Thema: Dieren vmbo-b34

Thema: Dieren vmbo-b34

Dieren

Inleiding

Dit thema heeft als titel 'Dieren'.

Het kleinste diertje op aarde is het pantoffeldiertje.
Dit diertje is nog kleiner dan een millimeter.

Het grootste dier op aarde is de Savanneolifant.
Deze olifant weegt wel 4900 kilogram!

Pantoffeldiertje
Savanneolifant


De taal van mensen en dieren is heel verschillend.
Of valt dat wel mee?

Kijk maar eens naar deze video.

In dit thema maak je vijf opdrachten. In iedere opdracht staat een andere vaardigheid centraal.
In de opdrachten wordt waar mogelijk verwezen naar het thema, maar lang niet overal.

Na het maken van de opdrachten ga je aan de slag met de afsluiting van het thema.
Je schrijft een gesprek bij een dierenvideo. Je doet net alsof de dieren écht kunnen praten!

Wat kan ik straks?

Hier vind je de leerdoelen die horen bij het thema: Dieren

Leerdoel Opdracht
Ik kan van verschillende beroepen de mannelijke en vrouwelijke vorm opnoemen en beroepen herkennen aan de omschrijving. Woordenschat - Beroepen
Ik kan uitleggen waarom stijlfiguren worden gebruikt en ik kan de stijlfiguur 'herhaling' herkennen in een zin of tekst. Lezen - Stijlfiguren
Ik kan door een agenda voor een vergadering te maken, omschrijven hoe een vergadering kan verlopen. Vaardigheden - Vergaderen
Ik kan het verschil herkennen tussen 'zoekend kijken en luisteren' en 'intensief kijken en luisteren'. Luisteren en kijken: Instructiefilmpjes
Ik kan de drie trappen van vergelijking herkennen en gebruiken. Spelling - Trappen van vergelijking

Wat ga ik doen?

Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vijf opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit Aantal lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5  
Woordenschat: Beroepen 2 Beroepskeuzetest en voor- en nadelen van een gekozen beroep
Lezen: Stijlfiguren 3 Poster maken
Spreken: Vergaderen 2 à 3 Vergadering houden.
Luisteren en kijken: Instructiefilmpjes 2 à 3 Instructievideo maken.
Spelling: Trappen van vergelijking 2 Zinnen bij afbeeldingen maken.
Afsluiting 2 Dialoog (gesprek) bij video schrijven.
Totaal: 14 à 15  

 

De tijd is een inschatting en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Woordenschat: Beroepen

Woordenschat - Beroepen

Intro

Veel beroepen kunnen zowel door vrouwen als door mannen uitgeoefend worden.
In deze opdracht kijk je naar verschillende beroepen.

Bekijk de afbeelding.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • verschillende beroepen herkennen aan de de omschrijving;
  • van verschillende beroepen de mannelijke en vrouwelijke vorm opnoemen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Zoek bij de omschrijving het juiste beroep.
Stap 2 Schrijf bij de mannelijke aanduiding van een beroep ook de vrouwelijke vorm. In de tweede oefening staan vrouwelijke en mannelijke vormen door elkaar.
Stap 3 Noem zoveel mogelijk beroepen die met dieren te maken hebben. Maak gebruik van internet. Vergelijk mijn lijstje met dat van een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Doe een beroepskeuzetest en schrijf de voor- en nadelen van een of meerdere beroepen op.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Verschillende beroepen

Weet jij al wat je later wilt worden? Er zijn zoveel verschillende beroepen!

In de volgende oefening krijg je steeds een omschrijving van een beroep.
Je moet bepalen om welk beroep het gaat.

Waarschijnlijk kom je beroepen tegen waar je nog nooit van hebt gehoord.
Als je een beroep niet kent, zoek het dan op op internet.

Maak de oefening.

Stap 2: Mannen en vrouwen

Timmerman is van oudsher een mannenberoep.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat een vrouw dit beroep niet kan uitoefenen.
Het beroep heet dan wel anders; timmerman wordt dan timmervrouw.

Veel beroepen hebben van oudsher een mannelijke naam.
De beroepen kunnen ook uitstekend door vrouwen worden uitgeoefend!

Maak nu de volgende oefeningen.

Stap 3: Beroepen met dieren

Er zijn veel beroepen waarin gewerkt wordt met dieren.
Kijk naar de video over de opleiding voor dierenverzorging.

