Thema: Wonen

Thema: Wonen

A. Inleiding

Welkom bij het thema Wonen.

In dit thema staat wonen centraal.
Je gaat op zoek naar antwoorden op vragen die te maken hebben met wonen. Bijvoorbeeld:

  • Waar onstonden rond 11000 v. Chr. de eerste stedelijke samenlevingen?
  • Hoe woonden de Romeinen 2000 jaar geleden?
  • Waarom zijn er in de middeleeuwen in Europa veel steden ontstaan?
  • Hoe ziet de buurt waar je woont eruit?
  • Welk huis kun je kopen?
  • Waarom wonen mensen in de buurt van een vulkaan?


Met de antwoorden op deze vragen richt je aan het eind van het thema een tentoonstelling in.

Genoeg te doen. Aan de slag.

Werkplan

Het thema Wonen bestaat uit negen opdrachten en een afsluiting.

De negen opdrachten leveren allemaal een product op.
Met deze producten richten jullie een tentoonstelling in.
Maak daarover duidelijke afspraken met je docent.

Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt.
Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt.
Op dat werkplan schrijf je op welke onderdelen je hebt gedaan.

Download hieronder het Werkplan Thema Wonen.

B1. Ontstaan landbouw

In de eerste opdracht staat het ontstaan van landbouwgemeenschappen 11.000 jaar voor Christus centraal.

Vooraf

Leerdoel 

Aan het eind van deze opdracht weet je:- waar de eerste landbouwgemeenschappen ontstonden.- wanneer de eerste landbouwgemeenschappen ontstonden.- wat het verschil in levenswijze is tussen jagers-verzamelaars en boeren.

Eindproduct

Je rondt deze opdracht af met het maken van een schema. In het schema maak je duidelijk wat het verschil in levenswijze is tussen jagers-verzamelaars en boeren. 

Alleen of samen?

Deze opdracht doe je alleen. Soms overleg je met een klasgenoot. Tijd voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Stap 1: De eerste landbouwnederzettingen

Kennisbank Geschiedenis

Mensen hebben miljoenen jaren geleefd als jagers en verzamelaars.De ontwikkeling van de landbouw is pas heel laat op gang gekomen.

Studiogeschiedenis tijdvak 1 aspect 2

Stap 2: Waar ontstaan?

Ontstaan landbouwgemeenschappen

De eerste landbouwnederzettingen ontstonden in het Midden-Oosten.In de animatie zie je dat er later ook landbouwnederzettingen op andere plaatsen ontstonden.


Stap 3: Het houden van dieren

Het houden van dieren

In de kennisbank heb je een stukje kunnen lezen over het houden van dieren. Dat stukje staat hieronder nogmaals.

Sleep de woorden naast de tekst naar de juiste plaats in de tekst.

Stap 4: Nieuwe levensstijl

Boeren hebben een andere levensstijl dan jagers-verzamelaars. Bespreek de verschillen met een klasgenoot.

Maak in Word een schema zoals hieronder.

Zet in het schema de verschillen in levensstijl.

Stap 5: Afronden

Afronden

Je gaat de de opdracht afronden.

Open het Worddocument met het schema uit stap 4.
Geef onder het schema antwoord op de volgende twee vragen:

- Wanneer ontstonden de eerste landbouwgemeenschappen?

- Waar ontstonden de eerste landbouwgemeenschappen?

 

Klaar?

Laat het schema en de antwoorden op de vragen beoordelen door je docent.

B2. Stedelijke samenleving

Nadat het ontstaan van de landbouw ontstonden de eerste steden.
Deze opdracht gaat over het ontstaan van deze eerste stedelijke gemeenschappen.

Vooraf

Leerdoel

Aan het eind van deze opdracht weet je:
- waar de eerste steden ontstonden.
- wanneer de eerste steden ontstonden.
- welke beroepen er ontstonden in de eerste steden.
- dat niet alle inwoners van een stad gelijk waren. 

Eindproduct

Je rondt deze opdracht af met het maken van een piramide. In de piramide maak je duidelijk dat er sprake was van een hiërarchische maatschappij.

Alleen of samen?

Deze opdracht doe je alleen. Soms overleg je met een klasgenoot.

Tijd

Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Stap 1: Van nederzetting tot stad

Na het ontstaan van de landbouw ontstonden de eerste nederzettingen.

