Verwerking les 3 deel 2: hedendaagse invloed

Doordat Karel voor een erg lange tijd over een groot gebied heeft geheerst, heeft hij ook veel invloed gehad op hoe wij nu leven. In zijn tijd heeft hij namelijk allemaal veranderingen doorgevoerd die ook nu nog te merken zijn. De vier belangrijkste zaken uit ons dagelijks leven waar Karel invloed op heeft gehad zijn kerken, scholen, ziekenhuizen en het drieslagstelsel. Deze zullen we allemaal even kort bespreken

Kerken/geloof

In Nederland speelt geloof niet meer een heel grote rol, maar in de tijd van Karel de Grote was dit anders. Er waren ontzettend veel mensen die de hele dag besteden om aan God te bidden en deze mensen, ook wel monniken genoemd, woonden in kloosters. Deze kloosters waren in de tijd van Karel ook een soort centra van gebieden en werden ook als nederzetting gebruikt voor wanneer er gevaar was. Omdat Karel zich erg verbonden voelde met het geloof, liet hij meer van deze kloosters en ook kerken bouwen in zijn veroverde gebieden. Hij hoopte dat meer mensen in deze gebieden zich ook tot zijn geloof, het christendom, zouden bekeren. Wanneer Karel deze kloosters en kerken niet gebouwd had,  zouden er nu veel minder gebieden zijn waar veel mensen christelijk zijn.

Scholen

Karel had een grote bewondering voor het leren en het onderwijs. Omdat Karel met zo veel andere volkeren en landen in aanraking kwam tijdens zijn vele veldtochten en reizen, vond hij het belangrijk hier zo veel mogelijk van te weten. Hij wilde ook graag dat zijn zoons en geleerden hier het maximale van wisten. Hij liet daarom veel scholen bouwen. De mensen op deze scholen leerden net zoals jou lezen en schrijven, maar andere vakken zoals aardrijkskunde of rekenen kregen zij niet.

Leuk weetje: Vroeger werden boeken nog met de hand geschreven. Omdat ieder woord van ieder boek overgeschreven moest worden, waren boeken erg waardevol en sommigen ook erg zeldzaam. Darom zaten de meesten in bibliotheken vast met ijzeren kettingen zodat ze niet gestolen konden worden. De kettingen waren lang genoeg om ze uit de kast te kunnen pakken en te kunnen lezen maar niet lang genoeg om de boeken de bibliotheek uit te kunnen nemen. Hieronder zie je zo'n 'kettingbibliotheek':

Ziekenhuizen

In de vroege middeleeuwen waren de ziekenhuizen iets anders dan we nu gewend zijn. Het was meer een plaats voor onderdak voor reizigers, armen en daklozen. Deze plekken waren vaak opgericht door geestelijken bij kerken of kloosters. Ook veel zieken kwamen hier terecht doordat zij niet meer goed voor zichzelf konden zorgen en dus vaak arm en dakloos waren geworden. Hier konden zij te eten en te drinken krijgen van de kerk, maar ze werden hier niet genezen. Het bouwen van deze middeleeuwse ziekenhuizen was vaak ook een manier voor de geestelijken om het christendom te verspreiden. Ze konden hier met de armen over het geloof praten en de armen christlijk laten worden. We zien dus vooral de verspreiding van dit soort middeleeuwse ziekenhuizen in het noorden en oosten van Karels rijk, waar het christendom nog vrij nieuw was.

Het drieslagstelsel

Doordat er op stukken grond jaar na jaar voedsel werd verbouwd, raakte deze grond uitgeput. De oogt mislukte dan en de mensen hadden dan minder eten. In de Vroege Middeleeuwen vonden ze hier een oplossing op: het drieslagstelsel. Dit was een landbouwmethode waarbij een stuk akker werd verdeeld in drie even grote stukken. Op een stuk grond werden het ene jaar wintergranen (tarwe of rogge) verbouwd, het jaar erna zomergranen (gerst of haver) en het derde jaar werd er niks gepland. Met de andere twee stukken grond werd dit ook gedaan, maar in een andere volgorde. Zo was er altijd een stuk land met zomergraan, een met wintergraan en een stuk dat kon rusten. Zo hadden de mensen elk jaar goed graan. Karel de Grote merkte dat dit systeem heel handig was en voerde het in zijn gehele rijk in. Ook nu gebruiken we een stelsel dat hier op is gebaseerd.

Hier zie je hoe het stuk grond dan gedurende die drie jaar was ingedeeld.