Je brengt veel tijd door in huis. Je slaapt er, je eet er en je maakt er je huiswerk. Je brengt ook een deel van je vrije tijd door in huis. Wat heb je nodig om het prettig te hebben in huis?
Heb je er wel eens over nagedacht wat een huis kost?
En als je een huis hebt gekocht ben je nog niet klaar, er moet ook betaald worden voor het water, gas en electriciteit. Waar komt dat eigenlijk allemaal vandaan? Hoe wordt het gemaakt en hoe komt het dan bij jouw huis?
Een huis moet ook nog eens goed onderhouden worden..... Nee, zo simpel is het niet om een eigen huis te hebben!
Bijzondere huizen (PP)
Over heel de wereld bestaan er verschillende soorten huizen. Sommige huizen zijn ware kunstwerken. Sommige zijn gebouwd in armoede ander huizen weer in rijkdom. Er zijn heel veel verschillende manieren hoe mensen wonen.
Soms verschilt dat enorm met hoe wij wonen. In Nederland staan veel rijtjeshuizen en flats. Ook hebben we wijken met grote vrijstaande huizen.
Beantwoord per beroep; (metselaar, budgetbegeleider loodgieter) de volgende vragen;
Schrijf een werkzaamheid op die in het beroep wordt uitgevoerd.
Schrijf twee capaciteiten op die je nodig hebt voor dit beroep.
Welke voordelen en welke nadelen heeft volgens jou dit beroep?
Uitwerken in WORD. Per beroep een passend plaatje!
Jouw thuis.
Basisstof 2 Jouw thuis
De functie van een huis
Lees blz 6 t/m 7 van de module ‘Wonen’ (KGT)
Wat was de belangrijkste functie van een woning vroeger?
Waarom bleven mensen later meer op één plaats?
Wat had dit voor gevolgen voor hun woningen?
Wanneer je een eigen huis wilt bouwen, moet je voldoen aan de regels van de woningwet. Waarom is dit zo?
Welke dieren maken ook gebruik van een ‘huis’? denk daarbij aan dieren die in de natuur een eigen onderkomen maken of gebruik maken van in de natuur voorkomende schuil mogelijkheden.
Beschrijf tenminste 3 verschillende diersoorten. En laat zien hoe deze dieren wonen.
Huizenopdracht
Huizenonderzoek
Buitenopdracht:
Zoek in Naaldwijk 5 huizen die te koop staan. Zoek op verschillende plekken in Naaldwijk, in verschillende buurten. Zorg er voor dat er zowel een groot huis als een heel klein huis tussen zit.
Elk groot huishoudelijk apparaat, zoals een wasmachine, is ingedeeld in een energieklasse.
Zo’n apparaat heeft een energielabel (afbeelding 1). Dit label geeft informatie over het verbruik van water, elektriciteit en gas.
Op het energielabel wordt het energieverbruik van het apparaat aangegeven met de letters A t/m G. Een zwarte pijl geeft aan in welke categorie het apparaat is ingedeeld: AA is het meest energiezuinig en G het minst. Dit label kan je helpen bij het maken van een milieubewuste keuze.
In deze opdracht maak je een advertentie voor een energiezuinig product. Je kiest een witgoedapparaat uit, bijvoorbeeld een wasmachine, een koelkast of een diepvriezer. Je verzamelt informatie over de zaken waarop je kunt letten bij het kopen van dit apparaat.
Doel
Je onderzoekt hoe je een energiezuinig apparaat kunt kiezen. Je kunt informatie verzamelen door naar een witgoedzaak te gaan of op internet te kijken. Sites die je kunt bezoeken zijn bijvoorbeeld:
• www.kieskeurig.nl
• www.vergelijk.nl
Je kiest een product van een bepaald merk met energielabel A of AA. Je bedenkt redenen waarom je het beste dit energiezuinige apparaat kunt kopen.
Je maakt vervolgens een advertentie voor dit apparaat. Hierin geef je antwoord op de volgende vragen.
• Waarom is het belangrijk voor dit apparaat te kiezen?
• Wat zijn de voor- en nadelen van dit apparaat?
Kamer opdracht
Jouw kamer plattegrond tekenen
Wat is het doel van deze opdracht:
- Je leert een tekening op schaal maken
- Je maakt een plattegrond van je kamer
Wat heb je nodig:
- De maten van je kamer (lengte, breedte in centimeters)
De maten van je deur, raam, bed, bureau, kast (in centimeters)
- Hokjes papier
- Potlood, gum, liniaal
- Een handboek vita wonen. Op blz. 8 en 9 krijg je uitleg over het tekenen op
schaal.
Wat moet je doen:
- Bereken hoe groot je kamer is met een schaal van 1:20. Teken op een hokjesblaadje je kamer en de spullen waarvan je de maat weet met een schaal van 1:20.
Een schaal van 1 : 20 betekend : 1 cm op de tekening is in werkelijkheid 20 cm.
Een voorbeeld hiervan je bed is 200 cm dus :
aantal gemeten cm:
20
200
aantal cm in de tekening:
1
10
- Bereken hoe groot je kamer is met een schaal van 1:40. Teken op een hokjesblaadje je kamer en de spullen waarvan je de maat weet met een schaal van 1:40.
