Vakbonden vmbo-kgt34

Vakbonden vmbo-kgt34

Vakbonden

Intro

In deze opdracht kijken we naar het ontstaan van de ‘moderne’ vakbonden, voortgekomen uit de mislukte tweede spoorwegstaking van april 1903. Aan bod komen de idealen van Henri Polak en zijn wens één centrale weerstandskas te vormen. We bekijken ook hoe na de Tweede Wereldoorlog de vaststelling van maximumlonen de arbeidsvrijheid van vakbonden jarenlang beperkte.

Kijk voordat je verder gaat met deze opdracht, kijk dan eerst deze video. De informatie die je in de video hoort, kun je gebruiken bij de rest van deze opdracht.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven wat een ‘moderne’ vakbond is.
  • een reden noemen waarom in 1906 de eerste moderne vakbond werd opgericht.
  • omschrijven dat er verschillende vakbonden zijn ontstaan, verdeeld naar geloof of ideologie.
  • het verschil tussen de ‘oude’ en ‘moderne’ vakbonden toelichten.
  • uitleggen wat weerstandskassen zijn en waarom die zo belangrijk waren voor de vorming van een sterke vakbond.
  • uitleggen dat de overheid lang heeft bepaald hoe hoog de lonen van werknemers mochten zijn, tegen de zin van de vakbonden.

Wat kan ik al?

In deze opdracht gaat het over de oprichting van vakbonden.
Bestudeer uit de Kennisbank onderbouw van het item Emancipatiebewegingen de tekst over de opkomst van het socialisme en de vakbonden.

Emancipatiebewegingen

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 In deze stap lees je nogmaals over de spoorwegstaking van 1903
Stap 2 Lees de teksten over de oprichting van de vakbonden NVV en CNV.
Stap 3 Lees waarom weerstandskassen belangrijk werden gevonden.
Stap 4 Lees de informatie over het College van Rijksbemiddelaars.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze opdracht.
Eindproduct A Een kruiswoordpuzzel maken met woorden uit de tekst van de opdracht Vakbonden.
Eindproduct B Je maakt een tijdlijn van de afgelopen 18 maanden van een moderne vakbond.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Een mislukte staking

'Na de nederlaag'
De arbeider is verslagen.
De vrouw die de Vrijheid voorstelt,
wijst naar de opkomende zon,
de Toekomst.

In januari 1903 staken de spoorwegarbeiders voor meer loon en betere arbeidsomstandigheden. Met succes! In april 1903 staken veel spoorwegarbeiders voor de tweede keer, maar ditmaal wordt hun staking een groot fiasco. Daarover kun je meer lezen in de les ‘Stakingen’, stap 3.

Na de tweede spoorwegstaking van april worden tweeduizend spoorwegarbeiders ontslagen. Duizenden arbeiders worden in rang teruggezet en gekort op hun loon. De frustratie onder de spoorwegarbeiders is groot en velen zeggen hun lidmaatschap van de vakvereniging op.

Als een van de redenen voor de mislukking van de tweede spoorwegstaking wordt wel genoemd de manier waarop de arbeiders zijn georganiseerd. Bij de spoorwegen zijn er aparte verenigingen voor machinisten en stokers, voor conducteurs, voor het lagere kantoorpersoneel en voor het hogere kantoorpersoneel. Allemaal hebben ze hun eigen belangenclubs en de samenwerking laat te wensen over. Dergelijke bonden worden ‘sectorale bonden’ genoemd (de sector is: spoorwegen; andere sectoren zijn bijvoorbeeld: de havens of de diamantbedrijven).

Verdeeld naar geloof of ideologie

Verder zijn die sectorale bonden vaak ook nog eens verdeeld naar geloof of ideologie. Zo zijn er katholieke, protestantse, socialistische en anarchistische bonden (anarchisme = toestand zonder leiders; het individu is op geen enkele manier ondergeschikt aan iets of iemand).

Kortom: er is een bonte stoet aan kleine bonden met allemaal hun eigen wensen en ideeën en onderling zijn ze het niet eens. De directies van de twee spoorwegbedrijven vormen wel één front en ze kunnen de arbeiders makkelijk tegen elkaar uitspelen.

