1V - Het geluk in Europa

A Inleiding

Hierboven zie je een aantal krantenkoppen.

De komende lessen houd je je bezig met het onderwerp geluk in Europa.
Vragen die je hierbij kunt stellen zijn:

  • wat is geluk?
  • wat maakt iemand gelukkig?
  • hoe meet je gelukkig zijn?
  • hoe gelukkig voelt men zich in andere Europese landen?
  • waardoor is men in het ene land gelukkiger dan in het andere land?

 

Dit ga je doen

Ga naar Showbie.

Je vindt daar een overzicht van de fases en stappen die jij, vaak alleen, maar soms samen met je groepje, moet doorlopen bij deze opdracht en wat voor producten je/jullie daarbij moeten produceren.

 

 

 

Planning en beoordeling

Hieronder kun je een grove planning opnemen die de leerlingen als uitgangspunt kunnen nemen. Dit valt dan ook als checklist te gebruiken en biedt structuur.

Datum Wat doen
9-13 mei  
17-20 mei  
23-27 mei  

 

Beoordeling

De opdracht beoordelen we aan de hand van één of meerdere rubrics. Deze zijn bij voorkeur van tevoren bekend. Naar keuze kan dit een 'holistische', 'analytische' of 'single point'-rubric zijn. Bekijk meer informatie over deze rubrictypes.

 

1 Wat is geluk voor jou

Opdracht 1.1 (klassikaal):
Het project wordt geïntroduceerd en het stappenplan (de 'weg naar geluk') wordt besproken. Een onderdeel hiervan is ook dat er groepjes worden gevormd. Dat gaat als volgt: er zijn drie verschillende kleuren. Iedereen krijgt van ons een kleur toebedeeld. Daarna mag je zelf een groepje samenstellen waar alledrie de kleuren in vertegenwoordigd zijn. Vanwege het aantal leerlingen zal 1v1 twee duo's hebben.

 

Opdracht 1.2 (individueel):
Maak een collage over geluk. Laat aan de bovenkant zien hoe geluk volgens jou eruit ziet en meer naar onderen wat er voor nodig is om dit geluk te kunnen ervaren. Neem hiervoor maximaal 20 minuten de tijd en stel een timer in. Werk met beelden en gebruik niet al teveel tekst.

 

Opdracht 1.3 (samen en individueel):
Nadat je een collage hebt gemaakt, bekijk je in je groepje elkaars collages. Neem er even de tijd voor en stel vragen aan elkaar. Wat bedoelen je groepsgenoten met de beelden die ze hebben gebruikt? 
Pas je collage daarna nog aan op basis van wat je bij anderen gezien of gehoord hebt. Neem hiervoor ongeveer 10 minuten. Bewaar je collage als afbeelding op je iPad.

 

Opdracht 1.4 (samen en individueel):
Ga erop uit met je groepje uit de vorige opdracht om te weten te komen hoe andere mensen tegen geluk aankijken. Stel ze vragen over wat geluk is en wat er voor nodig is om gelukkig te zijn. Bevraag dit bij zeker 15 mensen, zo verschillend mogelijk qua leeftijd en dergelijke.
Zorg ervoor dat ieder zijn eigen verslag hiervan maakt. Dit mag op een manier die je prettig vindt: getypt, geschreven, met een voicerecorder, etc. Het resultaat gebruik je voor je volgende opdracht.

Voice Recorder app (app store)
Dit is een linkje naar een handige voice recorder-app die je gratis kunt downloaden.

Opdracht 1.5 (individueel):

Schrijf, alsof je columnist bent, een beschouwing over geluk. Verwerk in dit stuk:

  • Je eigen ‘gelukkigste’ moment uit je leven (zou een goed begin kunnen zijn)
  • Wat geluk volgens jou is
  • Wat de voorwaarden zijn om gelukkig te zijn
  • Wat geluk volgens anderen is (het is leuk om hier met een paar letterlijke uitspraken te werken)
  • Wat volgens anderen de voorwaarden zijn om gelukkig te zijn
  • Hoe we ervoor kunnen zorgen dat iedereen zich gelukkig kan voelen

Je werkt dit uit in ongeveer 500 woorden. Je mag hier licht van afwijken. Lever je beschouwing, samen met je collage, in op Showbie als PDF in één document. Naast de inhoudelijke onderdelen kijken we goed naar de opbouw van je verhaal, de zinsopbouw, spelling en interpunctie. Maak je beschouwing origineel en prettig leesbaar.