- Lever de twee tekening in bij je docent. Je krijgt hier een cijfer voor.
De lusten, maar ook de lasten.
Beeldmateriaal schoonmaakmiddel
Ontwerp schoonmaakmiddel
Ontwerp je eigen schoonmaak middel
Schoonmaakmiddelen gebruiken we dagelijks. Om de w.c. schoon te maken, om je kleding te wassen, om je handen te wassen, je ramen te zemen en ga zo maar door. Op tv zie je vaak reclames van nieuw schoonmaakmiddelen. Er worden steeds nieuwe en misschien wel betere middelen ontdekt. Maar wat zit er nu eigenlijk in die middelen. Bij de volgende opdracht ga je onderzoek doen naar schoonmaakmiddelen.
Maak je eigen schoonmaakmiddel.
Om te beginnen heb je een verpakking nodig. Je Mag zelf kiezen wat voor verpakking je gebruikt voor jouw schoonmaakmiddel.
Je gaat deze verpakking helemaal opnieuw aankleden met eigen gemaakte etiket(ten). Bedenk ook een eigen naam en logo voor jouw schoonmaakmiddel.
Het volgende moet voorkomen op jouw eigen schoonmaakproduct:
- Naam
- Logo
- Inhoud
- Ingredienten (onderzoek andere schoonmaakmiddelen)
Als je gas of electriciteit gebruikt kan kunnen er ongevallen gebeuren of er kan brand uitbreken.In deze opdracht onderzoek je wat je kunt doen om dit te voorkomen.
Je maakt een veiligheidsposter over veilig omgaan met gas en electriciteit.
Doel:
Je verzamelt informatie over de gevaren van gas en electriciteit. Je maakt een voorlichtingsposter.Hierop laat je zien waar mensen op moeten letten en wat ze kunnen doen om een brand of ongevallen te voorkomen.
Ook geef je een lijstje met tips over wat je moet doen:
- bij een gaslek
- bij kortsluiting
- bij koolmonoxide vergiftiging
Gebruik de site:
www.veiligheid.nl
www.energieveilig.nl
Je krijgt hier een cijfer voor.
Practicum stroomkring
Stroomkring
Een stroomkring ontstaat als je een voedingsbron, bijvoorbeeld een accu of een batterij, aansluit op een lampje. Dit lampje kan je dan aan en uit schakelen met behulp van een schakelaar.
In de natuurkunde gebruiken we symbolen om de voedingsbron, het lampje en de schakelaar weer te geven. Dit zijn afspraken die in de BINAS staan en waar we ons aan moeten houden. Hieronder de voorbeelden van de verschillende symbolen.
Hieronder staat het schema van een lampje:
Zodra de schakelaar gesloten wordt ontstaat er een stroomkring en gaat het lampje branden.
De opdracht:
Ga met een groepje leerlingen (ongeveer 5) een menselijke stroomkring bouwen. Hierbij speelt iedere leerling een symbool en gedraagt zich er ook naar. Deze leerling heeft een A4 in zijn hand met daarop het symbool wat hij uitbeeld.
Je mag dit naar eigen inzicht gaan uitbeelden. Dit moet je doen aan de gehele klas. Je hebt 40minuten om het voor te bereiden en daarna ga je het uitbeelden aan de klas.
Tips:
Maak gebruik van de tafels om alvast een kring te maken
Film de uitvoering als bewijs
Gebruik ook nog eens andere symbolen die in de BINAS staan en kijk naar de eigenschappen van de symbolen
stroomkring
Voorbeeld stroomkring
Warmteproductie
Warmtetransport
Schooltv aardgas
Theorie warmteproductie
Lees en bespreek klassikaal basisstof 5 van het handboek vita wonen. Je docent gebruikt hierbij de computerles die hier bij hoort (basistof 5 warmte productie) . Het vita handboek van wonen heb je niet thuis maar krijg je van je docent.
Als bassistoffen 4 + 5 + 6 behandelt zijn krijg je toets. Je moet de begrippenlijst lezen die je in dit project kan vinden.
BIj het volgende onderwerp kom je meer te weten over warmtetransport. Hoe komt de warmte die ergens ontstaat op andere plekken aan. Lees en ontdek!
Lees met elkaar basisstof 6 uit het hand boek vita wonen door.
Samen met je docent ga je ook door de computerles heen die hier bij hoort. Deze kun je niet zelf op een computer openen. Dit kan alleen je docent.
Een constante lichaamstemperatuur
Het klinkt misschien gek maar ons lichaam is ook een kacheltje. We houden ons lichaam op een constante temperatuur. Als ons lichaam kouder of juist warmer wordt gaat het meestal niet goed met je. In deze opdracht leer je hoe jouw eigen verwarmte installatie werkt!
Lichaam op temperatuur houden
Theorie: je lichaam op temperatuur houden
Theorie: Je lichaam op tempteratuur houden
Je krijgt eerste een uitleg van je docent over hoe verbranding in je lichaam werkt.