Door de mislukte spoorwegstaking beseffen enkele vakbondsleiders dat ze alleen wat kunnen bereiken als ze beter gaan samenwerken, onder het motto: ‘samen sta je sterk’.

Beantwoord de vraag.

Stap 2: NVV en CNV

Jan Oudegeest 1870 - 1950

NVV
Jan Oudegeest, voorzitter van de NV (Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel), en Henri Polak, voorzitter van de ANDB (Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkers Bond), richten samen het NVV, het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen, op 1 januari 1906 op. Bij de NV en ANDB sluiten zich nog 13 vakbonden aan.

Het NVV is de eerste ‘moderne’ vakbond met ‘vrijgestelde bestuurders’. Voor die tijd deden de bestuurders van een vakvereniging het bestuurswerk er in hun vrije tijd erbij. Veel werkgevers werkten de bestuursleden van een vakbond ook op alle mogelijke manieren tegen.

Jan Oudegeest bijvoorbeeld kreeg -als voorzitter van de NV- de simpelste en saaiste klussen door zijn bazen van de spoorwegen toegeschoven en promotie kon hij wel vergeten. Na de oprichting van het NVV wordt Oudegeest de eerste betaalde secretaris van de vakbond. Tegenwoordig spreken we van een vakcentrale, een verzameling van een aantal vakbonden.

De contributie voor de nieuwe vakcentrale gaat omhoog, niet alleen om de bestuursleden te kunnen betalen, maar vooral voor de vorming van goedgevulde stakingskassen. Staken mag alleen nog als het niet anders kan en wanneer de vooruitzichten op een overwinning reëel zijn.

Het NVV strijdt ook voor de afschaffing van het stakingsverbod voor ambtenaren en spoorwegpersoneel van 1903, maar lange tijd zonder succes. Het NVV slaagt er wel in om arbeiders van diverse achtergronden en beroepen bij elkaar te brengen; onder leiding van Polak en Oudegeest lukt het ook om het hoger en lagere personeel (‘hoofd- en handarbeiders’) te verenigen. Het NVV is in 1981 opgegaan in de FNV (Federatie Nederlandse Vakbeweging).

CNV
Na de tweede spoorwegstaking van april 1903 komt minister-president Kuyper (leider van de protestantse politieke partij ARP) snel met een stakingsverbod voor spoorwegarbeiders en ambtenaren. Dat zet bij veel arbeiders kwaad bloed. Bij de verkiezingen van 1905 verliest Kuyper dan ook prompt de verkiezingen.
Door het verzet tegen Kuyper en de oprichting van het NVV zijn veel arbeiders onder invloed van het socialisme gekomen (Socialisme = een maatschappijvorm gebaseerd op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit. In het parlement werd het socialisme vertegenwoordigd door de SDAP, de voorloper van de huidige PvdA.).

Het succes van het socialistische NVV roept een protestantse tegenhanger in het leven: het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV). In de oprichtingsakte stelt het CNV: ‘Het Christelijk Nationaal Vakverbond aanvaardt als grondslag de Christelijke beginselen en verwerpt mitsdien de klassenstrijd’.

In 2009 vierde het CNV haar honderdjarig bestaan.

Stap 3: Weerstandskassen

Henri Polak 1868-1943

Bij stakingen kregen de arbeiders geen loon van hun bazen. Dat kon je wel enkele dagen volhouden, maar niet lang. Verschillende vakbonden werkten met steunlijsten: hun leden gingen collecteren als er ergens een staking was uitgebroken. De stakers moesten maar afwachten hoeveel hun collega’s van andere bedrijven voor hen ophaalden.

In 1891 vormden enkele Belgische typografen, meubelmakers en bakkersgezellen een weerstandskas. Daarbij ging het niet alleen om financiële ondersteuning bij stakingen, maar ook om ondersteuning van leden die door stakingen werkeloos waren geworden.

