Op verschillende plaatsen in de wereld worden kleine boeren van hun land verjaagd. En dat terwijl in veel ontwikkelingslanden de lokale, kleinschalige landbouw voor veel families zeer belangrijk is. Zeker voor de armere bevolkingsgroepen. Wat is er aan de hand?
Grote internationale ondernemingen die ‘samenwerken’ met nationale overheden, verdrijven de lokale bevolking en proberen zich zo land toe te eigenen. Dit wegnemen van land heet ook wel land grabbing (landroof).
De multinationals hebben de landbouwgrond nodig om gewassen te verbouwen zoals palm(olie), soja, ananas en suiker. Of om te speculeren voor later; bijvoorbeeld in gebieden waar veel waterbronnen zijn of waar een toename van de toeristenindustrie verwacht wordt.
Op grote plantages worden de gewassen in monoculturen verbouwd. De multinationals verkopen de producten op de globale markt. De gewassen worden gebruikt als biobrandstof, veevoer, luxe voedingsmiddel of grondstof voor andere producten.
In deze module leer je meer over de biologische effecten van grootschalige, monocultivistische landbouw en de sociaal-economische gevolgen van land grabbing. Tevens analyseer je de effecten hiervan op de leef- en werkomstandigheden van lokale inwoners, en mogelijke alternatieven.
Je sluit de module af met een debat en/of een essay met jouw mening over wat bijdraagt om land grabbing een halt toe te roepen.
De module Silent land is tot stand gekomen in samenwerking met het productieteam van Silent Land.
Bekijk de trailer van de film Silent Land:
Eindproduct
Aan het einde van deze module organiseer je een debat of schrijf je een korte essay met jouw mening over land grabbing en het bestrijden van armoede en honger in de wereld, en eventueel jouw bijdrage hieraan.
Wat ga ik leren?
Leerdoelen
Aan het eind van deze module kun je:
de ontwikkeling van een ecosysteem beschrijven.
opeenvolgende veranderingen in een ecosysteem beschrijven en verklaren hoe daarbij overgangen tot stand komen.
beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelforganisatie van ecosystemen en het systeem Aarde beïnvloedt.
de accumulatie van giftig stoffen in een voedselketen uitleggen.
beschrijven wat onder duurzame ontwikkeling wordt verstaan, in het bijzonder duurzame energie- en voedselproductie.
voor- en nadelen benoemen van groot- en kleinschalige landbouw voor mens en milieu.
Wat maakt de regenwouden in Brazilië tot een uniek ecosysteem?
Stap 2
Welke (vernieuwde) millenniumdoelen spelen een rol bij het duurzaamheid?
Stap 3
Wat is een monocultuur en waarom hebben landen als Costa Rica en Thailand te maken een monocultuur?
Stap 4
Wat is het voordeel van een polycultuur boven een monocultuur?
Stap 5
Wat wordt bedoeld met land-grabbing en wat zijn de gevolgen van land-grabbing?
Afronding
Onderdeel
Kennisbank
Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht
- Je schrijft een essay over wat jij kunt doen tegen land-grabbing.
- Je doet mee aan een debat over land-grabbing.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 6 SLU nodig.
Aan de slag
Stap 1: Regenwouden
Zodra een stuk natuur met rust wordt gelaten, treden veranderingen op volgens een voorspelbaar patroon. Die volgorde van veranderingen noem je in de ecologie successie. Bestudeer beide delen in de Kennisbank en bekijk de video. Beantwoord vervolgens de vragen.
Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.
Stap 2: Milleniumdoelen
In 2000 hebben de lidstaten van de Verenigde Naties afgesproken om vóór 2015 belangrijke vooruitgang te boeken op het gebied van armoede, onderwijs, gezondheid en milieu. In 2015 zijn deze doelen vernieuwd. De millenniumdoelen worden nu ook wel de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's- (Sustainable Development Goals) genoemd.
De millenniumdoelen gaan over de bestrijding van armoede, gezondheidszorg voor iedereen, goed onderwijs en gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Maar er zijn ook meerdere millenniumdoelen die te maken hebben met duurzaamheid.
