Veranderingen vmbo-kgt34

Veranderingen vmbo-kgt34

Veranderingen

Intro

Meer en meer kiezers hebben hun vertrouwen in de politiek verloren. Er moet wat gebeuren om dat wantrouwen weg te nemen en meer mensen te betrekken bij de democratie. Daarom wordt er van verschillende kanten aangedrongen op aanpassingen van bijvoorbeeld het kiesstelsel.

In deze opdracht komen de vijf belangrijkste mogelijke aanpassingen aan bod.

Bespreek met een klasgenoot wat jij belangrijk vindt bij politici.
Wanneer voel jij je als kiezer serieus genomen? Wanneer het jij het gevoel dat je iemand kunt vertrouwen? Waar moet een goede politici volgens jullie aan voldoen. Praat er samen over.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • met een voorbeeld duidelijk maken dat er soms een grote afstand is tussen burgers en de politiek.
  • minimaal twee voorstellen noemen die zijn gedaan om de afstand te verkleinen en kun je enkele voorstellen typeren.
  • twee verschillende kiessystemen noemen en met elkaar vergelijken.
  • twee verschillende soorten referenda noemen en met elkaar vergelijken.
  • je mening geven over het invoeren/verhogen van de kiesdrempel.
  • de taken van een burgemeester noemen.
  • je mening geven over de vraag of een burgemeester gekozen of benoemd moet worden.
  • een voorbeeld van het burgerinitiatief omschrijven.
  • je mening geven over het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest een tekst over de afstand tussen burgers en de politiek. 
Stap 2 Je leest over het kiesstelsel en de manier waarop dit geregeld is in Nederland. 
Stap 3 De kiesdrempel geeft aan hoeveel stemmen je moet krijgen voor je een zetel hebt. Hoe dat in Nederland geregeld is, lees je in deze stap. 
Stap 4 In Nederland wordt de burgemeester niet gekozen door de burgers. Hoe het wel gaat leer je in deze stap. 
Stap 5 Wat is precies een referendum en wat kun je ermee bereiken?
Stap 6 Zou jij al willen stemmen als je 16 jaar bent? In deze stap bekijken we verschillende meningen. 
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze opdracht.
Eindproduct Je organiseert een referendum organiseren in jullie klas.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je twee à drie lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Wel of niet veranderen?

Nederland is een democratie waarin de burgers aan de macht zijn. De burgers kiezen vertegenwoordigers die namens hen het land regeren. Alles is goed geregeld zou je denken, maar toch is er een flinke kloof tussen de burgers en hun vertegenwoordigers.

Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is het beroep van politicus (met name voor Tweede Kamerleden) een fulltime baan. Tweede Kamerleden krijgen daarvoor een financiële vergoeding. Er zijn ontevreden burgers die de vergoeding te hoog vinden en politici zien als ‘zakkenvullers’. Van de Socialistische Partij kwam ooit het voorstel om de afstand tussen burgers en hun vertegenwoordigers te verkleinen door de vergoedingen te verlagen. Volgens de SP (Socialistische Partij) kon de vergoeding voor het Tweede Kamerlidmaatschap met tien procent omlaag.

Anderen zien meer in aanpassingen van de politieke spelregels. In deze opdracht kijken we naar:

  • Veranderingen in het kiesstelsel
  • Het instellen van een kiesdrempel
  • Gekozen burgemeester
  • Het instellen van een referendum
  • Het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd

 

Stap 2: Kiesstelsel

Zetels in de Tweede Kamer

De wijze waarop de volksvertegenwoordiging bij verkiezingen wordt gekozen, noemen we het kiessysteem of kiesstelsel.

Nederland heeft een ‘evenredige vertegenwoordiging’.
Dat betekent dat een partij die 10% van de stemmen haalt, recht op 10% van de zetels.

Een ander kiesstelsel is het ‘meerderheidsstelsel’. In dit kiesstelsel krijgt de winnaar van de verkiezingen alle zetels. Een meerderheidssysteem is vaak gekoppeld aan een ‘districtenstelsel’.

Een ‘districtenstelsel’ is een kiessysteem waarbij één of meer afgevaardigden in een kiesdistrict worden gekozen. Meestal gaat het om maar één kandidaat die kan winnen.

Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten kennen een districtenstelsel. In Groot-Brittannië wordt de kandidaat met het grootste aantal stemmen gekozen, in Frankrijk de kandidaat die de absolute meerderheid haalt. Voor een absolute meerderheid is vaak een tweede ronde nodig tussen de twee kandidaten met de meeste stemmen in de eerste ronde.


In 1918 ging Nederland over van een districtenstelsel naar een evenredige vertegenwoordig.
Johan Braakensiek, tekenaar van deze karikatuur in "De Amsterdammer" op 8 juni 1918, vond er het zijne van.

Stap 3: Kiesdrempel

Het rijksdaggebouw in Duitsland

Aan de Duitse verkiezingen deden in 2013 34 politieke partijen mee. Het Duitse parlement telt 631 zetels. Voor een zetel heb je 0,158% van alle stemmen nodig (100% gedeeld 631 = 0,158%).

Van de 34 partijen haalden 15 partijen die 0,158% en toch hebben maar 5 partijen zetels gekregen. Hoe dat kan? Dat komt omdat Duitsland een kiesdrempel van 5% kent. Dat betekent dat een partij minimaal 32 zetels (5% van 631 zetels) moet winnen om in het parlement te komen. Als een partij daaronder blijft, vervallen die zetels en worden ze herverdeeld over de partijen die wel de kiesdrempel hebben behaald.

De Nederlandse Tweede Kamer telt 13 politieke partijen die een zetel in de laatste verkiezingen hebben gewonnen.
Om een zetel te winnen moet een partij minstens 0,667% van de stemmen halen (100% : 150 zetels = 0,667%). Aan deze verkiezingen deden 28 verschillende partijen mee. Vijftien partijen haalden minder dan 0,667% van de stemmen.

Stel dat Nederland ook een kiesdrempel van 5% heeft, dan zou een partij 8 zetels moeten halen (5% van 150 zetels) om ze te mogen innemen. De Tweede Kamer zou dan uit maar 7 partijen bestaan en niet uit 13 zoals nu.

Er gaan steeds meer stemmen op voor het verhogen van de kiesdrempel.

De activisten hebben drie redenen:

  1. Stabieler
    “Politiek wordt de laatste jaren teveel bedreven in de waan van de dag. Dagelijks proberen alle partijen het nieuws te halen om de kiezer te verleiden. Door continue tussentijdse peilingen wordt de regering gedwongen om op korte termijn populaire beslissingen te nemen, die niet altijd goed zijn voor de lange termijn. De kiesdrempel van 5% zorgt voor minder kleine partijen die zichzelf in de kijker willen spelen door populisme”
  2. Goedkoper
    “Tussen 2002 en 2012 is Nederland vijf keer naar de stembus geweest. Elke verkiezing kost 50 miljoen euro, 4 euro per kiesgerechtigde (o.a. voor het printen en versturen van de kieslijst en de stemkaart). Met minder politieke partijen valt de regering minder snel en heeft Nederland stabieler regeringen. Minder verkiezingen = goedkoper.”
  3. Sneller
    “Met zoveel verschillende partijen in het politieke landschap kost het vormen van een stabiele coalitie vaak kostbare tijd. Door de kiesdrempel van 5% in te voeren zullen er minder partijen overblijven, waardoor snel een meerderheid kan worden gevormd. En hoe sneller er een nieuwe regering is, hoe sneller de problemen kunnen worden aangepakt.”

 

Tweede Kamerverkiezingen met kiesdrempel

Als de kiesdrempel in Nederland zou worden aangepast zouden de verkiezingsuitslagen er de afgelopen 40 jaar heel anders uit hebben gezien:

TK=Tweede Kamer

Tweede Kamer-verkiezingen Aantal partijen in TK zonder kiesdrempel Aantal partijen in TK met kiesdrempel van 1,5% Aantal partijen in TK met kiesdrempel van 5%
1982 12 8 3
1986 9 6 4
1989 9 6 4
1994 11 9 4
1998 9 8 5
2002 10 10 7
2003 9 9 6
2006 10 10 5
2010 10 9 6
2012 11 11 6
2017 13 13 7

Stap 4: Gekozen burgemeester?

