Inleiding
In de leerlijn huishoudkunde richt je je vooral op vaardigheden op het gebied van de maaltijdverzorging. De leerlijn huishoudkunde in leerjaar 1 bestaat uit vier dagdelen van drie uur in vier aaneengesloten weken in een halve klas. Het koken van een gewone, gezonde dagelijkse maaltijd staat centraal. Dat doe je in de keuken in de hoek van de kantine. Hier mag je wat je gekookt hebt, ook lekker (?) zelf opeten.
Waarom is het belangrijk om te leren koken? In de zorg, bv. op een leefgroep of in een kleinschalige woonvorm, wordt vaak gezamenlijk gekookt. De eetmomenten zijn een belangrijke manier voor het indelen van de dag en een onderdeel van de dagbesteding. Want om te kunnen gaan eten, moet je …
… nadenken over het menu,
… boodschappen doen
… afgesproken worden wie wat klaar maakt,
… de tafel dekken
… een goede sfeer creëren tijdens het eten
… en na het eten alles weer opruimen en schoonmaken…..
Naast het koken zelf wordt ook aandacht besteed aan de vaardigheden die er mee samenhangen, zoals het kunnen samenstellen van een gezonde maaltijd binnen een redelijk budget, hygiënisch en veilig werken, plannen van je werkzaamheden, het serveren van eten en drinken en natuurlijk afwassen en schoonmaken. Hierbij leer je ook om te gaan met allerlei keukenapparatuur en materialen/middelen. De hierbij horende theorie krijg je bij het vak Dagbesteding.
HHK1 Zorg voor de woning, voeding & maaltijd van cliënten
Les 1
1) Gezonde voeding en hygiëne
- Bereiden van een gezonde maaltijd volgens de schijf van 5.
- Schoonmaken en afwassen volgens de juiste richtlijnen.
- Verzorgen van wasgoed.
Wat is de basis van gezonde voeding? Vele verschillende hypes volgen elkaar op en het lijkt soms lastig om te weten wat nu eigenlijk het beste voor ons is.
Iedereen heeft tegenwoordig een mening over voeding en over wat gezond is en wat niet. Dit zijn vaak meningen waarvan de één beter onderbouwd is dan de ander, maar in veel gevallen leidt het bij veel mensen tot verwarring.
Hoewel er uiteraard goede en minder goede keuzes zijn, kun je eigenlijk onmogelijk bepalen of een product goed of slecht is, zonder te kijken naar iemand zijn volledige voedingspatroon. Een vette hap is namelijk niet meteen slecht voor je en een paar blaadjes sla op je bord maken het nog geen gezonde maaltijd.
Daarnaast kan iets relatief ‘gezonds’, zoals een hand ongebrande noten of een snee volkoren brood, behoorlijk ‘ongezond’ uitpakken voor iemand met een allergie of een intolerantie.
Het is dus niet altijd even eenvoudig om precies te weten wat gezonde producten zijn en wat niet en het hangt dus ook sterk af van de persoon. We kunnen echter wel een aantal algemene richtlijnen geven als het gaat om ‘gezonde/ongezonde producten’.
Les 2
2) Eten uit andere culturen en kostprijzen
- Bereiden van gerechten uit andere culturen.
- Inkopen van ingrediënten.
- Berekenen van de kostprijs.
Niet iedereen in de wereld zet hetzelfde op tafel. In het ene land houden ze veel van pasta, in het andere land meer van rijst. Ook Nederlandse gezinnen eten lang niet allemaal dezelfde maaltijden.
Al zijn veel Nederlanders dol op aardappelen, groente en vlees. Die combinatie heeft zelfs een eigen afkorting: AGV. Ook typisch Nederlands: een boterham met kaas.
Elk land heeft traditionele recepten. Zo heb je de Franse ‘keuken’ met quiches, ratatouille, veel vleesgerechten en typische toetjes als crème brûlée of chocolade mousse. De Chinese keuken is weer helemaal anders. In die gerechten zitten veel meer kruiden en smaken vaak ook pittig. In de Surinaamse en Marokkaanse keuken wordt veel vis gegeten. En in Turks eten zit veel fruit en peulvruchten.
Mensen in Nederland met een andere culturele achtergrond maken vaak andere recepten dan aardappels, groente en vlees. Ze koken in de traditie van hun land. Ze houden soms rekening met hun geloof, waardoor ze bijvoorbeeld geen varkensvlees eten. Ook eten ze groenten die in Nederland niet zo bekend zijn. Zoals bitawiri, wat een Surinaamse bladgroente is, of kousenband, een soort sperziebonen. Wel eens van Ayran gehoord? Dat is een populair Turks yoghurtdrankje.
Les 3
3) De Nederlandse keuken en duurzaam eten.
