Stad & Esch & Duits H5

Stad & Esch & Duits H5

Herhaling grammatica

1. Zwakke werkwoorden

Zwakke werkwoorden

Bij het vervoegen van zwakke werkwoorden maak je gebruik van het ezelsbruggetje E ST T EN T EN. Deze letters staan voor de uitgangen die je achter de stam zet bij de verschillende persoonlijk voornaamwoorden.

Beispiel: (ich wohne, du wohnst, etc.)

 

Als de stam van het werkwoord eindigt op een –d of een –t, dan komt er een extra –e tussen de stam van het werkwoord en de uitgang bij du, er/sie/es en ihr. Beispiel: (du arbeitest, er meldet, ihr wartet)

Dit geldt ook voor werkwoorden waarvan de stam eindigt op een -n of -m, volgend op een andere medeklinker: atmen, regnen, zeichnen, öffnen, rechnen, begegnen.

Bespiel: du atmest, er zeichnet, es regnet

 

Wanneer de stam van het werkwoorden eindigt op een sisklank (s, ss, ß, x, sch) dan krijg je bij de du vorm geen extra –s in de uitgang.

Beispiel: (küssen – du küsst, heißen – du heißt)

 

  wohnen reisen warten atmen
ich wohne reise warte atme
du wohnst reist wartest atmest
er/sie/es wohnt reist wartet atmet
wir wohnen reisen warten atmen
ihr wohnt reist wartet atmet
sie/Sie wohnen reisen warten atmen

 

Extra oefenen met zwakke werkwoorden (duits.de)

Oefenen 1

Oefenen 2

Oefening:Zwakke werkwoorden 1

Oefening:Zwakke werkwoorden 2

2. Haben, sein en werden

Onregelmatige werkwoorden: haben, sein, werden

Schema tegenwoordige tijd

 

haben sein

werden

(= worden & zullen)

ich habe bin werde
du hast bist wirst
er/sie/es hat ist wird
wir haben sind werden
ihr habt seid werdet
sie/Sie haben sind werden
       
volt. deelwoord ich habe gehabt ich bin gewesen ich bin geworden

 

Schema verleden tijd

  haben sein

werden

(vt: ik werd)

werden

(vt: ik zou)

ich hatte war wurde würde
du hattest warst wurdest würdest
er/sie/es hatte war wurde

würde

wir hatten waren wurden würden
ihr hattet wart wurdet würdet
sie/Sie hatten waren wurde würden

 

Extra oefeningen haben/sein/werden  (duits.de)

Oefenen 1 (haben/sein/werden - t.t.)

Oefenen 2 (werden - betekenis)

Oefenen 3 (haben/sein/werden - v.t.)

Oefening:haben, sein, werden t.t.

Oefening:haben, sein, werden v.t.

3. Sterke werkwoorden (t.t.)

Sterke werkwoorden (tegenwoordige tijd)

 

Een werkwoord is sterk, wanneer in de verleden tijd de klinker in de stam verandert (lopen-liep-gelopen). De meeste werkwoorden die in het Nederlands sterk zijn, zijn in het Duits ook sterk.

 

Sterke werkwoorden met een a in de stam krijgen in de onvoltooid tegenwoordige tijd bij de du- en de er/sie/es-vorm een Umlaut.

Beispiel: tragen (du trägst, er/sie/es trägt)

 

Sterke werkwoorden met een e in de stam krijgen in de onvoltooid tegenwoordige tijd bij de du- en de er/sie/es-vorm een i of ie (e/i – Wechsel)

Beispiel (lange –e): sehen (du siehst, er/sie/es sieht)

Beispiel (korte –e): helfen (du hilfst, er/sie/es hilft)

 

MAAR!! de werkwoorden geben, nehmen en treten krijgen een korte i.

Beispiel: du gibst, du nimmst, du trittst (er tritt)

 

Uitzondering:

De werkwoorden gehen, stehen en bewegen krijgen geen e/i-Wechsel!

Beispiel: du gehst, du stehst, du bewegst

 

  lesen treffen schlafen halten
ich lese treffe schlafe halte
du liest triffst schläfst hältst
er/sie/es liest trifft schläft hält
wir lesen treffen schlafen halten
ihr lest trefft schlaft haltet
sie/Sie lesen treffen schlafen halten

 

Extra oefeningen sterke werkwoorden (duits.de)

Sterke werkwoorden 1 (klik op 'volgende' om verder te gaan)

Sterke werkwoorden 2 (i.d.)

Oefening:Sterke werkwoorden met 'e' in de stam

Oefening: Sterke werkwoorden met 'a' in de stam

Start

4. Modale werkwoorden t.t & v.t.

Modale werkwoorden

 

In het Duits kennen we de volgende modale werkwoorden: können, müssen, mögen, dürfen, sollen, wollen, wissen.

Deze werkwoorden zijn in de tegenwoordige tijd onregelmatig. In de vormen van het enkelvoud verandert namelijk de klinker en krijgen de vormen ich en er/sie/es geen uitgang.

Beispiel: (ich kann, ich muss, ich mag, ich darf, ich soll, ich will, ich weiß)

 

Schema teg.tijd.

