Stroomkring
Een stroomkring ontstaat als je een voedingsbron, bijvoorbeeld een accu of een batterij, aansluit op een lampje. Dit lampje kan je dan aan en uit schakelen met behulp van een schakelaar.
In de natuurkunde gebruiken we symbolen om de voedingsbron, het lampje en de schakelaar weer te geven. Dit zijn afspraken die in de BINAS staan en waar we ons aan moeten houden. Hieronder de voorbeelden van de verschillende symbolen.
Hieronder staat het schema van een lampje:
Zodra de schakelaar gesloten wordt ontstaat er een stroomkring en gaat het lampje branden.
De opdracht:
Ga met een groepje leerlingen (ongeveer 5) een menselijke stroomkring bouwen. Hierbij speelt iedere leerling een symbool en gedraagt zich er ook naar. Deze leerling heeft een A4 in zijn hand met daarop het symbool wat hij uitbeeld.
Je mag dit naar eigen inzicht gaan uitbeelden. Dit moet je doen aan de gehele klas. Je hebt 40minuten om het voor te bereiden en daarna ga je het uitbeelden aan de klas.
Tips:
Voorbeeld stroomkring
Je hebt een aantal vragen over electriciteit beantwoord. Tijd om zelf hier mee aan de slag te gaan.