Karel de Grote was de koning en later keizer van het Frankische Rijk. Voor hem regeerde zijn vader Pepijn de Korte over het rijk. Toen deze stierf erfde Karel en zijn broer Carloman allebei een deel. Carloman ging op een mysterieuze wijze dood en Karel kreeg de macht over het hele Rijk. In het jaar 800 werd Karel door de paus tot keizer gekroond. Veertien jaar later stierf Karel en zijn oudste op dat moment levende zoon, Lodewijk de Vrome, volgde hem op.
In zijn leven heeft Karel meerdere vrouwen gehad. Met deze vrouwen en ook nog een aantal bijvrouwen heeft hij erg veel kinderen gehad. Karel was een analfabeet en kon dus niet lezen of schrijven. Daarom had hij een speciale handtekening, waarbij hij alleen maar een vinkje in een stempel hoefde te zetten.
In de tijd van Karel hadden mensen nog geen achternaam, dus kregen ze een soort bijnaam. Karel, die vernoemd was naar zijn opa Karel Martel, had de bijnaam 'De Grote'. Deze bijnaam had hij gekregen omdat hij een zeer groot rijk had en ook erg groot was voor die tijd.