‘Spectrum’ betekent letterlijk: gevarieerde reeks. Met ‘politiek spectrum’ bedoelen we het overzicht van alle politieke partijen, op volgorde van hun politieke opvattingen.
Die opvattingen worden meestal omschreven in termen van links en rechts.
Met links bedoelen we meestal: progressief, vooruitstrevend, een grotere sociaaleconomische rol voor de overheid in het maatschappelijk leven.
Met rechts bedoelen we meestal: conservatief, behoudend, een zo klein mogelijke sociaaleconomische rol voor de overheid in het maatschappelijk leven.
Links valt in Nederland ongeveer samen met de socialistische/sociaaldemocratische stroming.
Rechts komt in Nederland overeen met de liberale stroming.
Naast linkse en rechtse partijen zijn er ook partijen die gebaseerd zijn op een geloof. Deze partijen worden de confessionele (confessie = geloof) partijen genoemd. Tot de confessionele partijen rekenen we de protestantse en rooms-katholieke stromingen.
Twee andere manieren om naar het politiek spectrum te kijken, vind je hieronder:
50+ |
50plus |
De drie traditionele stromingen en de bijbehorende politieke partijen zie je in het volgende overzicht.
Tot 1956 telde de Tweede Kamer 100 zetels, daarna kreeg de kamer 150 zetels.
|
In de loop van de tijd zijn de aanhang en het aantal zetels in de Tweede Kamer per politieke partij veranderd. Vanaf 1959 is de aanhang van de confessionele partijen langzaam minder geworden (van 78 zetels in 1959 (KVP/ARP/CHU/SGP) naar 49 in 2006 (CDA/SGP/CU)) en daarna enorm gekelderd (naar 21 in 2012 (CDA/SGP/CU)). De ontzuiling en ontkerkelijking in Nederland heeft daar sterk aan bijgedragen.
De aanhang van de socialistische partijen (met enkele uitschieters naar beneden) is redelijk constant gebleven (53 zetels in 1959 (PvdA/CPN/PSP) en 57 in 2012 (PvdA/GL/SP).
De aanhang van de liberale partijen groeide langzaam: van 19 zetels in 1959 (VVD) tot 28 zetels in 1972 (VVD + D66) tot 53 zetels in 2012 (VVD + D66).
De drie traditionele stromingen verdeelden in die tijd onderling de zetels. Afwisselend kwam er vaak een regering van liberalen met confessionelen of sociaaldemocraten met confessionelen. Een enkele keer wisten de sociaaldemocraten en de liberalen elkaar te vinden.
In het begin van de 21e eeuw kwamen er partijen op die niet in de drie traditionele machtsblokken pasten: de partijen die zich tegen de traditionele partijen afzetten.
Zo werd de partij Lijst Pim Fortuyn (LPF) opgericht in februari 2002 door Pim Fortuyn, die op 6 mei 2002 werd vermoord. Na eerst grote successen is de partij op 1 januari 2008 opgeheven. Ook de Partij voor de Vrijheid (PVV) en het Forum voor Democratie (FvD) zijn voorbeelden van - conservatieve - politieke partijen die naast de traditionele partijen zijn opgericht.