Het arrangement Pensioenen vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-04-30 11:23:33
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO KGT leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema Sociale samenleving. Het onderwerp van de les is pensioenen. Er zijn drie pijlers in het Nederlands pensioenstelsel: de AOW, pensioenregeling vanuit loondienst en extra pensioen die mensen zelf hebben geregeld door extra verzekeringen (zoals levensverzekering, lijfrenteverzekering, koopsom verzekering). De AOW is ontstaan vanuit armenhulp naar de algemene ouderdomswet in 1957. Het pensioenstelsel voor werknemers begon bij rijksambtenaren en is daarna overgaan naar bijna alle bedrijven/werkgevers. Bijna iedereen bouwt nu pensioen op die in loondienst werkt. De laatste pijler, het extra pensioen, is niet nieuw maar de meeste mensen kunnen dergelijke verzekeringen nu pas betalen door de stijging van de welvaart sinds de WOII. Toch komen veel mensen in een pensioengat (lager pensioen dan verwacht). Dit kan komen door bijvoorbeeld een banenwissel, hierdoor ontstaat een pensioenbreuk. Het pensioenstelsel wankelt door de vergrijzing en economische crisis. Hierdoor is er niet voldoende geld om iedereen een goed inkomen te geven na het stoppen met werken. Hierdoor moeten we langer doorwerken, mogelijk hogere premies betalen en krijgen we minder pensioenuitkeringen.
- Leerniveau
- VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
- Leerinhoud en doelen
- De tijd van televisie en computer (vanaf 1950); Geschiedenis;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
- Studiebelasting
- 2 uur 30 minuten
- Trefwoorden
- aow, arrangeerbaar, geschiedenis, pensioenbreuk, pensioengat, pensioenregeling, stercollectie, vergrijzing, verzekeringen, vmbo-kgt34
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
VO-content - Gereedschapskist. (2019).
Gereedschapskist activerende werkvormen
https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen
In 1836 werd in Nederland een begin gemaakt van de opbouw ons pensioenstelsel. Nu hebben we de zekerheid dat we, als we oud zijn en niet meer werken, toch een redelijk inkomen hebben. Of dat zo blijft, is maar de vraag, maar we kunnen ook zelf maatregelen treffen. Veel mensen doen dat al.
Aan het eind van deze opdracht kan ik:

Alles is te verzekeren. Als je op vakantie gaat, kun je een regenverzekering afsluiten. Valt je vakantie door overvloedige regenval in het water, dan keert deze regenverzekering een bedrag uit dat je aan een nieuwe vakantie kunt besteden. En als je zelf je huis verbouwt, verzeker dan wel eerst eventuele schade door scheuren of verzakkingen.
Volgens deze wet bouwt iedereen die in Nederland woont en werkt mee aan een staatspensioen vanaf zijn 15e verjaardag tot zijn 65e (dat verschuift langzaam: van je 17e tot aan je 67e). In 50 jaar bouw je een AOW-pensioen op. Voor elk jaar dat je in het buitenland woont, krijg je een korting op je AOW van 2%.
Alle mensen die in loondienst zijn, sparen samen met hun werkgever voor een aanvullend pensioen. Meestal betaalt de werkgever 2/3 van de premie voor dit pensioen en de werknemer de rest. Van elke tien werkgevers doen er negen mee aan de opbouw van aanvullend pensioen. De betaalde premies gaan naar een pensioenfonds. Dat fonds keert uit aan werknemers als zij stoppen met werken.
Veel mensen sparen zelf voor een individueel aanvullend pensioen bij een bank of verzekeringsbedrijf. Kleine zelfstandigen, mensen die niet in loondienst zijn en een klein bedrijf hebben, doen dat omdat ze niet via een werkgever een pensioen kunnen opbouwen. Andere mensen doen dat om na hun pensioen meer inkomsten te hebben. Of om eerder te kunnen stoppen met werken. Het is dan een spaarpot om het gat te dichten tussen het moment waarop ze stoppen met werken en de AOW-uitkering.
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.