Hoofd van de gemeente

Burgemeester met ambtsketting

Een burgemeester staat aan het hoofd van de gemeente. In Nederland heeft een burgemeester een (beperkte) politieke functie. De burgemeester leidt het dagelijks bestuur (het college van Burgemeester en Wethouders) van een gemeente. Hij leidt ook de vergaderingen van het gemeentebestuur, maar hij mag niet meestemmen over het gemeentelijke beleid. Ook verricht hij ceremoniële taken zoals bijvoorbeeld het openen van gebouwen en het opspelden van Koninklijke Onderscheidingen.

Een burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en voor de veiligheid in de gemeente. Hij of zij houdt ook toezicht op alle openbare gebouwen en op voor het publiek toegankelijke gebouwen (zoals horecagelegenheden). Hij of zij heeft ook het opperbevel bij branden en ongelukken. 26 Burgemeesters zijn ook korpsbeheerder bij de politie.

Gekozen?

In veel landen, waaronder alle andere landen van de Europese Unie behalve Nederland, wordt een burgemeester gekozen bij een verkiezing. Soms rechtstreeks door de bevolking, soms indirect door de gemeenteraad. In Nederland gaat dat anders. In Nederland wordt een burgemeester benoemd door de koning, op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en op aanbeveling van de gemeenteraad. Bijna altijd wordt de aanbeveling van de gemeenteraad gevolgd. Een burgemeester wordt voor zes jaar benoemd. Na zes jaar kan hij of zij verlenging krijgen, net zo lang totdat hij of zij 70 is. Een burgemeester heeft beperkte politieke taken, maar het zijn wel belangrijke taken. Veel mensen vinden het daarom verkeerd dat een burgemeester wordt benoemd en niet gekozen. In 1966 pleitte D66 al voor een gekozen burgemeester, in 2014 was ook het CDA daarvoor. In 2018 is er alvast een aanpassing gedaan in de grondwet, zodat de Burgemeester in de toekomst kan worden gekozen door het volk.

De meeste inwoners van Nederland zijn voor een gekozen burgemeester.
Dat zie je in de grafiek van het Een Vandaag Opiniepanel hieronder.

Stap 5: Referendum

Bij een referendum wordt een vraag over een wet aan de kiesgerechtigden voorgelegd. Bij een referendum gaan de kiesgerechtigden net als bij een verkiezing naar het stembureau. Meestal gaat het hierbij om een beperkte keuze (ja of nee, of een keuze uit een beperkt aantal mogelijkheden).

Zo’n 30 landen in de wereld kennen het referendum, maar het ene referendum is het andere niet.

Zwitserland gaat het verst in het direct raadplegen van zijn burgers. Zwitserse burgers kunnen meepraten over wetten en verdragen en de regering moet de uitkomst van het referendum accepteren. In 2002 heeft 54,5% voorgestemd op de vraag ‘Zwitserland treedt toe tot de Verenigde Naties’. In 2008 heeft 58,6% tegengestemd op de vraag ‘Zwitserland voert een flexibele leeftijd voor pensionering in’.

Een referendum zoals in Zwitserland noemen we een bindend referendum: de uitslag wordt overgenomen. Bij een niet-bindend of adviserend referendum wordt de uitslag beschouwd als een advies aan de volksvertegenwoordiging en kan het overgenomen worden, of niet.

Referendum in Nederland

Nederland kent geen bindend referendum. Verschillende gemeenten en enkele provincies kennen wel een adviserend of raadgevend referendum. Sinds april 2014 kent Nederland ook een nationaal adviserend referendum. Dit betekent dat burgers een referendum kunnen aanvragen over wetten en verdragen nadat deze door het parlement zijn goedgekeurd. Voor een referendum moeten eerst 10.000 handtekeningen worden ingezameld in 4 weken, daarna 300.000 in 6 weken.