Weet je niet goed wat een beschouwing is? Check dit dan in je basisboek Nederlands.

2 Een gelukskunstwerk

3 Aardrijkskundig geluk

Stap 3.1: Op een onbewoond eiland

Stel: jij maakt samen met alle leerlingen uit je klas een bootreis over de oceaan. Jullie schip komt in een woeste storm terecht en zinkt zo snel dat er geen noodsignaal kan worden uitgezonden. Het lukt alleen jou en je klasgenoten om in een reddingboot te ontkomen aan de ramp.
Na dagen dobberen spoelen jullie met z’n allen aan op een onbewoond eiland dat op geen enkele kaart staat aangegeven. De zomers zijn er warm en droog; de winters nat en guur. Omdat de buitenwereld ervan uitgaat dat het schip met man en muis is vergaan, wordt er niet naar overlevenden gezocht.
Pas na tien jaar worden jullie bij toeval ontdekt.
Alle tv-zenders brengen het verbijsterende nieuws: jullie hebben niet alleen het avontuur overleefd, maar ook nog eens een goed functionerende mini-samenleving opgebouwd.

Opdracht 3.1.1 (samen): 

Bespreek met je groepje wat jullie allemaal moeten doen en regelen om dat voor elkaar te krijgen.
Maak hiervan een schematisch overzicht en bewaar dit op je iPad.

A: Begin met de zaken die jullie op de allereerste dag, de dag van het aanspoelen op het eiland, moeten organiseren om de komende paar weken te overleven; welke stappen en in welke volgorde.

B: Denk vervolgens na over alles wat jullie daarna voor elkaar moeten krijgen om de komende winter door te komen; welke stappen en in welke volgorde.

C: Denk vervolgens na over alles wat daarna geregeld moet worden om een samenleving te krijgen waarin iedereen zich (redelijk) gelukkig voelt; welke stappen en in welke volgorde.

 

Stap 3.2: De piramide van behoeften van de mens

In  1943 publiceerde Abraham Maslow een volgorde van behoeften van de mens, weergegeven in een piramide. In deze piramide staat 'alles' wat een mens nodig heeft. De behoeften die onderin de piramide staan moeten eerst vervuld worden, voordat behoeften die hoger in de piramide staan aan bod komen.

Opdracht 3.2.1 (individueel):
A: Neem de piramide over en noteer rechts alle onderdelen van het overzicht dat jullie bij de vorige opdracht gemaakt hebben op de juiste plaats.
B: Misschien heb je, na het zien van de piramide, nog meer ideeën gekregen. Noteer die links van de piramide.

Stap 3.3: Gelukzoekers

Volgens de piramide van Maslow hebben mensen allerlei behoeften.
Het geluk wordt voor een groot deel bepaald door de mate waarin in die behoeften wordt voorzien. Als mensen op zoek gaan naar die behoeften, zijn ze dus eigenlijk gelukzoekers.

De term gelukzoeker heeft tegenwoordig vaak een negatieve betekenis.

Opdracht 3.3.1 (individueel): Zoek de negatieve betekenis van het woord gelukzoeker op.


In de tekst hieronder wordt een andere betekenis gegeven aan het woord gelukzoeker.

Opdracht 3.3.2 (individueel): Lees de tekst; wie bedoelt de schrijver met gelukzoekers?

 

Wie is hier de gelukzoeker?

Daar ga je dan. Moedig stap je de veel te kleine boot in. De oorlog in Syrië heeft je familie verscheurd.
Je dorp is kapotgeschoten. Alles waar je voor leefde ben je kwijtgeraakt. Je laatste centen geef je uit aan deze tocht. Op hoop van zegen stap je op de boot. Je schip kan vergaan, maar je hebt geluk. Jouw boot bereikt de kusten van Europa.
Als je dit weet te overleven, als je geen cent meer te makken hebt, noemen wij jou een gelukzoeker. Een term die gedegradeerd is tot scheldwoord. Met gelukzoekers worden immers vluchtelingen bedoeld die naar Nederland komen in de hoop op een beter leven.

