Hoe deed Karel de Grote dat nou? Wat was zijn geheim?
Karel de Grote zorgde voor eenheid. Hij wilde dat alle mensen in zijn rijk samen één volk gingen vormen. Dat ze dezelfde dingen belangrijk vonden en dat er dezelfde regels gelden. Dan krijg je eenheid. Hij deed dit op verschilldende manieren.
Allereerst zorgde hij ervoor dat alle mensen in zijn rijk één munt hadden. Als alle mensen met hetzelfde geld betalen kan je makkelijk handel drijven en dat zorgt voor orde. Denk maar aan de Europese Unie, daar hebben we ook één munt: de Euro.
Dat is nog niet alles, want Karel liet zijn hoofd op de munt afdrukken, zoals bij ons Willem-Alexander op de munt staat. Geld is iets wat iedereen binnen een rijk te zien krijgt, ook in de tijd van Karel de Grote. Hij had op de munt een Lauwerkrans op zijn hoofd. Dat is het teken van de Romeinen, Karel wilde hiermee laten zien dat zijn rijk de opvolger was van het Romeinse Rijk.
Karel de Grote wilde ook één godsdienst, omdat dan iedereen hetzelfde over dat soort dingen denkt. Daar krijg je dan binnen je rijk geen ruzie over. Karel de Grote was christelijk en in zijn rijk moest iedereen ook christen worden. Christenen zouden hem ook makkelijker gehoorzamen. Daar had Karel de Grote goed over nagedacht.
De paus was de belangrijkste persoon in de christelijke kerk. De christenen geloofden dat de paus alle macht van God gekregen had. De paus had Karel de Grote tot keizer gekroond, dus de christenen dachten dat God Karel de Grote tot keizer had gemaakt. Als er mensen in Karels rijk nou niet christelijk waren, dan geloofden ze niet dat Karel alle macht van God gekregen had en dan zou hij nooit de machtigste persoon kunnen worden.
Hij deed dit heel slim, als hij bepaalde landen nog wilde gaan veroveren, stuurde hij zendelingen op dat gebied af. Deze zendelingen moesten de mensen dan alvast christelijk maken. Als de mensen namelijk christelijk waren, dan geloofden ze dat Karel de Grote de macht van God gekregen had en dan zouden ze wel naar hem luisteren. Denk aan Bonifatius en Willibrord, Karel stuurde hen naar Nederland om daar de mensen christelijk te maken.
Het leenstelsel
Je kunt je vast wel voorstellen dat Karel als heerser over een ontzettend groot rijk niet echt de tijd had om uit te zoeken welke boer nou van wie had gestolen. Maar wanneer niemand zich hiermee zou bemoeien, zouden zulke dingen voor problemen kunnen zorgen. Karel had hier iets slims op bedacht: hij maakte een afspraak met een hertog of een graaf dat zij zulke zaken voor hem zouden gaan regelen in een bepaald gebied. Dit deden deze mannen natuurlijk niet voor niks, dus Karel gaf hen het gebied dat zij gingen besturen te leen. Daarom heten deze mannen ook wel leenmannen en Karel was hun leenheer. Karel wilde ook dat deze leenmannen voor hem belasting bij de burgers gingen halen en het gebied dat zij te leen hadden gingen verdedigen.
Deze leenmannen hadden vaak nog steeds een heel groot gebied om te besturen. Daarom leende zij ook delen uit aan ridders of baronnen. Deze ridders en baronnen worden achterleenmannen genoemd en de leenmannen zijn dan de leenheren van deze mannen. De leenmannen en achterleenmannen hadden dan dezelfde afspraken met elkaar als Karel had met de leenmannen. Het verschil was dat de achterleenmannen een kleiner gebied hadden dan de leenmannen. Dit hele systeem van gebieden lenen met leenmannen en achterleenmannen heet het leenstelsel. Dit stelsel was erg belangrijk voor het bestuur van Karel, omdat hij zich niet meer met kleine zaken hoefde bezig te houden en meer tijd had voor andere zaken.
Karel de Grote zelf moest natuurlijk zelf ook nog wat doen. Hij had zijn rijk verdeeld onder de leenmannen, maar hij kon niet lui aan het strand liggen. Nee, Karel de Grote trok rond door zijn rijk. Hij ging van de ene plek naar de andere, met een duur woord noem je een plek, een palts. Hij trok van palts naar palts. Wat deed hij daar dan?