Duurzame landbouw en een einde aan honger.
Het bevorderen van duurzame economische groei, werk voor iedereen.
Een goede infrastructuur, een duurzame industrie, het bevorderen van innovatie.
Dorpen en steden zijn veilig en duurzaam.
Zorgen voor duurzame productie en consumptie.
Klimaatverandering tegengaan en de gevolgen ervan aanpakken.
Bescherm oceanen en zeeën en gebruik ze duurzaam.
Bescherm en herstel ecosystemen, bossen en biodiversiteit.
Armoedebestrijding (als een vorm van ontwikkeling) steeds meer gezien als iets dat hand-in-hand moet gaan met het omgaan met de natuur. Niet ingrijpen of gecontroleerd ingrijpen zijn keuzes die gemaakt kunnen worden. Luchtvervuiling, ontbossing en uitputting van landbouwgrond vormen een directe bedreiging voor de leefomstandigheden en gezondheid van mensen. In veel landen leidt dit tot een verslechteren van de leefomgeving en verergering van de armoede.
Ontbossing
Een voorbeeld van niet omgaan met de natuur is de ontbossing. De meeste ontbossing vindt plaats in Zuid-Amerika en in Afrika. De afgelopen jaren gingen daar vele miljoenen hectare bos verloren. Nationale beschermingsprogramma’s blijken onvoldoende effectief om dit te voorkomen. Door de groeiende wereldbevolking staan bossen onder druk door de toenemende vraag naar landbouwgrond.
Ontbossing zou nodig zijn om de wereldpopulatie te kunnen voeden.
De gevolgen van ontbossing zijn groot, zowel voor de lokale als de wereldbevolking. Het herstel van een ontbost gebied is moeilijk. Zelfs bij nieuwe aanplant neemt het nettoverlies van bosoppervlakte af. Het laatste decennium is hier wel iets verbetering in opgetreden. Dit is winst, al zal het nog vele decennia duren voordat de nieuw geplante bossen de ecologische waarde weer hebben van de oude, biologisch meer diverse bossen.
Doe de volgende opdracht.
Stap 3: Monocultuur
Overal op aarde bos wordt gekapt, onder andere om grond vrij te maken voor de grootschalige productie van voedsel voor de stijgende wereldbevolking. Nu zou je kunnen denken dat de meest vruchtbare grond ter wereld dus zo efficiënt mogelijk moet worden bewerkt om zoveel mogelijk voedsel te produceren. Dat voedsel kun je dan over de hele wereld transporteren. Dit leidt tot de ontwikkeling van de internationale voedselketen. Is dit de oplossing om iedereen van voldoende voedsel te voorzien? Waar komen trouwens de bananen en appels vandaan die je eet? De koffie en thee die je drinkt? Weet jij het?
Bestudeer in de Kennisbank de onderstaande onderwerpen.
In tegenstelling tot monocultuur, wordt bij een polycultuur meer diversiteit aangebracht in het verbouwen van gewassen.
Een dergelijk systeem is minder gevoelig voor plaagdieren en de inzet van natuurlijk vijanden speelt een grotere rol. Kijk voor meer uitleg de volgende video:
Je kunt op verschillende manieren meer diversiteit aanbrengen in de landbouw:
Diversiteit in tijd:
gewassen na elkaar op hetzelfde stuk land, bijvoorbeeld vruchtwisseling.
Diversiteit in ruimte:
meerdere gewassen (tegelijkertijd) op hetzelfde stuk grond.
Daarnaast kun je onderscheid maken tussen:
Variatie binnen gewassen: genetische variatie binnen hetzelfde gewas.
Variatie tussen gewassen; verschillende soorten naast elkaar op hetzelfde perceel.
Combinatie van niet-productiegewassen (zoals bloemstroken) en productiegewassen.
Een teeltsysteem wat veel wordt toegepast in de (sub)tropen is permacultuur. De grond wordt het hele jaar door continu bedekt met een grote variatie aan gewassen met een biodiversiteit die dicht tegen een natuurlijk ecosysteem aanligt. Je noemt het daarom ook wel biologische of ecologische landbouw.
