Wonen, vita 2, BK

Wonen, vita 2, BK

WONEN

Je brengt veel tijd door in huis. Je slaapt er, je eet er en je maakt er je huiswerk. Je brengt ook een deel van je vrije tijd door in huis. Wat heb je nodig om het prettig te hebben in huis?

 

Heb je er wel eens over nagedacht wat een huis kost? En als je een huis hebt gekocht ben je nog niet klaar, er moet ook betaald worden voor het water, gas en electriciteit.

Een huis moet ook nog goed onderhouden worden.... Nee , zo simpel is het niet om een huis te kopen!

 

Afbeeldingsresultaat voor rijtje huis

Bijzondere huizen (PP)

Over heel de wereld bestaan er verschillende soorten huizen. Sommige huizen zijn ware kunstwerken. Sommige zijn gebouwd in armoede ander huizen weer in rijkdom. Er zijn heel veel verschillende manieren hoe mensen wonen.

Soms verschilt dat enorm met hoe wij wonen. In Nederland staan veel rijtjeshuizen en flats. Ook hebben we wijken met grote vrijstaande huizen.

 

Kijk met elkaar naar de powerpointpresentatie over bijzondere huizen.

Beroepen

Een beroep dat met wonen te maken heeft

 

Lees blz 4 en 5 van de module ‘Wonen’ (BK)

 

Beantwoord per beroep; (loodgieter, alfahulp, interieurontwerpster) de volgende vragen;

  1. Schrijf een werkzaamheid op die in het beroep wordt uitgevoerd.
  2. Schrijf twee capaciteiten op die je nodig hebt voor dit beroep.
  3. Welke voordelen en welke nadelen heeft volgens jou dit beroep?

 

Uitwerken in word. Per beroep een passend plaatje!

Huizenonderzoek

Huizenonderzoek

 

Buitenopdracht:

Zoek in Naaldwijk 5 huizen die te koop staan. Zoek op verschillende plekken in Naaldwijk, in verschillende buurten. Zorg er voor dat er  zowel een groot huis als een heel klein huis tussen zit.

 

Schrijf de adressen op.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------

Op school:

Kijk op funda.nl. Zoek via het adres de huizen op. Zoek het volgende per huis uit:


- Wat kost het huis?

- Hoeveel m2 is het?

- Is het oud of nieuw? Moet er veel aan   

  geklust worden?

- Hoe groot is de tuin/balkon?

- Hoeveel slaapkamers?

- Plaatje van het huis.

- Wat is er in de buurt van het huis? (winkels,

  basisschool, dokter?)

 

- Wat zijn voor jou de voor- en nadelen van dit huis?

 

Werk de antwoorden uit in WORD.

Huizenonderzoek eigen huis

Je hebt nu een aantal huizen onderzocht.

Maar in wat voor huis woon jij? Beantwoord thuis de volgende vragen (huiswerk).

 

- Hoeveel m2 meter is het?

- Is het oud of nieuw? Moet er veel aan   

  geklust worden?

- Hoe groot is de tuin/balkon?

- Hoeveel slaapkamers?

- Plaatje van het huis.

- Wat is er in de buurt van het huis? (winkels,

  basisschool, dokter?)


- Wat zijn voor jou de voor- en nadelen van dit huis? Wat zou je anders willen?


Werk de antwoorden uit in WORD.

Jouw thuis.

Basisstof 2 Jouw thuis

De functie van een huis

Lees blz 6 t/m 7 van de module ‘Wonen’

  1. Wat was de belangrijkste functie van een woning vroeger?
  2. Waarom bleven mensen later meer op één plaats?
  3. Wat had dit voor gevolgen voor hun woningen?
  4. Wanneer je een eigen huis wilt bouwen, moet je voldoen aan de regels van de woningwet. Waarom is dit zo?

Welke dieren maken ook gebruik van een ‘huis’?  denk daarbij aan dieren die in de natuur een eigen onderkomen maken of gebruik maken van in de natuur voorkomende schuil mogelijkheden.

Beschrijf tenminste 3 verschillende diersoorten. En laat zien hoe deze dieren wonen.

Vragen handboek wonen

Wonen                     klas 1                        vragen over handboek basisstof 4      BK

 

Maak de volgende vragen. Gebruik hierbij het handboek wonen van vita, basistof 4.

