Centrumlanden hebben een omvangrijke industriële en dienstensector en doorgaans een kleine landbouwsector. De industrie vervaardigt hoogwaardige eindproducten. Onderdeel van de dienstensector is een grote en welvarende middenstand.
De middenstand is de economische sector die direct aan de consument levert. Een klein deel van de beroepsbevolking is actief in de landbouw en de opbrengst van agrarische producten vormt maar een klein deel van het BBP (de waarde van alle producten en diensten die een land voortbrengt).
De centrumlanden herbergen de economische beslissingscentra: banken, hoofdkantoren van internationale ondernemingen, internationale organisaties, enzovoort. Verder kunnen veruit de meeste mensen lezen en schrijven en zijn veel van hen van hen hoogopgeleid. Ten slotte woont een groot deel, of zelfs het grootste deel van de bevolking in steden.
In de perifere landen is de industriële sector en dienstensector klein en is ook de middenstand niet sterk vertegenwoordigd. De meeste mensen werken in de primaire sector: landbouw, visserij en delfstoffenwinning (zie GB 55e editie 258 A/D/E/F). De primaire sector neemt ook een groot deel van het BBP voor zijn rekening.
De economie draait op de export van voedsel en grondstoffen, die ergens anders worden bewerkt. Bewerkte eindproducten moeten duur worden geïmporteerd.
Het geeft perifere landen een ongunstige ruilvoet. De ruilvoet geeft aan de hoeveelheid goederen een land moet exporteren om een bepaalde hoeveelheid goederen te kunnen importeren. Als de export minder opbrengt dan de import kost, moet er worden geleend en stijgt de nationale schuld.
Ook de tertiaire sector is groot (dat is de economische sector waarin bedrijven met de verkoop van hun goederen of diensten winst willen maken), vooral door de informele sector met economische activiteiten en transacties die zich aan officiële waarneming onttrekken en niet in de officiële cijfers zichtbaar worden.
Perifere landen kennen een grote armoede en de geletterdheid is laag. Ook mensen die kunnen lezen en schrijven, zijn meestal laag opgeleid omdat voldoende onderwijsvoorzieningen ontbreken.
De gezondheidszorg is niet sterk ontwikkeld, ziektes zijn algemeen en de levensverwachting is laag. Een groot deel van de bevolking woont op het platteland.
De indeling centrum-periferie bestaat niet alleen tussen landen, maar ook binnen de landsgrenzen, soms zelfs binnen een regio of een grote stad.
Zo heeft Luanda, de hoofdstad van Angola, een binnenstad waar rijke mensen wonen en werken. Dat deel van de stad zou je het centrum van Luanda kunnen noemen (zie afbeelding 'rijk stadsdeel'). Daarbuiten liggen stadswijken waar mensen wonen die minder rijk of zelfs straatarm zijn. Deze wijken kun je beschouwen als de periferie van Luanda (zie afbeelding 'arm stadsdeel').
Bekijk het tweede fragment van de video.
Bekijk vanaf 7:20 tot 7:51.
Centrum en periferie liggen op de uiteinden van een schaal en ertussen ligt de semi-periferie. Dat kunnen perifere landen zijn in ontwikkeling of centrumlanden op hun retour. In ieder geval vind je kenmerken van beide terug. Vaak worden grondstoffen niet meer alleen in onbewerkte vorm geëxporteerd, maar al bewerkt tot halffabricaat of eindproduct.
Bekijk het derde fragment van de video.
Bekijk vanaf 7:52 tot 12:17.
Landen in de semi-periferie hebben steeds vaker een omvangrijke en welvarende middenstand.
En door een snelle verstedelijking, de trek van plattelandsbewoners naar de steden, woont nu een aanzienlijk deel van de bevolking in een stad.