Grote heilig verklaard, maar in 1179 is dat weer ongeldig gemaakt.

In de volgende opdracht bepaal jij wat er gebeurd is. Je krijgt drie verdachte situaties uit het leven van Karel de Grote. Jij mag zelf kort een verhaaltje bedenken over wat er is gebeurd. We weten niet wat er is gebeurd, daarom zijn er verschillende onderzoekers die nog steeds onderzoek doen naar deze gebeurtenissen. Jij mag nu als een rechter oordelen over de situatie, wat denk jij? Misschien dat deze mysteries ooit nog opgelost worden...

Afsluiting les 1

Karel de Grote was de koning en later keizer van het Frankische Rijk. Voor hem regeerde zijn vader Pepijn de Korte over het rijk. Toen deze stierf erfde Karel en zijn broer Carloman allebei een deel. Carloman ging op een mysterieuze wijze dood en Karel kreeg de macht over het hele Rijk. In het jaar 800 werd Karel door de paus tot keizer gekroond. Veertien jaar later stierf Karel en zijn oudste op dat moment levende zoon, Lodewijk de Vrome, volgde hem op.

In zijn leven heeft Karel meerdere vrouwen gehad. Met deze vrouwen en ook nog een aantal bijvrouwen heeft hij erg veel kinderen gehad. Karel was een analfabeet en kon dus niet lezen of schrijven. Daarom had hij een speciale handtekening, waarbij hij alleen maar een vinkje in een stempel hoefde te zetten.

In de tijd van Karel hadden mensen nog geen achternaam, dus kregen ze een soort bijnaam. Karel, die vernoemd was naar zijn opa Karel Martel, had de bijnaam 'De Grote'. Deze bijnaam had hij gekregen omdat hij een zeer groot rijk had en ook erg groot was voor die tijd.

Begrippenlijst

De volgende begrippen zijn in deze les voorbij gekomen:

Het Frankische Rijk: het rijk dat de Franken tussen de 3e en 10e eeuw in hun macht hadden en werd gedurende deze tijd steeds meer uitgebreid.

Analfabeet: iemand die niet kan lezen of schrijven

Les 2: Bestuur en oorlogen

Introductie les 2

Hoi, leuk dat je weer aan een nieuwe les begint. Dit is les 2 en deze les gaat over:

Het bestuur van Karel de Grote

 

Bekijk het powerpoint hieronder en ga dan verder naar 'verwerking les 2'.

Open bestand Les 2 Karel de grote bestuur en oorlog.pptx

Verwerking les 2

Hoe deed Karel de Grote dat nou? Wat was zijn geheim?

Karel de Grote zorgde voor eenheid. Hij wilde dat alle mensen in zijn rijk samen één volk gingen vormen. Dat ze dezelfde dingen belangrijk vonden en dat er dezelfde regels gelden. Dan krijg je eenheid. Hij deed dit op verschilldende manieren.

Allereerst zorgde hij ervoor dat alle mensen in zijn rijk één munt hadden. Als alle mensen met hetzelfde geld betalen kan je makkelijk handel drijven en dat zorgt voor orde. Denk maar aan de Europese Unie, daar hebben we ook één munt: de Euro.
Dat is nog niet alles, want Karel liet zijn hoofd op de munt afdrukken, zoals bij ons Willem-Alexander op de munt staat. Geld is iets wat iedereen binnen een rijk te zien krijgt, ook in de tijd van Karel de Grote. Hij had op de munt een Lauwerkrans op zijn hoofd. Dat is het teken van de Romeinen, Karel wilde hiermee laten zien dat zijn rijk de opvolger was van het Romeinse Rijk.

 

Karel de Grote wilde ook één godsdienst, omdat dan iedereen hetzelfde over dat soort dingen denkt. Daar krijg je dan binnen je rijk geen ruzie over. Karel de Grote was christelijk en in zijn rijk moest iedereen ook christen worden. Christenen zouden hem ook makkelijker gehoorzamen. Daar had Karel de Grote goed over nagedacht.

De paus was de belangrijkste persoon in de christelijke kerk. De christenen geloofden dat de paus alle macht van God gekregen had. De paus had Karel de Grote tot keizer gekroond, dus de christenen dachten dat God Karel de Grote tot keizer had gemaakt. Als er mensen in Karels rijk nou niet christelijk waren, dan geloofden ze niet dat Karel alle macht van God gekregen had en dan zou hij nooit de machtigste persoon kunnen worden.

