Hoe bedoel je?

Hoe bedoel je?

Introductie

Het is  niet altijd direct duidelijk wat er met een bepaald woord of een bepaalde zin bedoeld wordt!

Soms hebben woorden en zinnen een dubbele betekenis. Een woord met een dubbele betekenis noemen we een homoniem. Zo'n homoniem kan ook zorgen voor een dubbele betekenis van een zin.

De betekenis van een zin kan ook onduidelijk zijn door de woordvolgorde. De woorden staan dan zo bij elkaar, dat de zin meerdere betekenissen kan hebben. 

Figuurlijk taalgebruik kan ook zorgen voor onduidelijkheid, omdat er meestal iets anders wordt bedoeld dan er staat.

 

Met deze onduidelijkheden in taal gaan we nu aan de slag.

 

Doel van de opdrachten

1. Je leert wat homoniemen zijn.

2. Je leert welk effect homoniemen kunnen hebben op de betekenis van een zin.

3. Je leert welk effect woordvolgorde kan hebben op de betekenis van een zin.

4. Je leert wat figuurlijke taal is.

 

Aan de slag

De opdrachten zijn verdeeld in 4 onderdelen.

Je leest steeds van elk onderdeel de korte theorie en de instructie. Vervolgens ga je de opdrachten maken.

Als je alle opdrachten van de 4 onderdelen gemaakt hebt, krijg je een korte toets, zodat je kunt zien of je de stof begrepen hebt en al een beetje beheerst.

We doen steeds twee onderdelen in een blokuur en als je de opdrachten nog niet afhebt tijdens de les, maak je ze thuis af. Ze zijn te vinden op Its Learning (de elo van school). De toets maken we als iedereen de stof heeft afgerond en we in de les de moeilijkheden hebben besproken.

Heel veel plezier en succes gewenst bij het werken aan de opdrachten!

Onderdeel 1

Homoniemen zijn woorden die meer dan één betekenis hebben. Zoals bijvoorbeeld het woord bord. Dat kan een rond voorwerp zijn om van te eten, maar ook een rechthoekig voorwerp dat voor de klas hangt en waar op geschreven wordt. Het kan ook nog iets zijn (rond, vierkant of driehoekig) dat in het verkeer gebruikt wordt om een regel mee aan te geven. 

Of het woord bank. Dat kan een voorwerp zijn om op te zitten, of een gebouw waar je financiële zaken regelt.

 

Opdracht

Onderdeel 2

Zoals je in bij de vorige opdracht gezien hebt, is het vaak duidelijk welke betekenis een woord heeft. dat kun je uit de rest van de zin afleiden. Dat is echter niet altijd het geval. Lees onderstaande zin maar eens:

Wassen Maxima populair bij toeristen.

Het woord wassen is een homoniem, waardoor deze zin twee betekenissen kan hebben:

1. Toeristen vinden het leuk om Maxima te wassen.

2. Veel toeristen gaan het wassen beeld van Maxima in Madame Tussaud bekijken.

In dit geval is de juiste betekenis van de zin de tweede! 

Je ziet dit soort korte zinnen vaak als krantenkoppen. 

 

Opdracht

Meer zien?

Als je het leuk vindt om nog meer voorbeelden te zien van homoniemen in zinnen, kun je bij het volgende bestand kijken. Het is geen oefenmateriaal meer, maar gewoon een extraatje! Kijk maar eens samen met een klasgenoot of je de homoniemen in de zinnen kunt vinden.

Hoe gaat het?

Je hebt nu de eerste twee onderdelen afgerond. Praat met je buurman of buurvrouw over de dingen die je gemakkelijk of moeilijk vond. Schrijf dingen op die nog niet duidelijk zijn, daar gaan we straks in de les dan nog even over praten.

Onderdeel 3

Niet alleen homoniemen kunnen zorgen voor verwarring als het gaat om de betekenis van een zin. De volgorde waarin de woorden in een zin staan (woordvolgorde) kan ook zorgen voor verwarring.

Lees de volgende zin maar eens:

Politie achtervolgt man met pistool.

 

Heeft de politie hier een pistool en achtervolgt ze daarmee de man? Of achtervolgt de politie een man die een pistool heeft?

Als je de woordvolgorde verandert, wordt het duidelijker, kijk maar.

Politie achtervolgt met een pistool de man  =  de politie heeft een pistool, de man niet.

 

Opdracht

Onderdeel 4

Wat heb je tot nu toe gezien?

  • Homoniemen kunnen zorgen voor verwarring.
  • Woordvolgorde kan zorgen voor verwarring.

Er is nog iets wat kan zorgen voor verwarring, omdat je niet precies begrijpt wat er bedoeld wordt namelijk....

Figuurlijke taal = 

Soms wordt er iets gezegd wat niet letterlijk zo bedoeld is.

Veel gezegdes en uitdrukkingen die we in Nederland gebruiken horen bij figuurlijke taal!

 

 

 

Kijk maar eens naar het volgende filmpje

Opdracht

Opdracht

Je hebt zojuist hopelijk de goede tekst bij elke afbeelding gezet. De afbeeldingen geven de tekst letterlijk weer, maar die tekst is natuurlijk niet letterlijk bedoeld!

Niemand heeft echt zo'n gat in zijn hand of klimt op een ladder naar de maan.

Maar wat betekenen die uitdrukkingen dan wel? Dat ga je in de volgende opdracht uitzoeken! 

Opdracht

Zojuist heb je geoefend met uitdrukkingen. Nu gaan we nog een oefening doen met spreekwoorden. 

Spreekwoorden zijn vaste uitdrukkingen, met een vaste betekenis. Zoals bijvoorbeeld:

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.

Dat betekent dat het nergens zo goed is als thuis!

Ga naar de volgende opdracht om te kijken of je een paar van die bekende spreekwoorden kent!

Opdracht

Opdracht

Nu komt de laatste opdracht! Je hebt de juiste woorden in de spreekwoorden ingevuld, nu gaan we kijken of je weet wat de spreekwoorden betekenen.

Meer zien?

Als je het leuk vindt om nog meer te doen met spreekwoorden, kijk dan naar onderstaande kleurplaat. Daarop staan een heleboel spreekwoorden letterlijk afgebeeld. Kun je er een aantal vinden? Zoek samen met een klasgenootje. Dit is geen oefenmateriaal meer, maar gewoon een extraatje.

Hoe gaat het?

Je hebt nu de laatste twee onderdelen afgerond. Praat met je buurman of buurvrouw over de dingen die je gemakkelijk of moeilijk vond. Schrijf dingen op die nog niet duidelijk zijn, daar gaan we straks in de les dan nog even over praten.

Toets

Toets: Weet je wat er bedoeld wordt?

Start

  • Het arrangement Hoe bedoel je? is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Carla Reijners Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-05-05 12:31:51
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Oefenprogramma voor figuurlijke taal en meerduidigheid in taal.
    Leerniveau
    VMBO theoretische leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Begrippenlijst en taalverzorging;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    figuurlijke taal; homoniemen; meerduidigheid;

    Bronnen

    Bron Type
    Kijk maar eens naar het volgende filmpje
    http://www.npo.nl/man-bijt-hond/10-10-2012/NCRV_1554375/POMS_NCRV_122386
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Weet je wat er bedoeld wordt?

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.