- Bereiden van een Hollandse maaltijd.
- Bewust omgaan met voedsel en milieu.
De Nederlandse keuken is met name geïnspireerd door het landbouw- en veeteeltverleden van Nederland. Alhoewel de keuken per streek kan verschillen met specifieke producten, is er een aantal typisch Nederlandse gerechten en ingrediënten. Nederlandse gerechten zijn vaak stevig en voedzaam, afgestemd op de overwegend fysieke werkzaamheden die de Nederlander in het verleden deed.
De Nederlandse keuken staat open voor invloeden van buitenaf. Aan het koloniale verleden zijn veel gerechten met een Indische of Surinaamse oorsprong ontleend.
De typisch Nederlandse maaltijd bestaat meestal uit een combinatie van aardappels, groenten en vlees (al dan niet in de vorm van een stamppot), een maaltijdsoep of pannenkoeken.
Duurzaam eten
De productie van voedsel vraagt veel van de wereld. 20 tot 35% van de milieubelasting en van de uitstoot van broeikasgassen komt door de productie en consumptie van voedingsmiddelen.
Eten volgens de Schijf van Vijf geeft duurzaamheidswinst ten opzichte van het huidige voedselpatroon van de gemiddelde Nederlander. Door in de supermarkt zo bewust mogelijk te kiezen kan die winst verder verhoogd worden, tot wel de helft van de milieudruk van ons eten.
Duurzamer eten doe je in de eerste plaats door minder te eten, dus niet meer dan je nodig hebt. Ook helpt het om minder te kiezen voor milieubelastende dierlijke eiwitrijke producten, zoals vlees en kaas. Een voedselpatroon zonder of met minder vlees geeft een lagere milieubelasting. Kies bij voorkeur voor producten met keurmerken op het gebied van dierenwelzijn, eerlijke handel, natuur, milieu en herkomst.
Les 4
4) Vegetarische gerechten, diëten en allergieën
- Bereiden van een vegetarisch gerecht.
- Bewust van diëten en allergieën.
Gezond eten zonder vlees of met minder vlees is niet moeilijk. Ook zonder vlees eet je volgens de Schijf van Vijf. Daarbij let je erop dat je genoeg eiwit, ijzer, vitamine B1 en vitamine B12 binnenkrijgt. Dit zijn voedingsstoffen die je vindt in vlees, maar ook in andere producten.
Vleesvervangers leveren een aantal voedingsstoffen die veel in vlees zitten. Vleesvervangers passen in een eetpatroon met minder of geen vlees.
Eigenlijk is de term vleesvervanger niet juist. Het gaat namelijk om producten die gelijkwaardig zijn aan vlees. Ze staan samen met vlees in de Schijf van Vijf. Daarom praat het Voedingscentrum liever over goede vegetarische keuzes.
In een goede vegetarische keuze zit eiwit, ijzer, vitamine B1 en/of vitamine B12. Daarnaast vindt het Voedingscentrum dat een goede vegetarische keuze een meer duurzame keuze moet zijn dan vlees. Voorbeelden zijn eieren, peulvruchten, soja en noten. In ontwikkeling is het gebruik van wieren, algen, insecten en kweekvlees.
Met een dieet wordt vaak een methode om af te vallen bedoeld. Een energiebeperkt dieet ofwel afvaldieet is een voorgeschreven eetpatroon dat gewichtsverlies als doel heeft.
Diëten.
Aan veel bekende afvaldiëten kleven nadelen. Het Voedingscentrum adviseert gewicht te verliezen door een gezond en volwaardig eetpatroon.
Het begrip ‘dieet’ houdt meer in dan gewicht verliezen (energiebeperkt dieet). Het zijn leefregels om het eetpatroon aan te passen. Er zijn ook andere diëten, zoals bijvoorbeeld een zoutarm dieet voor mensen met een verhoogde bloeddruk.
Allergieën
Bij een voedselallergie zoals bijvoorbeeld notenallergie worden de klachten veroorzaakt door een reactie van het afweersysteem op specifieke voedingsmiddelen. Het lichaam maakt hierbij antistoffen tegen bepaalde eiwitten in voedingsmiddelen. Voedselallergie komt wereldwijd voor. In Nederland komt voedselallergie ongeveer bij 2 à 3% van de volwassenen voor en bij ongeveer 8% van alle kinderen. Het komt bij zuigelingen en jonge kinderen dus vaker voor dan bij volwassenen. Dit komt doordat de darmen nog niet volledig ontwikkeld zijn. Hierdoor kunnen eiwitten in de voeding niet volledig afgebroken worden. Deze grotere eiwitdeeltjes kunnen een allergische reactie veroorzaken.
HHK2 Wonen en huishouden organiseren met/voor cliënten