Hij deed dit heel slim, als hij bepaalde landen nog wilde gaan veroveren, stuurde hij zendelingen op dat gebied af. Deze zendelingen moesten de mensen dan alvast christelijk maken. Als de mensen namelijk christelijk waren, dan geloofden ze dat Karel de Grote de macht van God gekregen had en dan zouden ze wel naar hem luisteren. Denk aan Bonifatius en Willibrord, Karel stuurde hen naar Nederland om daar de mensen christelijk te maken.

Het leenstelsel

Je kunt je vast wel voorstellen dat Karel als heerser over een ontzettend groot rijk niet echt de tijd had om uit te zoeken welke boer nou van wie had gestolen. Maar wanneer niemand zich hiermee zou bemoeien, zouden zulke dingen voor problemen kunnen zorgen. Karel had hier iets slims op bedacht: hij maakte een afspraak met een hertog of een graaf dat zij zulke zaken voor hem zouden gaan regelen in een bepaald gebied. Dit deden deze mannen natuurlijk niet voor niks, dus Karel gaf hen het gebied dat zij gingen besturen te leen. Daarom heten deze mannen ook wel leenmannen en Karel was hun leenheer. Karel wilde ook dat deze leenmannen voor hem belasting bij de burgers gingen halen en het gebied dat zij te leen hadden gingen verdedigen.

Deze leenmannen hadden vaak nog steeds een heel groot gebied om te besturen. Daarom leende zij ook delen uit aan ridders of baronnen. Deze ridders en baronnen worden achterleenmannen genoemd en de leenmannen zijn dan de leenheren van deze mannen. De leenmannen en achterleenmannen hadden dan dezelfde afspraken met elkaar als Karel had met de leenmannen. Het verschil was dat de achterleenmannen een kleiner gebied hadden dan de leenmannen. Dit hele systeem van gebieden lenen met leenmannen en achterleenmannen heet het leenstelsel. Dit stelsel was erg belangrijk voor het bestuur van Karel, omdat hij zich niet meer met kleine zaken hoefde bezig te houden en meer tijd had voor andere zaken.

Ook een munt van Karel de Grote, zie jij zijn handtekening?
Ook een munt van Karel de Grote, zie jij zijn handtekening?

Karel de Grote zelf moest natuurlijk zelf ook nog wat doen. Hij had zijn rijk verdeeld onder de leenmannen, maar hij kon niet lui aan het strand liggen. Nee, Karel de Grote trok rond door zijn rijk. Hij ging van de ene plek naar de andere, met een duur woord noem je een plek, een palts. Hij trok van palts naar palts. Wat deed hij daar dan?

 

Zojuist is Karel de Grote op bezoek geweest in Utrecht, de hele stad staat op zijn kop. Het gebeurt niet vaak dat de keizer in de stad is, hij moet namelijk naar nog veel meer plekken. Esther is in ieder geval super blij. "Mama!! Weet je wat hij zei?" riep ze enthousiast. "Nou?" zegt mama. "Hij komt deze zomer weer naar Utrecht, hij komt hier dan feest vieren!" zegt Esther vrolijk. Heerlijk vindt ze dat. Als Karel de Grote in de stad is, gaat alles een stuk beter. Iedereen is dan lief voor elkaar en ze luisteren allemaal ineens. Dat komt omdat Karel de Grote altijd de misdadigers komt straffen. Als Karel ergens anders in het rijk is, dan kunnen er hier in Utrecht genoeg slechte dingen gebeuren. Als Karel dan weer terug is dan krijgen alle misdadigers straf en is het weer even rustig in de stad. Maar als Karel de Grote dan in Utrecht is, is hij niet ergens anders in zijn rijk en dan gaat het daar weer mis. Daarom trekt hij de hele tijd rond, hij moet overal de rust bewaren. "Wel goed van de koning" zegt Esther, "zonder hem was het vast niet zo goed als het nu is". "En zo is het!"zegt mama.