Een nationaal referendum moet niet verward worden met een burgerinitiatief. Voor een nationaal referendum moeten 300.000 handtekeningen worden ingezameld. Een nationaal referendum gaat over goedgekeurde wetten en verdragen. Met een nationaal referendum kunnen de burgers aangeven dat naar hun mening een wet of verdrag zou moeten worden aangepast. Voor een burgerinitiatief hoeven ‘maar’ 40.000 handtekeningen te worden ingezameld. Een burgerinitiatief is een uitgewerkt voorstel om bijvoorbeeld het milieu, onderwijs of openbaar vervoer te verbeteren. Met een burgerinitiatief verzoekt een groep burgers de Tweede Kamer om hun voorstel te bespreken en er een standpunt over in te nemen. Uiteindelijk nemen de leden van de Tweede Kamer een standpunt in: wel of niet instemmen met het voorstel.

In 2018 is de Wet Raadgevend Referendum ingetrokken.

Stap 6: Kiesgerechtigde leeftijd

Verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd
In Nederland is er van alles geregeld. Hieronder vind je verschillen tussen wat je mag als je 16 bent en wat je mag doen als je 18 bent:

Wat mag je doen vanaf je 16e? Wat mag je doen vanaf je 18e?
  • Je mag je bromfietsrijbewijs halen.
  • Je mag op een tractor rijden.
  • Seks mag, alleen niet met mensen die jonger zijn of tegen betaling.
  • Trouwen mag, met toestemming van ouders mits het meisje zwanger is of een kind heeft.
  • Je mag in de bioscoop films voor 16+ bezoeken.
  • Je mag zelf over medische behandelingen beslissingen nemen.
  • Je mag de eerste solovlucht maken in een gemotoriseerd vliegtuig (onder verantwoordelijkheid van een instructeur).
  • Je mag je theorie halen voor het autorijden.
  • Bij 16,5 jarige leeftijd is het toegestaan om autorijlessen te nemen.
  • Je hebt het recht om organen bij leven te doneren (orgaandonatie).
  • Je hebt het recht om geld uit te geven zonder toestemming van ouders.
  • Vanaf nu val je onder het volwassenen-strafrecht.
  • Je mag trouwen, ook zonder toestemming van ouders.
  • 's Nachts werken is toegestaan.
  • Het is mogelijk alcoholische drank en tabak te kopen.
  • Het is mogelijk een rijbewijs te behalen (eerste vijf jaar als puntenrijbewijs) voor een auto en/of motorcategorie A1.
  • Je mag toegang hebben tot het casino.
  • Je mag wiet halen.
En het stemrecht? Helaas niet! Je hebt stemrecht en het recht gekozen te worden.

 

Verlagen stemgerechtigde leeftijd?

D66-Kamerlid pleitte voor het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar. “Als zestienjarige moet je belasting betalen voor je bijbaan en kun je aansprakelijk worden gesteld als je schade aanricht. Plichten en rechten moeten gelijk opgaan. Stemrecht voor 16-jarigen hoort bij een maatschappij die meer verantwoordelijkheid van jongeren vraagt.”

Anderen vinden dat onzin. Professor Dick Swaab formuleert het in zijn boek ‘Wij zijn ons brein’ als volgt:
Het probleem is dat de prefrontale cortex op je zestiende nog niet volgroeid is. Jongeren zijn niet goed in staat de consequenties van hun keuzes te overzien. Deze kennis is al jaren beschikbaar en het bracht wetenschappers er bijvoorbeeld toe om ook een andere leeftijdsgrens ter discussie te stellen, die van het volwassenenstrafrecht. Zij pleiten ervoor die te verhogen tot 21 of zelfs 23.