 

können

(kunnen)

müssen

(moeten – noodzaak)

mögen

(lusten, houden van, aardig vinden)

dürfen

(mogen: toestemming)

sollen

(moeten: wil iemand anders)

wollen

(willen)

wissen

(weten)

ich

kann

muss

mag

darf

soll

will

weiß

du

kannst

musst

magst

darfst

sollst

willst

weißt

er/sie/es

kann

muss

mag

darf

soll

will

weiß

wir

können

müssen

mögen

dürfen

sollen

wollen

wissen

ihr

könnt

müsst

mögt

dürft

sollt

wollt

wisst

sie/Sie

können

müssen

mögen

dürfen

sollen

wollen

wissen

 

Schema verl. tijd. 

  können müssen mögen dürfen sollen wollen wissen
ich konnte musste mochte durfte sollte wollte wusste
du konntest musstest mochtest durftest solltest wolltest wusstest
er/sie/es konnte musste mochte durfte sollte wollte wusste
wir konnten mussten mochten durften sollten wollten wussten
ihr konntet musstet mochtet durftet solltet wolltet wusstet
sie/Sie konnten mussten mochten durften sollten wollten wusstet

 

 

Extra oefeningen modale ww. (duits.de)

Modale ww. teg.tijd 1  (klik op 'volgende' om verder te gaan)

Modale ww. teg.tijd 2 (i.d.)

Modale ww. teg.tijd 3 - wanneer gebruik je welke

 

Modale ww. verl.tijd 1

Modale ww. verl.tijd 2

Teg.tijd en verl. tijd door elkaar

Oefening:Modale werkwoorden t.t. 1

Oefening:Modale werkwoorden t.t. 2

Oefening:Modale werkwoorden t.t. 3

5. Naamvallen na ontleden

Overzicht verschillende naamvallen:

 

1e naamval:            a.               onderwerp (Wie/Wat + gezegde?)

                               b.               naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde (= na een koppelwerkwoord: sein, werden,bleiben)

2e naamval:            bezitsrelatie (constructie met ‘van’: van de vader, van mijn huis enz.)

3e naamval:            meewerkend voorwerp (aan of voor)

4e naamval:            a.               lijdend voorwerp (Wie/wat + gezegde + onderwerp?)

                               b.               tijdsbepaling zonder voorzetsel (jeden Tag, nächste Woche, letzten Sommer)

 

A) Lidwoorden “der – Gruppe”

  • Het zelfst.nw krijgt in de 3e vorm meervoud een extra – n: den Leuten!

DER-SCHEMA

mnl.

vrl.

onz.

mv.

1e naamval

ondw.

der Mann

die Frau

das Kind

die Leute

2e naamval

bezit v. eigenaar

des Mannes

der Frau

des Kindes

der Leute

3e naamval

meew.vw

dem Mann

der Frau

dem Kind

den Leuten

4e naamval

lijd.vw

den Mann

die Frau

das Kind

die Leute

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De volgende woorden worden op dezelfde manier vervoegd als het DER- SCHEMA; dies-, jen-, jed-, manch-, solch-, welch-, all-

 

B) Lidwoorden “ein – Gruppe”

 

EIN – SCHEMA

mnl.

vrl.

onz.

mv.

1e naamval

ondw.

ein Mann

eine Frau

ein Kind

keine Leute

2e naamval

bezit v. eigenaar

eines mannes

einer Frau

eines Kindes

keiner Leute

3e naamval

meew.vw

einem Mann

einer Frau

einem Kind

keinen Leuten

4e naamval

lijd.vw

einen Mann

eine Frau

ein Kind

keine Leute

 

De volgende woorden worden op dezelfde manier vervoegd als het EIN – SCHEMA; ein-, kein-, mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr-, Ihr-

 

Het persoonlijk voornaamwoord

Komt ook voor in 3 verschillende vormen:

1e naamval

ich

du

er

sie

es

wir

ihr

sie/Sie

wer

3e naamval

mir

dir

ihm

ihr

ihm

uns

euch

ihnen/Ihnen

wem

4e naamval

mich

dich

ihn

sie

es

uns

euch

sie/ Sie

wen

 

Extra oefenen met naamvallen (duits.de/duitsleren.org):

Persoonlijk voornaamwoord in 1e en 4e naamval (verdergaan: klik op 'volgende')

Persoonlijk voornaamwoord in 1e, 3e en 4e naamval

Der- en ein-groep in 1e en 4e naamval

Der- en ein-groep in 1e en 4e naamval (2)

De 3e naamval

De 2e naamval

Alle naamvallen durcheinander

Oefening:Naamvallen 1

Oefening:Naamvallen 2

Oefening:2e naamval: bezitsrelatie

Oefening:Naamvallen: alles durcheinander

Oefening:Naamvallen: alles durcheinander 2

6. Naamvallen na voorzetsels

In het Duits krijgen voorzetsels een bepaalde naamval met zich mee. Het zelfstandig naamwoord dat volgt op het voorzetsel staat dan in deze naamval (in sommige gevallen staat het voorzetsel achter het zelfst. naamwoord). Hieronder vind je een overzicht van de voorzetsels met een vaste naamval.

Ook zijn er werkwoorden met een vaste naamval. Deze vind je onder het rijtje met de 3e naamval en het rijtje met de 4e naamval.

