Inleiding
De centrale leervraag voor de PIT “Ik” is:
Welke kennis en vaardigheden heb ik nodig om mezelf echt te leren kennen?
In deze lessenserie ga je een profiel van jezelf schetsen ten aanzien van je professionele ontwikkeling. Om erachter te komen welke doelgroepen het beste bij je passen moet je eerst kennis opdoen over verschillende doelgroepen en instellingen. Welke achtergrond hebben ze? Welke mogelijkheden hebben ze? Op welke manieren kun je met ze werken? Allemaal vragen die tijdens de lessen aan bod komen. Welke vragen heb jij zelf nog? Wil je werken met verstandelijk beperkten en waarom? Klopt je idee?
Werkveldoriëntatie is als volgt ingedeeld:
Blok 1 Algemeen
Blok 2 Verdieping
Blok 1 “Algemeen.”
In het eerste blok staat kennis van jezelf in een professionele situatie centraal. Voordat je op stage gaat maak je een professioneel profiel van jezelf, leer je hoe je een CV en een sollicitatiebrief maakt en leer je hoe je je het beste kunt voorbereiden op het sollicitatiegesprek. Je sluit dit blok af met een presentatie van jouw persoonlijke profiel aan de hand van een LinkedIn pagina, Wiki of PowerPoint.
Naast het werken aan jouw profiel verdiepen we ons tijdens het eerste blok in de verschillende werkvelden. Hierbij moet je denken aan bezoeken van ouderejaarsstudenten in de les en gastlessen van mensen uit het werkveld. Doel hiervan is jullie voor te lichten over stage- en stagemogelijkheden.
Blok 2 “Verdieping.”
In het tweede blok ga je dieper in op de mogelijkheden van het werkveld MZ. Dit ga je doen door samen te werken aan een eindopdracht met je groep. Binnen deze opdracht heb je de vrijheid om jouw eigen interesse gebied binnen MZ beter te leren kennen.
Tevens ga je gericht solliciteren op een vacature van een stageplek. De BPV coördinator komt langs om jullie te vertellen waar jullie kunnen solliciteren. Tijdens de lessen maak je ook kennis met de BPV gids. Hierin staat alle informatie die je nodig hebt voor en tijdens jouw stage.
Lesdoelen blok 2 Werkveldoriëntatie:
-
De studenten kunnen uitleggen wat de eindopdracht is van werkveldoriëntatie.
-
De studenten hebben een leerdoel voor zichzelf voor het vak werkveldoriëntatie.
-
De studenten kunnen in groepsverband een samenwerkingscontract maken.
-
De studenten kunnen twee do’s en twee dont’s benoemen met betrekking tot solliciteren
-
De studenten kunnen de kwalificatiedossiers vinden.
-
De studenten kunnen de oefenopdrachten voor stage vinden.
-
De studenten kunnen twee verschillende doelgroepen benoemen van hun toekomstige werkveld.
-
De studenten kunnen drie verschillende werkplekken benoemen in de maatschappelijke zorg.
-
De studenten kunnen reflecteren op hun leerwinst en minimaal één punt benoemen wat ze geleerd hebben van het vak Werkveldoriëntatie