 

Karel de Grote had speciale paltsen voor verschillende gelegenheden. Als het winter was ging hij naar winterpaltsen en tijdens feesten ging hij ook naar een vaste plek. Verder ging hij gewoon naar plekken waar hij dacht dat het volk hem nodig had.  In Nederland waren een paar paltsen van hem te vinden; Asselt, Nijmegen, Utrecht, Meerssen en Zuthpen.

Aken was de belangrijkste palts van Karel de Grote, hier was hij dan ook vaak aanwezig. Veel uit zijn tijd is blijven staan. Hij is er zelfs begraven.

Karel had ook speciale zendgraven. Je hebt net geleerd dat leenmannen delen van het rijk van Karel de Grote overnamen om voor hem te regeren. Soms moesten deze leenmannen gecontroleerd worden of moest er een boodschap overgebracht worden. Dat deden de zendgraven, zij gingen op een paard naar alle leenmannen toe.

Karel de Grote voerde veel oorlogen. Hieronder kun je wat meer lezen over de drie belangrijkste oorlogen.

 

OORLOG MET DE SAKSEN

In 772 begon de ongeveer 30 jaar durende oorlog tegen de Saksen. De Saksen woonden op de plek waar nu Duitsland is. De Saksen leefden op de grens van het Frankische rijk en de oorlog was in het begin bedoeld om de grens veilig en rustig te houden.

Op een gegeven moment wilde Karel de Grote de Saksen echt als onderdeel van zijn rijk hebben. Hij bekeerde de Saksen ruig tot het Christendom en ze moesten echte Franken worden. De Saksen wilden dat helemaal niet. Zij wilden gewoon de Saksen blijven die ze altijd al geweest waren. Het Saksenland werd na de inname ook verdeeld onder leenmannen. Op een dag moesten 4500 Saksen gedwongen Christen worden anders zouden ze onthoofd worden. Dit wordt het Bloedbad van Verden genoemd. Heel veel Saksen zijn daar omgekomen.

Widukind was de leider van de Saksen. Hij wilde zich niet overgeven. Hierdoor duurde de oorlog zo ontzettend lang.

Uiteindelijk gingen de meeste Saksen mee met Karel de Grote, ze waren de oorlog zat. Karel de Grote probeerde het beste voor de Saksen te regelen als ze maar deel van zijn grote rijk wilden worden. Hij zorgde ervoor dat ze gewoon Saksen mochten blijven, maar dan wel in het grote machtige Frankische rijk van Karel de Grote.

OORLOG MET DE MOREN

De Moren vroegen zelf om hulp vanwege een onderlinge oorlog. Karel de Grote kwam met zijn leger om ze te helpen. Toen ze klaar waren trok het hele leger van Karel zich terug. Maar op de terugreis werd een groot deel van het leger weggevaagd door de tegenstanders. Hier werd heel hard gevochten, want Karel de Grote accepteerde geen nederlaag. Om het rustig te krijgen liet hij zijn zoon van 3 jaar oud koning worden over een klein gebied ten noorden van het rijk van de Moren. Langzaam werd het rustiger onder de Moren. Het gebied waar de Moren woonden heet tegenwoordig Spanje.

OORLOG MET DE LANGOBARDEN

In de vorige les heb je kunnen lezen dat de vrouw en zoon van Carloman, de broer van Karel de Grote, naar de leider van de Langobarden waren gevlucht. De vrouw van Carloman wilde dat de paus hun zoon tot koning zou maken, maar de paus wilde dat niet. Hierdoor werd de leider van de Langobarden boos en begon de paus aan te vallen. Karel de Grote hoorde dat en hielp de paus. De strijd werd door Karel de Grote gewonnen en hij kroonde zich tot koning van de Langobarden.

Afsluiting les 2

Karel had een groot rijk. Hij kon dit grote rijk goed besturen doordat hij zorgde voor eenheid. Hij voerde 1 munt in en 1 godsdienst. Dit zorgde voor rust en vrede. Het christendom liet hij verspreiden met behulp van zendelingen. Zo kon hij nieuwe gebieden makkelijker veroveren. Wij hebben in de Europese Unie ook 1 munt.

Verder voerde Karel het leenstelsel in. Hij leende, als leenheer, delen van zijn rijk uit aan leenmannen. Deze leenmannen verdedigden het gekregen gebied en namen de belasting van de bewoners in. Dit allemaal in de naam van Karel de Grote. Soms was het gebied voor de leenman alleen nog te groot. Hij leende dan gebieden uit aan achterleenmannen. Karel hield alle leenmannen in de gaten met zendgraven. Deze graven reisde rond en controleerde de leenmannen of brachten een boodschap namens Karel.

