Je brengt veel tijd door in huis. Je slaapt er, je eet er en je maakt er je huiswerk. Je brengt ook een deel van je vrije tijd door in huis. Wat heb je nodig om het prettig te hebben in huis?
Heb je er wel eens over nagedacht wat een huis kost? En als je een huis hebt gekocht ben je nog niet klaar, er moet ook betaald worden voor het water, gas en electriciteit.
Een huis moet ook nog goed onderhouden worden.... Nee , zo simpel is het niet om een huis te kopen!
Bijzondere huizen (PP)
Over heel de wereld bestaan er verschillende soorten huizen. Sommige huizen zijn ware kunstwerken. Sommige zijn gebouwd in armoede ander huizen weer in rijkdom. Er zijn heel veel verschillende manieren hoe mensen wonen.
Soms verschilt dat enorm met hoe wij wonen. In Nederland staan veel rijtjeshuizen en flats. Ook hebben we wijken met grote vrijstaande huizen.
Beantwoord per beroep; (loodgieter, alfahulp, interieurontwerpster) de volgende vragen;
Schrijf een werkzaamheid op die in het beroep wordt uitgevoerd.
Schrijf twee capaciteiten op die je nodig hebt voor dit beroep.
Welke voordelen en welke nadelen heeft volgens jou dit beroep?
Uitwerken in word. Per beroep een passend plaatje!
Huizenonderzoek
Huizenonderzoek
Buitenopdracht:
Zoek in Naaldwijk 5 huizen die te koop staan. Zoek op verschillende plekken in Naaldwijk, in verschillende buurten. Zorg er voor dat er zowel een groot huis als een heel klein huis tussen zit.
Kijk op funda.nl. Zoek via het adres de huizen op. Zoek het volgende per huis uit:
- Wat kost het huis?
- Hoeveel m2 is het?
- Is het oud of nieuw? Moet er veel aan
geklust worden?
- Hoe groot is de tuin/balkon?
- Hoeveel slaapkamers?
- Plaatje van het huis.
- Wat is er in de buurt van het huis? (winkels,
basisschool, dokter?)
- Wat zijn voor jou de voor- en nadelen van dit huis?
Werk de antwoorden uit in WORD.
Huizenonderzoek eigen huis
Je hebt nu een aantal huizen onderzocht.
Maar in wat voor huis woon jij? Beantwoord thuis de volgende vragen (huiswerk).
- Hoeveel m2 meter is het?
- Is het oud of nieuw? Moet er veel aan
geklust worden?
- Hoe groot is de tuin/balkon?
- Hoeveel slaapkamers?
- Plaatje van het huis.
- Wat is er in de buurt van het huis? (winkels,
basisschool, dokter?)
- Wat zijn voor jou de voor- en nadelen van dit huis? Wat zou je anders willen?
Werk de antwoorden uit in WORD.
Jouw thuis.
Basisstof 2 Jouw thuis
De functie van een huis
Lees blz 6 t/m 7 van de module ‘Wonen’
Wat was de belangrijkste functie van een woning vroeger?
Waarom bleven mensen later meer op één plaats?
Wat had dit voor gevolgen voor hun woningen?
Wanneer je een eigen huis wilt bouwen, moet je voldoen aan de regels van de woningwet. Waarom is dit zo?
Welke dieren maken ook gebruik van een ‘huis’? denk daarbij aan dieren die in de natuur een eigen onderkomen maken of gebruik maken van in de natuur voorkomende schuil mogelijkheden.
Beschrijf tenminste 3 verschillende diersoorten. En laat zien hoe deze dieren wonen.
Vragen handboek wonen
Wonen klas 1 vragen over handboek basisstof 4 BK
Maak de volgende vragen. Gebruik hierbij het handboek wonen van vita, basistof 4.
