2. Voeding: hoe maak je het? Nieuw product

2. Voeding: hoe maak je het? Nieuw product

Omschrijving

Keuzevak: voeding hoe maak je het?

Dit keuzevak is opgedeeld in 4 verschillende wikiwijs arrangementen. Na het afronden van de vier arrangementen beheers je de volgende eindtermen:

  1. Ontwikkelingen in de levensmiddelenbranche en de voedingsmiddelenbranche en de voedingsmiddelenindustrie beschrijven en hier op een eenvoudige wijze op inspelen.
  2. Grondstoffen verwerken en bereiden tot een kwalitatief goed halffabricaat of eindproduct.
  3. Een voedingsadvies geven.
  4. De kwaliteit en voedselveiligheid van voedingsmiddelen beoordelen en bewaken.

Elk arrangement behandelt lesstof van één van de bovengenoemde eindtermen

 

Wat ga je tijdens de uitvoering van deze wikiwijs leren?

Dit arrangement richt zich op eindterm 2: Grondstoffen verwerken en bereiden tot een kwalitatief goed halffabricaat of eindproduct
Tijdens de uitvoering van dit arrangement leer je de volgende onderdelen beheersen:

  • 1. Gebruikelijk materiaal en standaardapparatuur bedienen en onderhouden.
  • 2. Werken volgens procedures, receptuur en voorschriften.
  • 3. Aan de hand van onderzoek een ‘nieuw’ product ontwikkelen en bereiden wat past binnen een bepaald voedingstrend
  • 4. Product en procesvariabelen toepassen ( denk hier bijvoorbeeld aan bereidingstijd, temperatuur, veranderende samenstelling)
  • 5. Het geproduceerde product adequaat opslaan en bewaren denkend aan de juiste opslag condities voor ( geconserveerde ) opslag
  • 6. De houdbaarheid van grond- en hulpstoffen en gereed product bewaken

     

     

Leerlingmateriaal

kostprijsberekening

 

De kostprijs is wat een product kost om te maken. Een fabrikant rekent altijd eerst de kostprijs uit en bepaalt dan de verkoopprijs (wat de klant betaalt). Het verschil hiertussen is de winst.

Om de kostprijs uit te rekenen, moet je heel precies weten hoeveel grondstoffen  je gebruikt en wat deze materialen kosten.

 

Kostprijs uitrekenen:

  1. Schrijf van alle ingrediënten op wat ze per verpakking kosten.
  2. Schrijf van alle ingrediënten op hoeveel je nodig hebt.
  3. Reken uit hoeveel de ingrediënten kosten die je gebruikt (werkelijke kosten).

 

Verplichte eisen

product

prijs per ver­pak­king in de winkel

hoeveel­heid die jij nodig hebt

werkelijke kosten grondstof

 

 

 

 

 

 

 

 

totale kosten ingrediënten

 

 

Rekenvoorbeeld

Bloem kost 0,90/kg

Je hebt 200 gram nodig.

Dus 1 gram kost:0,90 : 1000gram = 0,0009

200 gram kost dan 0,0009 x 200 = 0,18 euro

 

Tips

  • Zoek de prijzen van ingrediënten op in een supermarkt via internet bijv op de side van AH

 

 

Etiket

Etiketten

Sinds 1983 moet op alle voorverpakte producten bepaalde informatie staan. Dat is om de consument te informeren over wat er in het product zit.

De consument kan producten beter vergelijken aan de hand van de informatie op het etiket.

Verplichte informatie

Alle voorverpakte producten zijn voorzien van een etiket. De consument kan zo bewuster kiezen voor bepaalde producten. De informatie op het etiket moet in het Nederlands vermeld zijn en duidelijk leesbaar zijn.

Op een etiket moeten de volgende gegevens staan:

•  het soort product waar het om gaat;

•  de houdbaarheidsdatum;

•  de inhoud (hoeveelheid zonder verpakking);

•  de gebruikte ingrediënten; ( van veel naar weinig )

•  de naam en het adres van de fabrikant, importeur of  verkoper;

•  eventueel de gebruiksaanwijzing en het bewaarvoorschrift.