Karel zelf hoefde nu alleen wat rond te trekken en om te kijken hoe het ging. Hij reisde van palts naar palts. In Aken stond de belangrijkste Palts. Hij is hier zelfs begraven.

Karel voerde veel oorlogen. De langst durende oorlog was de oorlog tegen de Saksen. Deze duurde 30 jaar! Uiteindelijk gaven een groot deel van de Saksen zich over aan Karel, maar alleen als ze Saksen mochten blijven. Dit mocht van Karel zolang ze maar zeiden bij zijn rijk te horen. Karel vocht ook tegen de Moren, nadat zijn leger de Moren eerst geholpen had. Zij vielen Karel 's leger aan toen het leger naar huis ging. De Langobarden maakten ruzie met de paus. Karel hielp de paus door de Langobarden te verslaan.

 

Begrippenlijst

De volgende begrippen zijn in deze les voorbij gekomen:

- Europese Unie: een samenwerking van 29 Europese landen op het gebied van politiek en economie

- Zendeling: persoon die wordt uitgezonden om mensen tot het christendom te bekeren

- Leenstelsel: stelsel waarbij vorsten of graven stuken land gaven aan mannen onder hen om dit stuk land te besturen

- Leenman: de persoon waaraan het stuk land geleend wordt

- Leenheer: de persoon die het stuk land uitleend aan een leenman

- Palts: een (meestal koninklijke) verblijfplaats

- Zendgraaf: een soort boodschapper van de koning die controleerde voor de koning of een leenman zich aan hun afspraken hield

Les 3: Cultuur en invloed

Introductie les 3

Hoi, dit is al weer de laatste les! Deze les bestaat uit twee delen.

1) De cultuur in de tijd van Karel de Grote.

In deze les maak je kennis met het volgende uit de tijd van Karel:

- De muziek

- De kunst

- De wapens

- De kleren

 

2) Hedendaagse invloed van Karel de Grote.

In deze les leer je het volgende:

- De invloed van Karel op onze scholen, ziekenhuizen en kerken van nu.

- De invloed van Karel op onze landbouw.

 

Bekijk weer het powerpoint hieronder en maak vervolgens beide delen van deze les.

Open bestand Les 3 Karel de grote cultuur en invloed.pptx

Verwerking les 3 deel 1: cultuur

Muziek

Bewijs over muziek uit de tijd van Karel de Grote laat zien dat muziek vooral in kerken werd gebruikt. We gaan ervan uit dat de inwoners van zijn rijk ook muziek maakten. Maar deze muziek is nooit opgeschreven, dus is er niets bewaard van gebleven. We kunnen dit dus alleen raden. Een belangrijk instrument in de tijd van Karel de Grote was het orgel. Het orgel bestond al voor zijn tijd, maar werd een lange tijd niet veel gebruikt. Maar in de tijd van Karel werd het orgel veel gebruikt in de kerk. Op het plaatje hiernaast zie je een nagemaakt orgel uit de tijd van Karel. Koorzang werd ook erg populair.

Kunst

Over het algemeen zien we in de geschiedenis dat door oorlog een ontwikkeling van kunst onmogelijk wordt. Maar ondanks de vele oorlogen die Karel de Grote voerde is er in zijn tijd zeker sprake van een kunstonwikkeling. Dit kwam doordat Karel vooral oorlog voerde aan de grenzen van zijn Rijk. In zijn Rijk was er vrede. Hierdoor kon er toch een kunstontwikkeling plaats vinden. De kunst in zijn tijd staat bekend onder de naam: Karolingische Renaissance. De kunst uit zijn tijd bestond vooral uit schilderkunst en beelden. De beelden werden gemaakt van brons (edelsmeedkunst) en ivoor (ivoorsnijwerk). Het hoofdonderwerp van kunstwerken uit de middeleeuwen was het christelijke geloof. Dit zie je dan ook overal terug.

Schilderkunst
Afbeeldingsresultaat voor paintings middle ages

Veel schilderingen uit de tijd van Karel waren muurschilderingen of miniatuurschilderingen. Je vond deze vooral in kerken. Helaas zijn veel van deze schilderingen verloren gegaan.