 

1. Waar komen leidingen en kabels voor gas, water en elektriciteit het huis binnen?

2. Wat meet een kilowattuurmeter?

3. Waarmee kan je een voorziening in een keer afsluiten?

4. Noem een apparaat dat gas verbruikt.

5. Hoe kan een gaslek ontstaan?

6. Wat doet een boiler?

7. Hoeveel liter water verbruikt een persoon in Nederland gemiddeld aan water?  (schat, het staat niet in het boek)

8. Hoeveel kranen hebben jullie in huis?

9. Noem 4 dingen in je huis waar je elektriciteit voor nodig hebt.

10. Elektriciteit wordt ook wel ………………………………….. genoemd.

11. Voor het branden van een lamp is een open/gesloten stroomkring nodig.

12. Wat doe je met een schakelaar?

13. Noem 2 spanningsbronnen.

14. Noem 2 goede geleiders van stroom.

15. Noem een manier waardoor er teveel stroom door een draad kan stromen.

16. Wat is kortsluiting?

17. Wat doet de groepen kast met stroom?

18. Noem 2 manier hoe je kortsluiting kan  voorkomen.

19. Voor stroom in je huis moet je betalen. Wat is de afreken nota (ook wel eindrekening genoemd)?

20. Wat is de eenheid van elektrische energie?

21. Schrijf op hoe je uitrekent wat je energie kosten zijn.

Klassikaal computerles

Om de vragen die je moet maken uit basisstof 4 wat duidelijke uit te leggen ga je nu klassikaal computerles basisstof 4: gas, water en elekriciteit doen.

Je kan dit zelf niet openen op een laptop. Dit kan alleen je docent.

Practicum stroomkring

Stroomkring

Een stroomkring ontstaat als je een voedingsbron, bijvoorbeeld een accu of een batterij, aansluit op een lampje. Dit lampje kan je dan aan en uit schakelen met behulp van een schakelaar.

 

In de natuurkunde gebruiken we symbolen om de voedingsbron, het lampje en de schakelaar weer te geven. Dit zijn afspraken die in de BINAS staan en waar we ons aan moeten houden. Hieronder de voorbeelden van de verschillende symbolen.

Hieronder staat het schema van een lampje:

Zodra de schakelaar gesloten wordt ontstaat er een stroomkring en gaat het lampje branden.

 

 

De opdracht:

Ga met een groepje leerlingen (ongeveer 5) een menselijke stroomkring bouwen. Hierbij speelt iedere leerling een symbool en gedraagt zich er ook naar. Deze leerling heeft een A4 in zijn hand met daarop het symbool wat hij uitbeeld.

Je mag dit naar eigen inzicht gaan uitbeelden. Dit moet je doen aan de gehele klas. Je hebt 40minuten om het voor te bereiden en daarna ga je het uitbeelden aan de klas.

 

Tips:

  • Maak gebruik van de tafels om alvast een kring te maken
  • Film de uitvoering als bewijs
  • Gebruik ook nog eens andere symbolen die in de BINAS staan en kijk naar de eigenschappen van de symbolen

     

     

Voorbeeld stroomkring

Je hebt een aantal vragen over electriciteit beantwoord. Tijd om zelf hier mee aan de slag te gaan.

 

Veiligheid practische opdracht

Veiligheid

Als je gas of electriciteit gebruikt kan kunnen er ongevallen gebeuren of er kan brand uitbreken. In deze opdracht onderzoek je wat je kunt doen om dit te voorkomen.

Je maakt een veiligheidsposter over veilig omgaan met gas en electriciteit.

 

Doel:

Je verzamelt informatie over de gevaren van gas en electriciteit. Je maakt een voorlichtingsposter. Hierop laat je zien waar mensen op moeten letten en wat ze kunnen doen om een brand of ongevallen te voorkomen.

Ook geef je een lijstje met tips over wat je moet doen:

- bij een gaslek

- bij kortsluiting

- bij koolmonoxide vergiftiging

 

Gebruik de site:

www.veiligheid.nl

www.energieveilig.nl

Afbeeldingsresultaat voor brand door elektriciteit

Je krijgt hier een cijfer voor.

 

 

De buitendienst: Veiligheid voorop

Practicum stroomkring

Een warm huis

Schooltv aardgas

De meeste huizen in Nederland worden verwarmd met aardgas. Je leert waar dat aardgas vandaag komt en hoe het werkt in je huis.

Practicum verbanding

Je hebt nu schooltv over aardgas gekeken. Verbranding speelt hierbij een belangrijke rol.

 

Je gaat nu zelf die verbrandig nabootsen. Dit doe je in het practicum lokaal met de brander. Let goed op bij het practicum, veiligheid is belangrijk!!

De volgende begrippen komen voor in het practicum:

- horizontaal , verticaal, blauwe kegel, metalen gaasje

 

OPDRACHT:

benodigdheden:

- Veiligheidsjas

- Veiligheidsbril

- Elastiekje in je haar (alleen als je lang haar hebt natuurlijk)

- Brander

- Aansteker/lucifers

- Een metalen gaasje

- Een houten knijper

- Een a4tje (1 per tweetal)

- Grijs potlood

 

Wat moet je doen:

- Verdeel je a4tje in 4 vakken

- Steek op aanwijzing van de docent de brander op de juiste manier aan.

- Zorg voor een blauwe ruisende vlam.

- Pak met de knijper het puntje van je metalen gaasje en houdt deze rechtop in de vlam.

  Teken in het eerste vak op je blaadje wat je ziet. Je bent nu tekening 1 aan het tekenen.

- Houdt het gaasje horizontaal in de vlam in het blauwe kegeltje.

  Teken in het tweede vak wat je nu ziet. Je maakt nu tekening 2.