 

 Houdbaarheidsdatum

Een etiket met een TGT-datum

 

De houdbaarheidsdatum kan een THT-datum zijn (tenminste houdbaar tot) of een TGT-datum (te gebruiken tot). Op producten die in de winkel worden verpakt, staat meestal de dag aangegeven waarop het product verpakt is.

 Bij producten die korter dan drie maanden houdbaar zijn, wordt de houdbaarheidsdatum met ‘dag en maand’ aangegeven.  Bij  producten  die  tussen  drie  maanden  en  achttien  maanden  houdbaar  zijn, worden  meestal maand  en jaar vermeld. Bij diepvriesproducten kan in plaats van  een precieze datum een periode worden aangegeven. De houdbaarheidsduur bij diepvriesproducten is ook afhankelijk van het vermogen van de vriezer. Op verpakkingen is dat meestal aangegeven met een of meersterren.

Als een product maar enkele dagen houdbaar is, staat er  een ‘TGT-datum’ op het etiket. Zo’n product moet je bewaren bij de aangegeven  temperatuur en na de vermelde datum zeker niet meer gebruiken. Een TGT-datum is  namelijk  een  echte  veiligheidsgrens.

Dit  in  tegenstelling  tot  een  THT-datum.  Bij  een  THT-datum  kan  het product wat  langer mee. Je moet zelf in de gaten houden of het product nog goed is.

Een etiket met een e-vermelding

 

Inhoud

Op de verpakkingen van eet- en drinkwaren moet de inhoud duidelijk vermeld zijn. De inhoud is altijd aangegeven als de hoeveelheid zonder verpakking.

Op steeds meer verpakkingen staat achter de inhoud de letter ‘e’. De letter ‘e’ is de eerste letter van het Engelse woord ‘estimate’. Dat betekent ‘gemiddeld’ of ‘ongeveer’. De e-vermelding geeft de gemiddelde inhoud weer. Het werkelijke gewicht of volume moet dicht bij dat getal liggen.

                                                                          

Gebruikte ingrediënten

De fabrikant moet op het etiket vermelden welke grondstoffen in het product zitten en welke additieven. Daarbij hoeft hij niet aan te geven in welke hoeveelheden de ingrediënten voorkomen. Wel moet hij de stof die het meeste voorkomt in het product als eerste noemen, daarna de stof die het tweede belangrijkste bestanddeel vormt, enzovoort.

De gebruikte ingrediënten moeten met hun soortnaam op het etiket staan. Dus niet bloem, maar tarwebloem en niet vruchten maar aardbeien.

Herkomst

Op het etiket moet je kunnen lezen waar het product vandaan komt. Dit is bijvoorbeeld van belang als er iets aan de hand is met het product. Dan moet je contact op kunnen nemen met de fabrikant.

 

De fabriekscode

 

Op het etiket staat ook een code waarmee de fabrikant de partij kan identificeren. Indien nodig kan de fabrikant die partij dan uit de handel nemen.

 

 

 

 

 

 

 

 

verpakking

 

 

 

Het maken van een verpakking

 

Verpakkingen zijn vaak onhandig open te krijgen en zijn meestal  erg saai. Dat dit niet per se zo hoeft te zijn bewijzen onderstaande verpakkingen. Hoe handig om een lepeltje te hebben waar de melk al in zit, zodat je meteen kunt roeren? Zo zijn er vreselijk veel verpakkingen te maken of te verzinnen die practisch zijn en die de klant mooi vind. Ook moet deze geschikt zijn voor het product wat jij gaat maken.


