Eindopdracht

Quiz over afkortingen

Als eindopdracht ga je een quiz samenstellen met afkortingen.
Het is de bedoeling dat je klasgenoot de afkortingen voluit moet zeggen of opschrijven.
Jouw klasgenoot maakt op zijn of haar beurt ook een quiz voor jou.
Hoe je dit aanpakt, kun je bekijken in de Gereedschapskist.

Hoe ga je te werk?

Klaar?

Je gaat de quiz nu spelen met een klasgenoot.
Je kunt dit mondeling doen, maar je kunt je klasgenoot de quizvragen ook vanuit je Google-document laten maken.
Je kunt ook een tijd afspreken waarbinnen de quizvragen beantwoord moeten worden.
Elk fout antwoord of niet binnen de tijd beantwoord, kost een strafpunt!

Jij beantwoordt op jouw beurt de quizvragen van je klasgenoot.
Degene die het snelst alle antwoorden heeft geraden, heeft gewonnen.

Beoordeling

De docent zal de quizvragen beoordelen. Daarbij wordt gelet op:

Quiz maken

Bij het maken van een quiz ontwerp je zelf de vragen in groepjes. Via een puntensysteem wordt de winnaar bepaald. Daarna worden de antwoorden besproken.