 

Heel Nederland trekt er de komende maanden op uit om hun geluk aan de Zuid-Europese stranden te beproeven.
En zwem je lekker in de Middellandse Zee, dan is er een vrij grote kans om een boot vol gelukzoekers tegen te komen. Dat wil je niet. Want op vakantie moet het fijn zijn. We moeten genieten. Niet geconfronteerd worden met de realiteit van deze wereld. Dus je wil geen trieste mensen tegen komen die uit zee worden gevist. Daar wil je je vakantie niet door laten verzieken.
Ook mijn koffer staat ondertussen gepakt. Ook ik ga op vakantie. Bijkomen en uitrusten van een druk jaar. Zon, zee en strand. Met minder neem ik dit keer geen genoegen. Kosten noch moeiten worden gespaard.

 

Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik mij afvraag:
Wie is hier de echte gelukzoeker?
Zijn we dit niet allemaal?
Willen we niet allemaal het beste uit ons leven halen?
Willen we niet allemaal welzijn en welvaart?

Wat is het verschil tussen ons en de de mensen die aankomen op de stranden van Zuid-Europa?

Vrij naar: Leendert Kanselaar

Stap 3.4: Welzijn < > welvaart

Welzijn en welvaart zijn begrippen die vaak naast elkaar gebruikt worden.
Soms gaan ze samen, maar soms zijn ze ook tegengesteld aan elkaar.

Opdracht 3.4.1 (individueel): Bekijk de plaatjes hieronder.
Welke titel hoort bij de linker afbeelding en welke bij de rechter?
Gebruik de woorden welzijn en welvaart.

 

 

Opdracht 3.4.2 (individueel): Maak de definities af:
Welzijn = de mate waarin in de .................. behoefte wordt voorzien.
Welvaart = de mate waarin in de .................. behoefte wordt voorzien.

 

Opdracht 3.4.3 (samen): Gebruik van GB 54 de kaarten 74 t/m 93 of van GB 53 de kaarten 74 t/m 94.
Blader de atlas door en schrijf de titel op van drie kaarten die met welzijn te maken hebben en drie kaarten die met welvaart te maken hebben.

4 Inzoomen op landen

5 Geluk vergelijken

Stap 5.1: Knikkers

Doel van Stap 5 (samen): Jullie onderzoeken de verschillen en overeenkomsten in welzijn en welvaart tussen jullie drie Europese landen. Dit doen jullie aan de hand van kenmerken en verschijnselen (voor het gemak noemen we ze 'knikkers') die je uit een aantal bronnen (voor het gemak noemen we ze 'knikkerbakken') haalt. 
Aan het eind van Stap 5 zijn jullie in staat een, met argumenten onderbouwd, antwoord te geven op de vraag:
"In welk van 'onze' drie landen is men het meest gelukkig en in welk van 'onze' drie landen het minst".

 

Houd rekening met de volgende zaken:

  • de 'knikkers' staan door elkaar; de volgorde zegt niets over het belang van het onderwerp
  • is de 'knikker' objectief meetbaar, zodat er op de juiste manier vergeleken kan worden?
  • geeft de 'knikker' een aanwijzing over welzijn, of juist welvaart of over beide of over geen van beide?
  • geeft de 'knikker' ook een aanwijzing over geluk / gelukkig zijn?
  • zijn er ook 'knikkers' bij die je tot nadenken aanzetten doordat ze origineel zijn of op een niet-voor-de-hand-liggende wijze landen vergelijken?

Stap 5.2: Knikkerbak 'World Factbook'

Hoewel The World Factbook een Amerikaanse website is, kun je deze uitstekend gebruiken om Europese landen met elkaar te vergelijken.

Opdracht 5.2.1 (samen): Hieronder zie je allerlei 'knikkers'; kies er vier tot zes die jullie voor je vergelijking gaan gebruiken.


Environment - current issues
Natural hazards
Land use
Natural resources
Ethnic groups
Age structure
Mother's mean age at first birth
Health expenditures
Hospital bed density
Drinking water source
Sanitation facility access
Education expenditures
School life expectancy (primary to tertiary education)
Unemployment, youth ages 15-24
Government type
Economy - allerlei onderwerpen
Communications - allerlei onderwerpen
Transportation- allerlei onderwerpen
Military expenditures

Opdracht 5.2.2 (individueel: ieder in jullie groep gaat 'knikkers' opzoeken van haar/zijn 'eigen' land)
Klik op de afbeelding en ga via 'please select a country to view' naar het land van jouw keuze. Zoek de verschillende 'knikkers' op en verwerk deze informatie op een overzichtelijke manier.
Opdracht 5.2.3 (samen): Voeg jullie gevonden informatie samen en werk de overeenkomsten en verschillen tussen 'jullie' landen overzichtelijk uit.