 

Afronding

Eindopdracht

Beroepskeuzetest

Voor verschillende beroepen moet je verschillende kwaliteiten (vaardigheden) hebben.
Voorbeeld:

  • Om sportleraar te worden, moet je sportief zijn.
  • Om dierenarts te worden, moet je interesse hebben in dieren.


Met behulp van een snelle test kun je erachter komen welk beroep bij je past en welke beroepssector je het beste ligt.

Welk beroep lijkt je leuk?

  • Lees informatie over een specifiek beroep wat je leuk lijkt en bekijk de mogelijkheden die er zijn voor (vervolg)opleidingen.
  • Bedenk drie voordelen en drie nadelen bij een beroep. De voor- en nadelen die je opschrijft, bedenk je zelf.
    Het hoeft dus niet zo te zijn dat iedereen het er mee eens is.
  • Bekijk het voorbeeld over het beroep van timmerman. Maak gebruik van zo'n schema.
    Je mag natuurlijk ook meerdere beroepen uitzoeken.
    Dan maak je ook meerdere schema's zoals hieronder.

Voorbeeld: timmerman

voordelen nadelen
Veel afwisseling. Vaak buiten werken, ook als het koud is of regent.
Met je handen werken Vroeg beginnen.
Vaak samen met collega's Zwaar werk.

Klaar?

Lever een of meer ingevulde schema's in bij je docent.

Beoordeling

Je docent zal bij de beoordeling van je schema letten op:

  • inhoud: heb je bij het beroep minimaal drie voor- en nadelen genoemd?
  • taalfouten: bevat je schema geen taalfouten?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de opdracht bij de intro gedaan?
    Herkende je alle beroepen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je van een mannelijk beroep ook de vrouwelijke vorm noemen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd voor de beroepentest en het zoeken naar voor- en nadelen?
  • Eindopdracht
    Heb je de beroepskeuzetest gedaan?
    Wat vond je van de uitkomst: was je verrast of had je de uitkomst wel verwacht?

Lezen: Stijlfiguren

Lezen - Stijlfiguren

Intro

Stijlfiguren gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.
Het zijn middelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.


Snap je dit woordgrapje?

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik::

  • uitleggen waarom stijlfiguren worden gebruikt;
  • de stijlfiguur 'herhaling' herkennen en toepassen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Ik bestudeer de Kennisbank en herken het gebruik van 'herhaling' in zinnen. Ik bedenk zelf zinnen waarin ik dit stijlfiguur gebruik. Vergelijk ze met een klasgenoot.
Stap 2 Zoek zinnen op internet waarin de stijlfiguur 'herhaling' wordt gebruikt. Bespreek ze met een klasgenoot.
Stap 3 Bestudeer de beroemde speech van Martin Luther King. Beantwoord er vragen over. Bekijk samen met een klasgenoot de antwoorden.
Stap 4 Bekijk drie situaties en bedenk er een 'herhalingszin' bij. Bekijk ook de zinnen van je klasgenoot.
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht Maak een poster met als onderwerp 'herhaling'.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Stijlfiguur Herhaling

Stijlfiguren gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.
Het zijn middelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.

Er zijn veel verschillende soorten stijlfiguren die je kunt gebruiken.
In deze opdracht ga je aan de slag met de stijlfiguur ‘Herhaling’.

Bestudeer de uitleg.

Herhaling is een voorbeeld van een stijlfiguur.

Stijlfiguren gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.
Met het gebruik van stijlfiguren kun je dingen net iets treffender zeggen.

Bij herhaling wordt hetzelfde nog eens met dezelfde woorden gezegd.
Dit zorgt voor extra nadruk.

Voorbeeld:
Dat is leuk gedaan, heel leuk.

 

Stap 2: Zoekwedstrijd

Deze opdracht is een zoekwedstrijd.
Ga op internet op zoek naar zinnen met een herhaling erin.
Je moet vijf zinnen met een herhaling vinden.

Bedenk voordat je gaat zoeken:

  • Welk zoekprogramma je gaat gebruiken (bijvoorbeeld: Google).
  • Welke zoektermen je gaat gebruiken (bijvoorbeeld: zinnen met herhaling).

Je strijdt tegen een klasgenoot.
Wie van de twee heeft het eerst de opdracht voltooid?
Wie het snelst vijf zinnen heeft gevonden, is de winnaar van de wedstrijd.

Laat de zinnen die je hebt gevonden zien aan een klasgenoot.
Op jouw beurt bekijk je weer de zinnen die je klasgenoot heeft opgeschreven.

Check of je klasgenoot inderdaad zinnen met een herhaling erin heeft gevonden.
Als je meningsverschillen hebt waar je niet uitkomt, kun je de docent om hulp vragen.
De zinnen moeten natuurlijk wel correct zijn geschreven.

Stap 3: Speech

Martin Luther

Martin Luther King was een bekende Amerikaan die heeft gestreden voor gelijkheid tussen mensen.
Hij heeft een hele beroemde toespraak gegeven met de naam ‘I have a dream’.

Een gedeelte van de tekst zie je hier. Hij maakt veel gebruik van ‘herhaling’.

And so let freedom ring from the prodigious hilltops of New Hampshire.
Let freedom ring from the mighty mountains of New York.
Let freedom ring from the heightening Alleghenies of Pennsylvania.
Let freedom ring from the snow-capped Rockies of Colorado.
Let freedom ring from the curvaceous slopes of California.

But not only that:
Let freedom ring from Stone Mountain of Georgia.
Let freedom ring from Lookout Mountain of Tennessee.
Let freedom ring from every hill and molehill of Mississippi.
From every mountainside, let freedom ring.

 

Stap 4: Aandacht trekken

Als je het stijfiguur ‘herhaling’ gebruikt, doe je dat vaak om aandacht te trekken.
Docenten gebruiken ook wel eens herhaling om aandacht te trekken.

Komt de volgende zin je bekend voor?

Ik begin…, ik be-gin….. met de les. Ja, dames en heren: de les is nu begonnen!


Bedenk bij de drie situaties die hier beschreven worden, een zin die je kunt gebruiken om aandacht te trekken.
In iedere zin moet de stijlfiguur ‘herhaling’ voorkomen.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

De kracht van de boodschap zit in de herhaling...

Posters hebben als sterk visueel reclamemiddel de neiging om, zeker als ze herhaaldelijk worden gezien, in het menselijk brein opgeslagen te worden. Uiteindelijk beïnvloeden posters daardoor het (koop)gedrag van degenen die de posters zien.

In deze opdracht ga je samen met een klasgenoot een poster maken waarin je je onderwerp 'steeds weer herhaalt'.
De poster kan gaan over een product, over een waarschuwing of een mededeling, iets wat je bij mensen meerdere malen onder de aandacht wilt brengen.
Denk bijvoorbeeld aan het belang van reanimatie, oppassen met vuurwerk, zuiniger energieverbruik, etc.

Voorwaarden waar de poster aan moet voldoen:

  • Het onderwerp van de poster is ‘herhaling’.
  • De poster is leuk om naar te kijken: gebruik plaatjes en teksten.

Hoe je een poster maakt, kun je zien in de gereedschapskist.

Klaar?

​Hang de poster op in het lokaal. Bekijk ook de posters van andere klasgenoten.
Geef elkaar tips, hoe het beter kan of wat goed gegaan is.

Beoordeling

Jullie docent zal de posters beoordelen. Hij of zij zal letten op:

  • inhoud:
    • is op de poster duidelijk gebruikgemaakt van herhaling (in beeld of tekst)?
    • draagt het gebruik van herhaling hier bij tot een krachtiger boodschap?
  • vormgeving: is de poster met zorg en creativiteit gemaakt?
  • taalfouten: bevatten de teksten geen taalfouten?

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de afbeelding in de intro bekeken?
    Vind je het een soort stijlfiguur?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je in een zin de 'herhaling' aanwijzen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Had je voldoende tijd om de stappen te doorlopen, de oefeningen te maken en de poster in elkaar te zetten?
  • Inhoud
    Wist je al veel over stijlfiguren? Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Hebben jullie een originele poster gemaakt waar de herhaling goed op te zien was?
    Ben je tevreden over het resultaat?

Vaardigheden: Vergaderen

Vaardigheden - Vergaderen

Intro

Een vergadering is een bijeenkomst van meerdere mensen (meestal van eenzelfde organisatie) die met elkaar overleggen en/of afspraken maken.

Bekijk de video.
Dit is wel een heel vreemde vergadering!

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat het doel is van een vergadering;
  • de rol van voorzitter en secretaris in een vergadering toelichten;
  • omschrijven wat er in een agenda en in notulen vastgelegd wordt.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Ik bestudeer de Kennisbank 'Vergaderen' en maak de oefening.
Stap 2 Wij brainstormen over een klassenuitje. Dit wordt stapsgewijs uitgelegd. Ik kijk een video en maak een mindmap.
Stap 3 Wij stellen een agenda voor een vergadering op.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de Kennisbank van deze opdracht.
Eindopdracht Wij houden de vergadering en komen tot afspraken over het klassenuitje.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee à drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Klassenuitje

De directeur van de school heeft jullie gevraagd het jaarlijkse klassenuitje te organiseren.
Het lijkt jullie erg leuk om iets voor de hele klas te organiseren.
Om ervoor te zorgen dat het klassenuitje een succes wordt, gaan jullie vergaderen.
Het doel van de vergadering is dat het uitje goed wordt voorbereid.

Lees in de Kennisbank meer informatie over het houden van een vergadering.


Maak de oefening.

Stap 2: Brainstormsessie

Inmiddels weet je wat een vergadering is.
Jullie gaan in de klas nu zelf een vergadering houden.

Verdeel de klas in groepen van vijf leerlingen.
Voordat jullie gaan vergaderen, moeten jullie bedenken wat jullie willen doen met het klassenuitje.
Daarover gaan jullie eerst brainstormen.
Brainstormen is een werkwoord.

Stapsgewijs wordt duidelijk wat brainstormen is.

Stap 1

  • Pak een vel wit papier.
  • Schrijf in het midden van het papier het woord 'klassenuitje'.
  • Hieromheen komen al jullie ideeën te staan.
  • Schrijf alle klassenuitjes op die jullie leuk vinden.
  • Je hoeft nog niet te denken aan de kosten.
  • Het resultaat van brainstormen noem je een 'mindmap'.
    In goed Nederlands: een woordspin.
    In de gereedschapskist kun je ook lezen wat een mindmap is.
  • Zorg ervoor dat jullie allemaal meedoen!

Voorbeelden van brainstormen kun je bekijken in de volgende video.

Stap 2

Als het goed is, hebben jullie nu een lijst vol met ideeën. Bekijk of de ideeën haalbaar zijn.
Alle ideeën die niet haalbaar zijn, strepen jullie weg.
Denk hierbij aan:

  • te duur
  • te gevaarlijk
  • te ver
  • langer dan 1 dag
  • enz.

Stap 3

Jullie hebben nu een lijstje overgehouden met klassenuitjes die haalbaar zijn.
Probeer één activiteit te kiezen, die jullie allemaal leuk vinden.
Als jullie het niet direct eens zijn, probeer je elkaar met argumenten te overtuigen.
Het uitkiezen van het uitje mag maximaal drie minuten duren.

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Stap 3: Agenda maken

Jullie hebben zojuist besloten wat jullie gaan doen met het klassenuitje.
Nu is het tijd de plannen verder uit te werken.

Bedenk wat er allemaal geregeld moet worden om de dag soepel te laten verlopen.
Denk bijvoorbeeld aan: eten voor iedereen, vervoer, tijd van vertrek, kosten, enz.

Kijk nog even in de Kennisbank hoe je een agenda maakt.

Maak een agenda voor de vergadering met alle punten die je net hebt bedacht.
Gebruik voor de opstelling het voorbeeld in de Kennisbank.
Dat hoeft niet langer dan vijf minuten te duren.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Nu zijn jullie zover dat de echte vergadering kan plaatsvinden.
Voordat je begint, kiezen jullie een voorzitter en een secretaris.
De voorzitter leidt de vergadering en de secretaris maakt de notulen.

Tips voor de voorzitter:

  • Als iemand praat, luisteren de anderen.
  • Let op dat iedereen inbreng levert in de vergadering.
  • Houd de tijd goed in de gaten, blijf niet te lang bij één agendapunt hangen.
  • De voorzitter kan besluiten tot een volgend punt over te gaan.

Tips voor de secretaris:

  • Schrijf de gemaakte afspraken duidelijk op.
  • Als je een gemaakte afspraak niet goed hebt begrepen, vraag dan om uitleg of herhaling.
  • Je kunt korte aantekeningen maken en de notulen later in volzinnen uitwerken.

Tips voor de rest:

  • Doe actief mee. Het gaat ook om jouw klassenuitje!
  • Laat elkaar uitpraten.
  • Schreeuw niet door elkaar heen.