Een sportieve tas

froot-de-meest-handige-en-originele-verpakkingen-640_05


Een snorkwast

froot-de-meest-handige-en-originele-verpakkingen-640_09


Boter waarbij de verpakking meteen een mesje is

froot-de-meest-handige-en-originele-verpakkingen-640_10


De leukste zakdoeken voor in de winter

froot-de-meest-handige-en-originele-verpakkingen-640_11


Een tube waarbij je eindelijk écht het laatst beetje tandpasta eruit kunt krijgen, zonder als een gek te hoeven knijpen

froot-de-meest-handige-en-originele-verpakkingen-640_12


Een lepeltje waar melk in zit, zodat je alleen maar hoeft te knijpen en te roeren

froot-de-meest-handige-en-originele-verpakkingen-640_19


Deze oordopjes trekken in de winkel sowieso de aandacht

froot-de-meest-handige-en-originele-verpakkingen-640_21


Een anti-rook pakje dat er niet om liegt

froot-de-meest-handige-en-originele-verpakkingen-640_23


Een briljant bedachte deksel waar de suiker en melk inpast

froot-de-meest-handige-en-originele-verpakkingen-640_high_02


Deze pakjes sinaasappelsap die samen een sinaasappel vormen

froot-de-meest-handige-en-originele-verpakkingen-640_high_04


Een pizzadoos waardoor je pizza kan eten zoals het hoort (met je handen) zonder te knoeien

froot-de-meest-handige-en-originele-verpakkingen-640_high_06


Een sushiverpakking waarbij de stokjes meteen het handvat zijn

froot-de-meest-handige-en-originele-verpakkingen-640_high_22

 
 
 

 

Het maken van een verslag

  • Maak een verslag waar de volgende onderdelen uitgewerkt worden.
  1. Titelblad
  2. Inhoudsopgave
  3. gekozen product met uitleg waarom je dit gekozen hebben
  4. recept (benodigdheden en werkwijze)
  5. tijdsplanning  (logboek)
  6. kostprijsberekening
  7. verpakking en etiket ( Maken )
  8. reclame (maken )
  9. evaluatie: wat ging er goed en wat ging er fout in jouw project
  10. eigen mening

Het presenteren van het Nieuw product

Het presenteren van een product

 

  • De hele opdracht moet gepresenteerd worden aan de klas.

          Bij deze presentatie laat je aan de klas zien wat je gedaan hebt.

          Hierbij vertel je:

  • Waarom je voor dit pro­duct gekozen hebt
  • Hoe je ge­werkt hebt.
  • Welke problemen je bent tegen gekomen
  • Wat zou je de volgende keer anders doen.

          Bovendien is het ook de presentatie van jou product.

          Kijk of je  een power-point  presentatie kunt maken over jou product. Hierdoor wordt de  

          aandacht met­een op het product gevestigd.

 

Tips bij de presentatie:

  • Als uitgangspunt voor de presentatie kun je het verslag nemen. Hierin staan de belangrijkste stappen van jou project.
  • Zorg ervoor dat je alle onderdelen toelichten bij de presentatie. Het moet van te voren goed duidelijk zijn wat je gaat vertellen.
  • Als je beschikt over een videocamera, is het leuk om een reclamespotje op te nemen om bij de presentatie te laten zien.
  • Laat je reclameposter en verpakking zien en vertel waarom je dit zo hebt gemaakt

     

     

Oriënteren

Aan de slag!

Een Nieuw product

 

Je gaat nu zelf een nieuw product bedenken en maken.  

Het resultaat moet een mooi , lekker en goed product zijn .

Het moet zeker passen binnen een bepaalde voedingstrend die op dit moment van toepassing is

Let wel op: Alle grondstoffen moeten in een supermarkt verkrijgbaar zijn!

 

Uitwerking van de opdracht:

  • Bedenk een NIEUW PRODUCT.

    Neem als uitgangspunt een bestaand product en probeer dit zo te veranderen en aan te passen dat het een heel nieuw product wordt.

  • Maak een planning van de gehele opdracht en geef dit door aan je docent. Vraag ook  aan je docent hoelang je aan deze opdracht kunt werken.
     
  • Het verslag en presentatie moet op het afgesproken tijdstip af zijn!
     