Sommige van deze nederzettingen groeiden uit tot steden.

Stap 2: Succes van landbouw

De eerste steden konden ontstaan doordat het goed ging in de landbouw.

Maak de onderstaande tekst compleet. Sleep de woorden die naast de tekst staan naar de juiste plaats.

Stap 3: Waterhuishouding

Waterhuishouding

De priesters vormden een zeer belangrijke klasse. Zij zorgden voor de godsdienstige plechtigheden. Maar de priesters zorgden ook voor bestuurlijke taken.De priesters waren verantwoordelijk voor de waterhuishouding.Priesters zorgden voor dijken, dammen en kanalen in en rond de stad.De waterhuishouding was erg belangrijk in en rond de eerste steden.Bespreek met een klasgenoot waarom de waterhuishouding zo belangrijk was.Denk aan:

- de rol van water in de landbouw;

- rol van water bij de hygiëne;

- rol van water bij het vervoer van artikelen;

- rol van water bij .....?

Stap 4: Hiërarchische maatschappij

Hiërarchische maatschappij

In de eerste steden was de macht ongelijk verdeeld. Er was sprake van een hiërarchische maatschappij of klassenmaatschappij.Je kunt de belangrijkheid van de klassen weergeven in een piramide.
Hier zie je zo'n piramide. Bovenin de piramide staat de vorst.De minst belangrijke klasse komt onderaan.Teken zelf zo'n piramide op een vel papier.Zet in de piramide de verschillende klassen.Zoek bij iedere klasse een passende afbeelding.

Klaar?

Laat je piramide + afbeeldingen beoordelen door je docent.

B3. Wonen Romeinen

Ongeveer 2000 jaar geleden was Rome al een grote stad.
In deze opdracht zie je hoe was om te wonen in zo'n grote stad.
Ook kijk je hoe de rijke Romeinen woonden.

Vooraf

Leerdoel

2000 jaar geleden was Rome al een stad met een miljoen inwoners.In deze opdracht bekijk je hoe de arme en rijke Romeinen woonden.

Eindproduct

Je rondt deze opdracht af met het zoeken naar de Nederlandse namen voor de ruimten in een Romeinse villa. Je zoekt ook afbeeldingen van de verschillende ruimten. De namen en afbeeldingen komen in het werkblad 'Romeinse villa'.

Alleen of samen?

Deze opdracht doe je alleen. Soms overleg je met een klasgenoot.

Tijd

Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Stap 1: Wonen in Rome

Wonen in Rome

De meeste huizen in het oude Rome hadden geen stromend water. De Romeinen gingen naar openbare wc's.

Ze wasten zichzelf in een van de badhuizen. Deze badhuizen waren heel populair bij de Romeinen!

Stap 2: Een Romeinse villa

Hoe een Romeinse villa er uit zag, kun je zien en lezen op:

Stap 3: Verschillende ruimten

Verschillende ruimten


Op het werkblad zie je een 'open gemaakte' Romeinse villa. Bij de afbeelding zie je de latijnse namen van de verschillende ruimten.Die namen staan ook onder de afbeelding.

Achter sommige namen staat ook de Nederlandse naam.


  • Lukt het jou om van de andere ruimten ook de Nederlandse naam te vinden?
  • Ga op internet op zoek naar de Nederlandse namen.
  • Vul ze in op het werkblad.
  • Ga ook op zoek naar afbeeldingen van de verschillende ruimten.
  • Plak die afbeeldingen in het Worddocument.


Klaar?

Laat het werkblad beoordelen door je docent.

B4. Eerste steden

In de eerste helft van de Middeleeuwen waren er weinig steden in Nederland.
Rond het jaar 1000 komt daar verandering in.
Er ontstaan dan steeds meer steden.

In deze opdracht ga je op zoek naar een aantal steden die in die tijd ontstonden.

Vooraf

Leerdoel

Aan het eind van deze opdracht weet je dat er in de tweede helft van de middeleeuwen veel steden in Nederland gesticht zijn.EindproductJe rondt deze opdracht af met het opzoeken van zes Nederlandse steden die ontstaan zijn tussen 1000 en 1500. Je tekent deze steden in op een kaart van Nederland.

Alleen of samen?

Deze opdracht doe je alleen.Soms vraag je hulp aan een klasgenoot.

Tijd

Voor deze opdracht heb je ongeveer 1 lesuur nodig.

