Bedreiging van het water in Nederland

Bedreiging van het water in Nederland

Les 1 De watersnoodramp

Introductie les 1

Wat ga je leren?

Deze les gaat over de watersnoodramp in 1953. Dit is dus 64 jaar geleden. Het zou zo maar kunnen dat je opa en oma deze ramp hebben meegemaakt!

Deze les leren jullie:

  • wanneer de watersnoodramp plaats vond
  • wat er gebeurde tijdens de watersnoodramp
  • wat de gevolgen van de ramp waren op korte termijn

Prowise presentatie - Les 1 De Watersnoodramp

Verwerking les 1

Hoe de ramp begon

In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 was er een zware storm in Nederland. Het waaide heel hard, en de zee was super wild. Het water kwam steeds hoger en hoger. De dijken in Nederland waren niet zo sterk. Er was helaas geen geld om ze te verbeteren. Dit kwam door de tweede wereldoorlog. Deze was net voorbij en had heel veel geld gekost. Om 03.00 uur 's nachts konden de dijken al het water niet meer aan, en braken ze door. Er stroomde allemaal water het land binnen. Vooral Zeeland werd zwaar getroffen. Mensen klommen op het dak van hun huis of in bomen om droog te blijven.

 

 

Hulp

Toen het weer licht werd kwam men er in andere delen van het land achter wat er die nacht gebeurd was. Er werd meteen actie ondernomen. Helikopters vlogen boven de overstroomde delen van Nederland, om mensen te redden. Het Rode Kruis heeft heel veel hulp geboden. Ook waren er veel vissers die met hun bootjes mensen gingen redden. Daarnaast hielp het leger mee, en er kwam veel hulp uit het buitenland. Veel landen steunden Nederland door geld te geven. Ook gaven ze goederen, zoals dekens, sokken en kleding voor de mensen die hun huis en spullen kwijt waren geraakt.

De schade

In totaal zijn er 1.835 mensen overleden, 72.000 mensen moesten worden geëvacueerd. Dit betekent dat ze heel snel uit hun huis weg moesten naar een andere plek waar het veilig was. Er zijn duizenden dieren verdronken, en heel veel gebouwen waren vernield of beschadigd. Het heeft jaren geduurd voordat Nederland weer helemaal opgebouwd was. Ook moest er een plan komen om het land beter te beschermen, want iedereen was het erover eens dat zo'n ramp nooit meer mocht gebeuren.

Open bestand Werkblad - Watersnoodramp

Open bestand Woordzoeker - Watersnoodramp

Afsluiting les 1

Kahoot - Les 1 De watersnoodramp

Begrippenlijst les 1

Begrip Betekenis
Dijk Een verhoging langs een rivier of langs de zee die het land droog houdt
Het Rode Kruis Het Rode Kruis is een organisatie die voor hulp zorgt bij grote rampen
Goederen Producten zoals voedsel, kleding en electronica
Geëvacueerd worden Je moet gedwongen je woonplaats verlaten omdat het hier niet veilig is
Vernielen Kapot maken
Ramp Een onverwachte gebeurtenis met vreselijke gevolgen

 

Les 2 De oorzaken van overstromingen in Nederland

Introductie les 2

Terugblik op vorige les en inhoud van deze les

In de vorige les hebben jullie geleerd wat de watersnoodramp inhoudt. Vandaag gaan we het hebben over hoe de watersnoodramp in 1953 heeft kunnen gebeuren en misschien wel voorkomen had kunnen worden.

Zie het schema hieronder voor een korte impressie van de lesinhoud:

 

Open bestand Schema - wat gaan we leren?

Verwerking les 2

Zeespiegel en stormvloed

De watersnoodramp heeft verschillende oorzaken. De eerste reden had te maken met de hoogte van het zeewater op de nacht van de watersnoodramp. Deze hoogte van het zeewater noemen we de zeespiegel. Doordat Nederland laag ligt, liggen veel gebieden onder de zeespiegel, deze gebieden noem je laag-land. Hierdoor is de kans op overstromingen groter in Nederland. De hoogte van de zeespiegel wordt bepaald door de aantrekkingskracht van de zon en maan op het water. Als de zon, man en aarde op een lijn staan is deze aantrekkingskracht op het water het grootst: dit noem je springtij. Een storm kan het water langs de kust nóg hoger opstuwen, wanneer het water boven een bepaalde hoogte komt noem je dit stormvloed. Soms valt deze stormvloed samen met springtij, dan komt het water nóg hoger, dit heet springvloed. Dit gebeurde er op de nacht van de watersnoodramp: er was springvloed. De storm was zelfs zo erg dat het de kracht kreeg van een orkaan! Hierdoor braken de dijken door.

