Man en vrouw vmbo-b34

Man en vrouw vmbo-b34

Man en vrouw

Intro

Waarschijnlijk weet je inmiddels prima het verschil tussen het lichaam van een jongen en het lichaam van een meisje.

Maar weet je ook hoe alle onderdelen van de geslachtsorganen heten en of ze primair (vanaf de geboorte) of secundair (vanaf de puberteit) aanwezig zijn?
Daarover gaat deze module.

In de volgende video komen de verschillende primaire geslachtsorganen van jongens en meisjes alvast aan bod.
Ga na het kijken verder met de rest van deze module.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze module kun je:

  • (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het verschil is tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken bij de vrouw en de man.
  • de onderdelen van het voortplantingsstelsels van een vrouw benoemen in een afbeelding.
  • de onderdelen van het voortplantingsstelsels van een man benoemen in een afbeelding.
  • de functie(s) en werking beschrijven van eierstokken, eileiders, baarmoeder, vagina (schede), grote en kleine schaamlippen, clitoris (kittelaar).
  • de functie(s) en werking beschrijven van de balzak, teelballen (zaadballen), bijballen, zaadblaasjes, zaadleiders, prostaat, penis, zwellichamen, urinebuis, voorhuid en eikel.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Vul in een tabel de namen voor de mannelijke versie en de vrouwelijke versie van een aantal dieren in.

Stap 3

Bekijk de video en benoem de mannelijke geslachtsdelen.

Stap 4

Bekijk de video en geef aan uit welke onderdelen het vrouwelijk voortplantingsstelsel bestaat.

Stap 5

Lees informatie over interseksualiteit en genderidentiteit en doe de oefeningen.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze module.

Examenopgaven

Maak de examenopgaven die passen bij de module.

Terugkijken

Terugkijken op de module.


Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het volgende onderdeel.

Man en vrouw


Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Mannetjes en vrouwtjes

Bij veel zoogdieren hebben het mannetje en het vrouwtje een eigen naam gekregen.
Hieronder zie je een lijst met dieren, en een lijst met namen van mannetjes en vrouwtjes.

Stap 3: Mannelijk

Bekijk de video. Maak na het kijken de oefening. 

 

Stap 4: Vrouwelijk

Bekijk de video. Maak daarna de oefening.

Stap 5: Gender in de blender

Je hebt geleerd dat je jongens en meisjes uit elkaar kunt houden aan de primaire geslachtskenmerken.
Je hebt het dan over de sekse of het geslacht van iemand.
Dat is alleen niet altijd zo gemakkelijk. Je kunt ook geboren worden met mannelijke en
vrouwelijke geslachtskenmerken tegelijk. Je spreekt dan van interseksualiteit.

Maar of je je met vrouwelijke geslachtsorganen altijd een meisje voelt? Of met mannelijke geslachtsorganen een jongen? Vaak wel, de sekse komt dan overeen met de genderidentiteit.
Je bent geboren als meisje en je voelt je een meisje.

Bij transgenders is dat niet het geval. Zij zijn geboren in het ‘verkeerde’ lichaam.
De uiterlijke kenmerken komen dan niet overeen met het gevoel dat ze hebben.

Bekijk het filmpje:

 

Doe nu een quiz in hetzelfde groepje.
Download de kaarten met vragen.
Download de kaarten met antwoorden.
Zoek de juiste antwoorden bij de vragen. Maak de juiste combinaties.

 

 

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Primaire geslachtskenmerken
Kenmerken, die vanaf de geboorte aanwezig zijn en waaraan je het geslacht (jongen of meisje) kunt bepalen. Bijvoorbeeld: penis, prostaat, vagina, baarmoeder.

Mannelijk voortplantingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die betrokken zijn bij de voortplanting van dieren, mensen en planten.

Urineblaas man
Ook wel blaas genoemd; orgaan waarin de urine uit de nieren wordt opgeslagen tot het moment van urineren (plassen).

Prostaat
Deel van de mannelijke geslachtsorganen; de twee zaadleiders monden via de prostaat in de urineleider uit. De prostaat voegt vocht met voedingsstoffen toe aan de zaadcellen.

Zaadleider
Afvoergang van zaadcellen van de bijbal richting de prostaat.

Teelbal (testes)
Mannelijk geslachtsorgaan waar de aanmaak van zaadcellen plaatsvindt en waar mannelijke hormonen worden aangemaakt.

Penis
Mannelijk geslachtsorgaan, ook wel lid genoemd, dat wordt gebruikt om urine te lozen, voor seksualiteit en geslachtsgemeenschap.

Vrouw
Vrouwelijk organisme, met alleen vrouwelijke geslachtskenmerken.

Balzak (scrotum)
In de balzak liggen de teelballen. Hier worden de zaadcellen aangemaakt.

Voorhuid
Voorste huidplooi op de penis die de eikel bedekt en beschermt.

Eikel
Uiteinde van de penis; zeer gevoelig plekje van een man dat bij aanraking zorgt voor seksuele opwinding.

Urinebuis man
Afvoergang van de blaas naar de buitenkant van het lichaam, die urine vervoert. Bij de zaadlozing van een man gaat ook het sperma hier doorheen.

Zaadcellen
Voortplantingscel van mannelijk dier of mens. Ook wel spermacel.

Bijballen
Deel van de mannelijke geslachtsorganen dat achter de teelbal in de balzak ligt. Hier worden zaadcellen opgeslagen.

Erectie
Als de zwellichamen volgelopen zijn met bloed spreek je van een erectie.

Zwellichamen
Orgaan in de penis dat zich kan vullen met bloed, waardoor de penis stijf wordt.

