De eerste opdracht gaat over de Eerste Wereldoorlog.
De Eerste Wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918.
In deze oorlog vochten niet alleen legers met elkaar.
De hele maatschappij was betrokken bij de oorlog.
De oorlog wordt daarom wel een totale oorlog genoemd.
Bespreek met een klasgenoot wat er allemaal zou veranderen als er een oorlog is in een land en de hele maatschappij is betrokken. Welke gevolgen heeft dit voor de sociale omstandigheden en de moraal van mensen?
Jullie docent bespreekt dit ook klassikaal met jullie.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
vijf oorzaken noemen voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
twee landen noemen die behoorden tot de Centralen.
twee Europese landen noemen die behoorden tot de Geallieerden.
een reden noemen waarom Amerika bij de oorlog betrokken raakte.
omschrijven waarom de Eerste Wereldoorlog een totale oorlog wordt genoemd.
uitleggen waarom het einde van de Eerste Wereldoorlog gezien kan worden als oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.
omschrijven wat het betekende dat Nederland neutraal was tijdens de Eerste Wereldoorlog.
aangeven of oorzaken van de Eerste Wereldoorlog direct of indirect zijn.
aangeven of oorzaken van de Eerste Wereldoorlog, oorzaken zijn op korte termijn of op lange termijn.
aangeven wat de rol van Nederland was in de Eerste Wereldoorlog.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert de Kennisbank en de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog. Daarna koppel je een aantal begrippen aan hun juiste omschrijving.
Stap 2
Een van de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog was de wapenwedloop. In deze stap bespreken we wat deze wapenwedloop precies inhield.
Stap 3
Ook het imperialisme wordt genoemd als oorzaak van de Eerste Wereldoorlog. Daar lees je meer over in deze stap.
Stap 4
Je leest over het over het begin Eerste Wereldoorlog, maakt vragen en bespreekt met een klasgenoot wat de betekenis is van een afbeelding.
Stap 5
Je zoekt afbeeldingen op internet over de loopgravenoorlog en bespreekt deze met een klasgenoot.
Stap 6
Je bestudeert de Kennisbankitems Amerika en WO I. Je beantwoordt vragen over deze Kennisbankitems.
Stap 7
Op de website entoen.nu bestudeer je wat WO I voor Nederland heeft betekend.
Stap 8
De Eerste Wereldoorlog eindigde na het tekenen van de Vrede van Versailles. Meer daarover leer je in deze stap.
Stap 9
Oorzaken en gevolgen kunnen direct of indirect zijn. In deze stap bekijk je de directe en indirecte oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.
Stap 10*
of
Verdieping. Overleg met je docent of je de verdiepingsopdracht over Wilhelm I moet maken.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de Kennisbankitems en de begrippen die passen bij deze opdracht.
Eindproduct A
Als je kiest voor eindproduct A maak je de toets Eerste Wereldoorlog.
Eindproduct B
Als je kiest voor eindproduct B maak je een tijdlijn over het verloop van WO I.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 4 à 5 uur nodig.
Tijd is afhankelijk van de keuze van stap 10 en het eindproduct.
Aan de slag
Stap 1: Oorzaken
Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Lees de pagina 'Oorzaken Eerste Wereldoorlog'.
In de Kennisbank worden vijf oorzaken voor de Eerste Wereldoorlog genoemd.
Rivaliteit Frankrijk - Duitsland
Bondgenootschappen
Kolonialisme of imperialisme
Wapenwedloop
Nationalisme
Maak de oefening 'Oorzaken WO I'.
Stap 2: Wapenwedloop
Als één van de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog wordt de wapenwedloop genoemd.
In deze stap bespreken we wat deze wapenwedloop precies inhield.
Lees het artikel.
HMS Dreadnought
Wanneer werd het eerste slagschip te water gelaten?
De Britten gingen in 1892 hun grootste gepantserde schepen slagschepen noemen, maar het moderne slagschip verscheen pas in 1906 op het toneel. De Britse HMS Dreadnought zorgde voor een omwenteling in de oorlogsvoering op zee. Het had niet meer de gebruikelijke mix van allerlei kanonnen, maar slechts vijf kanontorens met elk twee lopen, die projectielen van 390 kilo over een afstand van 16,5 kilometer konden afvuren.
De ervaring had geleerd dat schepen met een gelijksoortige bewapening sneller doel troffen, en dat zeeslagen werden beslist door de grootste kanonnen met dito bereik.
