Industrie en middenstand in Angola - h45

Industrie en middenstand in Angola - h45

Industrie en middenstand Angola

Introductie

Toen de Portugese kolonie Angola in 1975 onafhankelijk werd, was er in dat land een burgeroorlog aan de gang. Die richtte grote verwoestingen aan en legde de economie van het land deels lam. Die oorlog duurde tot 2002.

Al die tijd was Angola een echt ontwikkelingsland met alle kenmerken van dien: wijdverspreide armoede, een bevolking waarvan het grootste deel op het platteland leefde, veel mensen die in slechte gezondheid leefden en niet konden lezen en schrijven, weinig industrie en een kleine dienstensector en daarmee ook weinig middenstand.

In de jaren die volgden, groeide de economie van Angola sterk, werden de industrie- en dienstensector groter, trokken steeds meer plattelandsbewoners naar steden, vonden steeds meer mensen een goedbetaalde baan en kwamen er steeds meer middenstanders. Angola werd welvarender en ging in verschillende opzichten op westerse, rijke landen als Nederland en Portugal lijken.

Hoe dat allemaal heeft kunnen gebeuren, gaan jullie ontdekken in deze opdracht.

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

Hoe merk je in Angola dat dit land qua opbouw van de economie steeds meer lijkt op westerse en rijke landen als Nederland en Portugal?

Deelvragen

  • Hoe werkt het wereldsysteem en welke rollen spelen hierin zijn onderdelen periferie, semi-periferie en centrum?
  • Waarom behoorde Angola tussen 1975 en 2002 tot de periferie?
  • Hoe kun je zien aan de economie van Angola en de rol van het land in de internationale economische verhoudingen dat het land daarna opschuift naar de semi-periferie?
  • Welke factoren hebben bijgedragen aan dat opschuiven van Angola naar de semi-periferie?

Begrippen

Aan het einde van deze opdracht ken je de volgende begrippen:
Economische indicatoren en verschijnselen:

  • wereldsysteem
  • centrum
  • semi-periferie
  • periferie

Internationale arbeidsverdeling:

  • vestigingskolonie
  • exploitatiekolonie
  • dekolonisatie

Wat ga je doen?

Activiteiten

Vooraf
Voorkennis Test je voorkennis. Lees de Kennisbanken en maak de instaptoets.
Aan de slag
Stap 1a Je krijgt uitleg over de wereld-systeemtheorie. Je bekijkt video-uitleg en beantwoord vragen.
Stab 1b Lees de uitleg over de kenmerken van landen in het centrum, de semi-periferie en de periferie. Bekijk een videofragment en beantwoord vragen.
Stap 2a Lees over de ontwikkeling van Angola van kolonie tot ontwikkelingsland en beantwoord vragen.
Stap 2b Door conflicten tussen groeperingen ontstond een burgeroorlog, die veel schade aanrichtte aan de economie en infrastructuur in Angola. Lees erover en beantwoord vragen.
Stap 3 Lees over de veranderingen en de factoren die daarbij een rol speelden na de burgeroorlog. Beantwoord de vragen.
Afronding
Samenvattend Maak een begrippenlijst.
Eindopdracht Maak de eindtoets.
Examenvragen Oefen met de bijbehorende eindexamenvragen.
Terugkijken Kijk terug op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht staat een belasting van 2 à 3 SLU.

Wat kun je al?

Bestudeer deze Kennisbankitems.

Ontwikkelingslanden

Kenmerken ontwikkelingslanden

Test je kennis. Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

Stap 1a - Wereldsysteem

Semi-periiferie

De wereld-systeemtheorie gaat ervan uit dat de verschillende landen op de wereld deel uitmaken van een netwerk van internationale economische betrekkingen. Ze zijn daarin niet gelijkwaardig. Gebieden in de wereld worden ingedeeld in centrum, semi-periferie en periferie.

In het centrum vind je de rijke landen. Het zijn de landen in Europa, Noord-Amerika, het Midden-Oosten (sommige staten aan de Perzische Golf) en een aantal landen in Zuidoost- en Oost-Azië. Ook Australië en Nieuw-Zeeland behoren tot het centrum.
Met de (semi-)periferie worden vooral de ontwikkelingslanden aangeduid: landen in Afrika, maar ook in Azië en Midden- en Zuid-Amerika.