 
 
 
 
 
 
Beelden

Karel stelde vast dat volgens de bijbel het vereren van beelden niet mocht. Volgens hem mochten beelden van heiligen alleen gebruikt worden als versiering of instructie. Hij vond dat de overblijfselen van heiligen, de bijbel en het kruis van Jezus, belangrijker waren. Juist deze dingen zouden vereerd moeten worden volgens hem. Deze manier van denken heeft veel invloed gehad op de beeldende kunst uit zijn tijd.

Edelsmeedskunst

Edelsmeedskunst betekent kunst gemaakt van edelmetaal zoals goud of zilver. Een ander goed voorbeeld van een edelmetaal uit de tijd van Karel is brons.

Karel opende in zijn tijd een bronsgieterij in Aken. Met het brons kon hij namelijk zijn paltsen versieren. Hij liet er hekken en deuren mee versieren. Ook werden er bronzen hekken en deuren gemaakt voor kerken. Bijzonder was dat belangrijke teksten, manuscripten genoemd, voorzien werden van een dun laagje brons om de tekst te beschermen. Ook werden er in de tijd van Karel veel bronzen beeldjes gemaakt

 

 

 

 

 

 
Ivoorsnijkunst

De inspiratie van ivoorsnijkunst was vaak de Romeinse kunst. Dit kon je zien aan de kleding en de houding van het beeld. Vaak waren het beelden van personen, zoals een keizer. Deze persoon werd op het beeld vaak vergeleken met een Bijbelfiguur. Zo liet de keizer zien dat hij belangrijk was en zichzelf vergeleek met mensen uit de Bijbel. Deze kunstwerken zijn vooral terug te vinden op de kaften van evangelische boeken en op de deksels en wanden van reliekkistjes. Soms ook in de kanten van de altaren in de kerken van die tijd.

Mode

In de tijd van Karel de Grote werden de kleren gemaakt van linnen en leer. Linnen wordt gemaakt van vlas. Leer wordt gemaakt van dierenhuiden. Wij maken nog steeds kleren en gordijnen van linnen. Leer hebben we vaak vervangen door kunstleer.

Mannen droegen in de tijd van Karel de Grote een linnen, wijde onderbroek. Daaroverheen droegen ze en leren broek. Deze kleding was niet uniek. Veel volken droegen deze kleding. Een groot verschil was het kapsel. De mannen in het Rijk van Karel de Grote hadden kort haar geïnspireerd op de Romeinen.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de mode voor de vrouwen was het dragen van twee lange tunieken in verschillende kleuren. De onderste tuniek had korte, nauwe mouwen. De bovenste tuniek had lange, wijde mouwen. Hoe rijker de vrouw was hoe mooier versierd de tunieken waren.

Wapens

Op de onderstaande afbeelding zijn 3 soorten ridders uit de tijd van Karel de Grote te zien met hun wapens. Er zit een groot verschil tussen de kwaliteit en hoeveelheid van de wapens. Man nummer 1 en 3 komen uit het leger van Karel, man 2 niet, deze man komt uit Byzantium

De schilden, helmen en speren uit de tijd van Karel de Grote verschilden niet veel met die van voorgangers. De zwaarden daarentegen werden wel beter. De smeden konden betere en sterkere zwaarden maken. Ook ontdekte ze een trucje waardoor het vechten met een zwaard makkelijker werd.

Probeer het maar eens met jouw potlood. Plak een gum aan het einde van jouw potlood. Pak nu het potlood dichtbij de punt vast. Het is nu moeilijk om de punt rond te draaien wanneer je jouw hand op dezelfde plaats houdt. Wanneer je het potlood nu dichterbij de gum vastpakt, voel je dat je het rond laten draaien van de punt steeds makkelijker gaat.

Deze techniek werd er ook op de zwaarden gebruikt. Het zwaard werd aan de achterkant zwaarder gemaakt met een gewicht. Dit gewicht noem je een pommel. Door de pommel was het makkelijker om de punt van het zwaard te laten bewegen.