De formule glucose + zuurstof → koolstofdioxide + water + warmte.
Belangrijk om te onthouden:
- Verbranding vindt plaats in elke cel van je lichaam
- De brandstof in cellen in glucose
- Zuurstof komt in je lichaam binnen door inademen
- Koolstofdioxide verlaat je lichaam door uitademen
Verbranding (longen en hart)
Practicum
Tijdens deze les doen we een practicum. We gaan kijken wat temperatuur voor invloed heeft. Download het bestand hieronder.
1. Nutsvoorzieningen: Gas, water, en elektriciteit voorzieningen
2. Meterkast: De plek waar leidingen en kabels een huis binnen komen
3. Verbruiksmeter: Een meetinstrument dat meet hoeveel elektriciteit, water en gas in de woning verbruikt wordt.
4. Hoofdkraan of hoofdschakelaar: deze zit in je meterkast en hiermee kan je in een keer alle stroom of al het water afsluiten
5. Aardgas: Is een gas van verschillende gassen. Dit is het gas wat in Nederland veel gebruikt wordt om op te koken.
6. Gasmeter: dit meet hoeveel gas er in een huis verbruikt wordt. Voordat het gas het huis in gaat komt het hier langs.
7. Waterleiding: via deze leiding komt schoon water ons huis binnen.
8. Afvoerbuizen: Via deze buizen wordt het vuile water naar het riool geleid. Via het riool komt het in een waterzuiveringsbedrijf terecht.
9. Geleiders: Stoffen waar elektrische stroom door kan lopen.
10. Isolatoren: Stoffen die stroom niet of nauwelijks doorlaten.
11. Kortsluiting: Elektriciteit loopt via de verkeerde weg.
12. Groepenkast: Hier komt de stroom binnen en wordt gesplitst in verschillende groepen. Hierdoor is er minder kans op overbelasting.
13. Zekering: Zit in de groepenkast. Kan bij overbelasting doorslaan. De toevoer van elektriciteit wordt dan afgebroken. Alle apparaten op deze groep vallend dan uit.
14. aardlekschakelaar: Deze zit vaak in een groepenkast en werkt net als een zekering maar haalt de stroom van alle groepen af.
15. Schok: Ons lichaam is een goede geleider van stroom. Daarom voelen wij een schok als we rechtstreeks in aanraking komen met elektriciteit. Dit is gevaarlijk en kan zelf de dood als gevolg hebben.
16. Verbruik: Je verbruik van elektriciteit, water of gas bereken je met
verbruik = eindstand - beginstand
17. Eenheidsprijs = prijs die je moet betalen per verbruikte eenheid.
18. Kosten van verbruik:
Kosten = verbruik x eenheidsprijs
19. warmtebron: komt warmte vanaf, voorbeelden: fornuis, cv-ketel en kaars.
20. ontbrandingstemperatuur: Om aardgas te verbranden, moet het mengsel van aardgas en zuurstof een bepaalde temperatuur hebben.
21. Onvolledige verbranding: Als er te weinig zuurstof is bij de verbranding van aardgas zal niet alle aardgas verbranden. Er ontstaat dan geen koolstofdioxide maar koolstofmono-oxide en roet.
22. Koolstofmono-oxide: is een zeer giftig gas. Je ruikt en ziet het niet. Als mensen dit inademen kunnen ze dood gaan.
23. Warmtevoeler: is iets wat warmte kan waarnemen.
24. Centrale verwarming : met dit systeem regel je de temperatuur in een huis.
25: Central verwarmingsinstallatie (cv-installatie) bestaat uit
Themostaat
Verwarmingsketel
Een pomp
Verwarmingsbuizen
Radiatoren
26. Verwarmingsketel: Hier zitten een gasbrander en een warmtewisselaar in.
27. Gasbrander: Hier wordt aardgas verbrand, bij de verbranding komt warmte vrij. De warme lucht stroomt langs de warmte wisselaar.
28. Warmtewisselaar: Dit is een spiraalvormige buis waar koud water door stroomt. De warme lucht geeft zijn warmte aan het koude water in de buis. De heet warmteoverdracht.
29. Pomp: Pompt het warme water de buizen in het huis. Dan wordt de verwarming warm.
30 themostaat: Een apparaat waarmee je de temperatuur in een ruimte kan regelen.
31. Mengkraam: Dit is een kraan met 2 bedieningshandels waarbij je koud en warm water door elkaar kunt mengen.
32. Warmtetransport: Dit kan op drie manier
- geleiding
- straling
- stroming
33. Warmtegeleiding: Dit is het doorgeven van warmte door een stof heen.
34. Warmte straling: De zon straalt warmte op de aarde. Dit heet warmte straling.
35. Warmtestroming: warmte verspreid zich door de beweging van de lucht.
36. Isoleren: Hiermee ga je warmte verlies tegen. Warmte kan dan moeilijker weg.
37. Vet: Bij dieren is vet een vorm van isolatie. Vet zorgt er voor dat dieren hun warmte niet verliezen.
Het arrangement Wonen, Vita 2, KGT is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Peter Jordaan
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-12-01 09:36:47
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.