Populisme vmbo-kgt34

Populisme vmbo-kgt34

Populisme

Intro

Lange tijd hebben de traditionele politieke stromingen (liberalisme, sociaaldemocratie en confessionalisme) de Nederlandse politiek bepaald. De laatste decennia is daar een populistische stroming bijgekomen. Verschillende populistische partijen hebben, met wisselend succes, aan de verkiezingen meegedaan. Met dat gegeven gaan jullie in deze opdracht aan de slag.

Populisme - populistisch - populair. Het heeft allemaal met elkaar te maken.
Populair kennen jullie allemaal. Praat met een klasgenoot over de betekenis van het woord populair. Wanneer vinden jullie iets of iemand populair? Hoe komt dat dan? Ben je zelf gevoelig voor populaire dingen?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • drie traditionele stromingen en de bijbehorende politieke partijen bij naam noemen.
  • omschrijven hoe de aanhang van deze partijen en stromingen langzamerhand veranderd is.
  • twee kenmerken van het populisme noemen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert wat het politieke spectrum is en ontdekt welke partijen waar staan in het spectrum.
Stap 2 Je leest wat populisme is en hoe (sommige) politici hier gebruik van maken.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze opdracht.
Eindproduct A Samen met drie andere klasgenoten maak je een populistische verkiezingscampagne voor een niet-bestaande partij.
Eindproduct B Je gaat op zoek naar minimaal vijf populistische tweets van politici.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je twee à drie lesuren nodig. Afhankelijk van de eindopdracht.

 

Aan de slag

Stap 1: Politieke spectrum

Tweede Kamer

‘Spectrum’ betekent letterlijk: gevarieerde reeks. Met ‘politiek spectrum’ bedoelen we het overzicht van alle politieke partijen, op volgorde van hun politieke opvattingen.

Links en rechts

Die opvattingen worden meestal omschreven in termen van links en rechts.
Met links bedoelen we meestal: progressief, vooruitstrevend, een grotere sociaaleconomische rol voor de overheid in het maatschappelijk leven.
Met rechts bedoelen we meestal: conservatief, behoudend, een zo klein mogelijke sociaaleconomische rol voor de overheid in het maatschappelijk leven.

Links valt in Nederland ongeveer samen met de socialistische/sociaaldemocratische stroming.
Rechts komt in Nederland overeen met de liberale stroming.

Naast linkse en rechtse partijen zijn er ook partijen die gebaseerd zijn op een geloof. Deze partijen worden de confessionele (confessie = geloof) partijen genoemd. Tot de confessionele partijen rekenen we de protestantse en rooms-katholieke stromingen.

Twee andere manieren om naar het politiek spectrum te kijken, vind je hieronder:

50+
CDA
CU
D66
GL
PvdA
PvdD
PVV
SGP
SP
VVD
FvD

50plus
Christen-Democratisch Appèl
ChristenUnie
D66 (Democraten66)
GroenLinks
Partij van de Arbeid
Partij voor de Dieren
Partij Voor de Vrijheid
Staatkundig Gereformeerde Partij
Socialistische Partij
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie
Forum voor Democratie


Traditionele stromingen

De drie traditionele stromingen en de bijbehorende politieke partijen zie je in het volgende overzicht.

Tot 1956 telde de Tweede Kamer 100 zetels, daarna kreeg de kamer 150 zetels.

  • Tot de confessionelen rekenen we: CDA (samengesteld uit: KVP, ARP, CHU), SGP en CU (samengesteld uit: GSP, RPF).
  • Tot de socialisten rekenen we: PvdA, GroenLinks (samengesteld uit: CPN, PSP, PPR) en SP.
  • Tot de liberalen rekenen we: VVD, D66 en FvD.


In de loop van de tijd zijn de aanhang en het aantal zetels in de Tweede Kamer per politieke partij veranderd. Vanaf 1959 is de aanhang van de confessionele partijen langzaam minder geworden (van 78 zetels in 1959 (KVP/ARP/CHU/SGP) naar 49 in 2006 (CDA/SGP/CU)) en daarna enorm gekelderd (naar 21 in 2012 (CDA/SGP/CU)). De ontzuiling en ontkerkelijking in Nederland heeft daar sterk aan bijgedragen.

De aanhang van de socialistische partijen (met enkele uitschieters naar beneden) is redelijk constant gebleven (53 zetels in 1959 (PvdA/CPN/PSP) en 57 in 2012 (PvdA/GL/SP).

De aanhang van de liberale partijen groeide langzaam: van 19 zetels in 1959 (VVD) tot 28 zetels in 1972 (VVD + D66) tot 53 zetels in 2012 (VVD + D66).

De drie traditionele stromingen verdeelden in die tijd onderling de zetels. Afwisselend kwam er vaak een regering van liberalen met confessionelen of sociaaldemocraten met confessionelen. Een enkele keer wisten de sociaaldemocraten en de liberalen elkaar te vinden.

LPF - PVV - FvD

In het begin van de 21e eeuw kwamen er partijen op die niet in de drie traditionele machtsblokken pasten: de partijen die zich tegen de traditionele partijen afzetten.

Zo werd de partij Lijst Pim Fortuyn (LPF) opgericht in februari 2002 door Pim Fortuyn, die op 6 mei 2002 werd vermoord. Na eerst grote successen is de partij op 1 januari 2008 opgeheven. Ook de Partij voor de Vrijheid (PVV) en het Forum voor Democratie (FvD) zijn voorbeelden van - conservatieve - politieke partijen die naast de traditionele partijen zijn opgericht.

Stap 2: Populisme

Populisme komt van het Latijn: populus = volk.

Populisten spreken de taal van het volk. Dat is niet vreemd in een stelsel waar politici door het volk worden gekozen, maar toch heeft het populisme een negatieve bijklank.
Populisten vinden dat zij uit naam van het volk spreken. Tegenstanders vinden dat zij alleen uitspraken doen waarvan ze weten dat ze bij de ‘gewone’ kiezer in de smaak vallen. Alles om meer stemmen te winnen.
Populisme is geen politieke partij, maar een manier waarop mensen aan politiek doen.

Een definitie van populisme is moeilijk te geven. Er zijn wel enkele kenmerken waar we populisme aan kunnen ophangen:

Afkeer van de gevestigde orde

Populistische partijen hebben een afkeer van wat zij ‘de gevestigde orde’ noemen. Tot de gevestigde orde rekenen zij de bestaande partijen die samen een kliek vormen. Zij zijn de elite die alleen aan zichzelf denkt en geen aandacht heeft voor de ‘hardwerkende gewone mensen’.

De gevestigde orde vind je in de Binnenhof, in het Tweede Kamergebouw. Zij hebben - volgens de populisten - geen idee wat er buiten de Tweede Kamer echt gebeurt.

 

Het volk heeft het voor het zeggen

Volgens populistische partijen geven zij een stem aan ‘het volk’. Zij weten wat ‘het volk’ wil.

Er is een partij geweest (TON - Trots op Nederland) met een website waarop bezoekers zelf programmapunten konden aandragen.

Met het volk bedoelen populistische partijen meestal het deel van de bevolking dat een Nederlandse achtergrond heeft. Nederlanders met een migratieachtergrond horen daar niet bij. Toen Geert Wilders namens de Partij voor de Vrijheid zijn politieke programma presenteerde, stelde hij dat zijn partij het opneemt voor "Henk en Ingrid, de doorsnee Nederlanders".

 

Charismatisch leiderschap

Een populistische partij heeft vaak een charismatisch leider: iemand die de gevoelens van ‘het volk’ uitstekend kan verwoorden en in zijn of haar eigen achterban enorm populair is.
“Hij zegt wat ik denk”, zeiden velen over Pim Fortuyn, voordat hij in 2002 vermoord werd.

 

Vaderlandsliefde

Tussen 2007 en 2012 was er in Nederland de politieke partij ‘Trots op Nederland’ (TON). De vaderlandsliefde van TON was zo groot dat zijn leider, Rita Verdonk, simpelweg ontkende dat er in Nederland discriminatie voorkwam. Ze zei in 2008: “Nederlanders hebben het helemaal niet in zich om te discrimineren.”