Voorzetsels met de tweede naamval

Deutsch

Niederländisch

während

tijdens

innerhalb

binnen (tijd)

außerhalb

buiten

wegen

vanwege

statt

in plaats van

infolge

ten gevolge van

trotz

ondanks

 

Voorzetsels met de derde naamval.

Deutsch

Niederländisch

aus

uit

außer

behalve

bei

bij

mit

met

nach

na, naar (bij aardrijkskundige plaatsen)

seit

sinds

von

van

zu

tot, bij, naar (bij personen en bijv. de supermarkt en het zwembad)

entgegen

tegemoet

gegenüber

tegenover

 

Werkwoorden met de derde naamval; helfen, danken, gratulieren, folgen, gehören, gefallen.

 

Voorzetsels met de vierde naamval.

Deutsch

Niederländisch

durch

door

für

voor

ohne

zonder

um

om

gegen

tegen

entlang

langs

bis

tot

Werkwoorden met de vierde naamval; fragen, bitten, lehren, interessieren, kosten

 

Voorzetsels met de derde of vierde naamval (zgn. Keuzevoorzetsels)

Deutsch

Niederländisch

an

aan/op

auf

op

hinter

achter

neben

naast

in

in, naar (vaste uitdrukkingen)

über

over, boven

unter

onder

vor

voor

zwischen

tussen

 

  • De derde naamval krijg je wanneer je de WO of WANN-vraag kunt beantwoorden. De hele zin beeldt tevens een rust uit.

Beispiel: An meiner Tür hängt ein Poster.

  • De vierde naamval krijg je wanneer je de WOHIN-vraag kunt beantwoorden. De hele zin beeldt tevens een beweging uit.

Beispiel: Ich hänge ein Poster an meine Tür.

  • Als je geen van deze vragen kunt beantwoorden, volg je de 7/2-regel (of ‘rest-regel’): Alle voorzetsels derde naamval, behalve bij auf en über: vierde naamval.

Beispiel: Ich warte auf den Bus.

 

Extra oefeningen naamvallen na voorzetsels/werkwoorden (duits.de)

Voorzetsels 3e naamval

Voorzetsels 4e naamval

keuzevoorzetsels 1

keuzevoorzetsels 2

voorzetsels 2e naamval

Voorzetsels door elkaar

Oefening:Voorzetsels met 3e en voorzetsels met 4e naamval

Oefening:Keuzevoorzetsels (3e of 4e naamval?)

Oefening:Voorzetsels: 3e, 4e en keuze (durcheinander)

Oefening:Voorzetsels 2e naamval

Oefening:Voorzetsels ALLES durcheinander

7. Persoonlijk voornaamwoord + bezittelijk voornaamwoord

De persoonlijke voornaamwoorden in de verschillende naamvallen.

 

1e naamval

ich

du

er

sie

es

wir

ihr

sie/Sie

3e naamval

mir

dir

ihm

ihr

ihm

uns

euch

ihnen/Ihnen

4e naamval

mich

dich

ihn

sie

es

uns

euch

sie/ Sie

 

De bezittelijke voornaamwoorden

De bezittelijke voornaamwoorden worden vervoegd volgens het schema van de ein-groep.

mein mijn
dein jouw
sein zijn
ihr haar
unser ons/onze
euer jullie
ihr hun
Ihr uw

 

Verschil tussen persoonlijk voornaamwoorden en bezittelijk voornaamwoorden:

Een persoonlijk voornaamwoord functioneert zelfstandig in een zin.

VB: Mein Vater hat dich gesehen. 

Het zinsdeel 'dich' functioneert in deze zin als lijdend voorwerp

 

Een bezittelijk voornaamwoord kan nooit zelfstandig in een zin functioneren, het staat altijd in combinatie met een zelfstandig naamwoord!

VB: Mein Vater hat deinen Hund gesehen.

Het bezittelijk vnw 'dein' kan niet los gezien worden van het zelfst. nw. 'Hund'. Samen zijn deze woorden het lijdend voorwerp.

Oefening:Persoonlijke voornaamwoorden 1

Oefening:Persoonlijke voornaamwoorden 2

Oefening:Persoonlijke voornaamwoorden 3

Oefening:Persoonlijke voornaamwoorden 4

Oefening:Bezittelijke voornaamwoorden

8. Bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijke naamwoorden geven extra informatie over een zelfstandig naamwoord (een leuke vriendin, een stomme activiteit). In het Duits wordt dit bijvoeglijk naamwoord in de verschillende naamvallen vervoegd; zie de schema's van de der- en de ein-groep.

Ezelsbruggetje:

Met een beetje fantasie kan je in de geel gemarkeerde woorden in het schema een 'sleutel' herkennen. Alle vormen van het bijvoeglijk naamwoord binnen deze sleutel hebben de uitgang -en. Dat betekent, dat je eigenlijk alleen de afwijkende vormen hoeft te leren:

Der-groep: mnl: 1e, vrw&onz 1e en 4e naamval = uitgang -e.

Ein-groep: mnl 1e = -er / vrw 1e en 4e = -e / onz 1e en 4e = -es.

Vervoeging van de bijvoeglijke naamwoorden in het DER – SCHEMA.

DER-SCHEMA

mnl.

vrl.

onz.

mv.

1e naamval

ondw.

der gute Mann

die gute Frau

das gute Kind

die guten Leute

2e naamval

bezit v. eigenaar

des guten Mannes

der guten Frau

des guten Kindes

der guten Leute

3e naamval

meew.vw

dem guten Mann

der guten Frau

dem guten Kind

den guten Leuten

4e naamval

lijd.vw

den guten Mann

die gute Frau

das gute Kind

die guten Leuten

 

 

Vervoeging van de bijvoeglijke naamwoorden in het EIN – SCHEMA.

EIN – SCHEMA

mnl.

vrl.

onz.

mv.

1e naamval

ondw.

ein guter Mann

eine gute Frau

ein gutes Kind

keine guten Leute

2e naamval

bezit v. eigenaar

eines guten Mannes

einer guten Frau

eines guten Kindes

keiner guten Leute

3e naamval

meew.vw

einem guten Mann

einer guten Frau

einem guten Kind

keinen guten Leuten

4e naamval

lijd.vw

einen guten Mann

eine gute Frau

ein gutes Kind

keine guten Leute

 

Extra oefenen bijvoeglijk naamwoord (duits.de)

Bijvoeglijk naamwoord (alleen ontleden) 1

Bijvoeglijk naamwoord (voorz. 3e en 4e nv) 2

Bijvoeglijk naamwoord (voorz. 3e, 4e en keuze) 3

Oefening:Bijvoeglijke naamwoorden 1

Oefentoets Grammatica

Toets:Oefentoets Grammatica

Schrijfvaardigheid

Inleiding

Beste Leerling,

In Toetsweek 2 ga je een formele brief schrijven. Tijdens de hele periode ga je hiermee oefenen. Je moet 6 van de 8 oefenbrieven inleveren om je herkansing voor T2 te behouden. Het maken van de oefenbrieven bereidt jou voor op het tentamen: je leert standaardzinnen toepassen, je krijgt feedback van de docent, waardoor je hopelijk niet 2 keer dezelfde fout maakt.

 

Voor tips en trucs kan je ook eens onderstaande video's bekijken (afspeellijst youtube).

 

Regels formele brief + standaardzinnen

Formele brief (zakelijke brief)

A. Voorbeeldbrief

Jeroen Vis

Prins Hendrikstraat 76

NL-9788 BB Groningen

 

Feriensportcamp

z.H. Herrn Walter Huber

Tirolerstraße 55

D- 5010 Salzburg

 

Groningen, den 15. November 2012

 

Betreff: Bewerbung

 

Sehr geehrter Herr Huber,

im Internet habe ich Ihre Anzeige gelesen. Mein Name ist Jeroen Vis. Ich bin sechzehn Jahre alt und Schüler der Abschlussklasse der Realschule in Meppel. Ich interessiere mich sehr für Ihren Ferienjob und möchte mich darum gerne um diesen Ferienjob bewerben. Und ich habe vor, Deutschland besser kennen zu lernen und meine Sprachkenntnisse zu verbessern.

Ich könnte im Juli oder im August bei Ihnen arbeiten. In den Niederlanden habe ich bereits Erfahrung mit Kindern gesammelt. Ich trainiere zweimal pro Woche ein Fussballteam. Die Jungen sind neun und zehn Jahre alt. Es macht mir viel Spaß, mit Kindern zu arbeiten.

Ich bin sehr kommunikativ, kontaktfreudig und kann gut mit Kindern umgehen. Darüber hinaus bin ich sehr geduldig. Ich spreche sehr gut Deutsch und Englisch.

In der Anlage sende ich Ihnen ein Foto und meinen Lebenslauf. Über eine positive Antwort würde ich mich sehr freuen.

 

Mit freundlichen Grüßen

Jeroen Vis

 

 

B. Regels bij het schrijven van een formele brief

Tips:

  • Je spreekt in een formele brief de persoon altijd aan in de Sie-vorm, nooit in de du-vorm.
  • Zorg ervoor dat jouw brief er overzichtelijk uit ziet. Gebruik witregels waar nodig, en maak niet te grote blokken tekst.
  • Lees de gemaakte zinnen kritisch door. Loopt dit lekker? Is mijn zin te begrijpen? Is dat niet het geval, maak een hele nieuwe zin. Dit werkt beter dan kleine dingetjes aan te passen.

 

Afzender

Je mag je naam voluit schrijven, maar ook alleen jouw voorletter(s).

 

Adres

Voor de postcode zet de landcode, dit komt overeen met de autokenteken van dat land.

A = Oostenrijk

CH = Zwitserland

D = Duitsland

NL = Nederland

t.a.v.: Als je weet naar welke persoon binnen het bedrijf je de brief stuurt, gebruik je de afkorting z.H.: zu Händen (ter attentie van). Zie hiervoor de voorbeeldbrief.

 

Plaats en datum

- Groningen, den 7. November 2016

- Groningen, den 7.11.2016

- Groningen, 7.11.2016

 

Onderwerp

In het onderwerp (Betreff) noemt je de inhoud van de brief. Begin met een hoofdletter, en gebruik geen punt. Maak jouw Betreff kort maar krachtig. ‘Bewerbung’ kan al voldoende zijn

 

 Aanhef

De aanhef van jouw brief kan zijn:

- Sehr geehrte Damen und Herren,

- Sehr geehrter Herr Schneider,

- Sehr geehrte Frau Schneider,

Je gebruikt alleen de achternamen van de personen die je aanspreekt, dus geen voorletters.

 

 Inhoud

Je begint de brief altijd met een kleine letter, want achter de aanhef staat een komma (dus de zin loopt gewoon verder). Je gebruikt gewoon een hoofdletter als je begint met een woord dat altijd met een hoofdletter geschreven wordt.

Vermijd het woordje ‘ich’ aan het begin van de brief, dat is niet zo netjes.

 

Slotzin

Zorg voor een witregel tussen de inhoud en de slot zin. Slotzinnen kunnen zijn:

- Im Voraus vielen Dank.                                      (bij voorbaat veel dank)

- Vielen Dank für Ihre Mühe.                                (bedankt voor de moeite)

- Ich hoffe auf eine baldige Antwort.                     (ik hoop op een spoedig antwoord)

 

Slotgroet

Hierachter komt er géén komma. Slotgroeten kunnen zijn:

- Mit freundlichem Gruß

- Mit freundlichen Grüßen

 

Handtekening

Schrijf je volledige naam en zet tussen de slotgroet en jouw naam een handtekening.

 

 

Bijlage

Helemaal onderaan de brief zet je welke bijlagen (Anlagen) je meestuurt.

- Zeugnis           (diploma)

- Lebenslauf       (CV)

 

 

C. Lebenslauf (CV)

 

Voorbeeld-cv

 

Lebenslauf                                                                                                                   

Persönliche Daten

Vor- und Nachname                                Jeroen Vis

Geburtsort und – datum                          Arnhem, 30. Januar 1997

Adresse                                                   Prins Hendrikstraat 34

                                                                NL – 6800 AJ Arnhem

Telefon                                                    0031 66 5389292

E-Mail-Adresse                                       jeroen@hotmail.com

Familienstand                                         ledig

Staatsangehörigkeit                               Niederländer

 

Schulische Ausbildung     

2001 – 2009                                         8 Jahre Grundschule

2009 –                                                 Seit 2009 Gymnasium in Arnheim

                                                            Naturwissenschaftlicher Zweig

 

Sprachkenntnisse

Deutsch und Englisch                           sehr gut in Wort und Schrift

Französisch                                          gut

Niederländisch                                      Muttersprache

 

Erfahrung

2015 –                                                  Seit 2015 Trainer eines Kinderfußballteams in Arnheim

 

Sonstiges

Charaktereigenschaften                           geduldig, humorvoll, pünktlich, kontaktfreudig

Interessen und Hobbys                            Fußball, Tennis, Mountainbiken, Schwimmen

 

Persoonlijke gegevens

Vermeld hier:

  • je (voor)naam
  • je adres met postcode en woonplaats
  • je telefoonnummer (mét kengetal) en je e-mailadres
  • je geboortedatum en – plaats
  • je burgerlijke staat (ledig, verheiratet, getrennt, 2 Kinder)
  • je nationaliteit (Niederländer/Niederländerin)

 

Opleiding en scholing

Vermeld bij al je opleidingen, studies en cursussen

  • zaken als profielen of vakkenpakketten
  • de jaren dat je ermee bezig was
  • je diploma’s en het jaar van behalen daarvan
  • of je in bezit bent van een rijbewijs (Führerschein).

 

Ervaring

Vermeld bij je werkervaring je vorige werkkringen. Noem voor zover van belang ook uitzendwerk,

stages en vakantiewerk. Geef bij elke werkkring aan:

  • de naam van het bedrijf of de instelling
  • de vestigingsplaats van de werkkring
  • de jaren dat je daar hebt gewerkt
  • je functie(omschrijving)

 

Brief 1

Brief 1

Inleverdatum: Freitag, den 18. November 2016

 

Situation

Du schreibst der Fernsehsendung Unlimited (Hauptstrasse 17, 25779, Kleve) einen Brief.

Hinweise

  • Maak eventueel eerst aantekeningen in het klad.
  • Sla na elke alinea een regel over.
  • Gebruik ten minste 75 woorden.
  • Noteer het aantal woorden links boven in de kantlijn.
  • Verwerk de punten in de aangegeven volgorde.

 

Aufgabe

  • De aanhef;
  • Dat je naar de uitzending van afgelopen donderdag gekeken hebt;
  • Dat er in het programma een reportage was over mensen die met een parachute van hoge gebouwen sprongen en wat je daarvan vond;
  • Dat je er met een vriend(in) over hebt gepraat;
  • Wat hij/zij ervan vond dat de presentatoren de stunts zelf uitvoerden;
  • Dat hij/zij ervan uitgaat dat er stand-ins gebruikt worden;
  • Dat je graag wilt weten hoe dat nu eigenlijk zit;
  • Dat je je op een antwoord verheugt;
  • De afsluiting.

Brief 2

Brief 2

Inleverdatum: Freitag den 25. November

Situation

Lies die Anzeige unter der Aufgabe. Du möchtest gern in diesem Hotel arbeiten und schreibst deshalb einen Bewerbungsbrief.

Hinweise:

  • Gebruik de aanwijzingen over het schrijven van een formele brief.
  • Maak eventueel eerst aantekeningen in het klad.
  • Sla na elke alinea een regel over.
  • Gebruik ten minste 150 woorden.
  • Noteer het aantal woorden links boven in de kantlijn.
  • Verwerk de punten in de aangegeven volgorde.

 

Aufgabe:

  • De adressering, de datum, het onderwerp en de aanhef;
  • Waarom jij voor die baan de geschikte persoon bent;
  • Over je werkervaring;
  • Over je interesse;
  • Over je karaktereigenschappen;
  • Over je sterke kanten;
  • De slotgroet.

 

 

 

Unser Haus ist ein ehemaliges Kloster aus dem 16. Jhdt. – jetzt eines der renommiertesten 5-Sterne Hotels des Landes und befindet sich im Zentrum von Seefeld. Seit 6 Generationen von Familie Seyrling persönlich geführt und von internationalen Gästen besucht.

Wir bieten: Leistungsgerechte Entlohnung, Unterbringung in komfortablen Studios in unserer neuen Mitarbeiter-Residenz mit Fitnessraum, TV- und Internetanschluss.

Wir suchen

Ab juni 2014:

Rezeptions-/Reservierungsmitarbeiter (Jahresstelle)

Bankett Assistant/in (Jahresstelle)

Gouvernante – Zimmermädchen

Kosmetiker(in)

Bewerbungen mit Foto senden Sie bitte an das Hotel Klosterbräu z.H. Hrn. Eichholzer, Thomas.

Klosterstrasse 30, A-6100 Seefeld. Tel +43 / (0)5212 / 2621-0. Fax +43 / (0)5212 / 3885

info@klosterbraeu.com. Infos unter www.klosterbraeu.com

 

Brief 3

Brief 3

Inleverdatum: 2 december 2016

 

Situation:

Du möchtest einen Nebenjob. Beim Surfen im Internet hast du die untenstehende Anzeige gefunden. Du bewirbst dich um diesen Job.

Hinweise:

  • Maak eventueel eerst aantekeningen in het klad.
  • Sla na elke alinea een regel over.
  • Gebruik ten minste 250 woorden.
  • Noteer het aantal woorden links boven in de kantlijn.
  • Verwerk de punten in de aangegeven volgorde.

 

Aufgabe:

  • Formele aspecten voor sollicitatiebrief
  • Je stelt je voor (naam, leeftijd, opleiding) en je schrijft waarom je reageert op de advertentie;
  • Je noemt enkele ervaringen met bijbaantjes en je zegt wat je ervan vond;
  • Je schrijft dat je de aangeboden baan graag wilt hebben en wat je leuk lijkt aan de baan;
  • Je schrijft dat de werktijden voor jou gunstig zijn en wat jouw bijzondere kwaliteiten zijn;
  • Je noemt een bedrag dat je wilt verdienen, je schrijft wanneer je wilt beginnen en hoelang je wilt werken;
  • Schrijf dat je hoopt op een positief antwoord.
  • Afsluiting

______________________________________________________

Anzeige: Zeitschriftzusteller

Firma:                                         ZVAG

Ansprechpartner:                       Gabriele Schlenker

Straße:                                       Boxhagener Straße 114

Plz, Ort, Land:                            10245 Berlin, Deutschland

Telefon:                                      0175 5628477

Eingang:                                     05.01.2017

Jobbeschreibung:                      Zusteller gesucht zur Verteilung abonnierter Zeitschriften in den Bezirken                                                    Lichtenberg, Treptow und Köpenick in Festanstellung oder als Ferienjob.

Austragetage:                            Mittwoch und Freitag (ca. 2 Stunden pro Liefertag)

Gehalt:                                       nach Vereinbarung

Es können nur Bewerbungen unter Angabe von Name, Adresse und Telefonnummer berücksichtigt werden.

Brief 4

Brief 4

Inleverdatum: Freitag den 9. Dezember

Situation

Du bewirbst dich um einen Job als Hotelmitarbeiter(in) des Hotels ‘Im weissen Rös’l’ in Stralsund.

Adresse: Heinrich-Heine-Ring 2, 18435 Stralsund, Deutschland.

Bezugsperson: Frau S. Hagen

 

Hinweise:

  • Maak eventueel eerst aantekeningen in het klad.
  • Sla na elke alinea een regel over.
  • Gebruik ten minste 150 woorden.
  • Noteer het aantal woorden links boven in de kantlijn.
  • Verwerk de punten in de aangegeven volgorde

 

Aufgabe:

  • Je hebt onlangs de advertentie gelezen in het Algemeen Dagblad met de vraag van Hotel Im Weissen Rös’l naar studenten die in het hotel willen werken voor de zomermaanden.
  • Je noemt je naam en je leeftijd.
  • je hebt je Havo met succes afgerond en studeert momenteel aan de Hogere Hotelschool in Maastricht.
  • Je leert hier van alles en voert alle opdrachten met veel plezier en een erg goede motivatie uit.
  • Je wil in de zomermaanden graag in het hotel werken, omdat je ook ervaring moet opdoen in het buitenland en daarbij wil je jouw kennis van het Duits graag verbeteren.
  • Je geeft aan dat je in principe op elke dag kunt werken.
  • Wacht het antwoord van het hotel af.
  • Sluit de brief passend af.

Brief 5

Brief 5

Inleverdatum: Freitag den 23. Dezember

 

Situation:

Du möchtest nächsten Sommer mit 3 Freunden/Freundinnen für eine Woche zu einem Camping in Trier. Du schreibst dem Camping einen Brief: Campingpark Treviris, Luxemburger Str. 81, 54294 Trier, Duitsland.

 

Hinweise:

  • Maak eventueel eerst aantekeningen in het klad.
  • Sla na elke alinea een regel over.
  • Gebruik ten minste 150 woorden.
  • Noteer het aantal woorden links boven in de kantlijn.
  • Verwerk de punten in de aangegeven volgorde

 

Aufgabe:

  • Vertel dat je komende zomer met 4 jongeren wil kamperen in Trier, van 14 t/m 21 juli.
  • Vraag of Camping Treviris in deze week nog plek heeft. Jullie nemen één grote tent mee en hebben geen electriciteit nodig.
  • Je hebt gelezen dat in Trier veel overblijfselen uit de Romeinse tijd bewaard zijn gebleven. Dit vinden jullie interessant en jullie willen veel bezienswaardigheden bezoeken.
  • Je wil weten of deze bezienswaardigheden te voet te bereiken zijn. Of verhuurt te camping toevallig ook fietsen?
  • Jullie komen met de trein, dus kunnen niet heel veel meenemen.
  • Vraag of er op de camping ook stadsplattegronden of andere informatie verkrijgbaar is.
  • Je wacht het antwoord af en sluit de brief netjes af.

Brief 6

Brief 6:

Inleverdatum: Freitag den 13. Januar

 

Situation:

Du hast in einer Anzeige über einen Job beim Kurhaus Alpenrose in Österreich gelesen. Dieser Job scheint dir interesant für die Sommermonate. Du schreibst einen Brief: Kurhaus Alpenrose, Kurhausstraße 20, 77031 Sils-Maria.

Bezugsperson: der Herr H. Fischer

 

Hinweise:

  • Maak eventueel eerst aantekeningen in het klad.
  • Sla na elke alinea een regel over.
  • Gebruik ten minste 200 woorden.
  • Noteer het aantal woorden links boven in de kantlijn.
  • Verwerk de punten in de aangegeven volgorde

 

 

Opdracht:

  • In de krant van 1 december  j.l. heb je vernomen, dat er bij Kurhaus Alpenrose in Oostenrijk een baan als algemeen medewerker beschikbaar is.
  • Je bent op zoek naar werk. Je werkt graag met mensen en voert het liefst verschillende taken uit. Daarom zou deze baan perfect voor jou zijn.
  • Je noemt je naam en leeftijd. Je zit in de examenklas van de Havo in Meppel. Je hoopt het eindexamen met succes af te sluiten. Na het eindexamen ga je studeren aan de Hogeschool van Utrecht.
  • Je hebt in de vakanties vaker op een camping gewerkt en hebt daar veel mensen ontvangen.
  • Je verzoekt om meer informatie over de baan en de werktijden. Je zou graag vijf achtereenvolgende dagen per 2 weken vrij willen hebben.
  • Je hebt een rijbewijs en je kunt goed Duits spreken en schrijven. Daarnaast ben je iemand die je kunt vertrouwen.
  • Je verheugt je op het antwoord en zou graag een afspraak willen maken. Je telefoonnummer is 0031 6 12345678
  • Je vraagt of meneer Fischer (= Sie) je zo snel mogelijk terug kan schrijven.

Brief 7

Brief 7

Inleverdatum: Dienstag den 17. Januar

Situation:

Du schreibst dem ‘Städtischen Arbeitsamt’ (Königsallee 4, 4200 Oberhausen) einen Brief. Diese Instanz hilft jungen Ausländern einen Job zu finden in Oberhausen und Umgebung. Für dich eine einzigartige Chance.

 

Hinweise:

  • Maak eventueel eerst aantekeningen in het klad.
  • Sla na elke alinea een regel over.
  • Gebruik ten minste 200 woorden.
  • Noteer het aantal woorden links boven in de kantlijn.
  • Verwerk alle punten in de aangegeven volgorde

 

Aufgabe:

  • Je hebt in een advertentie in de Volkskrant van 10 november j.l. gelezen, dat het ‘Städtische Arbeitsamt’ jonge buitenlanders aan een baan wil helpen, in Oberhausen zelf en in de omgeving van Oberhausen.
  • Je vermeldt naam en je leeftijd en zegt vervolgens dat je dit jaar je eindexamen zal doen.
  • Je weet nog niet precies wat je na je eindexamen wilt doen. Daarom lijkt het je wel een goed idee, een jaar in het buitenland door te brengen.
  • Omdat je kennis van het Duits en het Engels zeer goed is en ook omdat je graag met mensen omgaat, zou je het liefst in de toeristische sector willen werken.
  • Als dat niet mogelijk is, ben je ook wel tevreden met een baan in een groot warenhuis.
  • Vraag tot welke instantie je moet richten voor een verblijfsvergunning en is het bovendien nodig bepaalde verzekeringen af te sluiten?
  • Tenslotte vraag je naar een instantie, die jou kan helpen bij het zoeken naar een kamer.
  • Je hoopt spoedig antwoord te ontvangen en bij voorbaat hartelijk dank voor de moeite.
  • Sluit de brief passend af.

Brief 8

Brief 8

Inleverdatum: Freitag den 20. Januar (Achtung: per Mail, wegen 'Sportdag')

Situation:

Du bist auf der Suche nach einen herausfordernden Job für die Sommermonate, nach deinem Schulabschluss. Du bist international orientiert, deshalb möchtest du gern im Ausland arbeiten. Du bewirbst dich um einen Job bei: Kaufhaus Le Crobaq in Köln: Postfach 3033, 55668 Köln.

Bezugsperson: Walter Uhlig.

 

Hinweise:

  • Maak eventueel eerst aantekeningen in het klad.
  • Sla na elke alinea een regel over.
  • Gebruik ten minste 200 woorden.
  • Noteer het aantal woorden links boven in de kantlijn.
  • Verwerk alle punten in de aangegeven volgorde

 

Aufgabe:

  • In de Tageszeitung van 6 december j.l. heb je de advertentie gelezen van Kaufhaus Le Crobag Dit warenhuis zoekt studenten als tijdelijke hulp in de snackbar voor de maanden juni tot september 2017.
  • Je bent 18 jaar, je zit in de examenklas van de havo in Meppel en hoopt dit schooljaar eindexamen te doen.
  • Behalve in Nederland heb je in verschillende landen van de EU gewoond, waarvan 4 jaar in Duitsland. Je spreekt vloeiend Nederlands en Duits.
  • Na de zomervakantie ben je van plan bedrijfskunde te gaan studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen.
  • Je bent betrouwbaar, flexibel, kunt goed zelfstandig werken; ook werken onder grote druk is voor jou geen probleem. Je gaat graag met mensen om en je hebt veel plezier in bakken en verkopen.
  • Je zou graag een afspraak met de heer Uhlig willen maken, mits hij geïnteresseerd is. Je telefoonnummer is 0031 6 12345678
  • Je hoopt op een positieve reactie.
  • Sluit de brief passend af.

Mondeling

Mondeling Havo 5 Periode 3

In de toetsweek van periode 3 wordt je getoetst op je spreekvaardigheid, door middel van een mondeling.  Voor dit mondeling bereidt je het volgende voor:

In tweetallen: 3 gesprekken voorbereiden op het gebied van:

1: Freizeit / Nebenjob

2: Buch / Film / Games

3: Zukunftspläne / Träume

(evt. eigen afwijkend thema > in overleg met docent)

 

Zorg ervoor dat ieder gesprek ongeveer 4 minuten duurt.

Ter voorbereiding van deze gesprekken kan je gebruik maken van het document met standaardzinnen.

 

Na deze gesprekjes zal de docent nog een aantal vragen stellen over o.a.: jezelf, je familie, hobby’s, vervolgopleiding; of vragen n.a.v. opvallende zaken in de gesprekjes. Hierbij wordt je vooral beoordeeld op ‘spontaan spreken’.

In totaal duurt het mondeling 20 minuten.

Voorlezen is tijdens het mondeling uiteraard niet toegestaan. Wel mag je per voorbereid gesprek een aantal (10 a 15) steekwoorden erbij hebben, zodat je eventuele moeilijke woorden niet allemaal hoeft te onthouden.

die Aussprache

Uitspraak 1

Uitspraak 2

Thema 'Du und deine Familie'

Aufgabe 1

Erzähle anhand der folgenden Stichwörter über dich selbst:

Name - Wohnort - Alter - Haus - Geschwister - Aussehen - Hobbys

 

Aufgabe 2

Ein Gespräch über Geld. Vielleicht hast du einen Nebenjob, oder bekommst du Taschengeld.

Arbeitet zu zweit und stelle einander die folgenden Fragen?

- Womit verdienst du dein Geld?

- Wieviel Taschengeld bekommst du?

- Reicht dieses Taschengeld / Lohn?

- Was machst du mit dem Geld? / Wofür gibst du dein Geld aus?

Thema 'Meine Welt'

Aufgabe 1

Stell dir vor, du bist an einem Sommertag im Schwimmbad. Du kommst in Gespräch mit einem deutschen Jungen. Er erzählt dir folgendes über wo er wohnt und wie es da so ist.

"Also ich wohne in Essen. Das ist im Ruhrgebiet. Essen ist eine Industriestadt und hat etwa 600.000 Einwohner. Die Stadt hat zwar einige Sehenswürdigkeiten: ein Münster und einige Museen, ist aber nicht besonders schön. Trotzdem wohne ich gern da. Mir gefallen das Zentrum mit den vielen Geschäften und auch der Park, Grugapark heißt er. Na ja, vielleicht besuchst du mich ja mal und kannst es dir selber anschauen".

Jetzt bist du an der Reihe: erzähle über deine Wohnumgebung (Stadt/Dorf, wieviele Einwohner, Umgebung, Sehenswürdigkeiten, was gefällt dir, usw). Schreibe dir zuerst einige Stichwörter auf.

 

Aufgabe 2

Beschreibe dein Zimmer mit Hilfe der folgenden Fragen:

- wo im Haus?

- Größe?

- eigenes Zimmer?

- Farbe der Wände/ des Bodens?

- Möbel?

- wie oft bist du da?

- was machst du da?