Kijk voordat jullie beginnen aan de vergadering naar de volgende video .
Wat vinden jullie van dit voorbeeld?

De vergadering mag maximaal tien minuten duren.

Beoordeling

Je docent beoordeelt jullie vergadering op de volgende punten:

  • De agenda die jullie samen hebben gemaakt.
  • De wijze waarop jullie vergaderd hebben: verliep het geordend, zijn jullie tot overeenstemming gekomen over de behandelde punten?
  • Jullie inzet tijdens deze opdracht.
  • De notulen: zijn alle afspraken vastgelegd?

Terugkijken

Intro

  • Ben je zelf wel eens een vergadering geweest? Vond je dat leuk?
    Het verliep vast anders dan de video in deze intro.

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen hoe je een vergadering kunt leiden?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Hadden jullie voldoende tijd om met een brainstormsessie een vergadering over het klassenuitje voor te bereiden?
  • Eindopdracht
    Hoe verliep de vergadering? Waren de rollen duidelijk?
    En zijn jullie tot overeenstemming gekomen wat betreft het klassenuitje?

Luisteren en kijken: Instructiefilmpjes

Instructiefilmpjes

Intro

Op internet kun je veel instructiefilmpjes vinden over allerlei zaken.

Bekijk dit instructiefilmpje over het vouwen van een bootje.
Kijk jij zelf wel eens naar dit soort filmpjes?

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat het doel is van een instructievideo;
  • het verschil herkennen tussen 'zoekend' en 'intensief' kijken en luisteren;

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Ik leer waar ik op moet letten als ik een instructievideo bekijk. Ik beantwoord er vragen over.
Stap 2 Ik bekijk aan de hand van een video en een voorbeeld wat het verschil is tussen zoekend kijken en intensief kijken.
Stap 3 Ik oefen met zoekend luisteren en kijken. Ik zie eerst de vragen en kijk dan de video.  
Stap 4 Ik oefen met intensief luisteren en kijken. Ik kijk eerst een video en zie daarna de vragen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Wij gaan eerst een instructie maken en daarna zelf een instructievideo opnemen over dieren.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee à drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Instructiefilmpje

In een instructie krijg je óf geef je uitleg over hoe je iets moet doen.
In het dagelijkse leven kom je situaties tegen, waarin je een instructie krijgt of een instructie geeft.
Dit zijn vaak mondelinge instructies.
Als een docent vertelt welke opdrachten je tijdens een les moet doen, is dat een mondelinge instructie.

Als je naar een instructiefilmpje kijkt, is het belangrijk dat je de volgende stappen doorloopt:

  • Let op de volgorde waarin je handelingen moet uitvoeren.
  • Kijk goed naar de spreker als hij of zij iets voordoet.
  • Als je een onderdeel niet goed hebt begrepen, bekijk het filmpje dan nog een keer of zet het tussentijds stop.

Stap 2: Zoekend of intensief?

Je kunt op twee verschillende manieren naar een instructiefilmpje kijken: zoekend of intensief.

Op een morgen heb je zin in een gekookt eitje, maar je bent vergeten hoe dat moet. Op internet ga je op zoek naar een video over eieren koken.
De eerste keer ga je de video volledig bekijken. Je probeert iedere instructie die verteld wordt, te onthouden.
Op dat moment bekijk je het filmpje op een intensieve manier.

 

Op het moment dat je gaat beginnen met het koken van het ei, ben je vergeten of je moet beginnen met warm of koud water.
Je bekijkt het filmpje nog een keer, maar je bent alleen op zoek naar informatie over de temperatuur van het water.
In dit geval bekijk je het instructiefilmpje op een zoekende manier.


Of je een intensieve of zoekende manier van kijken en luisteren toepast, ligt aan het moment of de situatie.

Voorbeeld:

  • Als je een luister/kijk-toets moet doen, waarbij je de vragen vooraf weet, ga je op een zoekende manier kijken en luisteren. Je gaat dan tijdens het kijken en luisteren op zoek naar de antwoorden op de (meerkeuze)vragen.
  • Als je een luister/kijk-toets moet doen, waarbij je de vragen achteraf te zien krijgt, ga je op een intensieve manier kijken en luisteren. Het is dan belangrijk dat je zoveel mogelijk informatie uit het filmpje onthoudt.

Stap 3: Zoekend luisteren

In deze oefening ga je oefenen met zoekend luisteren.
Bekijk eerst de vragen en daarna de video.