Slagschip op stoom
De Dreadnought was ook nog eens het snelste oorlogsschip ter wereld: met een stoomturbine in de boeg haalde deze gigant 39 kilometer per uur.
Het Britse wonderwapen stelde in één klap alle andere marines in de schaduw, en de grootmachten voerden een wedloop om zo veel mogelijk slagschepen te bouwen. De ontwikkelingen volgden elkaar nu zo snel op dat de Dreadnought al in 1914 achterhaald was.
Beantwoord de vragen in de oefening 'Wapenwedloop'.
Oefening: Wapenwedloop
0%
Dit Duitse kanon werd Dikke Bertha genoemd, naar de vrouw van de Duitse staalfabrikant Krupp.
Het kon van 9 km afstand granaten afvuren van meer dan 1100 kg per stuk.
Veel landen waren bang dat Duitsland het machtsevenwicht in Europa zou verstoren.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als één van de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog wordt het moderne kolonialisme of imperialisme genoemd.
Cecil Rhodes was een bekende Britse ondernemer en
politicus die zich aan het eind van de 19e eeuw inspande,
om de macht van Groot-Brittannië in Afrika te vergroten.
In 1880 werd hij eerste Minister van de Kaapkolonie.
Met imperialisme wordt bedoeld: het streven naar vorming van een groot rijk.
Dus: het veroveren van andere landen om je eigen macht te vergroten.
In de negentiende eeuw was het Britse Rijk het grootste ter wereld.
Afrika was het laatste werelddeel waar Europese landen voet aan de grond probeerden te krijgen. Op de afbeelding zie je een bekende Britse imperialist, Cecil Rhodes, die heel Afrika Engels wilde maken.
Andere landen wilden ook graag meedoen aan deze wedstrijd om Afrika te verdelen. Het doel: macht, grondstoffen en markten voor de snel groeiende industrieën in Europa. Het gevolg: nog meer conflicten tussen Europese landen, vooral met laatkomer Duitsland dat nog nauwelijks koloniën had; het was pas in 1865 één land geworden. Bang om achterop te raken, voerde Duitsland een agressieve politiek om meer invloed in Afrika te krijgen.
Of dat lukte?
Ga naar Kennisbank geschiedenis en lees de pagina 'Verovering koloniën':
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op de afbeelding hiernaast zie je twee handen.
Je ziet ook de vlag van Oostenrijk-Hongarije en de vlag van Duitsland.
Leg een klasgenoot uit waarom de afbeelding goed past bij het begin van de Eerste Wereldoorlog.
Stap 5: Loopgravenoorlog
Ga opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina over de loopgravenoorlog.
Bekijk ook de video over de Slag bij Somme op SchoolTV.
Maak daarna de opdracht.
Opdracht
Tik bij Google het woord 'loopgravenoorlog' in. En kies voor afbeeldingen.
Kies vier afbeeldingen en plaats deze in een (Google-)document.
Noteer bij elke afbeelding een beschrijving van wat je ziet.
Laat de afbeeldingen aan een klasgenoot zien. Vertel bij elke afbeelding jouw beschrijving.
Bekijk ook de afbeeldingen en de beschrijvingen van je klasgenoot.
Vul elkaar waar nodig aan.
Kunnen jullie nu in twee zinnen verwoorden wat de loopgravenoorlog precies inhield?
Noteer deze zinnen in je (Google-) document.
Overleg met jullie docent of jullie het document ook in moeten leveren.
Stap 6: Amerika in WO I
Na een aantal jaren raakte Amerika betrokken bij de Eerste Wereldoorlog. Hoe dit gebeurde lees je op de volgende pagina in de Kennisbank.
Lees nu het verhaal over het einde van de oorlog en maak daarna de oefening.
Verhaal
Eén van de Duitse soldaten die het einde van de oorlog wel meemaakte, was de jonge korporaal Adolf Hitler.
Hij had zich als Oostenrijkse vrijwilliger aangemeld. Zoals velen had hij grote verwachtingen van de oorlog.
Duitsland was onoverwinnelijk, had hij op school geleerd, en zou heel Europa weer gaan beheersen.
Hij raakte echter verblind door een aanval met een nieuw wapen in deze oorlog: het verschrikkelijke mosterdgas,
dat door kleding heendringt en longen en ogen aantast.
De Duitsers hadden dit chemische wapen zelf voor het eerst gebruikt in België, bij Ieper.
Hitler moest enkele maanden in een hospitaal doorbrengen.
