(buurmanpraatjes, neuriën, bankje in het park, status-oefeningen)
Strip tekenen n.a.v. kortfilm over angst.
2
Training
toneel
muziek
dans
audiovisuele vormgeving
voorlezen
strip
maskerspel
Dierenmaskers maken (kat, aap, leeuw, uil, olifant, paard, kikker, wolf etc.)
Instrumentale muziek die uitnodigt tot bewegen
Driehoek lopen
Choreografietje maken
3
Training
toneel
muziek
dans
audiovisuele vormgeving
voorlezen
strip
maskerspel
Maak n.a.v. een zelf gekozen foto (30 uitgeprint in een plastic mapje) een verhaal en presenteer dat zo expressief mogelijk op camera
Individueel verhaal maken en in groepjes van 5 opnemen.
Opnemen met telefoon en mailen via Onedrive. Het product moet verstaanbaar en zichtbaar zijn en passen binnen en SAW.
4
Leervraag bedenken
Ideeën ontwikkelen
Draaiboek maken waarin ruimte is voor je leervraag
Format draaiboek
5
Werken aan 2 onderdelen van jullie collagevoorstelling
6
Werken aan 2 onderdelen van jullie collagevoorstelling
7
Repeteren van collagevoorstelling
3de uur
Voor generale repetitie
4de uur
Afspraken maken voor de volgende les
Extra lokaal naast W1.01 en 0.16
8
Generale repetitie
Extra lokaal naast W1.01 en 0.16
9
Voorstelling (= toets)
10
Herkansing of verdieping
Beoordeling
Beoordeling
* op samenwerken en taken verdelen (logboek en draaiboek).
* op de productie: is doel en inhoud geschikt voor de doelgroep?
* wordt het doel bereikt tijdens de uitvoering op locatie?
* is de vorm communicatief (registratie op film om rustig terug te kijken)?
Lesweken Periode 1
Lesweek 1
De studenten doen kennismakingsopdrachten in de ruimte, en zij tekenen een strip n.a.v. een kortfilm over angst.
Kies voor de kennismakingsopdrachten bijvoorbeeld uit de activiteiten
'buurmanpraatjes', 'neuriën', 'bankje in het park', 'statusoefeningen'.
In week 1 staat een link naar de kortfilm 'Angst' en een bestand met de werkwijze voor het tekenen van een strip n.a.v. de kortfilm.
Oefening: buurmanpraatjes
Doelstelling: kennismaken, interactie stimuleren
Benodigdheden: geen
Tijd: 5 – 15 minuten
Werkwijze:
Eenvoudig: leg als begeleider vier vragen voor. Schrijf ze eventueel op sheet.
Hoe heet je?
Waar komt je vandaan?
Wat doe je in je vrije tijd?
Wat verwacht je van deze opleiding?
Laat de deelnemers rondlopen terwijl er muziek klinkt. Als de muziek stopt, laat je de deelnemers kort van gedachten wisselen over de vier vragen, met een buurman links, rechts, voor of achter. Na een tijdje wordt de muziek weer aangezet, en lopen de deelnemers weer rond, totdat de muziek stopt en er een nieuw praatje wordt gemaakt.
Variant: neem alleen de eerste drie vragen en laat de deelnemers in 2 minuten zoveel mogelijk andere deelnemers leren kennen. Laat ze de tel bijhouden en kij wie na exact 120 tellen de meeste mensen kent.
Oefening: neuriën:
Oefening: Neuriën. Voor alle leeftijden. Duur: 5 – 10 minuten. Loop kriskras door elkaar in het lokaal. Iedereen is voor zichzelf aan het neuriën. Begin afwisselend eens lekker laag, ergens in het midden van jouw stemligging, of probeer eens hoog te beginnen. Gewoon lekker neuriën. Hiermee maak je je stem warm en probeer je verschillende toonhoogtes uit. Net zo lang uitproberen totdat de spelleider ‘ stop maar, dank jullie wel’, zegt.
Liedjes waar bewegingen de tekst uitbeelden
Oefening: zingen en bewegen: Verzin bij ‘My Bonnie is over the Ocean’, voor zoveel mogelijk woorden een duidelijke beweging die de betekenis van het woord uitbeeldt. Oefen het zingen en bewegen en zorg dat het liedje rustig doorloopt. Laat het zien aan de groep en laat ze daarna meedoen.
Oefening: Weerbericht. Verzin op de melodie van ‘Hoofd, schouder, knie en teen’ een tekst over het weer. Voeg daar bewegingen aan toe die de tekst ondersteunen. Pas het tempo aan de bewegingen aan. Oefen dit en laat het aan de klas zien.