Stap 1: Ontstaan

Bekijk het volgende filmpje over het ontstaan van de middeleeuwse steden in Nederland.

Stap 2: Opdracht steden

Op de kaart zie je een drietal belangrijke rivieren getekend. Print de kaart.

In de periode 1000 tot 1500 zijn in Nederland veel steden ontstaan. 

  • Gebruik internet om zes steden te zoeken die tussen 1000 en 1500 ontstaan zijn.
  • Teken die steden in op de kaart. 
  • Schrijf bij iedere stad het jaartal waarin de stad is ontstaan. 
  • Zoek van iedere stad een foto van een middeleeuws gebouw. 
  • Plak die foto bij de stad op de kaart.
  • Kijk goed naar de ligging van de steden die je op de kaart hebt getekend. Schrijf onder de kaart op wat je opvalt als je kijkt naar de ligging van de steden.
Kaart.JPG
Kaart.JPG

Stap 3: Afronding

Afronding

Laat de kaart met de zes steden zien aan een klasgenoot. Bekijk ook zijn kaart.Hebben jullie dezelfde steden? Kijk nog eens goed naar je plattegrond.

- Staan er zes steden op de plattegrond?

- Staat bij iedere stad het jaar waarin de stad gesticht is?

- Staat bij iedere stad een afbeelding van een gebouw uit de middeleeuwen?

- Is de kaart netjes gemaakt?

Tevreden?

Laat de kaart beoordelen door je docent.

B5. Van plan tot woning

De vijfde opdracht heet Van plan tot woning.
Je kijkt welke beroepen er allemaal betrokken zijn bij het ontwerpen en bouwen van een woning.

Vooraf

Er zijn heel wat mensen aan het werk geweest voordat de eerste bewoner zijn nieuwe huis in kan.


Leerdoel

Je leert welke beroepen er betrokken zijn bij het bouwen van een huis.


Eindproduct

Je maakt samen met een klasgenoot een eindproduct met als titel 'Van plan tot woning'. Het product laat zien hoe het bouwproces van een woning verloopt. Jullie kiezen zelf een manier om de verschillende stappen in beeld te brengen.

 

Alleen of samen?

Deze opdracht doe je samen met een klasgenoot.

 

Tijd

Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Stap 1: Bouwen van een huis

Er komt vaak heel wat bij kijken bij het bouwen van een huis. Van architect tot schilder. Van aannemer tot makelaar. Bekijk het volgende filmpje: 

Maak zelf een lijst met beroepen van mensen die betrokken zijn bij het bouwproces van een woning.


Klaar?

Leg jouw lijstje dan naast het lijstje van de klasgenoot waarmee je deze opdracht samen doet.

Maak van de twee lijstjes één nieuwe lijst.

Weet je van sommige beroepen niet precies wat ze inhouden? Vraag het aan je docent of zoek de beroepen op internet op.

Stap 2: Bouwproces

Bedenk samen een product waarmee je het bouwproces van een woning duidelijk in beeld kunt brengen.

 

Idee: Maak een fotoreportage van de verschillende stappen in het bouwproces. Schrijf bij iedere foto een korte uitleg.

Gereedschapskist: een fotoreportage maken

Idee: Interview een architect of een aannemer over het bouwproces van een woning.?

Gereedschapskist: een interview houden

Hebben jullie bedacht welk product jullie gaan maken? Vraag toestemming aan jullie docent.
Maak dan een goede werkverdeling? Maak ook een goede planning. En houd je aan de afspraken!

Stap 3: Afronden

Afronden

Kijk nog eens goed naar jullie eindproduct.

- Laat jullie eindproduct zien welke beroepen bij het bouwen van een huis betrokken zijn?

- Ziet jullie eindproduct er verzorgd uit?

- Bevat jullie eindproduct niet te veel taalfouten?

 

Tevreden?

Laat jullie eindproduct beoordelen door jullie docent.

B6. Je eigen buurt

In de opdracht 'Je eigen buurt' onderzoek je de buurt waarin je woont.

Vooraf

Leerdoel

Aan het eind van deze opdracht weet je dat er een buurt vaak verschillende soorten huizen voorkomen.

 

Eindproduct

Jullie brengen in beeld hoe jullie buurt eruit ziet. Jullie kiezen zelf een manier die jullie het best bij jullie buurt vinden passen.