Dat voorbeeld inspireert Henri Polak om ook met weerstandskassen te gaan werken. Anders dan in het Belgische voorbeeld, met een vrijwillige afdracht voor een weerstandskas, bepleit Polak een verplichte afdracht aan weerstandskassen: “En zoo moet het zijn met alle fondsen en kassen der vakvereeniging. Die moeten hun voedingsbron vinden in de gewone contributiën, en alle leden moeten er, uit hoofde van hun lidmaatschap, aan deelnemen.”

Het ideaal van Polak is één centrale weerstandskas voor alle bij het NVV aangesloten bonden. Dat ideaal wordt pas na zijn dood bereikt: in 1951 gaat het Weerstandsfonds van start met één algemene stakingskas.

Stap 4: ‘Rijksbeknibbelaars’

In 1923 probeerde de regering hooglopende arbeidsconflicten met de vakbonden te sussen door vier ‘rijksbemiddelaars’ aan te stellen. Op 24 mei 1940, tien dagen nadat Nederland capituleerde, stelden de Duitse bezetters hun eigen rijksbemiddelaars aan. De Duitsers vormden een College van de Rijksbemiddelaars. Dit college kreeg grote macht. Het college stelde bijvoorbeeld de hoogte van de lonen vast en protesteren tegen beslissingen van het college had geen zin. In die tijd kregen de rijksbemiddelaars de bijnaam ‘rijksbeknibbelaars’.

Na 1945 ging Nederland door met het College van de Rijksbemiddelaars. De regering stelde het BBA vast, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen, waardoor het college bindende (= waar iedereen zich aan moet houden) loonregelingen kon voorschrijven. Het BBA is nog steeds van kracht.

Het College van de Rijksbemiddelaars stelde in 1945 met behulp van het BBA ook maximumlonen vast. Werkgevers die meer loon wilden geven dan het toegestane maximumloon kregen strenge straffen. Werknemers die een hoger loon wilden afdwingen door middel van een staking werden ook gestraft. De vakbonden verzetten zich heftig tegen dit onderdeel van het BBA, maar tevergeefs. Die situatie bleef bestaan tot 1970, toen door verschillende nieuwe wetten de loongrens verdween. Het College van de Rijksbemiddelaars werd in dat jaar opgeheven.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Anarchisme
Toestand zonder leiders. Het individu is op geen enkele manier ondergeschikt aan iets of iemand.
Socialisme
Een maatschappijvorm gebaseerd op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit.
Sectorale (vak)bonden
In een sector zijn er aparte vakbonden voor elk soort functie. Bij de spoorwegen waren er bijvoorbeeld aparte vakbonden voor hoger en lager kantoorpersoneel, machinisten, conducteurs en stokers.
Weerstandskas
Dit is de kas van een vakbond, waaruit tijdens stakingen de arbeiders betaald worden. Eerst konden leden vrijwillig een bijdrage aan de kas geven, later werd de kas gevuld met een deel van het (verplichte) contributiegeld.
Stakingskas
Eén centrale weerstandskas voor alle bij het NVV aangesloten vakbonden. Deze ging in 1951 van start.
Vakverbond / vakbond
Een belangenorganisatie van werknemers.
Vakcentrale
Verzameling van een aantal vakbonden.

Eindproduct A: Kruiswoordpuzzel

Download het Google-doc bestand: Kruiswoordpuzzel
Sla het document op in je eigen omgeving of maak een kopie.

Horizontaal vind je 10 woorden die te maken hebben met de inhoud van de les ‘Vakbonden’.
Na het invullen vind je verticaal onder de 1 de naam van een grote vakbondsleider uit die tijd.

Beoordeling

De antwoorden op de vragen in de stappen 1-4 en de kruispuzzel in stap 5 laat je beoordelen door je docent.
Bij de beoordeling let je docent op:

  • De inhoud: laten je antwoorden zien dat je de vragen goed begrepen hebt?
  • Taalfouten: bevat de antwoorden niet te veel taalfouten?

Eindproduct B: Tijdlijn vakbonden

Als je kiest voor eindopdracht B maak je een tijdlijn van één van de grote vakbonden van de huidige tijd. Kies bijvoorbeeld voor het CNV of het FNV.