Maak de opdrachten.
Stap 5: Land-grabbing
Je weet dat er veel voedingsmiddelen zijn waarvan de grondstoffen uit ontwikkelingslanden komen. Bijvoorbeeld producten met (riet)suiker en chocolade. Maar ook als je vlees eet heb je te maken met grondstoffen uit ontwikkelingslanden. Nederland importeert namelijk veel soja als veevoer voor de vleesproductie.
Produceren voor lokale of globale markt?
Kleine boeren in ontwikkelingslanden maken veelal gebruik van een polycultuursysteem. Behalve voor eigen consumptie, produceren zij ook voor verkoop op de lokale markt. Van het geld dat ze verdienen met de verkoop van producten die niet voor de eigen consumptie nodig zijn, kunnen ze producten kopen die ze niet zelf verbouwen of produceren.
Multinationals verbouwen producten om op de globale markt te verkopen. Het gaat bijvoorbeeld om het verbouwen van biobrandstof, maar ook om fruit dat in westerse landen geliefd is, maar niet verbouwd kan worden, zoals banaan en ananas. Of om belangrijke grondstoffen voor de voedselproductie zoals suiker en cacao.
Ook biobrandstoffen halen westerse landen uit ontwikkelingslanden. In de module Energiebronnen van de toekomst heb je kennis gemaakt met alternatieven voor fossiele brandstoffen. Fossiele brandstoffen raken op daarom is er steeds meer belangstelling voor biobrandstoffen. De meeste biobrandstoffen zijn van plantaardig materiaal, zoals koolzaadolie, palmolie, suikerriet, bietenpulp, mais en graan.
Verbranding van biomassa heeft een groot nadeel: er komt CO2 vrij. Dit heeft een verstoring van de koolstofkringlopen tot gevolg; het versterkte broeikaseffect. Wanneer tropisch regenwoud zal de CO2 opname verminderen en dat verergert de situatie verder. Mogelijk warmt de aarde op door toename van het CO2-gehalte.
Hoe dat werkt zie je in de video:
Dankzij de dampkring kunnen wij leven op aarde.
In veel ontwikkelingslanden hebben kleine boeren vaak geen formele landstitel. Hun verblijf op een bepaald stuk land, dat vaak al decennia lang door één en dezelfde familie wordt verbouwd, wordt door regeringen ‘gedoogd’. Zodra de overheid een ‘betere’ bestemming voor het land vindt kan dit gedogen beëindigd worden. Dit geeft grote internationale ondernemingen de kans om aan grote stukken land te komen en de lokale bevolking te verdrijven. Dit wordt land grabbing genoemd. Vaak gaat dit gepaard met corruptie waarbij nationale regeringen of lokale leiders worden omgekocht om de bevolking te overtuigen dat het beter is om hun land goedkoop te verkopen in ruil voor werk of de nieuwe plantages.
Grootschalige landbouwproductie neemt in veel gevallen grond weg van kleine boeren. De landbouw producten die op de verworven grond komen te staan zijn vaak helemaal niet van belang voor de lokale bevolking, maar worden direct geëxporteerd. De winst gaat naar de multinationals, terwijl de lokale bevolking op de plantages werkt, vaak voor een laag loon en onder slechte arbeidsomstandigheden.
In de volgende video krijg je uitleg over land grabbing.
Land grabbing overal
Helaas blijft het niet bij Cambodja. Veel ontwikkelingslanden hebben te maken met land-grabbing. Bijvoorbeeld Kameroen (Cameroon), Guatemala, Ethiopië en de Filipijnen:
Kun jij wat te doen om de situatie van kleine boeren te verbeteren of landgrabbing tegen te gaan?
Dolf Jansen legt je dat in de volgende video uit:
Behind the brands
Oxfam Novib is een wereldwijde campagne gestart. Met de campagne Behind the Brands onthullen zij de wereld die schuilgaat achter de grootste 10 internationale voedingsmiddelenbedrijven. En wat blijkt: de 10 grootste levensmiddelenbedrijven (the Big Ten) gebruiken hun invloed onvoldoende om armoede en honger te bestrijden. In de ranglijst van Behind the Brands zie je hoe de grondstoffen voor de producten van de grootste 10 internationale voedingsmiddelenbedrijven worden verbouwd.