Slechte dijken

Een andere grote reden voor de watersnoodramp was de slechte conditie van de dijken: Al sinds 1937 voerde Rijkswaterstaat studies uit naar de veiligheid van Nederland in tijden van grote stormen. Daaruit bleek toen al dat de dijken niet veilig waren. Door de oorlog waren de dijken beschadigd, maar Nederland had hier nog weinig aan gedaan omdat hier geen geld voor was. De wederopbouw van de dijken kwam dus te laat om een ramp als de watersnoodramp te voorkomen.

Opdracht:

  • Maak zelf een krantenartikel alsof het de dag is na de watersnoodramp in 1953 met de informatie die je in de eerste twee lessen hebt gehad. Het krantenartikel moet minimaal 100 woorden lang zijn en mag per tweetal.
  • Op www.zelfkrantenmaken.nl
  • Moet bestaan uit:
    1. Pakkende titel
    2. Een dikgedrukte intro waar je kort vertelt wat er is gebeurd in 2/3 zinnen
    3. Een tekst van minimaal 100 woorden over de oorzaken van de ‘net gebeurde’ ramp en informatie over de watersnoodramp  uit zelf uit les 1
  • Stappenplan:​​​
    • De tekst eerst lezen volgens het stappenplan van begrijpend lezen
      • ​Lees de titel
      • Kijk naar de plaatjes als die er zijn
      • Bij moeilijke woorden: zoek ze op in het woordenboek of kijk terug in de tekst of je het woord misschien wel begrijpt
      • De tekst proberen te begrijpen voordat je verder gaat met de opdracht
    • Informatie uit les 1 samenvatten
    • Informatie uit les 2 samenvatten
    • Een korte intro bedenken over wat er is gebeurd schrijven
    • Eerste alinea gaat over de watersnoodramp zelf, bijvoorbeeld aantal slachtoffers en de gevolgen etc. (les 1)
    • Tweede alinea gaat over de oorzaken van de watersnoodramp (les 2)

Afsluiting les 2

Afsluiting en bespreken

We gaan nu de les aflsuiten.  Als afsluiting mogen een paar tweetallen hun krant laten zien op het bord en voorlezen. Daarna bespreken we wat beter kan aan het artikel of wat juist heel goed is. We geven elkaar tips en tops.

We gaan ook deze les bespreken:

  • ​Wat hebben jullie geleerd in deze les?
  • Wat vonden jullie leuk om te doen? En wat iets minder leuk?
  • Is het artikel goed gelukt, vinden jullie?

 

 

Begrippenlijst les 2

Begrip Betekenis
Oorzaken Waardoor iets gebeurt
Zeespiegel De hoogte van het zeewater
Laag-land De gebieden in Nederland die onder de zeespiegel liggen
Springtij Als de zon, de maan en de aarde op één lijn staan. Daardoor is er veel aantrekkingskracht op het water en stijfgt de zeespiegel
Stormvloed Wanneer het water langs de kust door een storm omhoog wordt geduwt
Springvloed Als springtij samen valt met stormvloed
Orkaan Een hele harde storm
Conditie De staat waarin iets verkeerd
Rijkswaterstaat De instelling die het water in Nederland in de gaten houdt. Zij bepalen bijvoorbeeld ook of er een nieuwe dijk gebouwd moet worden
Wederopbouw Het herstellen van iets dat kapot is

 

Les 3 Maatregelen tegen de bedreiging van het water in Nederland

Introductie: natte of droge voeten?

Op de linker afbeelding zien we Nederland zoals we haar kennen, een land beschermt tegen het water. Er zijn dijken, dammen en nog meer bescherming tegen het water.