Ga, door zoekend te luisteren, op zoek naar de antwoorden op deze vier vragen.

  1. Wat heb je nodig om de nagels van een kat te knippen?
  2. Waarom is het belangrijk om maar een klein stukje van de nagel te knippen?
  3. Waarom moet je de kat tijdens het knippen goed in de gaten houden?
  4. Wanneer moet je het nagelknippen overlaten aan een professional?

 

Stap 4: Intensief luisteren

In deze oefening ga je oefenen met intensief luisteren.
Bekijk eerst de instructievideo over laminaat leggen.
Beantwoord daarna de vragen.


Beantwoord nu de vragen over de video.

Afronding

Eindopdracht

Als eindproduct ga je, samen met een klasgenoot, een instructiefilmpje maken.
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer twee uur de tijd.

Hoe ga je te werk?

Kies uit de lijst hieronder een onderwerp over dieren voor jullie instructievideo:

  • het uitlaten van een hond
  • het verschonen van het hok van een cavia
  • het voeren van een kat.

Het is niet nodig om een echt dier te gebruiken; je mag ook een knuffel of een plastic dier gebruiken.
Voordat jullie beginnen met filmen, ga je op zoek naar informatie over het onderwerp op internet. Als jullie genoeg informatie hebben, zetten jullie de instructie eerst op papier.
Om duidelijk de volgorde van tijd aan te geven in het filmpje, gebruik je in de instructie twee signaalwoorden.

Bekijk het voorbeeld dat hieronder staat.

Instructie hond wassen
Stap 1 Laat het bad vollopen met lauw water. Daarna controleer met je handen of de temperatuur goed is.
Stap 2 Til de hond voorzichtig in het bad.
Stap 3 Maak de hond goed nat en masseer de shampoo in de vacht.
Stap 4 Spoel alle shampoo grondig uit.
Stap 5 Til de hond uit het bad en wrijf hem/haar tenslotte droog met een handdoek.


Als jullie de instructie op papier hebben, kan het filmen beginnen.
Maak van tevoren goede afspraken over wie wat doet.
Kijk in de gereedschapskist hoe je een video maakt.
Let op: de instructiefilm mag niet langer dan drie minuten duren.

De volgende video's  kunnen jullie gebruiken ter inspiratie:

Klaar?

Als de instructievideo klaar is, plaats je deze op YouTube of op een usb-stick, zodat je deze aan de klas of aan je docent kan laten zien.

Beoordeling

Je docent zal de instructievideo beoordelen op de volgende punten:

  • Inzet van de filmmakers
  • Duidelijkheid van de instructie voor de kijker
  • Originaliteit van de film
  • Passend taalgebruik.

Video maken

Video kan voor veel dingen gebruikt worden bijvoorbeeld om iets uit te leggen, een project te evalueren of mensen te interviewen.        

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vind je dat er een duidelijke instructie wordt gegeven?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Wat zijn de voordelen van intensief kijken ten opzichte van zoekend kijken?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je voldoende tijd, ook voor de voorbereiding van het maken van het instructiefilmpje?
  • Inhoud
    In deze opdracht werden zoekend en intensief kijken naar instructiefilmpjes besproken.
    Welke manier gebruik je zelf het meest? Kun je ook uitleggen waarom?
  • Eindopdracht
    Is het jullie gelukt een mooi instructiefilmpje te maken?
    Vond je het moeilijk om het rustig en duidelijk voor te doen en uit te leggen in de video?

Spelling: Trappen van vergelijking

Trappen van vergelijking

Intro

In deze opdracht staan de trappen van vergelijking centraal.
Kijk eerst naar de video. Je krijgt dan vast uitleg over de trappen van vergelijking.

Wat is de vergrotende trap van: grijs?
En wat is de overtreffende trap van: zuur?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • drie trappen van vergelijking herkennen en gebruiken;
  • de onregelmatige vorm van de trappen van vergelijking herkennen en gebruiken.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer de Kennisbank en maak een oefening met de trappen van vergelijking.
Stap 2 Op internet maak je een oefening. Binnen zes minuten moet ik alle woorden hebben ingevuld!
Stap 3 Bekijk de video en vul de trappen van vergelijking in de tekst in.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht Maak de eindopdracht: verzin zinnen bij vier afbeeldingen. Vergelijk mijn zinnen met die van een klasgenoot.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Trappen van vergelijking

Deze opdracht gaat over de trappen van vergelijking.
De trappen van vergelijking worden gebruikt om dingen met elkaar te vergelijken.
Je kunt een tas mooi vinden, maar een andere tas mooier en weer een andere tas het mooist vinden.