- Houdt het gaasje nu horizontaal in de blauwe vlam. Net boven de blauwe kegel. Maak weer een tekening van wat je ziet. Dit is tekening 3.

- Houdt het gaasje nu horizontaal in de blauwe vlam. Een stuk boven de blauwe kegel.

Maak van wat je ziet een tekening. Dit is tekening 4.

- Ben je hier mee klaar zet je brander op de juist manier uit.

 

 

Bespreek het volgende met elkaar:

Waar is de vlam het heetste?

Waar is de vlam het minst heet?

Met wat voor vlam kan je het snelste iets verwarmen?

Wat voor kleur heeft het gas thuis als je aan het koken bent?

 

 

 

 

Practicum verbranding en zuurstof

Bij verbranding is zuurstof nodig. Wat gebeurt er met een vlammetje als er geen zuurstof meer is?

Dit ga je nu zelf testen. Dit doe je in het practicumlokaal met de brander. Let goed op bij het practicum, veiligheid is belangrijk!!

 

OPDRACHT:

benodigdheden:

- Veiligheidsjas

- Veiligheidsbril

- Stiekje in je haar (alleen als je lang haar hebt natuurlijk)

- Brander

- Aansteker/lucifers

- Blaadje met lijntjes

- Pen

- Waxine

- Bekerglas van 440 ml

- Een stofwatch

 

Wat moet je doen:

- Schrijf het volgende op je blaadje:

   eerste keer   ................   seconde

   tweede keer ................   seconde

- Steek het waxinelichtje aan. Zet het bekerglas er (ondersteboven) overheen, tegelijkertijd zet je het stopwatch aan.

Na hoeveel seconde ging het vlammetje uit? Schrijf dit op je blad.

- Til de rand van het bekerglas een kleine beetje op en steek het waxinelichtje weer aan. Ze het bekerglas er weer terug overheen. Zet gelijk weer het stopwatch aan. Hoeveel seconden duurt het nu voordat het waxinelichtje uit ging?

 

Bespreek met de klas de volgende vragen:

Voor verbranding heb je wel/geen zuurstof nodig.

Het waxinelichtje ging de eerste keer eerder/later uit dan de tweede keer.

Er zat de eerste keer meer/minder zuurstog in het bekerglas.

 

Zuurstof weghalen bij brand is een 'blusmiddel'. Denk aan vlam in de pan blussen door de deksel op de pan te doen. Ook is schuimblusmiddel een voorbeeld. Dit dekt te brand af zodat er geen zuurstof meer bij kan. Het vuur zal uit gaan!

Afbeeldingsresultaat voor brand blussen

 

 

 

 

Warmte vervoeren

Bij een warmteinstallatie komt warmte vrij in de verwarmingsketel. Deze warmte wordt op verschillende manieren vervoerd door het huis.

Zo heb je het niet koud in de winter (je moet dan natuurlijk wel de kachel aanzetten).

Basisstof 6, vita BK, Warmte vervoeren

Lees uit Vita BK wonen basisstof 6, warmte vervoeren

 

Leg uit wat de volgende begrippen betekenen:

- warmtegeleiding

- warmtestraling

- warmte stroming

- warmteverlies

- isolatoren

- spouw

Klassikaal computerles

Je hebt net zelf de betekenis van een aantal begrippen op gezocht. Heb je hier wat van opgestoken?

Jullie gaan nu klassikaal ,met de docent, de computerles over basisstof 6 doen op het smartbord.

 

 

computerles: basisstof 6 warmte vervoeren

Je lichaam op temperatuur houden

Het klinkt misschien gek maar ons lichaam is ook een kacheltje. We houden ons lichaam op een constante temperatuur. Als ons lichaam kouder of juist warmer wordt gaat het meestal niet goed met je. In deze opdracht leer je hoe jouw eigen verwarmte installatie werkt!

Lichaam op temperatuur houden

Opdracht: je lichaam op temperatuur houden

Opdracht: Je lichaam op tempteratuur houden

 

Je krijgt eerste een uitleg van je docent over hoe verbranding in je lichaam werkt.

De formule glucose + zuurstof → koolstofdioxide + water + warmte.

 

Belangrijk om te onthouden:

- Verbranding vindt plaats in elke cel van je lichaam

- De brandstof in cellen in glucose

- Zuurstof komt in je lichaam binnen door inademen

- Koolstofdioxide verlaat je lichaam door uitademen

 

 

 

 

Verbranding (longen en hart)

Practicum

Tijdens deze les doen we een practicum. We gaan kijken wat temperatuur voor invloed heeft. Download het bestand hieronder.

Cijfers

Je krijgt dit project een cijfer voor:

- veiligheidspreventieposter

- huizenonderzoek eigen huis

Het klokhuis bouwt

www.hetklokhuisbouwt.ntr.nl

 

1. ontwerp

2. bouwrijp

3. fundering

4. beton

5. constructie

6. muren

7. dak

8. glas

9. stroom

10. water

11. afbouw

12. oplevering

 

 

 

Puberruil Xtra

Puberruil Xtra (Sierra Leoe)