Op de rechter afbeelding is Nederland ook te zien. Nederland is hier te zien zonder dijken en zonder bescherming tegen het water. We kunnen nu goed zien dat Nederland zijn bescherming tegen het water nodig heeft. Om te kijken of jouw huis droog blijft, klik je op de onderstaande link..

 

http://www.overstroomik.nl/
Klik op de bovenstaande link en ontdek of jouw huis droogt blijft als er geen bescherming tegen het water zou zijn.

Verwerking les 3

De mensen in Nederland waren het er over eens dat zo’n grote natuurramp als de Watersnoodramp nooit meer mag gebeuren. Er worden daarom maatregelen genomen tegen het water. Dit betekent dus dat er wordt besloten dat er oplossingen moesten komen voor het water.

Het Deltaplan

Allereerst werd er een plan gemaakt voor de hoeveelheid water in Zeeland: het Deltaplan. Dit plan was eigenlijk voor de tweede wereldoorlog al gemaakt. Toen lag de nadruk op het verhogen en verstevigen van alle dijken. Na de watersnoodramp in 1953 lag de nadruk op het afsluiten van alle zeearmen, behalve de Westerschelde. Met dit plan ging Nederland de Deltawerken bouwen.  Hiervoor plaatste de Nederlanders in alle zeearmen dammen en stormvloedkeringen. Een dam is een grote muur of verhoging die het water van een rivier of van een zee tegenhoudt. Een stormvloedkering is een beweegbare bescherming die een zeearm of een rivier tegen storm beschermt.

 

De Oosterschelde kering

De Oosterschelde kering is het grootste onderdeel van de Deltawerken. De Oosterschelde kering kan de Oosterschelde afsluiten bij storm en bij hoog water. Als dit gebeurt, zakt er een grote wal in het water. Hierdoor kan er geen water in of uit de rivieren stromen en is Nederland beschermt.

Opening Deltawerken: de Oosterscheldekering

 

 

Dijken

In Nederland zijn er veel dijken te vinden. Een dijk is een hoge verhoging langs een rivier of langs de zee die het land droog houdt. Misschien heb je zelf een keer een dijk gezien, bijvoorbeeld in Scheveningen of in Lopik. Na de ramp waren de dijken niet sterk genoeg om Nederland te beschermen. Hiero werden de dijken verhoogd, verbreed en natuurlijk hersteld op de plekken waar deze kapot zijn gegaan.

Opdracht les 3

Opdracht

Jullie hebben net geleerd dat er verschillende middelen en manier zijn gebruikt om Nederland zo veilig mogelijk te maken tegen het water. Er zijn dijken, dammen, keringen… Wat zouden we nog meer kunnen gebruiken? Denk goed na over deze vraag, want die heb je nodig bij de opdracht van deze les.

Voor deze les gaan jullie een nieuw idee bedenken om Nederland tegen het water te beschermen. Jullie gaan hierbij een poster maken en deze presenteren aan een ander groepje. Wat moet je doen?

Jullie worden zo ingedeeld in groepjes van vier leerlingen. In dit groepje ga je de poster maken. Voor inspiratie mag je op internet zoeken naar andere voorbeelden en ideeën. Als je een goed idee hebt met je groepje mag je gaan werken aan de poster. Dit moet op de poster komen:

  • Tekeningen/afbeeldingen van jullie idee
  • Een stukje uitleg over hoe jullie idee werkt
  • Een mooie titel
  • Misschien nog extra informatie (hoeft niet!)

De materialen die je mag gebruiken zijn:

  • Een A3 vel
  • Een tablet of laptop
  • Een printer
  • Kleurpotloden en stiften
  • Lijm

Heb je vragen? Stel ze gerust.

Afsluiting les 3

Afsluiting en bespreken

We gaan de les afsluiten. Hiervoor presenteer je jouw poster aan een ander groepje. Spreek goed af wie wat wil zeggen. Daarna bespreken we klassikaal wat de tips en de tops zijn van de posters. 

Ook gaan we terugkijken op deze les. We vragen ons af:

  • ​Wat hebben jullie geleerd in deze les?
  • Wat vonden jullie leuk om te doen? En wat iets minder leuk?
  • Wat vindt je van het resultaat?