Verwerking les 3 deel 2: hedendaagse invloed

Doordat Karel voor een erg lange tijd over een groot gebied heeft geheerst, heeft hij ook veel invloed gehad op hoe wij nu leven. In zijn tijd heeft hij namelijk allemaal veranderingen doorgevoerd die ook nu nog te merken zijn. De vier belangrijkste zaken uit ons dagelijks leven waar Karel invloed op heeft gehad zijn kerken, scholen, ziekenhuizen en het drieslagstelsel. Deze zullen we allemaal even kort bespreken

Kerken/geloof

In Nederland speelt geloof niet meer een heel grote rol, maar in de tijd van Karel de Grote was dit anders. Er waren ontzettend veel mensen die de hele dag besteden om aan God te bidden en deze mensen, ook wel monniken genoemd, woonden in kloosters. Deze kloosters waren in de tijd van Karel ook een soort centra van gebieden en werden ook als nederzetting gebruikt voor wanneer er gevaar was. Omdat Karel zich erg verbonden voelde met het geloof, liet hij meer van deze kloosters en ook kerken bouwen in zijn veroverde gebieden. Hij hoopte dat meer mensen in deze gebieden zich ook tot zijn geloof, het christendom, zouden bekeren. Wanneer Karel deze kloosters en kerken niet gebouwd had,  zouden er nu veel minder gebieden zijn waar veel mensen christelijk zijn.

Scholen

Karel had een grote bewondering voor het leren en het onderwijs. Omdat Karel met zo veel andere volkeren en landen in aanraking kwam tijdens zijn vele veldtochten en reizen, vond hij het belangrijk hier zo veel mogelijk van te weten. Hij wilde ook graag dat zijn zoons en geleerden hier het maximale van wisten. Hij liet daarom veel scholen bouwen. De mensen op deze scholen leerden net zoals jou lezen en schrijven, maar andere vakken zoals aardrijkskunde of rekenen kregen zij niet.

Leuk weetje: Vroeger werden boeken nog met de hand geschreven. Omdat ieder woord van ieder boek overgeschreven moest worden, waren boeken erg waardevol en sommigen ook erg zeldzaam. Darom zaten de meesten in bibliotheken vast met ijzeren kettingen zodat ze niet gestolen konden worden. De kettingen waren lang genoeg om ze uit de kast te kunnen pakken en te kunnen lezen maar niet lang genoeg om de boeken de bibliotheek uit te kunnen nemen. Hieronder zie je zo'n 'kettingbibliotheek':

Ziekenhuizen

In de vroege middeleeuwen waren de ziekenhuizen iets anders dan we nu gewend zijn. Het was meer een plaats voor onderdak voor reizigers, armen en daklozen. Deze plekken waren vaak opgericht door geestelijken bij kerken of kloosters. Ook veel zieken kwamen hier terecht doordat zij niet meer goed voor zichzelf konden zorgen en dus vaak arm en dakloos waren geworden. Hier konden zij te eten en te drinken krijgen van de kerk, maar ze werden hier niet genezen. Het bouwen van deze middeleeuwse ziekenhuizen was vaak ook een manier voor de geestelijken om het christendom te verspreiden. Ze konden hier met de armen over het geloof praten en de armen christlijk laten worden. We zien dus vooral de verspreiding van dit soort middeleeuwse ziekenhuizen in het noorden en oosten van Karels rijk, waar het christendom nog vrij nieuw was.

Het drieslagstelsel

Doordat er op stukken grond jaar na jaar voedsel werd verbouwd, raakte deze grond uitgeput. De oogt mislukte dan en de mensen hadden dan minder eten. In de Vroege Middeleeuwen vonden ze hier een oplossing op: het drieslagstelsel. Dit was een landbouwmethode waarbij een stuk akker werd verdeeld in drie even grote stukken. Op een stuk grond werden het ene jaar wintergranen (tarwe of rogge) verbouwd, het jaar erna zomergranen (gerst of haver) en het derde jaar werd er niks gepland. Met de andere twee stukken grond werd dit ook gedaan, maar in een andere volgorde. Zo was er altijd een stuk land met zomergraan, een met wintergraan en een stuk dat kon rusten. Zo hadden de mensen elk jaar goed graan. Karel de Grote merkte dat dit systeem heel handig was en voerde het in zijn gehele rijk in. Ook nu gebruiken we een stelsel dat hier op is gebaseerd.

