Alles is te verzekeren. Als je op vakantie gaat, kun je een regenverzekering afsluiten. Valt je vakantie door overvloedige regenval in het water, dan keert deze regenverzekering een bedrag uit dat je aan een nieuwe vakantie kunt besteden. En als je zelf je huis verbouwt, verzeker dan wel eerst eventuele schade door scheuren of verzakkingen.
Een pensioen is ook een verzekering. Een verzekering tegen verlies van je inkomen wegens arbeidsongeschiktheid, ouderdom of overlijden. De verzekeraar keert uit als je niet meer kunt werken, maar in de meeste gevallen als je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt en niet meer hoeft te werken. De zekerheid van een inkomen bij ouderdom rust op drie pijlers.
Deze drie peilers hoor je in de video hieronder.
Kijk naar de video ‘Pensioenopbouw in 30 seconden’
Laten we die pijlers van dichtbij bekijken:
![]() |
![]() |
![]() |
Er zijn een paar verzekeringen die voor een pensioen worden gebruikt. Zo heb je bijvoorbeeld de levensverzekering. Dat is een verzekering van je inkomen tegen overlijden. Als je een levensverzekering hebt en je sterft voor een bepaalde datum, betaalt de verzekeraar aan je nabestaanden een vooraf bepaald bedrag uit. Maar je kunt ook afspreken met je verzekeraar dat je een uitkering krijgt bij het bereiken van een bepaalde leeftijd en dan werkt het als een pensioen. En als je voor of na die datum sterft, krijgen je nabestaanden van de verzekeraar een uitkering.
Je kunt ook een koopsomverzekering afsluiten. Je legt in één keer een (groot) bedrag in. Als je met pensioen gaat, krijg je uit die spaarpot een regelmatige uitkering.
Tenslotte is er de lijfrenteverzekering. Bij dit soort verzekering leg je geld in, eenmalig of gedurende een langere periode. Uit deze spaarpot krijg je dan een regelmatige uitkering als je met pensioen gaat.
Maak nu de volgende oefening.