 

 

Begrippenlijst les 3

Begrip Betekenis
Natuurramp Een ramp die veroorzaakt is door de natuur en veel slachtoffers maakt
Maatregelen Iets dat wordt beslist doordat er een probleem is
Deltaplan Een plan dat werd gemaakt om Zeeland (en daarmee ook heel Nederland) te beschermen tegen hoog water en storm
Dijk Een verhoging langs een rivier of langs de zee die het land beschermen tegen het water
Dam Een grote muur of verhoging die het water van een rivier of van de zee tegenhoudt. Deze staan dus in het water en niet op het land
Stormvloedkering Een beweegbare bescherming die een zeearm of een rivier tegen storm beschermt

 

Practicum

Introductie practicum

Practicum dijken

Open bestand Wat weet je nog?

Verwerking practicum

Jullie hebben in de filmpjes net gehoord hoe belangrijk dijken dus zijn. Maar wat maakt deze dijken nou zo sterk dat ze al het water tegen kunnen houden? Dat gaan wij vandaag uitzoeken! Om te onderzoeken hoe de dijken worden opgebouwd, gaan we vandaag onze eigen dijken bouwen. Maar dat kan natuurlijk niet zonder eerst een bouwtekening te maken.
Op de bouwtekening kunnen jullie tekenen welke materialen jullie waar zouden gebruiken en hoe hoog en breed de dijk volgens jullie moet worden. 

Nu zijn we klaar om de dijk, die jullie getekend hebben, ook echt te gaan bouwen. Let op dat:

  • de dijk hoog en stevig is
  • de dijk tegen harde windstoten en hoge golven kan

 

Open bestand Bouwtekening

Afsluiting practicum

Nu gaan we de dijken testen! Blijft die van jullie overeind staan na een hevige storm?

Leertekst

Hoe ontstaat een dijk?
Een dijk ontstaat niet door zandstormen of op een andere natuurlijke manier zoals bijvoorbeeld duinen ontstaan. Een dijk wordt door mensen gemaakt en ontstaat dus kunstmatig.

Waar is een dijk van gemaakt?​
De meeste dijken zijn van klei gemaakt. Soms bestaat de kern van de dijk uit zand en is alleen de bovenste laag van klei. Als een dijk direct langs een rivier ligt, worden er op het deel dat onder water ligt stenen geplaatst en op het deel dat boven de waterlaag ligt grotere blokken steen, ook wel basaltblokken genoemd. Alles bij elkaar noem je het dijkbeslag.
Je ziet ook wel eens dat er boven op een dijk en weg of een fietspad aangelegd is. In dit geval bestaat de dijk dan ook voor een deel uit beton/asfalt.

Wat is het verschil tussen een primaire- en een secundaire dijk?
Een primaire dijk is een dijk die bescherming biedt tegen buitenwater. Buitenwater is het water uit de zee en uit de grote rivieren hier in Nederland. Denk maar aan de Rijn, de Maas en de Ijssel.

Een secundaire dijk ligt eigenlijk achter de primaire dijk; in de dijkring kun je wel zeggen! Deze dijken beschermen de mensen tegen het water wanneer een primaire dijk breekt.

Begrippenlijst practicum

Begrip Betekenis
Dijkring Een gebied in Nederland dat omringt is door dijken of hoge gronden, waardoor het beschermt wordt tegen het water
Primaire dijk Een dijk die bescherming biedt tegen buitenwater.
Secundaire dijk Een dijk dijk die eigenlijk achter de primaire dijk ligt; in de dijkring kun je wel zeggen! Deze dijken beschermen de mensen tegen het water wanneer een primaire dijk breekt.
Polder Een door waterkeringen omgeven gebied waarvan de waterstand kunstmatig geregeld kan worden
Zeeniveau De hoogte van het zeewater
Buitenwater Het water uit de zee en uit de grote rivieren hier in Nederland. Denk maar aan de Rijn, de Maas en de Ijssel.

