Lees het volgende stukje tekst.
Als je veel afkortingen in een tekst gebruikt, is de tekst minder goed leesbaar.
"Het middelbaar onderwijs in Nederland is onderverdeeld in het vmbo, havo en vwo. Alle Nederlandse jongeren moeten naar school. Buiten schooltijd hebben veel jongeren een bijbaan, bijv. in de horeca. Veel jongeren gaan op de fiets naar hun school of bijbaan. I.v.m. de vele fietstochten die door de jongeren worden afgelegd, is het belangrijk dat de fietspaden goed onderhouden zijn. De fietspaden worden vaak uitgerust met zgn. zoab."
Stap 2: Afkortingen
Maak de volgende oefening met afkortingen.
Samen fietsen?
’s Avonds als je in bed ligt, bedenk je opeens dat je morgenochtend naar de tandarts moet.
Je wilt dit aan je fietsmaatje doorgeven, zodat hij/zij niet op jou hoeft te wachten.
Stap 3: Wel of niet afkorten?
Het gebruik van veel afkortingen kan een tekst minder goed leesbaar maken.
Lees de volgende krantenberichten.
Stap 4: Facebook
Samen met drie klasgenoten ga je een ontwerp maken voor een pagina op Facebook.
Deze Facebookpagina moet een informatieve pagina worden, voor scholieren die op zoek zijn naar de betekenis van afkortingen.
Het is aan jullie om er een aantrekkelijke pagina van te maken, waar het makkelijk zoeken is naar informatie over afkortingen.
Verzin een passende naam voor de Facebookpagina.
Zorg dat je vast enkele afkortingen + betekenis verzamelt als voorbeeld voor op de pagina.
Bedenk met elkaar hoe de pagina vorm moet krijgen. Kijk op Facebook om te kijken hoe een (informatieve) pagina eruitziet.
Probeer de pagina zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor de lezer.
Ook in de Gereedschapskist kun je kijken voor ideeën.
Maak samen de opzet voor de pagina op papier of digitaal.
Zorg dat jullie samenwerken en dat iedereen een bijdrage levert.
Als het ontwerp voor de Facebookpagina klaar is, laten jullie de pagina beoordelen door de docent.
Op een website kun je informatie weergeven over allerlei onderwerpen, door middel van kleuren, teksten, filmpjes en afbeeldingen. Door een website te maken laat je zien welke kennis je hebt opgedaan over een bepaald onderwerp.
Afronding
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Als eindopdracht ga je een quiz samenstellen met afkortingen.
Het is de bedoeling dat je klasgenoot de afkortingen voluit moet zeggen of opschrijven.
Jouw klasgenoot maakt op zijn of haar beurt ook een quiz voor jou.
Hoe je dit aanpakt, kun je bekijken in de Gereedschapskist.
Hoe ga je te werk?
Je maakt een (Google-)document met vijftien afkortingen.
De antwoorden (de afkortingen voluit) noteer je voor jezelf in een apart document.
Je kunt elke quizvraag op een andere manier samenstellen.
Denk bijvoorbeeld aan een stukje uit een advertentie met een afkorting, een afbeelding van een logo met afkorting, een firmanaam die is afgekort, een meerkeuzevraag, een invulvraag, et cetera. Maak er een origineel geheel van!
Kijk voor ideeën en tips op de site met Quizvragen met afkortingen.
Klaar?
Je gaat de quiz nu spelen met een klasgenoot.
Je kunt dit mondeling doen, maar je kunt je klasgenoot de quizvragen ook vanuit je Google-document laten maken.
Je kunt ook een tijd afspreken waarbinnen de quizvragen beantwoord moeten worden.
Elk fout antwoord of niet binnen de tijd beantwoord, kost een strafpunt!
Jij beantwoordt op jouw beurt de quizvragen van je klasgenoot.
Degene die het snelst alle antwoorden heeft geraden, heeft gewonnen.
Beoordeling
De docent zal de quizvragen beoordelen. Daarbij wordt gelet op:
Bij het maken van een quiz ontwerp je zelf de vragen in groepjes. Via een puntensysteem wordt de winnaar bepaald. Daarna worden de antwoorden besproken.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Heb je de introductievideo bekeken?
Kwamen alle afkortingen je bekend voor?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je afkortingen in een tekst herkennen en weet je de betekenis ervan?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer twee uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Hebben jullie originele quizvragen bedacht met afkortingen?
Is de quiz goed verlopen, wisten jullie van veel afkortingen ook de betekenis?
Het arrangement Opdracht: Spelling - Afkortingen vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema "Vervoer" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je verschillende manieren herkennen om woorden of woordgroepen korter op te schrijven. Je leert afkortingen herkennen en gebruiken, en je leert ook de betekenis van afkortingen uitleggen.
Als eindopdracht van deze opdracht ga je een quiz samenstellen met afkortingen. Je klasgenoot moet de afkortingen voluit zeggen of opschrijven. Jouw klasgenoot zal ook een quiz voor jou maken. Je kunt de quiz mondeling spelen of via een Google-document. Zorg ervoor dat de quizvragen origineel en gevarieerd zijn. Speel de quiz met je klasgenoot en probeer zo snel mogelijk alle antwoorden te raden. Elk fout antwoord of niet binnen de tijd beantwoord kost een strafpunt. Degene die als eerste alle antwoorden heeft geraden, wint de quiz.
Veel plezier en succes met de quiz!
Deze opdracht hoort bij het thema "Vervoer" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je verschillende manieren herkennen om woorden of woordgroepen korter op te schrijven. Je leert afkortingen herkennen en gebruiken, en je leert ook de betekenis van afkortingen uitleggen.
Als eindopdracht van deze opdracht ga je een quiz samenstellen met afkortingen. Je klasgenoot moet de afkortingen voluit zeggen of opschrijven. Jouw klasgenoot zal ook een quiz voor jou maken. Je kunt de quiz mondeling spelen of via een Google-document. Zorg ervoor dat de quizvragen origineel en gevarieerd zijn. Speel de quiz met je klasgenoot en probeer zo snel mogelijk alle antwoorden te raden. Elk fout antwoord of niet binnen de tijd beantwoord kost een strafpunt. Degene die als eerste alle antwoorden heeft geraden, wint de quiz.
Veel plezier en succes met de quiz!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.