NVV
Jan Oudegeest, voorzitter van de NV (Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel), en Henri Polak, voorzitter van de ANDB (Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkers Bond), richten samen het NVV, het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen, op 1 januari 1906 op. Bij de NV en ANDB sluiten zich nog 13 vakbonden aan.
Het NVV is de eerste ‘moderne’ vakbond met ‘vrijgestelde bestuurders’. Voor die tijd deden de bestuurders van een vakvereniging het bestuurswerk er in hun vrije tijd erbij. Veel werkgevers werkten de bestuursleden van een vakbond ook op alle mogelijke manieren tegen.
Jan Oudegeest bijvoorbeeld kreeg -als voorzitter van de NV- de simpelste en saaiste klussen door zijn bazen van de spoorwegen toegeschoven en promotie kon hij wel vergeten. Na de oprichting van het NVV wordt Oudegeest de eerste betaalde secretaris van de vakbond. Tegenwoordig spreken we van een vakcentrale, een verzameling van een aantal vakbonden.
De contributie voor de nieuwe vakcentrale gaat omhoog, niet alleen om de bestuursleden te kunnen betalen, maar vooral voor de vorming van goedgevulde stakingskassen. Staken mag alleen nog als het niet anders kan en wanneer de vooruitzichten op een overwinning reëel zijn.
Het NVV strijdt ook voor de afschaffing van het stakingsverbod voor ambtenaren en spoorwegpersoneel van 1903, maar lange tijd zonder succes. Het NVV slaagt er wel in om arbeiders van diverse achtergronden en beroepen bij elkaar te brengen; onder leiding van Polak en Oudegeest lukt het ook om het hoger en lagere personeel (‘hoofd- en handarbeiders’) te verenigen. Het NVV is in 1981 opgegaan in de FNV (Federatie Nederlandse Vakbeweging).
CNV
Na de tweede spoorwegstaking van april 1903 komt minister-president Kuyper (leider van de protestantse politieke partij ARP) snel met een stakingsverbod voor spoorwegarbeiders en ambtenaren. Dat zet bij veel arbeiders kwaad bloed. Bij de verkiezingen van 1905 verliest Kuyper dan ook prompt de verkiezingen.
Door het verzet tegen Kuyper en de oprichting van het NVV zijn veel arbeiders onder invloed van het socialisme gekomen (Socialisme = een maatschappijvorm gebaseerd op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit. In het parlement werd het socialisme vertegenwoordigd door de SDAP, de voorloper van de huidige PvdA.).
Het succes van het socialistische NVV roept een protestantse tegenhanger in het leven: het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV). In de oprichtingsakte stelt het CNV: ‘Het Christelijk Nationaal Vakverbond aanvaardt als grondslag de Christelijke beginselen en verwerpt mitsdien de klassenstrijd’.
In 2009 vierde het CNV haar honderdjarig bestaan.