 

Alleen of samen?

Stap 1 doe je alleen. De rest van de de opdracht doe je samen met een klasgenoot.

Die klasgenoot moet bij jou in de buurt wonen!

 

Tijd

Voor deze opdracht heb je 2 à 3 lesuren nodig.

Stap 1: De buurt

Woon jij in een leuk huis? Staat het huis in een leuke buurt? In een buurt staan vaak verschillende soorten huizen.

In de volgende oefeningen krijg je veertien omschrijvingen. Weet jij welke soort woning wordt beschreven?

Stap 2: Je eigen buurt

Je gaat onderzoeken hoe je eigen buurt er uit ziet.

Ga naar de website

http://www.funda.nl/

Zoek een huis dat te koop staat in de buurt waarin jij woont. Klik het huis aan. Je ziet een balk met een aantal tabbladen. Klik op het tabblad 'Kaart/Buurt' en klik dan op het tabblad 'Cijfers/Grafieken'.

Gebruik de buurtinformatie om de antwoord te vinden op de volgende vragen:


  • Wonen er in jullie buurt vooral kleine of grote gezinnen?
  • Wonen er in jullie buurt veel ouderen?
  • Hebben de mensen met een inkomen een hoog besteedbaar inkomen?
  • Staan in jullie buurt veel dure huizen?

 

Bespreek de antwoorden met de klasgenoot waarmee je samenwerkt.

Stap 3: Eindproduct

Eindproduct

Jullie gaan aan de slag met het eindproduct.Kies een product waarmee jullie kunnen laten zien hoe jullie wijk er uit ziet.In jullie eindproduct moeten jullie duidelijk maken welke soorten huizen er in jullie wijk staan.In jullie product moet duidelijk worden of jullie vinden dat jullie wel of niet in een 'dure' buurt wonen.?

IdeeHoud een aantal interviews met mensen die in jullie buurt wonen.

Een interview houden

IdeeMaak een fotoreportage van de verschillende huizen in jullie buurt.

Een fotoreportage maken

Stap 4: Afsluiting

Afronden

  • Kijk nog eens goed naar jullie eindproduct.
  • Past het eindproduct goed bij de opdracht?
  • Geeft jullie eindproduct een goed beeld van jullie buurt?
  • Is het duidelijk welke soorten huizen in jullie buurt staan?
  • Is jullie eindproduct origineel?
  • Ziet jullie eindproduct er verzorgd uit?

 

Tevreden?

Laat jullie eindproduct beoordelen door jullie docent.

B7. Huis te koop

Deze opdracht heet Huis te koop.
Je leert dat iemand met een hoog inkomen een duurder huis kan kopen dan iemand met een laag inkomen.

Vooraf

Leerdoel

Aan het eind van deze opdracht weet je:

- dat veel mensen geld moeten lenen voor het kopen van een huis.

- dat iemand met een hoog inkomen meer kan lenen dan iemand met een laag inkomen.

- dat beroep en inkomen met elkaar te maken hebben.

 

Eindproduct

Je maakt een tabel. In de tabel wordt duidelijk dat iemand met een hoog inkomen een duurder huis kan kopen dan iemand met een laag inkomen.

 

Alleen of samen?

Deze opdracht doe je grotendeels alleen.Soms overleg je met een klasgenoot.

 

Tijd

Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Stap 1: Huis kopen

Inleiding

Als je een huis wilt kopen, keuze genoeg. Kijk maar eens op

http://funda.nl

Bijna niemand heeft genoeg geld op de bank om zomaar een huis te kopen. Om een huis te kopen wordt daarom vaak geld geleend.

Bekijk het volgende reclamefilmpje: 

Niet iedereen kan evenveel geld lenen. Iemand met een hoog inkomen kan vaak meer lenen dan iemand met een laag inkomen.In deze opdracht onderzoek je wat iemands inkomen te maken heeft met het huis dat hij/zij kan kopen.

Stap 2: Inkomen en woning

Bestudeer uit de kennisbank Economie de volgende twee items:

Stap 3: Tabel maken

Je gaat een tabel maken zoals hiernaast. In de eerste kolom komen vijf beroepen. Kies de beroepen uit de bron 

http://www.studiomenm.nl/vmbo_ob/Themas/Thema_Wonen/B%20Opdrachten/Huis%20te%20koop/Stap3/salarissen.html

In de tweede kolom komt het inkomen dat hoort bij het beroep. Het inkomen vind je ook in de bron salarissen. Ga er vanuit dat je 4x je jaarsalaris aan hypotheek kunt krijgen.