 

PLANNING TOTALE OPDRACHT:

 datum:

Onderdeel:

Afgerond

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Evalueren & reflecteren

Begrippen

Docenten materiaal

Orientatie / verantwoording

Algemeen Doel:

 

Lesdoelen:

 

Tijdsplanning:

 

Gerelateerde eindtermen:

Code eindterm

Omschrijving eindtermen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gerelateerde competenties:

 

Beslissen en activiteiten initiëren

 

Onderzoeken

 

Samenwerken en overleggen

 

Leren

 

Ethisch en integer handelen

 

Plannen en organiseren

 

Relatie bouwen en netwerken

 

Klantgerichtheid

 

Presenteren

 

Kwaliteit leveren

 

Formuleren en rapporteren

 

Instructies en procedures opvolgen

 

Vakdeskundigheid toepassen

 

Omgaan met veranderingen

 

Materialen en middelen inzetten

 

Met druk en tegenslag omgaan

 

Analyseren

 

Bedrijfsmatig handelen

 

 

Voorbereiding:

 

Benodigdheden:

 

Verloop van de les:

 

Start:

 

Opdrachten:

 

Afronding:

 

Evaluatiesuggesties:

 

Beroepswereld:

 

Antwoorden leerlingenblad 1.

Taak 1

Taak 2

Taak 3 etc

 

 

 

Competenties

Kern

Een kandidaat kan gebruik maken van de in de ‘kern’ genoemde kennis en vaardigheden in een

(gesimuleerde) uitvoerende beroepssituatie of een daarop voorbereidende scholing. De kennis en vaardigheden zijn gerangschikt in algemene kennis en vaardigheden en professionele vaardigheden. Kennis en vaardigheden worden samen met de persoonlijke eigenschappen ook wel aangeduid als ‘beroepscompetenties’. De kern omvat ook kennis en vaardigheden rond loopbaanoriëntatie en – ontwikkeling.

Kern

  1. Algemene kennis en vaardigheden
    1. de Nederlandse taal in opleidings- en beroepssituaties gebruiken;
    2. informatie op allerlei manieren overzichtelijk en efficiënt verzamelen, ordenen en weergeven;
    3. voor opleiding en beroep relevante berekeningen uitvoeren;
    4. offerte, calculatie en rekening opstellen en lezen;
    5. plannen en organiseren in een beroeps(opleiding)gerelateerde situatie;
    6. mondeling en schriftelijk rapporteren over de uitgevoerde werkzaamheden; onder meer over de planning, voorbereiding, proces en product;
    7. reflecteren op de eigen werkwijze en op de kwaliteit van het eigen werk;
    8. samenwerken en overleggen bij het uitvoeren van werkzaamheden;
    9. werkzaamheden volgens de voorschriften en op een veilige wijze uitvoeren;
    10. economisch bewust omgaan met materialen en middelen;
    11. professionele hulpmiddelen gebruiken en hun werking uitleggen;
    12. hygiënisch werken;
    13. milieubewust handelen;
    14. zich aan- en inpassen in een bedrijfscultuur;
    15. voldoen aan de algemene gedrags- en houdingseisen die gesteld worden aan werknemers in de branche;
    16. in een (gesimuleerde) beroepssituatie en stage in een bedrijf omgaan met verschillen op basis van culturele gebondenheid en geslacht.
  1. Professionele kennis en vaardigheden
    1. probleemoplossingsvaardigheden hanteren en op grond daarvan conclusies trekken en keuzes maken;
    2. eenvoudige onderzoeksactiviteiten verrichten en op grond daarvan beargumenteerde keuzes maken;
    3. mediawijs handelen: kritisch en bewust omgaan met (digitale) media;
    4. het begrip duurzaamheid (her)kennen, benoemen en toepassen. Op basis daarvan komen tot bewuste afwegingen en relaties leggen tussen milieu, mensen en werkprocessen in arbeid en beroep (people, planet en profit);
    5. ondernemende vaardigheden tonen: initiatief tonen, innoveren;
    6. de begrippen maatschappelijk verantwoord en maatschappelijk betrokken ondernemen (her)kennen, benoemen en toepassen bij producten en diensten;
    7. verschillen en overeenkomsten benoemen tussen profit en non/profit;

LOB

Loopbaanoriëntatie en –ontwikkeling

 

De kandidaat is in staat zijn eigen loopbaanontwikkeling vorm te geven. Hij doet dat door middel van reflectie op het eigen handelen en reflectie op ervaringen met een oriëntatie op een toekomstige opleiding en (loop)baan.