 

Toets

Toets: Bedreiging van het water in Nederland'

Start

Docentenhandleiding

Les 1

 

 

 

 

 

 

 

 

Voorbereiding

  • Bij 'Les 1 De Watersnoodramp' zijn een Prowise presentatie, beeldfragment en Kahoot inbegrepen. Zet deze hulpmiddelen alvorens aan de les klaar. De Prowise presentatie en het beeldfragment zijn te vinden onder het kopje 'Introductie les 1' en de Kahoot onder het kopje 'Afsluiting les 1'.
  • Print voor iedere leerling een kopie uit van Werkblad - Watersnoodramp. Wanneer verwacht wordt dat er kinderen zullen zijn die eerder klaar zijn, print dan ook Woordzoeker – Watersnoodramp uit (beide documenten zijn te vinden onder het kopje 'Verwerking les 1').
  • Print voor iedere leerling een kopie uit van Begrippenlijst les 1.

Introductie
Omdat dit de eerste les is uit de lessenserie, zal eerst een korte introductie van het onderwerp aan bod komen. Waar op gelet moet worden, is dat tijdens deze korte introductie ook aandacht wordt geschonken aan de leerdoelen. Om de eventuele voorkennis van de leerlingen over de Watersnoodramp op te halen wordt er gezamenlijk een woordweb gemaakt. Dit woordweb kunt u vinden in de Prowise presentatie. Laat de kinderen hun hand opsteken wanneer zij een woord weten wat verband houdt met de watersnoodramp en vul zo het woordweb steeds verder aan. Laat de leerlingen zelf uitleggen waarom zij denken dat het woord er bij past.

Waneer het woordweb is ingevuld speelt u het beeldfragment af. Hierbij kunt u er voor kiezen om de kinderen nog enkele kijkvragen mee te geven, zodat zij met meer interesse naar het beeldfragment zullen kijken.

Wanneer er kijkvragen zijn gesteld, kunnen deze als aflsuiting van de introductie besproken worden.

Kern
De leerlingen gaan in dit deel van de les een informatieve tekst lezen en hierover een werkblad invullen. De informatieve tekst is te vinden onder het kopje 'Verwerking les 1' en kan geprojecteerd worden op het digi-bord of geopend worden op een tablet/laptop. Wanneer u de tekst op het digi-bord laat zien, wordt aangeraden om klassikaal de tekst voor te lezen. De voorkeur gaat echter naar het individueel kunnen lezen van de tekst, zodat ieder kind dit op zijn/haar tempo kan doen. Wanneer de tekst is doorgelezen wordt de klas in tweetallen ingedeeld. Met z'n tweeën vullen de leerlingen het werkblad in. Let op: de antwoorden moeten op de werkbladen van beide leerlingen worden ingevuld. Voor de leerlingen die eerder klaar zijn dan de rest van de klas is er een woordzoeker beschikbaar. Wanneer alle tweetallen klaar zijn met het invullen van het werkblad kunt u met behulp van Antwoordenblad watersnoodramp les 1 (te vinden onder het kopje 'Antwoordenbladen') het werkblad gezamenlijk bespreken. Laat de leerlingen de antwoorden goed overnemen op hun werkblad, want deze kunnen ze nog gebruiken bij het leren voor de eindtoets.

Afsluiting
Ter afsluiting van de les wordt de Kahoot gebruikt.Hierin wordt teruggeblikt op de les en de kennis die de leerlingen hebben opgedaan. Zet de Kahoot klaar op het digi-bord en zorg er voor dat elke leerling een tablet/laptop tot zijn/haar beschikking heeft. Laat de leerlingen inloggen, help hen hierin (waar nodig) door de klas rond te lopen. Wanneer iedereen ingelogd is legt u het doel van Kahoot uit; het zo snel mogelijk geven van goede antwoorden, waardoor punten verdiend worden en je uiteindelijk als winnaar gekroond wordt wanneer je de meeste punten hebt. Neem wel de tijd om de antwoorden door te spreken na elke vraag.

 

Les 2

 

 

 

  •  

 

 

 

 

Voorbereiding

  • Print voor iedere leerling een kopie uit van Begrippenlijst les 2.

Introductie
Ga met de leerlingen kort in gesprek over les 1 uit deze lessenserie en haal de belangrijkste punten weer op:

  • Wat is de Watersnoodramp en wanneer vond deze plaats?
  • Welke partijen speelden de grootste rol tijdens en na de Watersnoodramp?
  • Welke gevolgen bracht de Watersnoodramp met zich mee?