In de derde kolom komt welk bedrag aan hypotheek iemand kan krijgen. 

In de vierde kolom komt een foto van een huis dat iemand voor het hypotheekbedrag kan kopen. Foto's kun je vinden op:

http://funda.nl

Alle huizen moeten wel in dezelfde stad staan!

Stap 4: Afronden

Afronden

Kijk nog eens goed naar de tabel.

  • Is de tabel helemaal ingevuld?
  • Kun je uit de tabel afleiden dat iemand met een hoog inkomen een duurder huis kan kopen dan iemand met een laag inkomen?
  • Is de tabel met zorg gemaakt?

 

Klaar?

Laat je tabel beoordelen door je docent.

B8. Ontwerp een wijk

In de opdracht Ontwerp een wijk ga je samen met een klasgenoot een wijk voor 1000 gezinnen ontwerpen.

Vooraf

Bekijk het filmpje:  

Hoe zou de wijk waarin je woont er uit zien als jij hem opnieuw zou mogen ontwerpen?
In deze opdracht ontwerpen jullie in tweetallen een eigen wijk.
In de wijk moeten 1000 gezinnen kunnen wonen.

 

Eindproduct

Je maakt een plattegrond van een wijk voor ongeveer 100 gezinnen.

 

Alleen of samen?

Deze opdracht doe je samen met een klasgenoot.

 

Tijd

Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Stap 1

Je gaat samen met een klasgenoot een plattegrond van een wijk maken. 
In de wijk moeten 1000 gezinnen kunnen wonen.


Jullie maken de plattegrond op ruitjespapier van 1 cm bij 1 cm.
Neem als schaal voor de plattegrond: 1 cm komt overeen met 10 m.

Bedenk eerste welke soorten woningen jullie in jullie wijk willen (villa, rijtjeswoning, flatgebouw, enzovoorts).
Bedenk hoeveel hokjes ieder soort woningen in beslag neemt.
Bedenk ook hoeveel ruimte jullie nodig hebben voor de wegen.
En hoeveel ruimte hebben jullie nodig voor speelveldjes, een parkje, een vijver, enzovoorts.

Schets nu het eerste ontwerp.

Stap 2

Bedenk samen het antwoord op de volgende vragen:

- Wat is de naam van jullie wijk?
- Hebben de straten een naam?
- Is er in jullie ontwerp rekening gehouden met het parkeerplaatsen?
- Zijn er woningen voor ouderen in de wijk?
- Is de wijk aantrekkelijk om in te wonen?
- Hebben jullie gedacht aan een duidelijke legenda?

Maak nu jullie definitieve ontwerp.Gebruik verschillende kleuren voor verschillende woningen.
Kleed de wijk eventueel aan door foto's op het ontwerp te plakken.

Klaar?
Laat jullie wijk beoordelen door jullie docent.

B9. Extreme woonplekken

In de opdracht Extreme woonplekken geef je antwoord op de vraag waarom mensen op gevaarlijke woonplekken wonen.

Vooraf

Eskimo's wonen in de buurt van de polen waar het meestal extreem koud is. In het oosten van Amerika wonen mensen in een gebied met een grote kans op aardbevingen. Op de eilanden in de Caribische zee hebben de bewoners een deel van jaar last van tropische wervelstormen. In deze opdacht ga je op zoek naar het antwoord op de vraag: 'Waarom wonen mensen in gevaarlijk gebieden?'

 

Eindproduct

Je schrijft een kort artikel met als titel: 'Waarom wonen mensen in gevaarlijke gebieden?'

 

Alleen of samen?

Deze opdracht doe je alleen.Soms vraag je hulp aan een klasgenoot.

 

Tijd

Voor deze opdracht heb je 2 lesuren.

Stap 1: Vulkanen-1

Vulkanen

Lees onderstaande tekst over de gevolgen van een vulkaanuitbarsting. 

