Jeugdculturen
Intro
Deze onderzoeksopdracht gaat over de jeugdculturen in de jaren '50, '60, '70 en '80.
De rol die de jongeren in de maatschappij speelden in die jaren is groot.
Om te onderzoeken wat deze rol precies was gebruik je allerlei bronnen. Daarmee beantwoord je vier deelvragen. Elke stap bestaat uit één deelvraag:
- Stap 1: Welke jeugdculturen vormden zich het eerst na de oorlog en waardoor werden deze groepen geïnspireerd?
- Stap 2: Welke jeugdculturen waren toonaangevend in de jaren zestig?
- Stap 3: Hoe zorgden disco- en punkliefhebbers ervoor dat ze opvielen?
- Stap 4: Wat vind je in de teksten van Hiphop- en Gothic-muzikanten terug van hun kijk op de maatschappij?
In de eindopdracht presenteer jij je conclusies aan de hand van de deelvragen.
Deze hele opdracht werk je samen met dezelfde klasgenoot.
Bekijk voor je begint aan deze opdracht de video van SchoolTV.
Schrijf daarna voor jezelf enkele zaken op die je opvallen uit die tijd.
Bespreek het samen met een klasgenoot.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- minimaal twee jeugdculturen beschrijven.
In de beschrijving is aandacht voor:
- de zaken waartegen de jeugdcultuur zich afzet.
- de leef-, kleding- en muziekstijl van de jeugdcultuur.
- omschrijven waarom jeugdculturen een belangrijke rol hebben gespeeld in de emancipatie van jongeren tot burgers en consumenten.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap 1: De jaren vijftig
Zo vlak na de oorlog had de jeugd weinig te doen. Het leven was sober en saai tijdens de wederopbouw: ouderwetse scholen met autoritaire docenten, hard en lang werken, weinig te koop, geen geld voor amusement en... de televisie nog in de kinderschoenen.
Deelvraag 1
Welke jeugdculturen vormden zich het eerst na de oorlog en waardoor werden deze groepen geïnspireerd?
Gebruik Wikipedia: Jeugdcultuur om een overzicht te zien van een aantal jeugdculturen in de jaren vijftig.
Kies twee jeugdculturen uit die heel verschillend zijn en verwerk die tot een dubbelportret:
- Zoek per jeugdcultuur een kenmerkende foto van een persoon of groepje personen van die cultuur.
- Maak per cultuur een A4 met het portret en daaronder een tekst waarin deze persoon / personen zich voorstellen.
- Laat elke groep of persoon iets over zichzelf vertellen en geef daarbij aandacht aan: kleding, muziekstijl, bezigheden en kijk op het leven.
- Verwerk het geheel in een (Google-)document met de titel: Jeugdcultuur. Bewaar alles goed. Het document vormt de basis voor de eindopdracht.
Extra: Achtergrondkennis en bronnen
Om de deelvragen in deze opdracht te beantwoorden, kun je je kennis over jeugdculturen flink uitbreiden.
Raadpleeg hiervoor de volgende links. Gebruik ze in deze en de volgende stappen.
Stap 2: De jaren zestig
Toen er meer geld kwam, kwam er ook meer te doen voor de jeugd. Technische ontwikkelingen brachten televisie, transistorradio's en pick-ups in de huiskamer. En, nu de woningnood bijna voorbij is: op de tienerkamer!
Maar jongeren werden niet alleen consumenten, maar ook kritische burgers. Steeds meer bemoeiden jongeren zich met politieke en maatschappelijke problemen. Ze stelden zich kritisch op tegenover de oudere generaties en zagen er niet tegenop die te schokken en te provoceren. Ook zoeken ze serieus naar andere leefvormen voor een betere wereld.
Deelvraag 2
Welke jeugdculturen waren toonaangevend in de jaren zestig?
Gebruik deze website om informatie te verzamelen over drie jeugdculturen uit de jaren zestig.
Maak opdracht 1 van deze site.
Je krijgt dan een schema met een duidelijk overzicht van deze drie groepen.
Bewaar dit schema in je document en verwerk het in je presentatie.
Stap 3: De jaren zeventig
De jeugd heeft geld in deze welvaartsperiode en zoekt allerlei nieuwe manieren om zich te vermaken en een eigen leefstijl te vinden. Veel jongerengroepen zetten zich stevig af tegen de maatschappij. Ze willen alles zijn behalve brave, nette burgers. Ze zoeken de grenzen op!
Deelvraag 3
Hoe zorgden disco- en punkliefhebbers ervoor dat ze opvielen?
O deze deelvraag maak je samen met je klasgenoot.
Elk van jullie maakt een tekening van een typische punker OF een typische disco-liefhebber. Zorg dat je op de tekening zoveel mogelijk laat zien van de leefstijl, maar ook van de muziekkeuze van deze jeugdculturen. Zorg ook dat de stijl van je tekening goed past bij de groep die je uitbeeldt.
Maak een foto van de tekeningen en bewaar die in je document. Je kunt de tekeningen evt ook inscannen.
Zoek informatie op internet, bijvoorbeeld:
Disco: Modewijzer.nl : Discolook
Punk: Wikipedia: Punk cultuur
Stap 4: De jaren tachtig
De jaren tachtig stonden in het teken van economische achteruitgang. Werkloosheid was een sombere wolk over maatschappij en politiek. De aandacht voor milieuvervuiling en uitputting van grondstoffen maakte het erger: was de wereld de ondergang nabij?
Velen vluchtten in hun eigen wereldje, afgesloten van de boze buitenwereld. Er ontstonden muziekstijlen die duister en angstig waren, of die juist in hun teksten een mening over de maatschappij uitten. Hiphop en Gothic waren voorbeelden van deze stijlen.