Bankje in het park
Werkwijze ‘Bankje in het park’
Klaarzetten: het decor van een park met vijver, bosjes, bankje en ijscostalletje, en een toeschouwers bank beginnend links bij de muur voor langs het bord, haaks afgegrensd met een andere bank.
kleding en materiaal dat de spelers kunnen gebruiken : krant, kopje, bal, pen, lippenstift, fles, fototoestel, telefoon, handdoek, schepje, boek, tas, zonnebrandolie, koffer, afvalbak, verkleedkleren.
Bedenk:
wie ben je (rol) , Mogelijke rollen: vuilnisman, tandarts, student, verkoper, pyromaan, schrijver, agent, bouwvakker, moeder, kind, kunstenaar/tekenaar, fotograaf, zangeres, ober, schoffelaar, zwerver, muzikant, oma, opa, vogelaar, visser, etc.
welke handeling kun je wel 1 minuut volhouden,
waarom ben je in het park,
een reden om weer weg te gaan.
Pak er een kledingstuk of voorwerp bij.
Telkens twee mensen gaan met elkaar improviseren en de docent bepaalt in de eerste ronde wie met wie gaat (telkens spelen de twee studenten die toevallig het verst uit elkaar zitten).
Reflectie: wat helpt spelers om de rol op zich te kunnen nemen. Hoe kan het publiek de spelers helpen te durven spelen?
Variant: De student kiest een kaartje en een handeling. Dit kan houvast geven bij het spelen.
Kort gezegd gaat het bij status om: wie is de baas in de scène.
Lichaamskenmerken van een hoge status zijn:
breeduit staan.
Brede rustige gebaren maken
Rustig en wat langer oogcontact maken
Lange éeeeuhs zeggen
Langzaam genoeg praten
Lichaamskenmerken van een lage status zijn:
Je zo smal mogelijk maken als je staat
Friemelen, korte onrustige gebaren maken
Snel oogcontact maken en dan weer wegkijken
Veel korte éeeeuhs zeggen
Snel praten.
De stormbaan
De leerlingen (soldaten) staan aan een kant van het lokaal. Aan de zijkant staat een leerling op een stoel. Dit is de generaal. Deze generaal geeft verschillende opdrachten om naar de overkant te komen (rennen, huppelen, springen). Deze opdrachten worden als een echte generaal gegeven, luid en duidelijk. Als iemand anders generaal wil zijn stapt hij uit het spel en stuurt de generaal van zijn stoel af.
De echoput
De leerlingen staan in een kring. De docent roept een woord in een hoge of lage status. De leerlingen doen dit zo exact mogelijk na om te ontdekken dat stemgeluid een grote invloed heeft op status.
En nu ga je mee!
De leerlingen staan in twee rijen tegen over elkaar. De ene rij zijn de moeders, de andere rij de kinderen. De moeder is boos op het kind en zegt: "En nu ga je mee!". De moeder moet een zo hoog mogelijke status (houding en stem) aannemen. De kinderen doen een stapje naar voren als ze overtuigd zijn, blijven staan als ze niet overtuigd zijn en doen een stapje terug als ze totaal niet overtuigd zijn.
De bel
De leerlingen staan in een kring. Een van de leerlingen belt aan bij een andere leerling. Dit aanbellen gebeurt in een status, aan de bel horen we al of iemand sterk of zwak is. De leerling bij wie aangebeld wordt maakt de deur open in een tegenovergestelde status. De aanbeller laat merken waarom hij belt (postzegels verkopen, suiker lenen). Er ontstaat een korte scène, die eindigt als de deur dicht gegooid wordt, of de aanbeller naar binnen is gelaten.
De zinnen
De leerlingen worden in twee groepen verdeeld. De eerste groep gaat het eerste spel meespelen en krijgt een kaartje. Op dit kaartje staat een rol (status), begin en eindzin. De leerling gaat erin als zijn beginzin genoemd wordt en moet zijn verhaal eindigen met de eindzin. De scène die gespeeld wordt is in hoge en lage status.
Politie
Beginzin: Zo,zo, jonge dame
Eindzin: Dat wordt een flinke straf
Verdachte
Beginzin: Dag meneer
Eindzin: Ik deed het niet expres
Politie
Beginzin: Dat wordt een flinke straf
Eindzin: Potverdomme!
Verdachte
Beginzin: Ik deed het niet expres
Eindzin: Ja natuurlijk
Politie
Beginzin: Potverdomme!
Eindzin: Dus je hebt een fiets gestolen!