De zeven thema’s waarop de bedrijven zijn beoordeeld zijn:
Transparantie, Vrouwen, Arbeiders, Land, Boeren, Klimaat en Water.
Je gaat nu beginnen met de eindopdracht van deze module.
Eindopdracht Wat kun jij doen?
Ga naar Behind the Brands
Ontdek het ware verhaal achter één product dat je weleens eet.
Bespreek je bevindingen met de klas.
Wat is jouw mening hierover? Kun je op deze manier een steentje bijdragen?
Ga jij actie ondernemen om land-grabbig tegen te gaan en armoede en honger te bestrijden?
Schrijf hierover een kort essay of organiseer een debat.
Beoordeling
Bij de beoordeling van je eindproduct let je docent op de volgende punten:
Heb je in het georganiseerde debat of in je essay op een duidelijke, onderbouwde manier laten zien op welke manier de consument zijn/haar steentje bij kan dragen.
Essay:
Heb je je mening in correct Nederlands geschreven?
Debat:
Heb je een actieve, leidende rol gespeeld in het debat?
Kijk voor algemene beoordelingseisen in de Gereedschapskist.
Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.
Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Voor de module stond een SLU van 6 uur. Ben je die tijd met deze module bezig geweest. Heb je in die tijd ook de eindopdracht kunnen maken?
Inhoud
In hoeverre was jij al bewust van de producten die je consumeert en de invloed daarvan op de wereld? Ga je, na het maken van deze module, bewustere keuzes maken in de producten die je consumeert?
Het arrangement Module: Silent land - v456 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
In de module Silent Land staat de korte film 'When elephants dance' centraal, een korte film van Jan van den Berg (drsFILM, 2014).
‘When Elephants dance, the grass gets beaten’ beleeft 22 januari 2014 in Antwerpen haar wereldpremière, samen met ANPEN en Argus, die een discussie organiseren met deskundigen over land grabbing en voedselzekerheid.
De Nederlandse première volgt daarna in maart.
De film is beschikbaar voor scholen, in het kader van de OXFAM GROW campagne.
Meer informatie:
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vwo leerjaar 4/5/6. Dit is thema ’Interactie met de omgeving'. Het onderwerp van deze les is: silent land.
Aan het eind van deze module kun je:
de ontwikkeling van een ecosysteem beschrijven.
opeenvolgende veranderingen in een ecosysteem beschrijven en verklaren hoe daarbij overgangen tot stand komen.
beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelforganisatie van ecosystemen en het systeem Aarde beïnvloedt.
de accumulatie van giftig stoffen in een voedselketen uitleggen.
beschrijven wat onder duurzame ontwikkeling wordt verstaan, in het bijzonder duurzame energie- en voedselproductie.
voor- en nadelen benoemen van groot- en kleinschalige landbouw voor mens en milieu.
Leerniveau
VWO 6;
VWO 4;
VWO 5;
Leerinhoud en doelen
Dynamisch evenwicht;
Biologie;
Interactie in ecosystemen;
Samenstelling van ecosystemen;
Ecosysteem;
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vwo leerjaar 4/5/6. Dit is thema ’Interactie met de omgeving'. Het onderwerp van deze les is: silent land.
Aan het eind van deze module kun je:
de ontwikkeling van een ecosysteem beschrijven.
opeenvolgende veranderingen in een ecosysteem beschrijven en verklaren hoe daarbij overgangen tot stand komen.
beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelforganisatie van ecosystemen en het systeem Aarde beïnvloedt.
de accumulatie van giftig stoffen in een voedselketen uitleggen.
beschrijven wat onder duurzame ontwikkeling wordt verstaan, in het bijzonder duurzame energie- en voedselproductie.
voor- en nadelen benoemen van groot- en kleinschalige landbouw voor mens en milieu.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.