Hoe de ramp begon
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 was er een zware storm in Nederland. Het waaide heel hard, en de zee was super wild. Het water kwam steeds hoger en hoger. De dijken in Nederland waren niet zo sterk. Er was helaas geen geld om ze te verbeteren. Dit kwam door de tweede wereldoorlog. Deze was net voorbij en had heel veel geld gekost. Om 03.00 uur 's nachts konden de dijken al het water niet meer aan, en braken ze door. Er stroomde allemaal water het land binnen. Vooral Zeeland werd zwaar getroffen. Mensen klommen op het dak van hun huis of in bomen om droog te blijven.
Hulp
Toen het weer licht werd kwam men er in andere delen van het land achter wat er die nacht gebeurd was. Er werd meteen actie ondernomen. Helikopters vlogen boven de overstroomde delen van Nederland, om mensen te redden. Het Rode Kruis heeft heel veel hulp geboden. Ook waren er veel vissers die met hun bootjes mensen gingen redden. Daarnaast hielp het leger mee, en er kwam veel hulp uit het buitenland. Veel landen steunden Nederland door geld te geven. Ook gaven ze goederen, zoals dekens, sokken en kleding voor de mensen die hun huis en spullen kwijt waren geraakt.
De schade
In totaal zijn er 1.835 mensen overleden, 72.000 mensen moesten worden geƫvacueerd. Dit betekent dat ze heel snel uit hun huis weg moesten naar een andere plek waar het veilig was. Er zijn duizenden dieren verdronken, en heel veel gebouwen waren vernield of beschadigd. Het heeft jaren geduurd voordat Nederland weer helemaal opgebouwd was. Ook moest er een plan komen om het land beter te beschermen, want iedereen was het erover eens dat zo'n ramp nooit meer mocht gebeuren.