En wat vinden de jongeren er zelf van? Aan 2500 jongeren (16-24 jaar) is gevraagd wat ze vinden van het voorstel om de stemleeftijd te verlagen. 66% is niet erg enthousiast. Zo denken de jongeren dat ze nog te weinig kennis hebben om goed te kunnen kiezen. Eén van de deelnemers van het onderzoek zegt in het tv-programma EenVandaag: ‘Ik ben zestien jaar en ik weet nog niet veel over politiek, mijn leeftijdsgenoten ook niet. Zo kunnen we makkelijk gemanipuleerd worden door bijvoorbeeld onze ouders. Ik vind het dus geen goed idee.’
Wat vinden de mensen van Nederland? Kijk naar de volgende video en maak daarna de vragen.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Kiesstelsel / kiessysteem
De manier waarop de volksvertegenwoordiging van een land bij verkiezingen wordt gekozen, noemen we het kiessysteem of kiesstelsel.
Evenredige vertegenwoordiging
Nederland heeft een "evenredige vertegenwoordiging". Een partij die bijvoorbeeld 10% van de stemmen haalt, heeft in een systeem met evenredige vertegenwoordiging recht op 10% van de zetels.
Districtenstelsel
Een districtenstelsel is een kiessysteem waarbij één of meer afgevaardigden in een kiesdistrict worden gekozen. Meestal gaat het maar om één kandidaat die kan winnen. Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten kennen een districtenstelsel.
Meerderheidsstelsel
In het meerderheidsstelsel krijgt de winnaar van de verkiezingen alle zetels. Een meerderheidssysteem is vaak gekoppeld aan een "districtenstelsel".
Kiesdrempel
Een kiesdrempel is het minimum aantal stemmen dat een partij moet behalen om een zetel te krijgen.
Gekozen burgemeester
In veel landen wordt de burgemeester gekozen bij een verkiezing. Soms rechtstreeks door de bevolking, soms indirect door de gemeenteraad. In Nederland gaat dat anders en wordt de burgemeester benoemd door de koning, op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en op aanbeveling van de gemeenteraad.

Referendum
Een volksraadpleging of referendum is het voorleggen van een vraag met betrekking tot wetgeving aan de kiesgerechtigden in een land of een bepaald gebied.

Eindproduct: Referendum

Het eindproduct van deze opdracht is een referendum, door jou en je medeleerlingen georganiseerd. Je werkt daarbij in groepjes en docent verdeelt de verschillende taken van het referendum. Met het referendum laten jullie zien dat jullie de leerdoelen hebben behaald.


Jullie organiseren een referendum in jullie klas. De tekst waar jullie JA of NEE op kunnen stemmen, is: “Iedere Nederlander van 16 jaar of ouder heeft kiesrecht.”

Elke groep krijgt een eigen taak:

  • Ontwerp een formulier voor het referendum.
  • Zorgt voor voldoende stemformulieren.
  • Toezicht houden op het eerlijk verlopen van het referendum.
  • Tellen van de stemmen.
  • Bekend maken van de uitkomst.

Beoordeling

Het referendum (de stappen die daarvoor nodig zijn) laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • De vorm: zijn de stappen van het referendum met zorg uitgevoerd?
  • Taalfouten: bevat het stembiljet niet te veel taalfouten?

Terugkijken

Intro:

  • Lees de intro nog eens door. Past de intro goed bij de opdracht.
    Is je mening over politici veranderd na deze stap?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wist je al veel over dit onderwerp?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Sta je zelf achter de uitkomst van het referendum? Waarom wel of waarom niet?
  • Het arrangement Veranderingen vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-15 11:06:14
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO-KGT. leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema Staatsinrichting. Het onderwerp van deze les is Veranderingen. Nederland is een democratie waarin burgers vertegenwoordigers kiezen om het land te regeren. Ondanks dit systeem bestaat er een kloof tussen burgers en politici. Het beroep van politicus is sinds de jaren zestig een fulltime baan geworden met een financiële vergoeding, wat sommige burgers als te hoog beschouwen. Nederland heeft een evenredig kiessysteem, waarbij een partij recht heeft op hetzelfde percentage zetels als het percentage stemmen dat ze behalen. Er zijn echter stemmen die pleiten voor een verhoging van de kiesdrempel om politieke stabiliteit, kostenbesparing en snellere coalitievorming te bevorderen. Nederland heeft een benoemde burgemeester, maar er is steun voor een gekozen burgemeester. Nederland kent geen bindend referendum, maar wel adviserende referenda. De kiesgerechtigde leeftijd is verlaagd naar 16 jaar, maar stemrecht is nog niet toegestaan op die leeftijd. Begrippen die verder bij deze les horen zijn: kiesstelsel/kiessysteem, districtenstelsel en meerderheidsstelsel.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van burgers en stoommachines (1800 - 1900); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, geschiedenis, kiesdrempel, kiesstelsel/kiessysteem, meerderheidsstelsel, referendum, stemrecht, stercollectie, veranderingen, vmbo-kgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo34

    https://maken.wikiwijs.nl/148851/Tijdelijk_vmbo34