Stap 5.3: Knikkerbak 'Europese statistiek'

Via diverse Europese websites kun je natuurlijk ook heel veel informatie vinden.

Opdracht 5.3.1 (samen): Hieronder zie je allerlei 'knikkers'; kies er vier tot zes uit die jullie voor je vergelijking willen gebruiken.

 

Europa Nu
allerlei onderwerpen

Europese Unie
koopkrachtstandaard
uitgaven voor onderwijs
uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling
werkgelegenheid
werkloosheid
energie en milieu
allerlei andere onderwerpen

Eurostat
allerlei onderwerpen

Opdracht 5.3.2 (individueel: ieder in jullie groep gaat 'knikkers' opzoeken van haar/zijn 'eigen' land)
Zoek de verschillende 'knikkers' op en verwerk deze informatie op een overzichtelijke manier.
Opdracht 5.3.3 (samen): Voeg jullie gevonden informatie samen en werk de overeenkomsten en verschillen tussen 'jullie' landen overzichtelijk uit.

Stap 5.4: Knikkerbak 'De Grote Bosatlas'

De Grote Bosatlas is een enorme 'knikkerbak' met informatie.
Via het Trefwoordenregister vind je op een eenvoudige manier verwijzingen naar thematische kaartjes of naar de statistiek van Europa

Opdracht 5.4.1 (samen):
Hieronder zie je een bestand met 'knikkers' in de Grote Bosatlas. 
Kies vier tot zes 'knikkers' die aanwijzingen geven over welzijnsverschillen en vier tot zes 'knikkers' die dat doen over welvaartsverschillen tussen Europese landen. 
NB Gebruik andere 'knikkers' dan die van Stap 3 opdracht 3.4.3.

Opdracht 5.4.2 (individueel: ieder in jullie groep gaat 'knikkers' opzoeken van haar/zijn 'eigen' land)
Zoek de verschillende 'knikkers' op en verwerk deze informatie op een overzichtelijke manier.

Opdracht 5.4.3 (samen): Voeg jullie gevonden informatie samen en werk de overeenkomsten en verschillen tussen 'jullie' landen overzichtelijk uit.

Stap 5.5: Geluk of ongeluk in Europa?

Opdracht 5.5.1 (samen): Beantwoord, met argumenten onderbouwd, de vraag:
"In welk van 'onze' drie landen is men het meest gelukkig en in welk van 'onze' drie landen het minst".

6 Infographics maken

Opdracht 6.1 (samen):

Zoek uit wat infographics zijn. Verwerk als groepje het volgende in een document:
 

  1. Wat zijn infographics? Geef een definitie in eigen woorden.
     
  2. Waar kun je die voor gebruiken? 
     
  3. Waarom is het nuttig om infographics te gebruiken? Bedenk zeker drie goede redenen.
     
  4. Drie voorbeelden van infographics die je vindt op internet of ergens anders. Per voorbeeld beschrijf je wat er goed aan is en wat beter kan.
     
  5. Hoe zou je infographics kunnen maken? Denk niet alleen maar aan digitale manieren en ook niet alleen maar aan 2D/statische manieren. Misschien kan een infographic ook wel bewegen of voorzien zijn van geluid. Of interactief zijn, zoals een app of een kleine website. Een infographic is ook niet per se alleen maar zakelijk of saai. Welke manier zouden jullie het beste passend vinden?
     
  6. Welke hulpmiddelen of apps zouden handig kunnen zijn? Noem zeker vijf dingen.
     
  7. Waar moet je bij het maken van een infographic op letten? Geef tenminste 10 duidelijke aanwijzingen waar je echt wat aan hebt.
     
  8. Maak een opzet voor je infographic van jullie drie landen en 10-12 gekozen vergelijkingen. Zoek per vergelijking een goede manier om deze te laten zien in je infographic. Neem een schets en een plan van aanpak inclusief taakverdeling op in je document.