Sperma
Sperma is de naam voor zaadcellen en zaadvocht samen.

Vrouwelijk voortplantingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die betrokken zijn bij de voortplanting van dieren, mensen en planten.

Baarmoeder
Deel van de vrouwelijke geslachtsorganen; het embryo nestelt zich hierin en ontwikkelt zich tot foetus. De baby of het jong blijft hier tot de geboorte.

Eileider
Deel van de vrouwelijke geslachtsorganen; trechtervormige afvoergang van de eierstok naar de baarmoeder. In de eileider vindt de bevruchting plaats.

Eierstok
Vrouwelijk geslachtsorgaan waarin de ontwikkeling van eicellen plaatsvindt en waar geslachtshormonen worden aangemaakt.

Urineblaas vrouw
Ook wel blaas genoemd; orgaan waarin de urine uit de nieren wordt opgeslagen tot het moment van urineren (plassen).

Urinebuis vrouw
Afvoergang van de blaas naar de buitenkant van het lichaam, die urine vervoert.

Vagina
Deel van vrouwelijke geslachtsorganen; verbindt de baarmoeder met de buitenkant van het lichaam.

Baarmoederslijmvlies
Laag slijmvlies aan de binnenkant van baarmoeder dat in de loop van de menstruatiecyclus dikker wordt en tijdens de menstruatie wordt afgestoten.

Clitoris
Deel van de vrouwelijke geslachtsorganen; zeer gevoelig plekje van een vrouw, dat bij aanraking voor seksuele opwinding zorgt.

Buitenste schaamlippen
Grootste schaamlippen, die zorgen voor bescherming van de vagina.

Binnenste schaamlippen
Kleinste schaamlippen, die zorgen voor bescherming van de vagina.

Anus
Uitmonding van de endeldarm waardoor ontlasting het lichaam verlaat.

Ovulatie
Eisprong: een eicel barst uit een rijpe follikel (blaasje met vocht in de eierstok) en komt vanuit de eierstok in de eileider terecht.

Hypofyse
Hormoonklier onder aan de hersenen, die verschillende hormonen aanmaakt en daarmee een groot aantal processen in het lichaam regelt.

Geslachtshormonen
Hormonen die worden aangemaakt in de geslachtsorganen (teelballen en eierstokken). Bijvoorbeeld: testosteron, oestrogeen en progesteron.

Oestrogeen
Vrouwelijk geslachtshormoon dat wordt aangemaakt in de eierstokken. Het zorgt o.a. voor bredere heupen en borstgroei in de puberteit en speelt een rol bij de menstruatiecyclus. Ook mannen hebben wat oestrogeen.

Progesteron
Hormoon dat wordt aangemaakt in de eierstokken. Onder invloed van progesteron wordt o.a. het baarmoederslijmvlies voorbereid op de innesteling van een bevruchte eicel. Als er geen zwangerschap optreedt, daalt de productie van progesteron en treedt menstruatie op.

Secundaire geslachtskenmerken vrouw
Geslachtskenmerken van meisjes die zich in de puberteit ontwikkelen, onder invloed van geslachtshormonen. Bijvoorbeeld: borsten en bredere heupen.

Testosteron
Mannelijk geslachtshormoon dat wordt aangemaakt in de teelballen; zorgt voor o.a. mannelijke beharing, ontwikkeling spieren, speelt een rol bij geslachtsdrift (libido). Ook vrouwen hebben testosteron (aangemaakt in de eierstokken en de bijnieren).

Secundaire geslachtskenmerken man
Geslachtskenmerken van jongens die zich in de puberteit ontwikkelen, onder invloed van geslachtshormonen. Bijvoorbeeld: extra spieren en baardgroei.

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Hier vind je de examens van biologie waarmee je kunt oefenen.

Examens vmbo-b34

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de functie(s) en werking beschrijven van de onderdelen van het mannelijke en vrouwelijke voortplantingsstelsel.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Heb je alle stappen in 2 uur kunnen doorlopen?
    Met welke stap ben je het langst bezig geweest?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Examenopgaven
    Heb je de examenopgaven gemaakt? Ging het goed?
  • Het arrangement Man en vrouw vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-03-03 10:33:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 3 en 4. Dit is thema 'Verliefd en meer'. Het onderwerp van deze les is: Man en vrouw. Deze les bespreekt wat de primaire (dit zijn de kenmerken die bij de geboorte al aanwezig zijn: bij de man de penis en bij de vrouw de vagina) en wat de secundaire geslachtskenmerken (onder andere: baardgroei, lagere stem, sterkere spieren, lichaamsbeharing bij de man en borsten, okselhaar, bredere heupen, vetafzetting bij de vrouw) zijn bij de vrouw en de man. Ook worden de onderdelen besproken van de voortplantingsstelsels van de vrouw en de man en de functies. Ook wordt de werking besproken van de geslachtskenmerken van de man (balzak, teelballen (zaadballen), bijballen, zaadblaasjes, zaadleiders, prostaat, penis, zwellichaam, urinebuis, voorhuid en eikel) en de vrouw (eierstokken, eileiders, baarmoeder, vagina (schede), grote en kleine schaamlippen en de clitoris).
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, b34, biologie, functies onderdelen voortplantingsstelsel, man en vrouw, primaire geslachtskenmerken, secundaire geslachtskenmerken, stercollectie, voortplantingsstelsels

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk bio vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/151692/Tijdelijk_bio_vmbo_b34

    VO-content Biologie. (2015).

    Man en vrouw vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/63362/Man_en_vrouw__vmbo_kgt34