Hier zie je hoe het stuk grond dan gedurende die drie jaar was ingedeeld.
Hier zie je hoe het stuk grond dan gedurende die drie jaar was ingedeeld.

Afsluiting les 3

Samenvatting

In deze les heb je geleerd over de muziek, kunst, kleding en wapens uit de tijd van Karel de Grote. Vrouwen droegen tunieken van linnen en manen broeken van leer. Hoe mooier versierd de kleding van de vrouw was, des te rijker de vrouw was. Dit gelde ook voor de wapens. Mannen die belangrijk en rijk waren, hadden betere wapens en beschermende kleding dan de gewone mannen.

Ook heb je geleerd wat Karel de Grote nu voor ons betekent. Als hij er niet zou zijn geweest, zouden in veel plaatsen nu geen kerken of kloosters zijn. Scholen waren misschien ook niet zo belangrijk geworden net als het ziekenhuis. Het ziekenhuis was wel anders. Het was meer een plaats voor onderdak dan een huis waar zieken beter konden worden. En dankzij het drieslagstelsel dat Karel de Grote liet invoeren, kunnen wij op een slimme manier gebruik maken van de grond in onze landbouw.

Hopelijk vond je het lessenpakket leuk! Succes met de toets!

Begrippenlijst

 

De volgende begrippen zijn in deze les voorbij gekomen:

- Karolingische Kunst: kunst en kunstvoorwerpen die in West-Europa zijn gemaakt in de 8e of 9e eeuw

- Schilderkunst: kunst waarbij kleuren ergens op zijn aangebracht om iets te maken

- Edelsmeedkunst: kunst gemaakt van edelmetaal zoals goud en zilver

- Ivoorsnijkunst: kunst gemaakt van ivoor waarbij stukken zijn weggehaald om diepte te creëren

Byzantium: een ander groot keizerrijk dat tegelijk met het rijk van Karel de Grote bestond. Byzantium wordt ook wel het Oost-Romeinse Rijk genoemd en lag in de tijd van Karel in het gebied wat tegenwoordig Griekenland en Turkijë is.

- Pommel: tegengewict aan het einde van het handvat van  een mes of zwaard die zorgen voor een goede balans

- Klooster: gebouw waar mensen wonen die zich volledig wijden aan hun geloof (monniken en later ook nonnen)

- Drieslagstelsel: landbouwmethode uit de Vroege Middeleeuwen waarbij een stuk akker in drie delen wordt verdeeld op zo'n manier dat het land niet uitgeput raakt en er een goede oogst is.

 

Les 4: Practicum

Introductie practicumles

In deze les ga je aan de slag met alles wat je geleerd hebt over Karel de Grote. In viertallen ga je een toneelstukje maken over (een deel van) het leven van Karel de Grote of de invloed van Karel op ons hedendaagse leven. Om je een idee te geven kun je dit filmpje bekijken.

 

De opdracht

-Werk in viertallen aan een toneelstukje over Karel de Grote (juf/meester heeft deze al gemaakt)

-Maak een script voor het toneelstuk. Klik hier voor een voorbeeld van een script.

-Gebruik in jullie toneelstuk het digibord. (bijvoorbeeld voor muziek of als achtergrond te gebruiken)

Jullie mogen het toneelstuk zelf bedenken. Denk hierbij aan alles wat je de afgelopen lessen geleerd hebt. Voor ideeën kunnen julle terecht bij jullie juf/meester. Vraag ook aan juf/ meester hoe lang het toneelstuk mag duren.

Juf/meester zal jullie toneelstuk beoordelen op de volgende punten:

- of het script volledig is

- originaliteit van het verhaal

-klopt de inhoud van jullie toneelstuk

-jullie werkhouding

-hoe je het digibord hebt gebruikt

Veel succes!

 

Tips voor een goede samenwerking:

-Voor een goed overleg moet je naar elkaar luisteren en kunnen vertellen waarom je het wel/niet met iemand eens bent.

-Help elkaar als de ander iets niet snapt of lastig vindt.

 

Toets

Hieronder staat het bestand van de toets over les 1 t/m 3 die moet worden uitgeprint door de docent.

Open bestand De eindtoets

Docentenhandleiding

klik hier   voor  de docentenhandleiding en hieronder is het nakijkmodel de vinden voor de toets:

Open bestand Nakijkmodel eindtoets