Deelvraag 4
Wat vind je in de teksten van Hiphop- en Gothic-muzikanten terug van hun kijk op de maatschappij?
Zoek van beide muziekstromingen een tekst die dit duidelijk maakt. Zorg zo nodig voor een vertaling.
Leg per tekst uit waarom je die kenmerkend vindt voor deze jeugdcultuur.
Voeg beide teksten toe aan je document.
TIP: Op songteksten.net vind je veel voorbeelden van teksten uit alle periodes.
Afronding
Begrippenlijst
Jeugdcultuur
Uitingen en belevingen op cultureel gebied die in een bepaalde periode door jongeren beleefd worden. Vaak zetten de jongeren binnen een cultuur zich af tegen de overheid.
|
Nozems
Jeugdcultuur die opkwam rond 1955. Het is de eerste groep jongeren die, doordat ze gaan beschikken over eigen geld, samen dingen gaan ondernemen en zich scharen onder één noemer. Jongeren waren over het algemeen gekleed in spijkerbroek, leren jas en hadden veel vet in hun haar. Ze reden rond op brommers. Vaak werd er geluisterd naar Rock-'n-roll muziek.
|
Provo's
Midden jaren '60 ontstaat er een protestbeweging onder jongeren. De beweging ontstond ongeveer 2 jaar. De naam provo is afgeleid van provoceren. De jongeren wouden de regering provoceren en behaalden uiteindelijk zelfs een zetel in de Amsterdamse gemeenteraad. De provo's waren in eerste instantie voor vreedzaam verzet, maar later kwam gewelddadig verzet vaker voor.
|
Hippies
Jeugdcultuur in de tweede helft van de jaren '60. Hippies stonden bekend als de beginners van de 'flowerpowerbeweging' die stond voor jongeren die op vreedzame wijze protesteerden tegen oorlog, honger en armoede. 'Make love - not war' was een bekende slogan. Onder de Hippies was een grote vrijheid als het gaat om drugsgebruik en seksuele relaties. Hippies gingen kleur- en bloemenrijk gekleed.
|
Punk
In het midden van de jaren 70 ontstaat de jeugdcultuur Punk, vernoemd naar het Engelse woord voor tuig. Punkers hebben een groot wantrouwen tegen regeringen en godsdiensten. Elk individu is belangrijk. Ze streefden naar een samenleving zonder macht en lieten dit horen via hun muziekstijl. Punkers kon je onder andere herkennen aan hun bijzondere (puntige) kapsels
|
Hiphop
Hiphop is een jeugdcultuur, maar vooral bekend om zijn muziekstijl. Hiphop is in de jaren '70 ontstaan in de wijk The Bronx in New York. Hiphop kenmerkt zich vooral door rapmuziek. Door hun muziek willen hiphoppers de samenleving een spiegel voorhouden. Ze willen mensen in laten zien wat de gevolgen zijn van hun gedrag.
|
Gothic
Jeugdcultuur uit het begin van de jaren '80. Aanhangers van Gothic (Goths) gaan uit van het duister en het bovennatuurlijke. Goths gaan vaak donker gekleed en gebruiken veel donkere make-up.
|
Eindproduct: Jeugdculturen
Je hebt nu veel informatie verzameld over jeugdculturen.
Je hebt deze informatie in een document verwerkt.
- Ga dit document nu afmaken: orden de tekst en afbeeldingen netjes, voeg per deelvraag een passende afbeelding toe en beantwoord als laatste deze vraag:
Welke jeugdcultuur spreekt jou het meeste aan, en waarom?
- Lever je document ter beoordeling in bij je docent. Noem dit document: Jeugdcultuur
- Bereid tenslotte met je klasgenoot een presentatie voor van de jeugdcultuur van jullie keuze. Zorg dat je drie minuten kunt vullen met een kleine show, met muziek, kleding, dans, tekst enz. die past bij jullie jeugdcultuur. Ideeën hiervoor kun je opdoen in de Gereedschapskist hieronder.
- Maak over de presentatie goede afspraken met je docent.
Beoordeling
Je docent let bij de je document en jullie presentatie op de volgende punten.
- Uit het document blijkt dat jullie een goed beeld hebben van de jeugdcultuur.
- In het document zijn alle deelvragen beantwoord.
- Het geheel is netjes vormgegeven.
- Uit de presentatie blijkt dat jullie een goed beeld hebben van de jeugdcultuur.
Veel plezier bij de Grote Jeugdculturen Show!
|
Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!
|
|
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
- Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je het begrip jeugdcultuur omschrijven en kun je voorbeelden van jeugdculturen noemen?
Hoe ging het?
- Tijd
Bij de activiteiten stond dat je 3 à 4 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat? Welke deelvraag kostte de meeste tijd? Welke de minste? Kun je ook verklaren hoe dit komt?
- Inhoud
Kende je al één of meerdere jeugdculturen uit de jaren '50, '60, '70 of '80?
Zijn er grote verschillen tussen toen en nu?
- Eindopdracht
Hoe vond het werken aan de eindopdracht? Ben je tevreden over het resultaat?
Wat ga je een volgende keer beter doen? Heb je het idee dat je nu een duidelijk beeld hebt van de jeugdcultuur?
Hoe verliep de samenwerking? Je hebt deze hele opdracht met dezelfde klasgenoot samengewerkt. Schrijf nu van deze klasgenoot één sterke eigenschap op als het gaat om samenwerken en één zwakke eigenschap. Natuurlijk schrijf je klasgenoot ook voor jou een sterke en zwakke eigenschap op. Bespreek dit met elkaar. Snap je de redenatie van je klasgenoot? Vind je de eigenschappen herkenbaar?