1. Waar komen leidingen en kabels voor gas, water en elektriciteit het huis binnen?
2. Wat meet een kilowattuurmeter?
3. Waarmee kan je een voorziening in een keer afsluiten?
4. Noem een apparaat dat gas verbruikt.
5. Hoe kan een gaslek ontstaan?
6. Wat doet een boiler?
7. Hoeveel liter water verbruikt een persoon in Nederland gemiddeld aan water? (schat, het staat niet in het boek)
8. Hoeveel kranen hebben jullie in huis?
9. Noem 4 dingen in je huis waar je elektriciteit voor nodig hebt.
10. Elektriciteit wordt ook wel ………………………………….. genoemd.
11. Voor het branden van een lamp is een open/gesloten stroomkring nodig.
12. Wat doe je met een schakelaar?
13. Noem 2 spanningsbronnen.
14. Noem 2 goede geleiders van stroom.
15. Noem een manier waardoor er teveel stroom door een draad kan stromen.
16. Wat is kortsluiting?
17. Wat doet de groepen kast met stroom?
18. Noem 2 manier hoe je kortsluiting kan voorkomen.
19. Voor stroom in je huis moet je betalen. Wat is de afreken nota (ook wel eindrekening genoemd)?
20. Wat is de eenheid van elektrische energie?
21. Schrijf op hoe je uitrekent wat je energie kosten zijn.
Klassikaal computerles
Om de vragen die je moet maken uit basisstof 4 wat duidelijke uit te leggen ga je nu klassikaal computerles basisstof 4: gas, water en elekriciteit doen.
Je kan dit zelf niet openen op een laptop. Dit kan alleen je docent.
Practicum stroomkring
Stroomkring
Een stroomkring ontstaat als je een voedingsbron, bijvoorbeeld een accu of een batterij, aansluit op een lampje. Dit lampje kan je dan aan en uit schakelen met behulp van een schakelaar.
In de natuurkunde gebruiken we symbolen om de voedingsbron, het lampje en de schakelaar weer te geven. Dit zijn afspraken die in de BINAS staan en waar we ons aan moeten houden. Hieronder de voorbeelden van de verschillende symbolen.
Hieronder staat het schema van een lampje:
Zodra de schakelaar gesloten wordt ontstaat er een stroomkring en gaat het lampje branden.
De opdracht:
Ga met een groepje leerlingen (ongeveer 5) een menselijke stroomkring bouwen. Hierbij speelt iedere leerling een symbool en gedraagt zich er ook naar. Deze leerling heeft een A4 in zijn hand met daarop het symbool wat hij uitbeeld.
Je mag dit naar eigen inzicht gaan uitbeelden. Dit moet je doen aan de gehele klas. Je hebt 40minuten om het voor te bereiden en daarna ga je het uitbeelden aan de klas.
Tips:
Maak gebruik van de tafels om alvast een kring te maken
Film de uitvoering als bewijs
Gebruik ook nog eens andere symbolen die in de BINAS staan en kijk naar de eigenschappen van de symbolen
Voorbeeld stroomkring
Je hebt een aantal vragen over electriciteit beantwoord. Tijd om zelf hier mee aan de slag te gaan.
Veiligheid practische opdracht
Veiligheid
Als je gas of electriciteit gebruikt kan kunnen er ongevallen gebeuren of er kan brand uitbreken. In deze opdracht onderzoek je wat je kunt doen om dit te voorkomen.
Je maakt een veiligheidsposter over veilig omgaan met gas en electriciteit.
Doel:
Je verzamelt informatie over de gevaren van gas en electriciteit. Je maakt een voorlichtingsposter. Hierop laat je zien waar mensen op moeten letten en wat ze kunnen doen om een brand of ongevallen te voorkomen.
Ook geef je een lijstje met tips over wat je moet doen:
- Elastiekje in je haar (alleen als je lang haar hebt natuurlijk)
- Brander
- Aansteker/lucifers
- Een metalen gaasje
- Een houten knijper
- Een a4tje (1 per tweetal)
- Grijs potlood
Wat moet je doen:
- Verdeel je a4tje in 4 vakken
- Steek op aanwijzing van de docent de brander op de juiste manier aan.
- Zorg voor een blauwe ruisende vlam.
- Pak met de knijper het puntje van je metalen gaasje en houdt deze rechtop in de vlam.
Teken in het eerste vak op je blaadje wat je ziet. Je bent nu tekening 1 aan het tekenen.
- Houdt het gaasje horizontaal in de vlam in het blauwe kegeltje.
Teken in het tweede vak wat je nu ziet. Je maakt nu tekening 2.
- Houdt het gaasje nu horizontaal in de blauwe vlam. Net boven de blauwe kegel. Maak weer een tekening van wat je ziet. Dit is tekening 3.
- Houdt het gaasje nu horizontaal in de blauwe vlam. Een stuk boven de blauwe kegel.
