Karel had een groot rijk. Hij kon dit grote rijk goed besturen doordat hij zorgde voor eenheid. Hij voerde 1 munt in en 1 godsdienst. Dit zorgde voor rust en vrede. Het christendom liet hij verspreiden met behulp van zendelingen. Zo kon hij nieuwe gebieden makkelijker veroveren. Wij hebben in de Europese Unie ook 1 munt.
Verder voerde Karel het leenstelsel in. Hij leende, als leenheer, delen van zijn rijk uit aan leenmannen. Deze leenmannen verdedigden het gekregen gebied en namen de belasting van de bewoners in. Dit allemaal in de naam van Karel de Grote. Soms was het gebied voor de leenman alleen nog te groot. Hij leende dan gebieden uit aan achterleenmannen. Karel hield alle leenmannen in de gaten met zendgraven. Deze graven reisde rond en controleerde de leenmannen of brachten een boodschap namens Karel.
Karel zelf hoefde nu alleen wat rond te trekken en om te kijken hoe het ging. Hij reisde van palts naar palts. In Aken stond de belangrijkste Palts. Hij is hier zelfs begraven.
Karel voerde veel oorlogen. De langst durende oorlog was de oorlog tegen de Saksen. Deze duurde 30 jaar! Uiteindelijk gaven een groot deel van de Saksen zich over aan Karel, maar alleen als ze Saksen mochten blijven. Dit mocht van Karel zolang ze maar zeiden bij zijn rijk te horen. Karel vocht ook tegen de Moren, nadat zijn leger de Moren eerst geholpen had. Zij vielen Karel 's leger aan toen het leger naar huis ging. De Langobarden maakten ruzie met de paus. Karel hielp de paus door de Langobarden te verslaan.