In deze les zullen de oorzaken van een watersnoodramp aan bod komen en welke factoren hierbij meespelen. Laat het eenvoudige schema zien van wat er deze les zal worden besproken (te vinden onder het kopje 'Introductie les 1'). Bekijk het schema klassikaal en bespreek het kort met de leerlingen.

Kern
De kinderen zullen met behulp van informatie, die zij in les 1 hebben verzameld en gedurende les 2 zullen opdoen, een krantenartikel schrijven. Allereerst worden de tablets/laptops uitgedeeld aan de leerlingen. Zij kunnen onder het kopje 'Verwerking les 2' de instructieve tekst van deze les vinden + uitleg van de opdracht. Laat de leerlingen allereerst de instructieve tekst lezen (met behulp van begrippenlijst les 2) en hiervan een korte puntgewijze samenvatting maken met de belangrijkste kernpunten uit les 2. Leg uit dat, omdat ze een krantenartikel gaan maken, alleen belangrijke informatie in de samenvatting moet staan en je alle overbodige tekst moet weglaten.

Wanneer de kinderen klaar zijn met de korte samenvatting van deze instructieve tekst, moet er ook een korte samenvatting gemaakt worden van de instructieve tekst uit les 1 (Kopje 'Verwerking les 1'). Beide korte samenvattingen (dit hoeft niet een hele tekst te zijn, maar mag ook een opsomming zijn) worden door de docent gecontroleerd voordat de leerlingen verder mogen.

De leerlingen worden ingedeeld in groepjes van ongeveer 4 leerlingen. Gezamenlijk maken zij één krantenartikel op de website www.zelfkrantenmaken.nl.

Er zijn enkele voorwaarden waar het krantenartikel van de kinderen aan moet voldoen:

  • Het krantenartikel bestaat uit minimaal 100 woorden
  • De eerste alinea van het krantenartikel gaat over de watersnoodramp zelf (les 1)
  • De tweede alinea van het krantenartikel gaat over de oorzaken van de watersnoodramp (les 2)

Afsluiting
Laat een aantal groepjes voor het bord komen en hun krantenartikel voorlezen. Het krantenartikel wordt weergegeven op het digi-bord.
Wanneer de presentatie klaar is hebben de andere groepjes kort de tijd om een tip en een top te bedenken. Wat kon er beter en wat was er juist heel goed? De tips en tops worden vervolgens gezamenlijk besproken.

Sluit de les af met de volgende vragen

  • ​Wat hebben jullie geleerd in deze les?
  • Wat vonden jullie leuk om te doen? En wat iets minder leuk?
  • Vinden jullie dat de artikelen goed zijn gelukt?

 

 

Les 3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voorbereiding

  • Start de website www.overstroomik.nl alvorens de les op.
  • Print voor iedere leerling een kopie uit van Begrippenlijst les 3.

Introductie
Deel aan alle kinderen een tablet/laptop uit. Om de kinderen in te laten zien dat het voor Nederland belangrijk is dat er dijken zijn, laat je hen naar de website www.overstroomik.nl gaan. Op deze website kunnen de kinderen hun postcode invoeren en zo zien of zij bij een eventuele watersnoodramp zouden overstromen. Hierbij wordt informatie gegeven over hoe hoog het water dan bij jou komt en hoe groot de kans is dat dit ook echt gebeurt. Laat de kinderen ook kijken naar de keuzemogelijkheden; blijven of vluchten. Tegen welke problemen loop je dan aan?

Kern
Deel de leerlingen in in groepjes van 4. Laat ze allereerst de instructieve tekst (te vinden onder het kopje 'Verwerking les 3') lezen. Ze mogen hierbij gebruik maken van Begrippenlijst les 3. Vervolgens moeten de groepjes op zoek naar nog een andere manier waarop Nederland beschermt kan worden tegen het water. Ze kunnen gebruik maken van het internet om inspiratie op te doen.