Daardoor maakte hij de ineenstorting van het Duitse leger niet mee.
De wapenstilstand in november 1918 kwam voor hem dan ook als een totale verrassing.
Hitler was geschokt. Het machtige Duitse leger verslagen? Dat kon niet waar zijn!
Er moest wel sprake zijn van verraad…
Hitler kwam zoals veel Duitse soldaten verbitterd en vol wraakgevoelens terug uit de oorlog.
Dat beloofde weinig goeds voor de toekomst…
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Keizer Wilhelm II van Duitsland
In dit mini-onderzoek naar een historische persoon leer je stap voor stap de keizer van Duitsland kennen, die leiding gaf aan Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog.
De hoofdvraag van ons onderzoek is:
Was Wilhelm II schuldig aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
Deze hoofdvraag verdelen we in deelvragen.
Die onderzoek je stuk voor stuk. Daarna kun je de hoofdvraag beantwoorden.
Noteer alle antwoorden op de deelvragen in je eigen verslag in een (Google-)document, met de titel:
Keizer Wilhelm II en de Eerste Wereldoorlog.
Spreek met je docent af of je dit onderzoek alleen doet of
dat je de deelvragen verdeelt met enkele medeleerlingen.
Leg de afspraken daarover vast in je verslag.
Maar lees eerst vast iets meer over keizer Wilhelm II!
Veel informatie kun je lezen op deze website: www.wereldoorlog1418.nl
Deelvraag 1
Wat voor opvoeding kreeg Wilhelm II?
Vaak heeft iemands opvoeding grote invloed op zijn karakter.
De kleine Wilhelm had het niet gemakkelijk: lees maar eens over zijn handicap en zijn keiharde opvoeding.
Wat denk je, zou dit invloed hebben gehad op zijn optreden als keizer?
Schrijf je antwoord in je verslag.
Zoek op internet een passende afbeelding bij deze deelvraag en voeg die toe aan je verslag.
Deelvraag 2
Welke veranderingen bracht Wilhelm II in de politiek, toen hij keizer werd?
Voor Wilhelm keizer werd, had de politicus Bismarck goede afspraken gemaakt met buurland Rusland
om ervoor te zorgen dat Duitsland niet in de rug zou worden aangevallen.
Ook was Bismarck een tegenstander van kolonies –
dat zou alleen maar conflicten opleveren met andere koloniserende landen.
Maar Wilhelm II was het hiermee niet eens. Hij ontsloeg Bismarck.
Onderzoek op www.wereldoorlog1418.nl of
andere betrouwbare websites welke veranderingen Wilhelm bracht en
bedenk of dit goed of slecht was voor de vrede in Europa.
Schrijf het antwoord in je verslag.
Zoek een passende afbeelding bij deze deelvraag en voeg die toe aan je verslag.
Deelvraag 3
Wat deed Wilhelm toen de oorlog dreigde uit te breken?
Wilhelm II was door zijn afkomst verwant aan bijna alle koningen en keizers in Europa,
en dat waren er heel wat in die tijd. Zo was hij een neef van de Engelse koning en
een neef van de Russische tsaar Nicolaas. Wilhelm en de tsaar noemden elkaar Nicky en Willy.
Toen de oorlog bijna uitbrak,
schreef Wilhelm nog telegrammen aan zijn neef Nicky waarin hij smeekte om de oorlog tegen te houden.
Lees op Wikipedia of Wilhelm II inderdaad zijn best deed om oorlog te voorkomen: www.wikipedia.nl
Schrijf het antwoord in je verslag.
Zoek een passende afbeelding bij deze deelvraag
en voeg die toe aan je verslag.
Deelvraag 4
Hoe liep de oorlog af voor Wilhelm II?
Wilhelm II was opperbevelhebber van het Duitse leger.
Maar toen dat trotse leger in 1918 ineenstortte, was er voor hem geen rol meer weggelegd.
In Duitsland dreigde een opstand,
en de tegenstanders van Duitsland wilden geen wapenstilstand sluiten
zolang de oorlogszuchtige keizer aan de macht was.
Kortom: de keizer moest aftreden.
Schrijf in je verslag kort op, waarom Wilhelm II geen keizer kon blijven,
en wat er daarna met hem gebeurde.
Zoek een passende afbeelding bij deze deelvraag en voeg die toe aan je verslag.
Antwoord op de hoofdvraag:
Nu weet je heel wat meer over de Duitse keizer en zijn rol in de Eerste Wereld Oorlog,
ook wel Grote Oorlog genoemd.
Probeer nu met alle informatie die je hebt, antwoord te geven op de hoofdvraag:
Was Wilhelm II schuldig aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
In je antwoord mag je alleen feiten gebruiken die je al eerder hebt gevonden bij het onderzoek naar de deelvragen.
Je mag dus niet je mening geven.
Schrijf het antwoord in je verslag.
Zoek ook bij dit antwoord een passende afbeelding.
Eindig het verslag met een lijst van bronnen die je hebt gebruikt.
Lever het verslag in bij je docent.
Je bent nu klaar om de eindtoets te maken bij dit onderzoek!
Dan kun je zien of je de juiste antwoorden hebt gevonden.
Natuurlijk mag je je verslag gebruiken bij het maken van de toets.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Nationalisme
Het eigen land (de natie) als het belangrijkste beschouwen. Andere landen als minder zien.
Kolonialisme
Het willen bezitten en veroveren van koloniën.
Imperialisme
Het streven naar vorming van een groot rijk. Dus: het veroveren van andere landen om je eigen macht te vergroten.
Bondgenootschap
Een afspraak tussen landen. Bondgenoten beloofden elkaar steun in het geval van oorlog.
Wapenwedloop
Meerdere landen die niet willen dat hun vijanden beter bewapend zijn en daarom zelf investeren in wapens.
Geallieerden
Een verbond tussen een aantal landen in de Eerste Wereldoorlog. De Geallieerden bestonden onder andere uit Frankrijk, Engeland en Rusland.
De Centralen
Een verbond tussen een aantal landen in de Eerste Wereldoorlog. De Centralen bestonden onder andere uit Duitsland en Oostenrijk-Hongarije.
Gifgas
Chemische stoffen die worden gebruikt om mensen buiten gevecht te stellen, te verwonden of te doden. In de Eerste Wereldoorlog werd gifgas voor het eerst gebruikt.
Loopgravenoorlog
Een oorlog waarin beide partijen zich tegenover elkaar ingegraven hebben in loopgraven. Loopgraven zijn een soort gangen in de grond, die gegraven werden om beschermd te zijn tegen de geweren van de vijand.
Totale oorlog
Ook niet-militairen waren betrokken bij de oorlog. De oorlog had invloed op de hele maatschappij.
Vrede van Versailles
Vrede na de Eerste Wereldoorlog. Duitsland kreeg de schuld en kreeg een 'strenge' vrede opgelegd.
Eindproduct A: Toets
Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets 'De Eerste Wereldoorlog'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als je kiest voor eindopdracht B maak je een tijdlijn
Hieronder zie je zeven gebeurtenissen.
De gebeurtenissen hebben te maken met de Eerste Wereldoorlog.
Zoek van iedere gebeurtenis uit wanneer de gebeurtenis plaatsvond.
Zoek bij iedere gebeurtenis ook een passende afbeelding.
Maak met de gebeurtenissen een tijdlijn. Kijk in de Gereedschapskist.
Amerika raakt betrokken bij WO I.
Duitse leger trekt België binnen op weg naar Frankrijk.
Slag om de Somme in de buurt van Verdun.
Vrede van Versailles wordt getekend.
Moord op Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand in Servië.
Fransen, Engelsen en Duitsers sluiten wapenstilstand in treinwagon.
Nederland verklaart zich neutraal.
Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van je tijdlijn op het volgende:
De zeven gebeurtenissen zijn verwerkt in de tijdlijn.
De gebeurtenissen zijn op de juiste plek in de tijdlijn geplaatst.
De tijdlijn ziet er netjes en overzichtelijk uit.
Kijk voor meer beoordelingscriteria in de rubric in de Gereedschapskist.
Klaar?
Laat de tijdlijn beoordelen door de docent.
Een tijdlijn of tijdbalk geeft je een helder overzicht van verschillende gebeurtenissen over een bepaalde periode heen.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen onder het kopje 'Wat kan ik straks' nog eens door.
Ga per punt na of je kunt van je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de 'Wat ga ik doen?' stond dat je 4 á 5 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat? Heb je in die tijd ook de stap 10 kunnen doen?
Inhoud
In deze opdracht stond de Eerste Wereldoorlog centraal.
Wist jij al het een en ander over deze oorlog? Schrijf twee dingen op die je al wist.
Schrijf ook twee dingen op die je nog niet wist.
Begrippenlijst
Bekijk de begrippenlijst nog eens. Mis je begrippen in de lijst?