Je maakt een tijdlijn van de activiteiten van de afgelopen 18 maanden die in het nieuws zijn geweest.
Ga hiervoor naar een nieuwssite, zoals bijvoorbeeld Nu.nl. Typ in de zoekopdracht de naam van je vakbond in. Daarna zie je alle nieuwsberichten over de desbetreffende vakbond.

Schrijf op je tijdlijn de datum van het nieuwsbericht met een korte omschrijving. Niet meer dan 1 à 2 regels.

Kijk voor je begint nog even in de gereedschapskist hieronder.
Daar vind je tips voor het maken van een tijdlijn.

Tijdlijn maken

Een tijdlijn of tijdbalk geeft je een helder overzicht van verschillende gebeurtenissen over een bepaalde periode heen.

 

Beoordeling

De tijdlijn wordt door je docent beoordeelt op de volgende punten:

  • De inhoud: laten je de punten op de tijdlijn zien dat je opdracht goed begrepen hebt?
  • De inhoud: geven de punten op je tijdlijn de laatste 18 maanden weer van de gekozen vakbond?
  • De inhoud: staat bij elk punt op de tijdlijn een korte omschrijving van 1 à 2 zinnen?
  • Taalfouten: bevat de antwoorden niet te veel taalfouten?

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de intro nog eens door. Past de intro goed bij de opdracht.
    Gaf de intro een goed beeld van wat je in deze opdracht ging doen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wist je al veel over vakbonden?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    A: Ging het goed? Vind je het leuk om kruiswoordpuzzels te maken? Denk je dat je door het maken van de kruiswoordpuzzel hebt laten zien dat je de leerdoelen beheerst?
    B: Is het gelukt om de tijdlijn goed weer te geven. Waren er problemen waar je tegenaan liep? Wat zou je de volgende keer eventueel anders aanpakken?
  • Het arrangement Vakbonden vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-15 09:33:49
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO KGT leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema Industriële samenleving. Het onderwerp van de les is Vakbonden. De mislukking van de spoorwegstaking in 1903, heeft als een van de redenen het feit dat er niet een gezamenlijke vakbond was die voor iedereen goed opkwam en dat veel verenigingen die er waren ook nog eens verdeeld waren op basis van geloof of ideologie. Na de mislukking, kwam het motto 'Samen sta je sterk' op. Jan Oudegeest richtte met Henri Polak de eerste 'moderne' vakbond op: de NVV. Iedereen die hier lid van was, deed het bestuurswerk er in de vrije tijd bij. Contributie was nodig om een stakingskassen te vullen maar staken mocht alleen wanneer het hoogstnodig was en wanneer de uitzichten reëel waren. Ha het stakingsverbod van minister-president Kuyper, wordt het socialisme populairder en na succes van de NVV, komt er een protestantse tegenhanger in 1909: het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV) en dit bestaat nog steeds. Polak besloot om net als België met weerstandkassen te werken: geld voor arbeiders die staakten of werkeloos waren geraakt door een staking. Zijn ideaal wordt na zijn dood bereikt: in 1951 gaat het Weerstandsfonds van start met één algemene stakingskas. Om de hoogoplopende arbeidsconflicten te sussen, werden er vier 'rijksbemiddelaars' aangesteld. Tijdens de WOII, stelden Duitse bezetters hun eigen bemiddelaars in maar hierdoor was protesteren niet meer een optie. Na 1945 wordt het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) ingesteld en deze bestaat nog steeds. Hier werden maximumlonen ingesteld en arbeiders werden gestraft als ze meer wilden dan dit maximum. Het college van Rijksbemiddelaars werd opgeheven in 1970 nadat er nieuwe wetten ervoor zorgde dat de loongrens verdween. Begrippen die bij deze les horen zijn: anarchie, socialisme, sectorale (vak)bonden en vakcentrale.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van de wereldoorlogen (1900 - 1950); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    anarchie, arrangeerbaar, buitengewoon besluit arbeidsverhoudingen (bba), geschiedenis, rijksbemiddelaars, stakingen, stercollectie, vakbonden, vmbo-kgt34, weerstandkas

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo34

    https://maken.wikiwijs.nl/148851/Tijdelijk_vmbo34

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen