Introductie
De energietoekomst van Nederland.
Je gebruikt energie als je televisie kijkt, de verwarming aanzet, een computer gebruikt, je telefoon oplaadt, meerijdt in een auto, onder de douche staat, eten kookt of thee zet. Meestal denk je er niet zo over na: energie is er gewoon als je het nodig hebt.

De meeste energie die we gebruiken komt van aardgas, steenkool en aardolie. Deze fossiele brandstoffen hebben een belangrijk nadeel: bij het gebruik van deze energiebronnen ontstaat het gas CO2 (koolstofdioxide). Als dit gas in de atmosfeer komt, draagt het bij aan de opwarming van de aarde. Verder raken steenkool, aardgas en vooral aardolie langzaam op. We zullen in de toekomst daarom steeds meer gebruik moeten maken van andere energiebronnen.
Alternatieve energiebronnen.
We zullen dus op zoek moeten gaan naar energiebronnen die niet opraken en die niet vervuilen. Welke andere energiebronnen zijn er? Wat zijn de kosten daarvan? Hoeveel energie is er eigenlijk nodig? Wat gebeurt er als we niets doen? Heeft het zin om energie te besparen? Hoe kan je dat het beste doen?
Om antwoorden op dit soort vragen te geven, gebruiken wetenschappers, bedrijven en overheden vaak rekenmodellen. Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Je kunt het gebruiken om voorspellingen te doen. Hoe beter het model aansluit bij de werkelijkheid, des te beter de voorspellingen, maar hoe moeilijker het is om te gebruiken.
In deze opdracht gaan jullie zelf aan de slag met alternatieve energiebronnen en maken daar in tweetallen een schaalmodel van.
Bekijk het filmpje eens op:
http://www.studiobiologie.nl/vmbo_ob/Thema_Mens_en_milieu/B%20Opdrachten/5%20Duurzamer%20leven/
Werkvoorbereiding
Werkvoorbereiding.
Je kunt alle energie die we nodig hebben in grofweg drie groepen verdelen.
- Elektriciteit – voor verlichting en allerlei apparaten.
- Warmte – voor verwarming van huizen en andere gebouwen, om op te koken en voor industriële processen.
- Transportbrandstoffen– brandstoffen voor auto’s, vrachtwagens, vliegtuigen en schepen. Hierbij wordt brandstof dus omgezet in beweging.
Opdracht
Maak een mindmap met als hoofdonderwerp energie. Hieronder staat een mindmap met als onderwerp “oplossingen voor de opwarming van de aarde” naar aanleiding van ons huidige energieverbruik als we door blijven gaan met energie gebruiken en opwekken zoals nu het geval is.

De mindmap van jullie hoeft niet voorzien te zijn van plaatjes maar het maakt het wel wat duidelijker. Kleuren gebruiken is wel handig om de verschillende takken uit elkaar te houden.
Teken hieronder jullie mindmap.
Laat jullie mindmap aan de docent zien en vul deze eventueel aan. Als de docent tevreden is met jullie werk, gaan jullie een onderwerp voor jullie opdracht kiezen. Doe dit in onderling overleg zodat we geen twee dezelfde modellen krijgen.
Tips vind je op http://edu.quintel.com/lessenserie-energietransitie/
http://www.kennisnet.nl/themas/duurzame-school/duurzaam-vo/
Ontwerp
Ontwerp
Wij hebben als onderwerp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . gekozen.
Maak nu een schets van het model wat jullie er van gaan maken.
Denk daarbij aan de volgende zaken:
- Afmetingen, hoe groot wordt jullie model?
- Materialen, wat heb je allemaal nodig?
- Tijd, hoe lang denken jullie bezig te zijn met het model?
- Kosten, wat gaat jullie model kosten aan materialen?
- Taken, verdeel het werk eerlijk onder elkaar.
- Werking, wat verwachten jullie van de opbrengst?
Teken hieronder jullie schets inclusief de maten.
Als jullie schets klaar is, vul dan op de volgende bladzijde het lijstje in met materialen die je nodig denkt te hebben.
Voorbeelden en extra informatie
Materiaalkosten
Materiaalkosten
Maak een overzicht van de materiaalkosten. Vul onderstaand schema in en bereken de totaalprijs. Let op of de prijzen inclusief of exclusief BTW zijn.
Vergeet niet om materiaalsoort te vermelden bij de omschrijving!!!
Omschrijving
|
Maten
|
Aantal
|
Prijs
|
|
|
|
€
|
|
|
|
€
|
|
|
|
€
|
|
|
|
€
|
|
|
|
€
|
|
|
|
€
|
|
|
|
€
|
|
|
|
€
|
|
|
|
€
|
|
|
|
€
|
|
|
|
€
|
|
|
|
€
|
|
|
|
|
|
BTW 21%
|
€
|
|
Totaal
|
€
|
Geef de benodigde materialen op tijd door aan de docent zodat hij deze kan bestellen voor de volgende les. Als hij geen bestelling krijgt, kunnen jullie dus ook niet voorruit met jullie opdracht!
Jullie kunnen de bestelling op papier aanleveren of via e-mail sturen naar:
e.voncken@citaverde.nl
Praktische uitvoering
Praktische uitvoering.
Nadat jullie schets goedgekeurd is door de docent en jullie materialen besteld zijn, kan ieder tweetal de opdracht gaan uitvoeren. Hieronder staan enkele tips:
- Help elkaar, verdeel het werk eerlijk.
- Als je even niet vooruit kunt, ga je alvast verder met een ander onderdeel.