Lever het document als PDF in via Showbie en bekijk de feedback van de docent hierop.

 

A journey into infographics
Duidelijke blogpost over infographics

Opdracht 6.2 (samen):
Maak de infographics. 

Dit is af als je op alle onderstaande stellingen ‘ja’ kunt beantwoorden.

  1. We laten in onze infographics zien welke landen we met elkaar vergelijken.
     
  2. We laten zien op welke gebieden we het geluk (welzijn/welvaart) in de landen vergeleken hebben.
     
  3. We laten zien welk land per vergelijkingsgebied het beste scoort en we leggen uit waarom dit zo is.
     
  4. We gebruiken voor iedere vergelijking een passende verbeelding.
     
  5. We hebben gezorgd voor een logische volgorde en vormgeving van de vergelijkingen die toewerkt naar de conclusie.
     
  6. We laten zien in welk land je de grootste kans hebt om gelukkig te worden en waarom.
     
  7. We hebben verzorgde, originele infographics gemaakt die goed ‘leesbaar’ zijn en samen een mooi geheel vormen.

Los van deze aspecten hebben jullie de vrijheid de infographics te maken zoals je wilt. Het mag digitaal, analoog, bewegen, geluid maken, interactief zijn (maar dat hoeft niet). Maar zorg ervoor dat het bijdraagt aan de boodschap die je wilt overbrengen (het moet functioneel zijn).

Lever het geheel in via Showbie.

7 Verdieping

Stap 7.1: Human Development Index

De 'Human Development Index' of H.D.I. wordt gebruikt om inzicht te verkrijgen in de mate van welzijn en welvaart in een land.

Opdracht 7.1.1 (individueel):
Gebruik Wikipedia.
A: Geef het Nederlandse synoniem voor H.D.I.
B: Welke 'knikkers' gebruikt men om de H.D.I. van een land te meten?

 

Jaarlijks publiceert de V.N. een 'Human Development Index'.

Opdracht 7.1.2 (samen): Klik op de link hieronder.
A: Noteer de posities van 'jullie' landen.
B: Klopt de onderlinge positie van 'jullie' landen met de uitkomst van Stap 5.5.1
    Geef een toelichting bij jullie antwoord.

 

 

Stap 7.2: Migratie van en naar Nederland

Het CBS verzamelt allerlei gegevens, onder andere over buitenlandse migratie.

Opdracht 7.2.1 (individueel):
A: Schrijf de afkorting CBS voluit.
B: Zoek eens uit wat buitenlandse migratie betekent.


Als vanuit Nederland meer mensen naar een land toe gaan dan er vandaan komen, is het migratiesaldo negatief.
Als vanuit een land meer mensen naar Nederland toe komen dan er heen gaan, is het migratiesaldo positief.

Opdracht 7.2.2 (individueel):
Klik op de link naar Statline van het CBS.
A: Welk land heeft het grootste postieve migratiesaldo ten opzichte van Nederland? Hoe groot?
B: Welk land heeft het grootste negatieve migratiesaldo ten opzichte van Nederland? Hoe groot?

 

Een reden om naar een land toe te gaan of uit een land te vertrekken, heeft vaak te maken met welzijn en/of welvaart.

Opdracht 7.2.3 (samen):
Discussieer met je groepje over de volgende vragen en noteer de antwoorden:
A: Wat zal de belangrijkste reden zijn voor het postieve migratiesaldo van het land dat je bij 7.2.A gevonden hebt?
B: Wat zal de belangrijkste reden zijn voor het negatieve migratiesaldo van het land dat je bij 7.2.B gevonden hebt?

C Bronnen en materialen

Hier kun je dingen neerzetten die de leerlingen bij meerdere stappen nodig hebben.

  • Het arrangement 1V - Het geluk in Europa is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2016-05-19 14:07:43
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Voice Recorder app (app store)
    https://itunes.apple.com/nl/app/voice-recorder-free/id685310398?mt=8
    Link
    A journey into infographics
    https://gravit.io/article/Nk7sWsdwg/Design/A-journey-into-Infographics
    Link

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Oppelaar, Evert-Jan. (z.d.).

    Europese landen vergelijken

    https://maken.wikiwijs.nl/58453/Europese_landen_vergelijken

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.