De vaderlandsliefde uit zich ook in het afzetten tegen iedereen die niet autochtoon en niet joods of christelijk is. Artikel 1 van de Grondwet luidt als volgt: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’

Geert Wilders, leider van de PVV, wilde in 2006 artikel 1 van de Grondwet afschaffen en vervangen door een ander artikel waarin de joods-christelijke en humanistische traditie en cultuur van Nederland als dominante cultuur werd vastgelegd. Zijn voorstel werd door de andere partijen niet overgenomen.

De vaderlandsliefde uit zich ook in een afkeer van de Europese Unie. Populistische partijen vinden dat Nederland teveel macht heeft overgedragen aan ‘Europa’. Nederland zou economisch niet van het lidmaatschap van de EU profiteren.

 

Eenvoudig taalgebruik

Kenmerk van populistische partijen is dat zij hun standpunten op een directe, ongekunstelde manier naar buiten brengen. Populisten spreken klare taal met simpele teksten die iedereen meteen kan begrijpen. Twitter is daar een prima middel voor.

Wilders - PVV:
‘NL baalt van jou Mark! Afbraak zorg, naheffing belastingen, miljoenen extra voor Brussel, leugens over de islam.’ (Mark = premier Mark Rutte).

Wilders - PVV:
‘Als het kabinet ook maar 1 eurocent extra aan Brussel geeft moeten ze opstappen. En wel onmiddellijk.'

Forum voor Democratie:
'Over negen dagen moet u 100 gaan rijden. Om een niet-bestaand probleem op te lossen. Dit is de politiek van de gevestigde partijen: de burger belasten voor problemen die niet bestaan, maar die lobbygroepen belangrijk vinden. Dit moet van de baan!'

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Politiek spectrum
Spectrum betekent letterlijk: gevarieerde reeks. Met "politiek spectrum" bedoelen we het overzicht van alle politieke partijen, op volgorde van hun politieke opvattingen, die worden omschreven in termen van links en rechts.
Linkse politieke partij
"Links" wil zeggen: progressief, vooruitstrevend, een grotere sociaaleconomische rol voor de overheid in het maatschappelijk leven.
Rechtse politieke partij
"Rechts" wil zeggen: conservatief, behoudend, een zo klein mogelijke sociaaleconomische rol voor de overheid in het maatschappelijk leven.
Confessionele partij
Politieke partij die zich baseert op een bepaalde godsdienstige geloofsleer. De protestantse en rooms-katholieke partijen rekenen we tot de confessionele stromingen.
Confessionelen
Politici die een confessionele politieke partij (gebaseerd op een godsdienstige geloofsleer) aanhangen.
Sociaaldemocraten
Socialistische beweging die zonder geweld of revolutie een klassenloze samenleving probeert te verwezenlijken.
Liberalen
Liberalen hangen het liberalisme aan. De stroming die als uitgangspunmt de vrijheid van het individu heeft. Dit betekent dat de overheid zo min mogelijk moet ingrijpen in de economie en het maatschappelijk leven.
Populisme
Populisme komt van het Latijn: populus = volk. Een stelsel waar politici door het volk worden gekozen.
Populistische partij
Politieke partij die alleen uitspraken doet waarvan men weet dat die bij de "gewone" kiezer in de smaak zullen vallen. Dat alles om maar zoveel mogelijk stemmen te winnen.

Eindproduct A: Verkiezingscampagne

Je vormt samen met twee of drie klasgenoten het campagneteam van een nieuwe populistische politieke partij. Voor de verkiezingscampagne bedenken jullie één of enkele creatieve publiciteitsmiddelen zoals een slogan, een affiche, een spandoek. Je mag ook ideeën voor een social-mediapagina opschrijven, of op papier een serie tweets opstellen. Jullie publiceren de ideeën niet echt via sociale media. het gaat immers om een niet-bestaande partij.
Met het bedenken van de campagne laten jullie zien dat jullie de leerdoelen hebben behaald.

Nog even samengevat:

  • Jullie zijn het campagneteam van de nieuwe Populistische Partij Nederland (PPN).
  • Jullie team bestaat uit drie of vier leden.
  • Jullie hebben goed geluisterd naar wat het gewone volk, de hardwerkende mensen, wil horen.
  • Jullie bedenken een slogan, een affiche, een spandoek, of ideeën voor een Facebookpagina of een tweet om jullie nieuwe partij aan te kondigen.

Kies met jullie team minimaal twee publiciteitsmiddelen uit. Meer mag natuurlijk ook.
Hoe jullie dit presenteren aan jullie docent is helemaal aan jullie.
Kijk voor eventuele tips nog in de Gereedschapskist hieronder.

Beoordeling

Jullie laten de campagne beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • De inhoud: hebben jullie goed samengewerkt? Hebben jullie aangegeven wie wat heeft gedaan en hoe jullie het werk hebben verdeeld?
  • De inhoud: past wat jullie bedacht hebben bij de kenmerken van populisme?
  • De vorm: is de campagne creatief? Is het met zorg bedacht en uitgewerkt?
  • Taalfouten: bevatten de publiciteitsmiddelen niet te veel taalfouten?

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Eindproduct B: Populistische Tweets

Als eindproduct B ga je op zoek naar populistische Tweets.
Je gaat op zoek naar minimaal 5 populistische tweets van politici. Dat mogen Nederlandse politici zijn, maar ook buitenlandse. Amerikaanse politici staan ook bekend om hun populistische tweets, dus ook daar mag je gebruik van maken.

Van al deze tweets ga je uitleggen waarom ze populistisch zijn.
Geef per tweet minimaal twee argumenten.
Noteer alles netjes en overzichtelijk in een (Google-) document.

Beoordeling

Lever je document in bij je docent. Bij de beoordeling van je document let je docent op het volgende:

  • De inhoud: er zijn minimaal 5 verschillende populistische tweets genoteerd.
  • De inhoud: bij de tweets zijn minimaal twee argumenten gegeven waarom deze populistisch zijn.
  • De vorm: de tweets met de argumenten zijn duidelijk en overzichtelijk in een document gezet.
  • Taalfouten: het geheel bevat geen tot weinig taalfouten.

Terugkijken

Intro:

  • Lees de intro nog eens door. Past de intro goed bij de opdracht.
    Kun je nu aangeven of populair en populisme echt met elkaar te maken hebben?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wist je al veel over dit onderwerp?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Ging het goed?
    A:Is het gelukt om samen met je klasgenoten dezelfde ideeën te krijgen en deze om te zetten in een verkiezingscampagne? Zaten jullie op één lijn?
    B: Is het gelukt om vijf verschillende tweets te vinden die populistisch waren? Heb je gekozen voor alleen Nederlandse politici of ook voor buitenlandse? Leg uit waarom je deze keuze hebt gemaakt.
  • Het arrangement Populisme vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-15 11:06:07
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO-KGT. leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema Staatsinrichting. Het onderwerp van deze les is Populisme. Binnen de politiek heb je verschillende stromingen: links en rechts, progressief en conservatief. Dit is een politiek spectrum, waarop elke partij net wat anders valt. Er zijn drie traditionele stromingen: confessionelen, socialisten en de liberalen. Vanaf het begin van de 21ste eeuw kwamen er partijen die zich afzetten tegen deze traditionele stromingen. Het populisme is een manier waarop mensen aan politiek doen. Er zijn een aantal kenmerken: afkeer van de gevestigde orde, volk het het voor het zeggen, charismatisch leiderschap, vaderlandsliefde en eenvoudig taalgebruik.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van burgers en stoommachines (1800 - 1900); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    afkeer tegen gevestigde orde, arrangeerbaar, geschiedenis, populisme, progressief en confervatief, stercollectie, traditionele stromingen, vaderlandsliefde, vmbo-kgt34, volk heeft het voor het zeggen

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo34

    https://maken.wikiwijs.nl/148851/Tijdelijk_vmbo34