Maak van wat je ziet een tekening. Dit is tekening 4.
- Ben je hier mee klaar zet je brander op de juist manier uit.
Bespreek het volgende met elkaar:
Waar is de vlam het heetste?
Waar is de vlam het minst heet?
Met wat voor vlam kan je het snelste iets verwarmen?
Wat voor kleur heeft het gas thuis als je aan het koken bent?
Practicum verbranding en zuurstof
Bij verbranding is zuurstof nodig. Wat gebeurt er met een vlammetje als er geen zuurstof meer is?
Dit ga je nu zelf testen. Dit doe je in het practicumlokaal met de brander. Let goed op bij het practicum, veiligheid is belangrijk!!
OPDRACHT:
benodigdheden:
- Veiligheidsjas
- Veiligheidsbril
- Stiekje in je haar (alleen als je lang haar hebt natuurlijk)
- Brander
- Aansteker/lucifers
- Blaadje met lijntjes
- Pen
- Waxine
- Bekerglas van 440 ml
- Een stofwatch
Wat moet je doen:
- Schrijf het volgende op je blaadje:
eerste keer ................ seconde
tweede keer ................ seconde
- Steek het waxinelichtje aan. Zet het bekerglas er (ondersteboven) overheen, tegelijkertijd zet je het stopwatch aan.
Na hoeveel seconde ging het vlammetje uit? Schrijf dit op je blad.
- Til de rand van het bekerglas een kleine beetje op en steek het waxinelichtje weer aan. Ze het bekerglas er weer terug overheen. Zet gelijk weer het stopwatch aan. Hoeveel seconden duurt het nu voordat het waxinelichtje uit ging?
Bespreek met de klas de volgende vragen:
Voor verbranding heb je wel/geen zuurstof nodig.
Het waxinelichtje ging de eerste keer eerder/later uit dan de tweede keer.
Er zat de eerste keer meer/minder zuurstog in het bekerglas.
Zuurstof weghalen bij brand is een 'blusmiddel'. Denk aan vlam in de pan blussen door de deksel op de pan te doen. Ook is schuimblusmiddel een voorbeeld. Dit dekt te brand af zodat er geen zuurstof meer bij kan. Het vuur zal uit gaan!
Warmte vervoeren
Bij een warmteinstallatie komt warmte vrij in de verwarmingsketel. Deze warmte wordt op verschillende manieren vervoerd door het huis.
Zo heb je het niet koud in de winter (je moet dan natuurlijk wel de kachel aanzetten).
Basisstof 6, vita BK, Warmte vervoeren
Lees uit Vita BK wonen basisstof 6, warmte vervoeren
Leg uit wat de volgende begrippen betekenen:
- warmtegeleiding
- warmtestraling
- warmte stroming
- warmteverlies
- isolatoren
- spouw
Klassikaal computerles
Je hebt net zelf de betekenis van een aantal begrippen op gezocht. Heb je hier wat van opgestoken?
Jullie gaan nu klassikaal ,met de docent, de computerles over basisstof 6 doen op het smartbord.
computerles: basisstof 6 warmte vervoeren
Je lichaam op temperatuur houden
Het klinkt misschien gek maar ons lichaam is ook een kacheltje. We houden ons lichaam op een constante temperatuur. Als ons lichaam kouder of juist warmer wordt gaat het meestal niet goed met je. In deze opdracht leer je hoe jouw eigen verwarmte installatie werkt!
Lichaam op temperatuur houden
Opdracht: je lichaam op temperatuur houden
Opdracht: Je lichaam op tempteratuur houden
Je krijgt eerste een uitleg van je docent over hoe verbranding in je lichaam werkt.
De formule glucose + zuurstof → koolstofdioxide + water + warmte.
Belangrijk om te onthouden:
- Verbranding vindt plaats in elke cel van je lichaam
- De brandstof in cellen in glucose
- Zuurstof komt in je lichaam binnen door inademen
- Koolstofdioxide verlaat je lichaam door uitademen
Verbranding (longen en hart)
Practicum
Tijdens deze les doen we een practicum. We gaan kijken wat temperatuur voor invloed heeft. Download het bestand hieronder.
Het arrangement Wonen, vita 2, BK is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Peter Jordaan
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-11-27 16:00:21
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.