Laat de kinderen eerst hun idee kort uitschrijven, voordat ze aan het werk mogen met de poster. Zo wordt gekras op de poster voorkomen.
Deel per groepje één A3 vel uit en laat de kinderen kleurpotloden, stiften en lijm op tafel nemen. De leerlingen mogen nu hun idee op posterformaat overnemen en op een duidelijke manier presenteren. De volgende aspecten moeten in ieder geval op de poster voorkomen:

  • tekening/afbeelding van het idee
  • uitleg over hoe het idee werkt
  • titel
  • extra informatie (optioneel)

Afsluiting
Ter afsluiting worden de posters met ideeën gepresenteerd. Koppel telkens twee groepjes aan elkaar en laat hen aan elkaar de posters presenteren. Geef de leerlingen een paar minuten tijd om met elkaar af te spreken wie wat gaat zeggen. De groepjes bedenken voor elkaar zowel een tip als een top en schrijven deze op. Als alle groepjes klaar zijn met presenteren zullen deze tips en tops gezamenlijk worden besproken.

Sluit de les af met de volgende vragen:

  • ​Wat hebben jullie geleerd in deze les?
  • Wat vonden jullie leuk om te doen? En wat iets minder leuk?
  • Vinden jullie dat de posters goed zijn gelukt?

 

 

 

 

Practicum

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voorbereiding

  • Bij het practicum is een Prowise presentatie inbegrepen. Zet dit hulpmiddel alvorens aan de les klaar. De Prowise presentatie is te vinden onder het kopje 'Introductie practicum'.
  • Bedek alle tafels met kranten/vuilniszakken om knoeiten te voorkomen.
  • Verzamelen de materialen. Maak vervolgens voor elk groepje kinderen een bakje klaar met hierin de materialen die zij nodig hebben;
    • ​1 watertafel/zandtafel
    • ​​1 plastic zakje met klei,1 plastic zakje grind en 1 plastic zakje (kiezel)steentjes
    • 1 diepvrieszakje zand
  • ​Print voor iedere leerling een kopie uit van Wat weet je nog? (te vinden onder het kopje 'Introductie practicum').
  • Print voor iedere leerling een kopie uit van Leertekst practicum en Begrippenlijst practicum.
  • Print voor ieder groepje een kopie uit van Bouwtekening (te vinden onder het kopje 'Verwerking Practicum')

Introductie

Ter introductie van het practicum zullen allereerst de lesdoelen met de kinderen besproken worden. Deze lesdoelen staan op de eerste slide van de Prowise presentatie. De lesdoelen kunnen op het bord geprojecteerd worden, zodat de kinderen zelf ook mee kunnen lezen.
Klik vervolgens door naar de tweede slide van de Prowise presentatie. Hierop zijn 2 beeldfragmenten te vinden. Beeldfragment 1 gaat over dijken, polders en gemalen. Beeldfragment 2 gaat over de noodzaak van dijken in Nederland. Vertel de kinderen in eerste instantie nog niks an speel de 2 beeldfragmenten voor hen af. Klik door naar slide 3; de leerlingen zien dat er een quiz met hen wordt gedaan! Laat hiervoor de werkbladen uitdelen. Geef aan dat de quiz er voor is om te kijken hoe goed je opgelet hebt bij de filmpjes en wat je nog weet. Laat de leerlingen hier zo'n 5 minuten aan werken en inventarisseer dan hoe ver zij zijn gekomen. Waar nodig kunnen de filmpjes nogmaals afgespeeld worden. Als afsluiting van de introductie wordt het werkblad aan de hand van Antwoordenblad - Quiz dijken practicum (te vinden onder het kopje 'Antwoordenbladen') nabesproken/nagekeken.

Kern
In dit deel van de les zullen de leerlingen zelf gaan onderzoeken waaruit een sterke dijk bestaat (slide 4 van de Prowise presentatie). Voordat de materialen worden uitgedeeld wordt de uitleg gegeven. Dit om te voorkomen dat leerlingen al met het materiaal aan de slag gaan en zo hun aandacht niet bij de uitleg van de opdracht hebben.

Laat de kinderen groepjes van 3 à 4 kinderen vormen of doe dit zelf. Leg uit dat er allereerst een bouwtekening moet worden gemaakt. Er is voor ieder groepje een bouwtekening beschikbaar, waarop de leerlingen mogen tekenen hoe zij de dijk op gaan bouwen. Geef duidelijk aan uit welke materialen ze kunnen kiezen, namelijk: zand, klei, grind, (kiezen)steentjes en plastic. Wanneer de bouwtekening gecontroleerd is door de leerkracht mogen de kinderen beginnen met het bouwen van de dijk. Hiervoor mogen zij een bak met materialen op komen halen. Geef de leerlingen ongeveer 30 min. de tijd om aan de dijk te werken. Maak dit de kinderen ook bekend, zodat zij hier met hun planning en tijdens het bouwen rekening mee kunnen houden.