Verdachte
Beginzin: Ja natuurlijk
Eindzin: Sorry, ik moet huilen
Politie
Beginzin: Dus je hebt een fiets gestolen!
Eindzin: Wat zeg je?
Verdachte
Beginzin: Sorry, ik moet huilen
Eindzin: Heeft u een zakdoekje?
Politie
Beginzin: Wat zeg je?
Eindzin: De boete is 300 euro en 5 dagen cel
Verdachte
Beginzin: Heeft u een zakdoekje?
Eindzin: Ik zal nooit meer zoiets doms doen
Baas
Beginzin: Dat is niet zo mooi hé?
Eindzin: Zo werkt het niet hier!
Werknemer
Beginzin: Het spijt me.
Eindzin: Ik had het niet mogen doen
Baas
Beginzin: Zo werkt het niet hier!
Eindzin: Je bent een ondankbaar nest!
Werknemer
Beginzin: Ik had het niet mogen doen
Eindzin: Maar…ik had geld nodig
Baas
Beginzin: Je bent een ondankbaar nest!
Eindzin: Hoe haal je het in je hoofd!
Werknemer
Beginzin: Maar…ik had geld nodig
Eindzin: Ik heb drie kleine kinderen
Baas
Beginzin: Hoe haal je het in je hoofd!
Eindzin: Geld stelen betekent ontslag
Werknemer
Beginzin: Ik heb drie kleine kinderen
Eindzin: Ik ben een heel slecht mens
Baas
Beginzin: Geld stelen betekent ontslag
Eindzin: Ik wil je hier nooit meer zien
Werknemer
Beginzin: Ik ben een heel slecht mens
Eindzin: U heeft gelijk
8 status spel opdrachten
Status Spel 1: kazerne
Rollen
A is Sergeant
B is een gewone militair
Handeling: De sergeant laat de militair oefeningen doen. Zoals: marcheren, salueren, opdrukken, buikspieroefeningen/sit ups.
Status Spel 2: ziekenhuis
Rollen
A is verpleegkundige
B is patiënt
Handeling: de verpleegkundige maakt het bed op en schudt het kussen op en draait de patiënt op zijn andere zijde.
Status Spel 3: restaurant
Rollen
A is serveerster of ober
B is klant
Handeling: de gast besteld iets en de serveerster/ober dekt de tafel en brengt het. De gaat gaat eten of drinken en gaat daarna afrekenen.
Status Spel 4 De kledingzaak
Rollen
A is klant
B is verkoper
Handeling: de klant past een kledingstuk en zoekt er een accessoire bij (tasje, sjaaltje, ketting).
Status Spel 5: In het paleis
Rollen
A is de koningin
B is een kamermeisje
Handeling: het kamermeisje komt de slaapkamer van de koningin binnen. Ze past stiekem een hoedje of sjaaltje of een tas of een ketting van de koningin.
De koningin betrapt haar daarbij en wil haar ontslaan.
Status Spel 6: op de technische school
Rollen
A is docent lassen
B is leerling
C is leerling
Handeling: C gooit een bordenwisser over naar B.
Maar hij raakt de koffiebeker van de docent. Die koffie gaat ondersteboven. De docent komt binnen en ziet het.
Hij wordt kwaad en wil dat de leerlingen een doekje gaan halen en de knoeiboel opruimen. Ze geven elkaar de schuld en willen het niet doen.
Status Spel 7: in de huiskamer
A is moeder
B is een kleuter van 5, Fred
Handeling: Fred moet naar bed, maar hij wil niet. Hij heeft allerlei uitstel trucjes:
Hij moet eerst nog zijn tanden poetsen
Dan naar de wc.
Dan een beetje water drinken.
Dan een verhaaltje voorgelezen of verteld krijgen.
En dan nog een boekje uitlezen.
En de gordijnen open hebben, on nee, de gordijnen dicht willen hebben.
Mamma blijft het proberen om hem erin te krijgen.
(Dit kan ook met drie spelers, dan heeft Fred een tweelingzusje: Fredy)
Status Spel 8: een hutje op de hei
A is een kluizenaar
B is een EHBO- deskundige
Handeling: De EHBO (eerste hulp bij ongelukken) deskundige komt aanwandelen over de hei.
Hij klopt aan bij het hutje van de kluizenaar. En vraagt om een beetje water.
De kluizenaar wil niet gestoord worden. Hij is net aardappelen aan het schillen.
Hij wil dat de EHBO-er weg gaat.
Hij zwaait in het rond met een aardappelschilmesje. En snijdt zichzelf in de vinger.