Zojuist is Karel de Grote op bezoek geweest in Utrecht, de hele stad staat op zijn kop. Het gebeurt niet vaak dat de keizer in de stad is, hij moet namelijk naar nog veel meer plekken. Esther is in ieder geval super blij. "Mama!! Weet je wat hij zei?" riep ze enthousiast. "Nou?" zegt mama. "Hij komt deze zomer weer naar Utrecht, hij komt hier dan feest vieren!" zegt Esther vrolijk. Heerlijk vindt ze dat. Als Karel de Grote in de stad is, gaat alles een stuk beter. Iedereen is dan lief voor elkaar en ze luisteren allemaal ineens. Dat komt omdat Karel de Grote altijd de misdadigers komt straffen. Als Karel ergens anders in het rijk is, dan kunnen er hier in Utrecht genoeg slechte dingen gebeuren. Als Karel dan weer terug is dan krijgen alle misdadigers straf en is het weer even rustig in de stad. Maar als Karel de Grote dan in Utrecht is, is hij niet ergens anders in zijn rijk en dan gaat het daar weer mis. Daarom trekt hij de hele tijd rond, hij moet overal de rust bewaren. "Wel goed van de koning" zegt Esther, "zonder hem was het vast niet zo goed als het nu is". "En zo is het!"zegt mama.
Karel de Grote had speciale paltsen voor verschillende gelegenheden. Als het winter was ging hij naar winterpaltsen en tijdens feesten ging hij ook naar een vaste plek. Verder ging hij gewoon naar plekken waar hij dacht dat het volk hem nodig had. In Nederland waren een paar paltsen van hem te vinden; Asselt, Nijmegen, Utrecht, Meerssen en Zuthpen.
Aken was de belangrijkste palts van Karel de Grote, hier was hij dan ook vaak aanwezig. Veel uit zijn tijd is blijven staan. Hij is er zelfs begraven.
Karel had ook speciale zendgraven. Je hebt net geleerd dat leenmannen delen van het rijk van Karel de Grote overnamen om voor hem te regeren. Soms moesten deze leenmannen gecontroleerd worden of moest er een boodschap overgebracht worden. Dat deden de zendgraven, zij gingen op een paard naar alle leenmannen toe.
Karel de Grote voerde veel oorlogen. Hieronder kun je wat meer lezen over de drie belangrijkste oorlogen.
OORLOG MET DE SAKSEN
In 772 begon de ongeveer 30 jaar durende oorlog tegen de Saksen. De Saksen woonden op de plek waar nu Duitsland is. De Saksen leefden op de grens van het Frankische rijk en de oorlog was in het begin bedoeld om de grens veilig en rustig te houden.
Op een gegeven moment wilde Karel de Grote de Saksen echt als onderdeel van zijn rijk hebben. Hij bekeerde de Saksen ruig tot het Christendom en ze moesten echte Franken worden. De Saksen wilden dat helemaal niet. Zij wilden gewoon de Saksen blijven die ze altijd al geweest waren. Het Saksenland werd na de inname ook verdeeld onder leenmannen. Op een dag moesten 4500 Saksen gedwongen Christen worden anders zouden ze onthoofd worden. Dit wordt het Bloedbad van Verden genoemd. Heel veel Saksen zijn daar omgekomen.
Widukind was de leider van de Saksen. Hij wilde zich niet overgeven. Hierdoor duurde de oorlog zo ontzettend lang.
Uiteindelijk gingen de meeste Saksen mee met Karel de Grote, ze waren de oorlog zat. Karel de Grote probeerde het beste voor de Saksen te regelen als ze maar deel van zijn grote rijk wilden worden. Hij zorgde ervoor dat ze gewoon Saksen mochten blijven, maar dan wel in het grote machtige Frankische rijk van Karel de Grote.
OORLOG MET DE MOREN
De Moren vroegen zelf om hulp vanwege een onderlinge oorlog. Karel de Grote kwam met zijn leger om ze te helpen. Toen ze klaar waren trok het hele leger van Karel zich terug. Maar op de terugreis werd een groot deel van het leger weggevaagd door de tegenstanders. Hier werd heel hard gevochten, want Karel de Grote accepteerde geen nederlaag. Om het rustig te krijgen liet hij zijn zoon van 3 jaar oud koning worden over een klein gebied ten noorden van het rijk van de Moren. Langzaam werd het rustiger onder de Moren. Het gebied waar de Moren woonden heet tegenwoordig Spanje.
OORLOG MET DE LANGOBARDEN
In de vorige les heb je kunnen lezen dat de vrouw en zoon van Carloman, de broer van Karel de Grote, naar de leider van de Langobarden waren gevlucht. De vrouw van Carloman wilde dat de paus hun zoon tot koning zou maken, maar de paus wilde dat niet. Hierdoor werd de leider van de Langobarden boos en begon de paus aan te vallen. Karel de Grote hoorde dat en hielp de paus. De strijd werd door Karel de Grote gewonnen en hij kroonde zich tot koning van de Langobarden.