Zo ja, vul de lijst aan.
Eindproduct
Je had de keuze uit twee eindproducten. Voor welk eindproduct heb je gekozen?
Ben je tevreden over het eindresultaat. Zou je de volgende keer dezelfde keuze maken?
Heb je het idee dat je met het maken van de eindopdracht de leerdoelen hebt kunnen laten zien dat je het leerdoel beheerst?
Het arrangement De Eerste Wereldoorlog - hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo en vwo, leerjaar 3. Dit is tijdvak 9 met het onderwerp De Eerste wereldoorlog. De Eerste Wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918. In deze oorlog vochten niet alleen legers met elkaar. De hele maatschappij was betrokken bij de oorlog. De oorlog wordt daarom wel een totale oorlog genoemd. Er waren meerdere spanningen die zorgden voor een verhoogde kans op een oorlog zoals: rivaliteit tussen Frankrijk en Duitsland, bondgenootschappen, kolonisatie, wapenwedloop en nationalisme. Uiteindelijk is de aanslag op de Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand de aanleiding geweest voor het uitbreken van de oorlog. Hierbij vochten de geallieerden (o.a.. Frankrijk, Rusland en Engeland) tegen de centralen (Duitsland en Oostenrijk-Hongarije). Groot gedeelte van de oorlog vond plaats in België en het noorden van Frankrijk. Er werd loopgraven gemaakt om te schuilen, hierdoor wordt de eerste wereldoorlog ook wel de loopgravenoorlog genoemd. Door de duikbotenoorlog die Duitsland voerde, werd ook Amerika betrokken en zij versterkten de geallieerden. Deze versterking zorgde voor het einde van de oorlog. Een dieptepunt was het gebruikt van gifgas. Vele mensen zijn gestorven door dit gas maar ook door ziekten. Nederland bleef tijdens deze oorlog neutraal maar merkte de gevolgen wel doordat vele vluchtelingen het land binnenkwamen. Het einde van de oorlog kwam nadat Duitsland het verdrag De Vrede van Versailles ondertekende. Dit verdrag droeg Duitsland een geldboete op, wat zorgde voor grote schulden. Dit is onder andere de oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 3;
VWO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
De tijd van de wereldoorlogen (1900 - 1950);
Geschiedenis;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
4 uur en 30 minuten
Trefwoorden
arrangeerbaar, centralen, de eerste wereldoorlog, duikbotenoorlog, geallieerden, geschiedenis, hv123, loopgravenoorlog, stercollectie, totale oorlog
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo en vwo, leerjaar 3. Dit is tijdvak 9 met het onderwerp De Eerste wereldoorlog. De Eerste Wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918. In deze oorlog vochten niet alleen legers met elkaar. De hele maatschappij was betrokken bij de oorlog. De oorlog wordt daarom wel een totale oorlog genoemd. Er waren meerdere spanningen die zorgden voor een verhoogde kans op een oorlog zoals: rivaliteit tussen Frankrijk en Duitsland, bondgenootschappen, kolonisatie, wapenwedloop en nationalisme. Uiteindelijk is de aanslag op de Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand de aanleiding geweest voor het uitbreken van de oorlog. Hierbij vochten de geallieerden (o.a.. Frankrijk, Rusland en Engeland) tegen de centralen (Duitsland en Oostenrijk-Hongarije). Groot gedeelte van de oorlog vond plaats in België en het noorden van Frankrijk. Er werd loopgraven gemaakt om te schuilen, hierdoor wordt de eerste wereldoorlog ook wel de loopgravenoorlog genoemd. Door de duikbotenoorlog die Duitsland voerde, werd ook Amerika betrokken en zij versterkten de geallieerden. Deze versterking zorgde voor het einde van de oorlog. Een dieptepunt was het gebruikt van gifgas. Vele mensen zijn gestorven door dit gas maar ook door ziekten. Nederland bleef tijdens deze oorlog neutraal maar merkte de gevolgen wel doordat vele vluchtelingen het land binnenkwamen. Het einde van de oorlog kwam nadat Duitsland het verdrag De Vrede van Versailles ondertekende. Dit verdrag droeg Duitsland een geldboete op, wat zorgde voor grote schulden. Dit is onder andere de oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Wapenwedloop
Imperialisme
Begin Eerste Wereldoorlog
Einde van de oorlog
Deelname van de VS
De Eerste Wereldoorlog
Eerste Wereldoorlog
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.