Tijdens het bouwen moeten de leerlingen op het volgende letten:

  • Er moet goed afgesproken worden wie wat doet
  • Er moet afgesproken worden hoe het groepje te werk gaat
  • De dijk moet hoog en stevig zijn
  • De dijk moet tegen harde windstoten en hoge golven kunnen

Afsluiting

Nu gaan we de dijken testen! Op dit moment wordt de waterbak pas gevuld met water (Wanneer je dit al eerder doet wordt het waarschijnlijk een heel waterballet). Hierna worden de dijken één voor één klassikaal uitgetest. Doe dit als volgt:

  1. Om te testen of de dijk bestand is tegen harde windstoten, wordt de ventilator gebuikt. Doe dit onderdeel buiten! Het zand kan heel erg gaan stuiven. Ze de ventilator tegen de rand van de waterbak en zet deze aan op de hoogste stand. Blijft de dijk in tact? Waait hij weg of stort hij in? Als de dijk nog helemaal overeind staat zoals hij ook gebouwd is, dan hebben de leerlingen deze test doorstaan!
  2. Om te testen of de dijk bestand is tegen harde en hoge golven, wordt gebruik gemaakt van het plastic dekseltje. Laat de leerlingen met behulp van dekseltjes golven maken in de waterbak door deze heen en weer te bewegen. Brokkelt de dijk af of stort hij in? Zo niet; dan hebben de leerlingen ook deze test doorstaan!

Nadat alle materialen weer verzameld zijn en alles opgeruimd, wordt er nog even kort teruggeblikt op de les. Gebruik hiervoor slide 5 van de Prowise presentatie. Laat als afsluiting ook het filmpje zien op slide 6.
De leertekst en begrippenlijst worden uitgedeeld. De leerlingen hebben zo de informatie die in dit practicum aan bod is gekomen in handen om te leren voor de toets.

 

 

Toets

 

 

 

 

 

 

 

Voorbereiding

  • Zorg er voor dat iedere leerling een tablet/laptop klaar heeft staan op zijn/haar tafel. Start Wikiwijs op en zet de toets alvast klaar.

Introductie

Maak aan de kinderen allereerst goed duidelijk dat ze nog niet met de toets mogen beginnen; dit mag pas wanneer de docent het seintje geeft om te beginnen. De leerlingen moeten goed de instructie lezen en ook de vragen. Niet te snel iets invullen! Denk goed na wat je geleerd hebt en schrijf volledige antwoorden op. Er mogen bij de toets geen leerteksten, werkbladen, o.i.d. gebruikt worden. Attendeer de kinderen er op dat ze het toetsscherm niet weg moeten klikken, want dan moeten ze weer helemaal opnieuw beginnen.

Kern
De kinderen mogen beginnen met de digitale toets. Wanneer alle vragen gemaakt zijn, krijgen de kinderen een overzicht van de open vragen. Hiernaast staat het goede antwoord. Laat de kinderen met hun buurman/buurvrouw (wanneer deze ook klaar is) van tablet/laptop wisselen. Vervolgens worden de open vragen van elkaar nagekeken. De kinderen kunnen aangeven of ze de vraag goed of fout beantwoord vinden. Wanneer ze hier mee klaar zijn kunnen ze op 'verder' en 'print uit' klikken en de laptop weer terug geven. Vervolgens moeten de leerlingen de kopie inleveren bij de leerkracht. Laat de kinderen in stilte verder gaan met een andere taak (tekenen, lezen, etc.) totdat iedereen klaar is.

Afsluiting

Kijk met de kinderen kort terug op de lessenserie. Het is de allereerste keer dat deze lessen gegeven zijn, wat vonden de kinderen leuk en wat kon beter?

 

Antwoordenbladen

Open bestand Antwoordenblad - Watersnoodramp les 1

Open bestand Antwoordenblad - Quiz dijken Practicum