Maak een diermasker. Voorbeelden van dierhoofden staan hier onder. Je kunt bijvoorbeeld een afbeelding van een dierhoofd op een stuk karton plakken. Maak aan beide kanten een gaatje en doe er hoeden- elastiek aan. Of bedenk een andere manier om een masker te maken.
Maak een bewegingsspel, een choreografie, met dansers die de diermaskers dragen. Je kunt links gebruiken met geschikte instrumentale dier- muziek. Of zelf geschikte instrumentale muziek zoeken.
Een eenvoudig bewegingsspel is 'driehoek lopen". Drie dansers met diermaskers op vormen een gelijkbenige driehoek. Zodra één danser zich verplaatst, verplaatsen de andere dansers zich ook, zodat de zijden van de driehoek even groot blijven. (Langer of korter, de driehoek blijft intact, wat er ook gebeurt.) Experimenteer met vertragen, versnellen, hoog en laag bewegen. Experimenteer met hoe je als dier kunt bewegen.
Maak n.a.v. een zelf gekozen foto een verhaal. Presenteer dat zo expressief mogelijk op camera.
Maak individueel een verhaal. Neem dat verhaal in groepen van 5 op met de telefoon. Mail het filmpje via Onedrive aan de docent.
Het product moet verstaanbaar en zichtbaar zijn en passen binnen SAW.
Ter inspiratie staan er foto's in de wiki. Die kunnen uitgeprint worden neergelegd, om uit te kiezen.
Lesweek 4
Draaiboek maken.
Bedenk een leervraag.
Ontwikkel ideeën.
Maak een draaiboek waarin ruimte is voor je leervraag.
Als hulpmiddel staat in de wiki een format voor een draaiboek.
Format Draaiboek
Doelgroep productie
De jongeren werken zelfstandig in groepen en maken een korte voorstelling. Dit kan voor zeer verschillende doelgroepen zijn: peuters, kleuters, leerlingen van de basisschool groep, kinderafdeling van een ziekenhuis, gehandicapten, docenten, bejaarden, toevallige mensen op de markt - in de supermarkt of het museum, of voor medestudenten.
De jongeren maken keuzes ten aanzien van wat ze voor wie en met welk doel gaan maken. Vervolgens kiezen ze de vorm. (theatrale middelen - een toneelstuk, een musical, muziektheater, mime, een verteller) die aansluit bij inhoud, doel en doelgroep.
De vorm bij dit vak is een collage voorstelling , een presentatie van vier van de zeven expressieve activiteiten, die in les 1 t/m 4 zijn getraind: toneel, muziek, dans, audiovisuele vormgeving, voorlezen, strip, maskerspel.
De jongeren houden van het hele werkproces wekelijks een logboek bij: wat heeft wie gedaan en wie gaat wat doen de komende week.
De groep wordt beoordeeld op samenwerken (logboek) en op de productie. Is de productie geschikt voor de doelgroep qua inhoud - doel en uitvoering?
Planning
Samenstelling groepen en bepalen van de doelgroep, het thema, de vorm en het doel.
Onderzoek naar de doelgroep via internet, boeken, interviews, bezoek.
Begin maken met de vorm. Hoe bereik je je doel? Welke vorm(en) wil je gebruiken?
Verder werken: scènes vastleggen, verhaal en/of script schrijven, materialen zoeken;
vorm en inhoud bijschaven, verfijnen;
kontakten leggen waar de productie opgevoerd kan worden;
definitieve vorm vastleggen: kleding, decor, attributen, generale repetitie.
Afronding
Productie spelen op locatie en een registratie ervan maken op film.
Inleveren van registratie en logboek; invullen evaluatie werkproces.
Beoordeling
* op samenwerken en taken verdelen (logboek).
* op de productie: is doel en inhoud geschikt voor de doelgroep?
* wordt het doel bereikt tijdens de uitvoering op locatie?
* is de vorm communicatief (registratie op film om rustig terug te kijken)?
Lesweek 5
Werken aan twee onderdelen van jullie collagevoorstelling.
Lesweek 6
Werken aan twee onderdelen van jullie collagevoorstelling.
Lesweek 7
Repeteren aan de collage voorstelling.
3e uur
- voor generale repetitie
4e uur
- afspraken maken voor de volgende les.
Let op: een extra lokaal inplannen naast W 101 en 0.16.
Lesweek 8
Generale repetitie
Let op: extra lokaal inplannen naast W 1.01 en 0.16
Het arrangement Activiteiten is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
training GEW nw
Laatst gewijzigd
2016-04-21 11:01:44
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0
Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of
bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.