Uitleg van het wereldsysteem en de rol van centrum en periferie hierin, zie je in de volgende video's.

Video 1 

Video 2
Bekijk van 4:04 tot 6:24.

Stap 1b - Centrum en periferie

Arm stadsdeel

Kenmerken van landen in het centrum en de periferie

Centrum

Centrumlanden hebben een omvangrijke industriële en dienstensector en doorgaans een kleine landbouwsector. De industrie vervaardigt hoogwaardige eindproducten. Onderdeel van de dienstensector is een grote en welvarende middenstand.
De middenstand is de economische sector die direct aan de consument levert. Een klein deel van de beroepsbevolking is actief in de landbouw en de opbrengst van agrarische producten vormt maar een klein deel van het BBP (de waarde van alle producten en diensten die een land voortbrengt).
De centrumlanden herbergen de economische beslissingscentra: banken, hoofdkantoren van internationale ondernemingen, internationale organisaties, enzovoort. Verder kunnen veruit de meeste mensen lezen en schrijven en zijn veel van hen van hen hoogopgeleid. Ten slotte woont een groot deel, of zelfs het grootste deel van de bevolking in steden.

Periferie

In de perifere landen is de industriële sector en dienstensector klein en is ook de middenstand niet sterk vertegenwoordigd. De meeste mensen werken in de primaire sector: landbouw, visserij en delfstoffenwinning (zie GB 55e editie 258 A/D/E/F). De primaire sector neemt ook een groot deel van het BBP voor zijn rekening.

Rijk stadsdeel

De economie draait op de export van voedsel en grondstoffen, die ergens anders worden bewerkt. Bewerkte eindproducten moeten duur worden geïmporteerd.
Het geeft perifere landen een ongunstige ruilvoet. De ruilvoet geeft aan de hoeveelheid goederen een land moet exporteren om een bepaalde hoeveelheid goederen te kunnen importeren. Als de export minder opbrengt dan de import kost, moet er worden geleend en stijgt de nationale schuld.
Ook de tertiaire sector is groot (dat is de economische sector waarin bedrijven met de verkoop van hun goederen of diensten winst willen maken), vooral door de informele sector met economische activiteiten en transacties die zich aan officiële waarneming onttrekken en niet in de officiële cijfers zichtbaar worden.  

Perifere landen kennen een grote armoede en de geletterdheid is laag. Ook mensen die kunnen lezen en schrijven, zijn meestal laag opgeleid omdat voldoende onderwijsvoorzieningen ontbreken.
De gezondheidszorg is niet sterk ontwikkeld, ziektes zijn algemeen en de levensverwachting is laag. Een groot deel van de bevolking woont op het platteland.

De indeling centrum-periferie bestaat niet alleen tussen landen, maar ook binnen de landsgrenzen, soms zelfs binnen een regio of een grote stad.
Zo heeft Luanda, de hoofdstad van Angola, een binnenstad waar rijke mensen wonen en werken. Dat deel van de stad zou je het centrum van Luanda kunnen noemen (zie afbeelding 'rijk stadsdeel'). Daarbuiten liggen stadswijken waar mensen wonen die minder rijk of zelfs straatarm zijn. Deze wijken kun je beschouwen als de periferie van Luanda (zie afbeelding 'arm stadsdeel').

Bekijk het tweede fragment van de video.
Bekijk vanaf 7:20 tot 7:51.

Semi-periferie

Centrum en periferie liggen op de uiteinden van een schaal en ertussen ligt de semi-periferie. Dat kunnen perifere landen zijn in ontwikkeling of centrumlanden op hun retour. In ieder geval vind je kenmerken van beide terug. Vaak worden grondstoffen niet meer alleen in onbewerkte vorm geëxporteerd, maar al bewerkt tot halffabricaat of eindproduct.

Bekijk het derde fragment van de video.
Bekijk vanaf 7:52 tot 12:17.

Landen in de semi-periferie hebben steeds vaker een omvangrijke en welvarende middenstand.
En door een snelle verstedelijking, de trek van plattelandsbewoners naar de steden, woont nu een aanzienlijk deel van de bevolking in een stad.