Bestudeer het Kennisbankitem.

Trappen van vergelijking

Opdracht:
Schrijf de voorbeeldwoorden uit de Kennisbank over. Maak er drie rijtjes van.
Zo heb je al een aantal voorbeelden van de vergrotende en overtreffende trap om te oefenen!

Maak daarna de volgende oefening.

Stap 2: Oefenen

De volgende oefening doe je via internet.
Als je op de link hieronder klikt, kom je vanzelf op de pagina.

Trappen van vergelijking - gatenvuloefening

Let op!
Je hebt zes minuten om de oefening te maken. De tijd begint al te lopen als je op de link klikt.

Lees daarom eerst de volgende instructie:

Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om je antwoorden te controleren.
Gebruik de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen, wanneer je het lastig vindt om een antwoord te geven.
Je kunt ook op de "[?]"-knop drukken om een aanwijzing te krijgen. Let wel: je verliest punten, wanneer je hints of aanwijzingen vraagt!


Vul zoveel mogelijk woorden in, maar..... het is wel belangrijk om het goed te doen.

Succes!

Stap 3: Naar de dierentuin

In de vakantie ga je met je familie naar de dierentuin. In de dierentuin zie je de mooiste dieren.
Eenmaal thuis ga je op zoek naar filmpjes over de dieren die je hebt gezien.
Je komt de volgende video tegen over de drachtige breedlipneushoorn.

Bekijk de video.


In de oefening vul je de vergrotende of overtreffende trap in.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

In deze opdracht ga je bij vier afbeeldingen een zin bedenken.
In de zinnen moet je de vergrotende vorm van een bepaald woord gebruiken.

Als je niet meer weet wat de vergrotende trap is, kijk dan even terug in de Kennisbank in Stap 1. Je vindt daar de uitleg over de trappen van vergelijking.

Onder ieder plaatje staat welk woord je in de zin moet gebruiken.
Bekijk het voorbeeld dat hieronder staat.

Voorbeeld:


Woord dat je moet gebruiken = groot.
Zin = De tijger is een stuk groter dan de kat.

Als je de zinnen geschreven hebt, laat je ze lezen aan een klasgenoot.
Jij gaat de zinnen van je klasgenoot bekijken. Probeer elkaar goede feedback te geven.
Probeer minstens één positief punt te noemen en één punt dat beter kan.

Klaar?

Als je je zinnen hebt verbeterd, laat je ze lezen aan de docent.

Beoordeling

De docent zal letten op de volgende punten:

  • Heb je de vergrotende trap gebruikt in de zinnen?
  • Zegt de zin iets over de afbeelding?
  • Bevatten de zinnen geen taalfouten?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vond je de uitleg duidelijk over de trappen van vergelijking?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je van een aantal onregelmatige woorden ook de trappen van vergelijking opnoemen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    In de onderbouw heb je ook al een opdracht over de trappen van vergelijking gemaakt.
    Wist je nog veel van de theorie? Heb je goed gescoord bij de oefeningen?
  • Eindopdracht
    Heb je originele zinnen gebruikt bij de afbeeldingen?
    Had je klasgenoot ongeveer dezelfde zinnen of juist hele andere zinnen?

Afsluiting thema

Kennisbanken

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

Lezen

Herhaling, tautologie en pleonasme

 

Vaardigheden

Vergaderen

 

Spelling

Trappen van vergelijking

Eindopdracht

In de eindopdracht van dit thema Dieren ga je samen met een klasgenoot een dialoog schrijven bij een dierenvideo. Je gaat net doen alsof dieren écht kunnen praten!
Een dialoog is een gesprek tussen twee of meer mensen (in dit geval: dieren).

In het programma Animal Crackers gaat André van Duin op zijn eigen manier op zoek naar de liefde tussen mens en dier.

Bekijk een stukje van de video.

Bekijk ook de video's die hieronder staan.
Kies een van de video's uit om je dialoog te schrijven.

Hoe ga je te werk?

Hebben jullie een video uitgezocht? Dan gaan jullie nu de dialoog schrijven.

  • Bedenk eerst waar de dialoog over moet gaan.
  • Let erop dat de dialoog goed past bij de beelden.
  • Spreek de tekst in op de audiorecorder van je mobiele telefoon (of een andere recorder).
  • Maak in de dialoog gebruik van woorden in vergrotende of overtreffende trap.
  • Om extra nadruk te geven maak je ook gebruik van het stijlfiguur 'herhaling'.

Tip!
Kies voor ieder dier een bijpassende stem.
Dit zorgt ervoor dat de kijker direct begrijpt bij welk dier de stem hoort.

Klaar?

Luister je opgenomen dialoog nog eens terug, terwijl je de video afspeelt.
Is het goed verstaanbaar? Loopt het synchroon met de beelden van de video?

Beoordeling

Je dialoog wordt door je docent beoordeeld op de volgende punten.

Inhoud max. 7 punten

  • Goed: Jullie hebben een dialoog geschreven die goed bij de beelden past.
  • Voldoende: Jullie hebben een dialoog geschreven die voldoende bij de beelden past.
  • Onvoldoende: Jullie hebben een dialoog geschreven die niet goed bij de beelden past.

 

Vorm max. 3 punten

  • Goed: Jullie zijn creatief geweest. Jullie hebben geen spelfouten gemaakt.
  • Voldoende: Jullie zijn voldoende creatief geweest. Jullie hebben weinig spelfouten gemaakt.
  • Onvoldoende: Jullie zijn niet creatief geweest. Jullie hebben veel spelfouten gemaakt.

 

 

Examentraining

Examenvragen
Als toets krijg je een opdracht met examenvragen.
Om de opdracht te kunnen maken heb je een Entree-account nodig.

Leuk hoor zo'n hond, maar houdt hij echt wel van ons?

 

Meer oefenen?
Als je school deelneemt aan VO-content kun je verder oefenen met ExamenKracht.
Oefen daar ook met hele examens.

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Inleiding

  • Kijk nog eens goed naar de opdracht in de inleiding.
    Past het filmpje in de inleiding goed bij het thema?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je uitleggen wat een vergadering is en hoe je een vergadering organiseert?
    Kun je de vergrotende en overtreffende trap gebruiken?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 13 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
    Welke opdracht heeft het meer tijd gekost? En welke opdracht minder tijd?
  • Inhoud
    Vond je het bekijken en maken van instructievideo's leuk?
    Kijk je zelf ook vaak naar dat soort video's als je iets wilt doen of maken?
  • Eindopdracht
    Is het jullie gelukt een dialoog te bedenken bij een van de video's?
    Vond je het leuk om de tekst in te spreken bij een bestaande video?
    Verliep de samenwerking met je klasgenoot goed?
  • Het arrangement Thema: Dieren vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-29 10:04:53
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Dieren B' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-b34. In dit thema komen verschillende taalvaardigheden aan bod. Zo worden beroepen in mannelijke en vrouwelijke vorm, stijlfiguren, vergaderen, kijken en luisteren en de trappen van vergelijking behandeld. Om het thema af te sluiten wordt een dialoog geschreven bij een dierenvideo. Deze dialoog wordt opgenomen en bevat de taalvaardigheden die in het thema zijn behandeld. Ook is er examentraining en een diagnostische toets beschikbaar. Veel succes!
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid; Mondelinge taalvaardigheid; Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    14 uur 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, dialoog, dialoog opnemen, dialoog schrijven, dieren, nederlands, stercollectie, stijlfiguren, vmbo-b12, vmbo-b34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Nederlands. (2019).

    Opdracht: Lezen - Stijlfiguren vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/76926/Opdracht__Lezen___Stijlfiguren_vmbo_b34

    VO-content Nederlands. (2019).

    Opdracht: Luisteren en kijken - Instructiefilmpjes vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74501/Opdracht__Luisteren_en_kijken___Instructiefilmpjes__vmbo_b34

    VO-content Nederlands. (2019).

    Opdracht: Spelling - Trappen van vergelijking vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74502/Opdracht__Spelling___Trappen_van_vergelijking__vmbo_b34

    VO-content Nederlands. (2019).

    Opdracht: Vaardigheden - Vergaderen vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74500/Opdracht__Vaardigheden___Vergaderen__vmbo_b34

    VO-content Nederlands. (2019).

    Opdracht: Woordenschat - Beroepen vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74498/Opdracht__Woordenschat___Beroepen__vmbo_b34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Dieren

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.