Stap 2: Populisme

Populisme komt van het Latijn: populus = volk.

Populisten spreken de taal van het volk. Dat is niet vreemd in een stelsel waar politici door het volk worden gekozen, maar toch heeft het populisme een negatieve bijklank.
Populisten vinden dat zij uit naam van het volk spreken. Tegenstanders vinden dat zij alleen uitspraken doen waarvan ze weten dat ze bij de ‘gewone’ kiezer in de smaak vallen. Alles om meer stemmen te winnen.
Populisme is geen politieke partij, maar een manier waarop mensen aan politiek doen.

Een definitie van populisme is moeilijk te geven. Er zijn wel enkele kenmerken waar we populisme aan kunnen ophangen:

Afkeer van de gevestigde orde

Populistische partijen hebben een afkeer van wat zij ‘de gevestigde orde’ noemen. Tot de gevestigde orde rekenen zij de bestaande partijen die samen een kliek vormen. Zij zijn de elite die alleen aan zichzelf denkt en geen aandacht heeft voor de ‘hardwerkende gewone mensen’.

De gevestigde orde vind je in de Binnenhof, in het Tweede Kamergebouw. Zij hebben - volgens de populisten - geen idee wat er buiten de Tweede Kamer echt gebeurt.

 

Het volk heeft het voor het zeggen

Volgens populistische partijen geven zij een stem aan ‘het volk’. Zij weten wat ‘het volk’ wil.

Er is een partij geweest (TON - Trots op Nederland) met een website waarop bezoekers zelf programmapunten konden aandragen.

Met het volk bedoelen populistische partijen meestal het deel van de bevolking dat een Nederlandse achtergrond heeft. Nederlanders met een migratieachtergrond horen daar niet bij. Toen Geert Wilders namens de Partij voor de Vrijheid zijn politieke programma presenteerde, stelde hij dat zijn partij het opneemt voor "Henk en Ingrid, de doorsnee Nederlanders".

 

Charismatisch leiderschap

Een populistische partij heeft vaak een charismatisch leider: iemand die de gevoelens van ‘het volk’ uitstekend kan verwoorden en in zijn of haar eigen achterban enorm populair is.
“Hij zegt wat ik denk”, zeiden velen over Pim Fortuyn, voordat hij in 2002 vermoord werd.

 

Vaderlandsliefde

Tussen 2007 en 2012 was er in Nederland de politieke partij ‘Trots op Nederland’ (TON). De vaderlandsliefde van TON was zo groot dat zijn leider, Rita Verdonk, simpelweg ontkende dat er in Nederland discriminatie voorkwam. Ze zei in 2008: “Nederlanders hebben het helemaal niet in zich om te discrimineren.”

De vaderlandsliefde uit zich ook in het afzetten tegen iedereen die niet autochtoon en niet joods of christelijk is. Artikel 1 van de Grondwet luidt als volgt: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’

Geert Wilders, leider van de PVV, wilde in 2006 artikel 1 van de Grondwet afschaffen en vervangen door een ander artikel waarin de joods-christelijke en humanistische traditie en cultuur van Nederland als dominante cultuur werd vastgelegd. Zijn voorstel werd door de andere partijen niet overgenomen.

De vaderlandsliefde uit zich ook in een afkeer van de Europese Unie. Populistische partijen vinden dat Nederland teveel macht heeft overgedragen aan ‘Europa’. Nederland zou economisch niet van het lidmaatschap van de EU profiteren.

 

Eenvoudig taalgebruik

Kenmerk van populistische partijen is dat zij hun standpunten op een directe, ongekunstelde manier naar buiten brengen. Populisten spreken klare taal met simpele teksten die iedereen meteen kan begrijpen. Twitter is daar een prima middel voor.

Wilders - PVV:
‘NL baalt van jou Mark! Afbraak zorg, naheffing belastingen, miljoenen extra voor Brussel, leugens over de islam.’ (Mark = premier Mark Rutte).

Wilders - PVV:
‘Als het kabinet ook maar 1 eurocent extra aan Brussel geeft moeten ze opstappen. En wel onmiddellijk.'

Forum voor Democratie:
'Over negen dagen moet u 100 gaan rijden. Om een niet-bestaand probleem op te lossen. Dit is de politiek van de gevestigde partijen: de burger belasten voor problemen die niet bestaan, maar die lobbygroepen belangrijk vinden. Dit moet van de baan!'