Stap 2a - Kolonie Angola

Van kolonie tot ontwikkelingsland

In Stap 2 en 3 is Angola geschetst als het land dat zich ontwikkelt van een voormalige kolonie en land in de periferie tot een land in de semi-periferie.

Kolonie van Portugal

Angola werd in de 19e eeuw door Portugezen gekoloniseerd. In de eeuwen daarvoor was er overigens ook Portugese bemoeienis met het land maar pas in 1910 werd het officieel een deel van de Republiek Portugal (zoals Nederlands-Indië een onderdeel werd van het Koninkrijk der Nederlanden).

In 1929, toen de Portugezen er nog de baas waren, werd een spoorlijn dwars door Angola in gebruik genomen, de Benguelaspoorlijn.

Lees de volgende tekst over deze spoorlijn en beantwoord de vragen:

Legendarische Benguelaspoorlijn volgt de route van de slavenhandel
Toen de Schot Sir Robert Williams in 1902 grote hoeveelheden koper ontdekte in wat toen de provincie Katanga was van Belgisch Congo, tegenwoordig Congo-Kinshasa, en het toenmalige Britse Noord-Rhodesië, tegenwoordig Zambia, wilde men een spoorlijn aanleggen om het koper naar zee te kunnen vervoeren. Kort daarna begon de aanleg van deze 1344 kilometer lange spoorlijn. Die liep van de Angolese kustplaats Lobito via Benguela en Huambo naar de Angolese grensplaats Luau.
De verbinding, die de naam Benguelaspoorlijn kreeg, volgde grotendeels een oude route van de slavenhandel.

In 1929 was de spoorlijn klaar en werd hij op 6 juni van dat jaar met een grootse receptie in Luau officieel geopend. Vertegenwoordigers van de Britse, Portugese en Belgische regeringen werden in de meest moderne treinrijtuigen aangevoerd. In 1932 kwam er een spooraansluiting met de kopergebieden in Lubumbashi en Ndola. Dat bekortte het transport van koper naar Europa met 480 kilometer over land en 4800 kilometer over zee.

De spoorlijn bood toegang tot het achterland van Angola. Naast koper bracht de trein ook maïs, katoen, koffie, suiker en vee van het binnenland naar de kust. De trein reed een deel van de route op hout. Voor de brandstofvoorziening werden uitgestrekte bossen met snelgroeiende eucalyptusbomen aangelegd.
Door de burgeroorlog, die in 1975 uitbrak werd de spoorlijn op steeds meer plaatsen vernield. Na het einde van de oorlog, in 2002, ontstonden al snel plannen voor de wederopbouw van de lijn.
Naar NRC-Handelsblad van 26 januari 2006

Aanvankelijk vestigden zich maar weinig Portugezen (en andere Europeanen) in Angola. Vanaf 1955 nam de stroom Portugese immigranten fors toe. Dat kwam omdat in Angola olievelden werden ontdekt, er een bloeiende diamantindustrie ontstond en een kleine groep pioniers een lucratieve landbouwsector opzetten. Aardolie en diamanten werden belangrijke uitvoerproducten van Angola.

In 1974 was het aantal Portugezen in Angola opgelopen tot 375 000. Dat was ongeveer 6% van de Angolese bevolking. De meeste Portugese immigranten woonden in steden en waren taxichauffeur, winkelier of arbeider.

Stap 2b - Kolonisatie & burgeroorlog

In Angola ontstonden verschillende groeperingen die, elk met hun eigen doelstellingen, streden voor de onafhankelijkheid. De twee belangrijkste waren de Volksbeweging voor de Bevrijding van Angola (MPLA), die min of meer communistisch was, en het Volksfront voor de Bevrijding van Angola (FNLA), dat fel gekant was tegen het communisme.
In aanvang waren beide bewegingen geweldloos, maar dat veranderde toen eind 1960 een boerenprotest door de koloniale bestuurders bloedig werd neergeslagen.

De boeren verzetten zich tegen opgelegde belastingen, tegen de verplichting om katoen voor de export te verbouwen en tegen de komst van steeds meer boeren die koffie kwamen verbouwen en die hen daarom van hun land verdreven.
Het was het moment dat MPLA en FNLA besloten de wapens op te pakken om het koloniale bestuur omver te werpen. In 1966 mengde zich een derde partij in de onafhankelijkheidsstrijd, de Nationale Unie voor de Totale Onafhankelijkheid van Angola, kortweg Unita.

In Nederland ontstond een solidariteitsbeweging van mensen die de Angolese bevolking steunde in hun strijd. Het idee dat het aanhouden van een kolonie te rechtvaardigen was, raakte sterk uit de mode. Met acties zoals een boycot van koffie uit Angola, probeerde de solidariteitsbeweging zijn standpunt kracht bij te zetten (zie afbeelding). Koffie was toen een belangrijk uitvoerproduct van Angola.

In Portugal dat tot 1974 door een dictator werd geregeerd, kwam door de Anjerrevolutie een democratische regering aan de macht die bereid was mee te werken aan de dekolonisatie van Angola en die een snel einde aan de onafhankelijkheidsstrijd wilde maken.
Op 11 november 1975 werd Angola onafhankelijk en werd de macht overgedragen aan de MPLA die kort daarop een eenpartijstaat uitriepen met de MPLA als enig toegestane partij.

De meeste Portugezen verhuisden in grote haast naar het moederland. Van hun bezittingen namen ze mee wat ze mee konden nemen. Unita en FNLA bleven vechten, nu tegen de MPLA-regering, waarin zij geen plaats hadden. Het was het begin van een langdurige burgeroorlog. Tijdens deze oorlog werden wegen, spoorlijnen, zoals de Benguelaspoorlijn en andere infrastructuur vernield, werden grote stukken landbouwgrond te gevaarlijk om te bewerken door de landmijnen en kwam de economie van Angola op een laag pitje te staan.
Er was een wijdverbreide armoede en tienduizenden Angolezen zochten een veilig heenkomen. Pas in 2002 werd de binnenlandse oorlog beëindigd en staakte Unita zijn verzet. De FLNA was toen al lang van het toneel verdwenen.

Stap 3 - Opkomende economie

Na het einde van de burgeroorlog onderging Angola een reeks aan veranderingen. Een greep uit de ontwikkelingen:

  • Angolezen die tijdens de burgeroorlog waren uitgeweken naar veilige plekken, keerden naar hun herkomstgebied terug en bouwden hun bestaan weer op.
  • Gespecialiseerde hulporganisaties en bedrijven ruimden mijnen en niet-ontplofte munitie op waardoor het landbouwareaal snel toenam.
  • De stedelijke bevolking groeide van 35% tot 44% van de totale bevolking.
  • In 2003 werkte 85% van de beroepsbevolking in de landbouw en 15% in de industrie of de dienstensector. Nog steeds is de primaire sector de grootste, maar de industrie- en dienstensector zijn sindsdien sterk gegroeid. Dat is bijvoorbeeld goed te zien in Luanda waar de afgelopen jaren grote kantoorgebouwen zijn verrezen (zie afbeelding).
  • Tussen 2000 en 2010 groeide het BBP van Angola met gemiddeld 11,1%. Ook daarna groeide het BBP wel, maar wel veel minder snel. In absolute zin betekent het dat veel Angolezen de armoede achter zich lieten.

Bij deze veranderingen spelen de volgende factoren een rol:

  • Het land is rijk aan grondstoffen, vooral aan delfstoffen als aardolie en diamanten. De economie van Angola is zelfs grotendeels afhankelijk van de opbrengst van de oliewinning. Ongeveer 90% van het BBP van Angola komt uit de winning, verwerking en uitvoer van aardolie. Ook bestaat ruim 90% van de uitvoer uit olie. De rest van de uitvoer bestaat onder meer uit diamanten (5%) koffie, suikerriet en ijzererts. Dankzij deze rijkdom aan grondstoffen voerde Angola bijvoorbeeld in 2014 en 2015 meer uit dan het invoerde.
  • Angola heeft een steeds betere infrastructuur naarmate de schade aan wegen, spoorwegen e.d., ontstaan tijdens de burgeroorlog, hersteld wordt. Zo beschikt het land weer over de Benguelaspoorlijn en ook over twee andere spoorlijnen die vanuit het binnenland naar havensteden aan de kust lopen.
  • Angola knoopte steeds meer handelsbetrekkingen aan met China, de Europese Unie en met andere landen. In 1996 bijvoorbeeld werd het land lid van de Wereldhandelsorganisatie WTO. Dat is een samenwerkingsverband van landen ter bevordering van vrije wereldhandel (tegen maatregelen als importheffingen, importquota en andere handelsbelemmeringen). China is de belangrijkste handelspartner geworden van Angola. De meeste uitvoer gaat naar China en de meeste invoer komt uit China.
  • Allemaal redenen waarom het voor Chinese en andere buitenlandse bedrijven aantrekkelijk is om te investeren in Angola.