De kandidaat heeft de vaardigheid de eigen loopbaan vorm te geven door op systematische wijze om te gaan met ‘loopbaancompetenties’:

Wat kan ik het best en hoe weet ik dat? [kwaliteitenreflectie]

Waar ga en sta ik voor en waarom dan? [motievenreflectie]

Waar ben ik het meest op mijn plek en waarom daar? [werkexploratie]

Hoe bereik ik mijn doel en waarom zo? [loopbaansturing]

Wie kan mij helpen mijn doel te bereiken en waarom die mensen? [netwerken]

 

De kandidaat maakt zijn eigen loopbaanontwikkeling inzichtelijk voor zichzelf en voor anderen doormiddel van een ‘loopbaandossier’.

In een loopbaandossier is opgenomen welke activiteiten zijn uitgevoerd die hebben bijgedragen tot het

ontwikkelen van de ‘loopbaancompetenties’. In het loopbaandossier wordt beschreven bij een aantal uitgevoerde activiteiten:

de beoogde doelen;

de resultaten;

de evaluatie en een conclusie;

welke vervolgactiviteiten gepland zijn op basis van de opgedane ervaringen en de daarbij horende conclusies.

 

 

Leerjaar 1 en 2
Leerjaar 1 en 2
Leerjaar 3 en 4
Leerjaar 3 en 4

Eindtermen

Keuzevak: Voeding, hoe maak je het?

Dit keuzevak is opgedeeld in 4 verschillende wikiwijs arrangementen. Na het afronden van de vier arrangementen beheers je de volgende eindtermen:

  1. Ontwikkelingen in de levensmiddelenbranche en de voedingsmiddelenbranche en de voedingsmiddelenindustrie beschrijven en hier op een eenvoudige wijze op inspelen.
  2. Grondstoffen verwerken en bereiden tot een kwalitatief goed halffabricaat of eindproduct.
  3. Een voedingsadvies geven.
  4. De kwaliteit en voedselveiligheid van voedingsmiddelen beoordelen en bewaken.

Elk arrangement behandelt lesstof van één van de bovengenoemde eindtermen

 

Wat ga je tijdens de uitvoering van deze wikiwijs leren?

Dit arrangement richt zich op eindterm 2: Grondstoffen verwerken en bereiden tot een kwalitatief goed halffabricaat of eindproduct
Tijdens de uitvoering van dit arrangement leer je de volgende onderdelen beheersen:

  • 1. Gebruikelijk materiaal en standaardapparatuur bedienen en onderhouden.
  • 2. Werken volgens procedures, receptuur en voorschriften.
  • 3. Aan de hand van onderzoek een ‘nieuw’ product ontwikkelen en bereiden wat past binnen een bepaald voedingstrend
  • 4. Product en procesvariabelen toepassen ( denk hier bijvoorbeeld aan bereidingstijd, temperatuur, veranderende samenstelling)
  • 5. Het geproduceerde product adequaat opslaan en bewaren denkend aan de juiste opslag condities voor ( geconserveerde ) opslag
  • 6. De houdbaarheid van grond- en hulpstoffen en gereed product bewaken

     

     

  • Het arrangement 2. Voeding: hoe maak je het? Nieuw product is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VEG
    Laatst gewijzigd
    2016-07-11 17:26:38
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Examenprogramma 2016-2017
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    veg etiket. (z.d.).

    Nieuw product

    https://maken.wikiwijs.nl/72760/Nieuw_product

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.