MANILLA/LEGAZPI - Op de Filippijnen is de vulkaan Mayon weer actief geworden. Duizenden mensen zijn op de vlucht geslagen. De vulkaan spuwt sinds zaterdagavond as en keien "zo groot als vrachtwagens" kilometers de lucht in. De overheid heeft alarmtoestand 5 uitgeroepen. Iedereen die minder dan acht kilometer van de vulkaan af woont, is in direct gevaar. Er moeten in het totaal zo'n 50.000 mensen worden geëvacueerd. Ruim 10.000 mensen hebben in paniek al hun huizen verlaten. Boven de vulkaan hangt een aswolk tot een hoogte van vijf kilometer. Door de gloeiende lavastromen zijn verscheidene dorpen in de omgeving "in extreem gevaar", zei een woordvoerder.


bron: www.scholieren.com

  • Gebruik je atlas om op te zoeken waar de Filippijnen liggen.
  • Gebruik je atlas ook om op te zoeken waar op aarde veel vulkanen voorkomen.

Stap 1: Vulkanen-2

Lees nu ook onderstaande tekst over vulkanen. 

Nieuw land met gratis mest

Vulkanen spelen soms een rol bij het ontstaan van nieuw land. Veel eilanden zijn het resultaat van een vulkanische uitbarsting. Zonder dit verschijnsel zouden landen als IJsland en Hawaï niet  bestaan. Vulkanen geven de mens op aarde dus extra land om op te kunnen leven. En mensen wonen er graag. Veel vulkanische gesteenten zijn rijk aan mineralen. In warme klimaat verweren deze gesteenten snel, waardoor een zeer vruchtbare bodem ontstaat. Dit is dan ook de reden dat er zo vaak mensen wonen bij een vulkaan, ondanks het dreigende gevaar.


bron: www.natuurinformatie.nl

In de tekst staat een reden waarom mensen in de buurt van vulkanen wonen. Welke reden?

Stap 2: Aardbeving

Aardbeving

Bekijk een deel van de uitzending van EenVandaag over de aardbeving die Japan in maart 2011 heeft getroffen. 

Bron: EenVandaag

en aardbeving is een trillende of schokkende beweging van de aardkorst. Wereldwijd komen er dagelijks vele aardbevingen voor. Maar gelukkig hebben de meeste aardbevingen niet zo'n verwoestende werking als de aardbeving in Japan.

Gebruik je atlas om op te zoeken waar op aarde veel aardbevingen voorkomen.Mensen die op een plaats wonen waar aardbevingen voorkomen, verhuizen vaak niet. Bespreek met een klasgenoot welke redenen mensen kunnen hebben om niet te verhuizen?

Stap 3: Orkanen

Een orkaan is een 'superstorm' met veel regen en extreme wind. Als een orkaan aan land komt, kan hij veel schade veroorzaken. Een van de beroemdste orkanen is misschien wel de orkaan Katrina. De orkaan trof in augustus 2005 Amerika, vlakbij de plaats New Orleans. Katrina veroorzaakte voor ruim 80 miljard dollar aan schade. En er vielen 1836 doden als gevolg van de orkaan.

Gebruik je atlas om op te zoeken waar New Orleans ligt.Zoek ook in je atlas op waar op aarde veel orkanen voorkomen.

Zou jij in het gebied waar veel orkanen voorkomen, willen wonen? Leg uit waarom wel of waarom niet? 

Stap 4: Eindproduct

Eindproduct

Je sluit deze opdracht af met het schrijven van een artikel van ongeveer 150 woorden.
Het artikel heeft als titel: 'Waarom wonen mensen in gevaarlijke gebieden?'
In het artikel geef je twee redenen waarom mensen in gevaarlijke gebieden wonen.

Je artikel laat je beoordelen door je docent.Bij de beoordeling zal je docent letten op:

- de inhoud: staan er twee goede redenen in het artikel?

- taalfouten: bevat het artikel niet te veel taalfouten?

C. Afsluiting

Je hebt alle opdrachten van het thema Wonen gemaakt.
Tijd voor de afsluiting.

Je sluit het af met het inrichten van een tentoonstelling.
Tijdens het maken van de opdrachten hebben jullie een aantal producten gemaakt. Met deze producten richten jullie een tentoonstelling in.

Overleg met je docent waar jullie de tentoonstelling mogen inrichten.
Vraag ook aan je docent wanneer jullie de tentoonstelling mogen inrichten.
Natuurlijk bespreek je ook wie de bezoekers van de tentoonstelling gaan worden.

Veel plezier!