Afronding

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

 

Centrum en periferie  
Kolonie  
Vestigingskolonie  
Exploitatiekolonie  
Dekolonisatie  
Verstedelijking  
Ruilvoet  

 

Bespreek de begrippen met een klasgenoot.

Eindopdracht: Toets

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

Binnenkort vind je hier meer examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.

HAVO 2016-TV1

HAVO 2016-TV1 Vragen 1-5

HAVO 2019-TV1

HAVO 2019-TV1 Vraag 4

HAVO 2021-TV2

HAVO 2021-TV2 Vraag 1
HAVO 2021-TV2 Vraag 6
HAVO 2021-TV2 Vragen 17-20


Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.

Terugkijken

Intro

  • Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
    Vond je deze informatie over Angola nuttig om de opdracht mee te beginnen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
    Ga na of je, na het maken van de opdracht, de vragen voldoende kunt beantwoorden.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor deze opdracht staat ongeveer 2,5 SLU.
    Heb je de opdracht binnen dit aantal uren kunnen doen?
  • Inhoud
    In de opdracht staat de economie in een land als Angola centraal.
    Schrijf één ding op over de economische situatie in Angola, wat je opvallend vond.
    Kun je ook uitleggen waarom?
  • Samenvattend
    Was het eenvoudig om de genoemde begrippen te omschrijven?
    Vond je het ook zinvol om de begrippen met een klasgenoot te bespreken?
  • Eindopdracht
    Ging het beantwoorden van de toetsvragen goed?
  • Examenvragen
    Veel examenvragen bij deze opdracht. Heb je ze allemaal gemaakt?
    Ging het goed?

Bronnen

Films

Website

  • Het arrangement Industrie en middenstand in Angola - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-01-27 12:47:51
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 4 & 5. In het domein "Wereld'' wordt het thema ''Industrie en middenstand in Angola'' besproken. De wereldsysteemtheorie gaat ervan uit dat verschillende landen op de wereld deel uitmaken van een netwerk van internationale economische betrekkingen. De gebieden in de wereld worden ingedeeld in centrum, semi-periferie en periferie. Centrumlanden hebben doorgaans een omvangrijke industriële en dienstensector, terwijl perifere landen een kleinere industriële sector hebben en voornamelijk afhankelijk zijn van de primaire sector, zoals landbouw, visserij en delfstoffenwinning. De semi-periferie zit tussen deze twee in. In perifere landen is de middenstand vaak niet sterk vertegenwoordigd en de economie draait voornamelijk op de export van onbewerkte grondstoffen en voedsel, die elders worden verwerkt. Hierdoor hebben perifere landen vaak te maken met een ongunstige ruilvoet, waarbij ze relatief weinig ontvangen voor hun export in vergelijking met de kosten van geïmporteerde bewerkte producten. Als we terugkijken naar Angola, zien we dat het land zich na een lange periode van burgeroorlog heeft weten te herstellen. Angola is rijk aan grondstoffen en heeft geïnvesteerd in het verbeteren van de infrastructuur. Bovendien heeft het land steeds nauwere handelsbetrekkingen met China ontwikkeld.Deze ontwikkelingen hebben bijgedragen aan de transformatie van Angola van een kolonie naar een ontwikkelingsland. Het herstel van de economie en de toegenomen handelsbetrekkingen hebben Angola geholpen om zich economisch en infrastructuur op te bouwen. In het kader van de wereldsysteemtheorie illustreert Angola als voorbeeld hoe de positie van een land kan veranderen binnen het wereldwijde economische systeem. Het benadrukt ook de rol van grondstoffen en externe handelspartners, zoals China, bij de ontwikkeling van een land.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Arm en rijk; Globalisering; Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    6 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, angola, arrangeerbaar, centrum, hv45, industrie, periferie, semi-periferie, stercollectie, wereld