- Gebruik alléén het materiaal dat de docent je geeft of vraag toestemming om andere materialen te gebruiken.
- Aftekenen is héél belangrijk, zo voorkom je dat je materiaal verknoeid.
- Boren en zagen, werk scherpe randjes weg om verwondingen te voorkomen.
- Maak eerst alle onderdelen op maat voordat je het model in elkaar gaat zetten, nu kun je nog gemakkelijk wat veranderen of aanpassen.
- Vraag tijdig hulp als iets niet lukt of als het resultaat niet gehaald wordt.
- Denk ALTIJD aan de VEILIGHEID!!!
Testen
Als jullie model zo ver klaar is, kunnen jullie het in overleg met de docent gaan testen of het werkt zoals jullie dat bedacht hadden. Mocht het niet zo goed werken, dan heb je nog de kans om iets aan te passen.
Presenteren
Als alle werkstukken klaar zijn, gaan jullie deze aan elkaar presenteren. Vertel iets over de volgende onderwerpen:
- waarom jullie dit onderwerp hebben gekozen.
- demonstreer hoe jullie model werkt.
- kan het resultaat beter worden op een andere manier?
- zijn jullie tevreden over het resultaat?, leg uit waarom wel/niet.
- hoe zou jullie idee in werkelijkheid op school toegepast kunnen worden?
Evaluatie vragen
Beantwoord de volgende vragen voor de evaluatie.
- Voor welke activiteiten wordt in Nederlandse huishoudens de meeste elektriciteit gebruikt? Zet een 1 voor de grootste elektriciteitsverbruiker, een 2 voor de daaropvolgende, enzovoort.
- ___ Koelkasten
- ___ Koeling
- ___ Koken
- ___ Media (computers, televisies, stereo-installaties en dergelijke)
- ___ Schoonmaken
- ___ Verlichting
- ___ Verwarming, warm water.
- Bij deze opdracht zag je dat verwarming van huizen heel veel energie kost. Toch staat verwarming bij vraag 1 niet heel hoog. Hoe kan dat?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
- Energie in scholen, kantoren en andere gebouwen gaat vooral naar verwarming en verlichting. Welke van deze twee kost de meeste energie?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
- Kernenergie is goedkoop en produceert geen CO2. Toch heeft kernenergie nadelen. Noem één nadeel van kernenergie.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
- Noem één ding dat je moeilijk vond aan deze opdracht.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
- Wat zou je de volgende keer anders doen?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
- Welk onderdeel van alternatieve energie vond je het leukste en waarom?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beoordeling
- Eigen beoordeling. Vul onderstaande tabel in voor jouw werkzaamheden.
Checkpunten werkzaamheden
|
Ja
|
Nee
|
Toelichting
|
Je houdt je aan afspraken
|
|
|
|
Er is serieus gewerkt
|
|
|
|
Samenwerking ging goed
|
|
|
|
Taakverdeling was goed
|
|
|
|
Ons model werkt goed
|
|
|
|
Gegevens verzamelen ging goed
|
|
|
|
Gegevens verwerken ging goed
|
|
|
|
Je bent tevreden over de opdracht
|
|
|
|
Beoordeling door medeleerling, naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . klas: . . . . .
Checkpunten werkzaamheden
|
Ja
|
Nee
|
Toelichting
|
Hij/zij houdt zich aan afspraken
|
|
|
|
Er is serieus gewerkt
|
|
|
|
Samenwerking ging goed
|
|
|
|
Taakverdeling was goed
|
|
|
|
Ons model werkt goed
|
|
|
|
Gegevens verzamelen ging goed
|
|
|
|
Gegevens verwerken ging goed
|
|
|
|
Je bent tevreden over de opdracht
|
|
|
|
Als jullie elkaars werk beoordeelt hebben, gaan jullie de competenties invullen op de volgende bladzijde.
Competenties
Leerling zelf Naam:___________________________ Klas:______
12. Hoe leer ik?
|
Beginner
|
Geoefend
|
Gevorderd
|
Expert
|
Ik kan leren van mijn fouten
|
|
|
|
|
Ik ken mijn eigen vaardigheden
|
|
|
|
|
Ik ken mijn eigen interesses
|
|
|
|
|
Ik kan informeren naar toekomstmogelijkheden
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
18. Hoe ga ik om met druk en tegenslagen?
|
Beginner
|
Geoefend
|
Gevorderd
|
Expert
|
Ik kan omgaan met druk
|
|
|
|
|
Ik kan omgaan met tegenslagen
|
|
|
|
|
Ik kan omgaan met kritiek
|
|
|
|
|
Medeleerling Naam:___________________________ Klas:______
12. Hoe leert de leerling?
|
Beginner
|
Geoefend
|
Gevorderd
|
Expert
|
De leerling kan leren van fouten
|
|
|
|
|
De leerling kent zijn eigen vaardigheden
|
|
|
|
|
De leerling kent zijn eigen interesses
|
|
|
|
|
De leerling kan informeren naar toekomstmogelijkheden
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
18. Hoe gaat de leerling om met druk en tegenslagen?
|
Beginner
|
Geoefend
|
Gevorderd
|
Expert
|
De leerling kan omgaan met druk
|
|
|
|
|
De leerling kan omgaan met tegenslagen
|
|
|
|
|
De leerling kan omgaan met kritiek
|
|
|
|
|
Terugblik door medeleerling of docent
Beantwoord deze vraag, nadat de praktijkopdracht is beoordeeld. Wat zijn volgens de medeleerling of docent aandachtpunten voor een volgende keer?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .