Deze lessenserie is geschreven voor leerlingen uit de brugklas havo/vwo van Scholengemeenschap Spieringshoek te Schiedam. Deze leerlingen volgen het vak Biologie. De lessenserie over waarneming maakt deel uit van het overkoepelende thema Waarneming, regeling en gedrag. Dit thema is een vast onderdeel in het biologiecurriculum van het eerste leerjaar.
Het arrangement is gemaakt als opdracht voor de cursus Vakdidactiek: Biologie met ICT, onderdeel van de tweedegraads lerarenopleiding biologie van de Hogeschool Utrecht.
Veel leerplezier met deze Wiki!
De auteur,
Jirin van Leeuwen
Juni 2016
Literatuur
Deze lessenserie sluit aan bij het thema Waarneming, regeling en gedrag van de lesmethode Biologie voor Jou. Deze lesmethode wordt gebruikt in het eerste leerjaar van Scholengemeenschap Spieringshoek. De theorie, werkboek- en practicumopdrachten uit de lessenreeks zijn gebaseerd op:
Bos, A., Kalverda, O., Smits, G. en Waas, B. (jaartal onbekend). Biologie voor Jou, 1b havo/vwo, handboek (zevende editie).'s Hertogenbosch: Malmberg.ISBN: 9789034582553
Bos, A., Kalverda, O., Smits, G. en Waas, B. (jaartal onbekend). Biologie voor Jou, 1b havo/vwo, werkboek (zevende editie).'s Hertogenbosch: Malmberg. ISBN: 9789034582591
Daarnaast wordt in deze Wiki gebruik gemaakt van verschillende oefeningen die online te vinden zijn op de volgende websites:
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Les 1: Reageren op je omgeving
Inleiding
De komende weken gaan we het hebben over het onderwerp Waarneming. Je kunt dingen om je heen waarnemen: je kunt ze zien, horen, ruiken, proeven of voelen. Bij het waarnemen gebruik je zintuigen. Door je zintuigen houd je contact met je omgeving. Je kunt daardoor reageren op wat er om je heen gebeurt.
Leerdoelen
De leerling kan aan het einde van de les beschrijven hoe zintuigen werken waarbij hij gebruikt maakt van de begrippen prikkels, impulsen, drempelwaarde en adequate prikkel.
De leerling kan aan het einde van de les de verschillende zintuigen noemen met hun ligging en adequate prikkels, zoals hieronder is weergegeven.
Ligging
Adequate prikkel
Gezichtszintuigen
in de ogen
licht
Gehoorzintuigen
in de oren
geluid
Evenwichtszintuigen
in de oren
zwaartekracht
Reukzintuig
in de neus
geur
Smaakzintuigen
in de tong
smaak
Warmtezintuigen
in de huid
warmte
Koudezintuigen
in de huid
koude
Drukzintuigen
in de huid
druk
Tastzintuigen
in de huid
lichte aanraking
Theorie
De theorie die in deze les aan bod komt, is terug te vinden in het handboek Biologie voor Jou (deel 1b), blz. 52 t/m 55.
Voor de digitale versie van het handboek kun je gebruik maken van onderstaande link. Let op: deze link werkt alleen als je ingelogd bent op de site van Malmberg.
Als je de theorie hebt doorgenomen, is het tijd om aan de slag te gaan met de opdrachten.
Werkboekopdrachten
Maak eerst de opdrachten 1 t/m 4 uit je werkboek op bladzijde 42, 43 en 44. Je kunt ook gebruik maken van onderstaande link, hiervoor moet je wel ingelogd zijn op de site van Malmberg.
Als je klaar bent met de werkboekopdrachten, ga je aan de slag met het werkblad Optische illusies. Je doet dit via de methode Denken-Delen-Uitwisselen.
Stap 1: Je leest alleen de inleidende tekst van het werkblad. Vervolgens bekijk je voor jezelf de verschillende illusies en beantwoord je de vragen.
Stap 2: Je deelt je ervaringen en antwoorden met je buurman of buurvrouw. Je praat samen over wat jullie de meest verrassende illusie vinden.
Stap 3: De informatie wordt uitgewisseld met de klas.
Na het bestuderen van de theorie, het bekijken van de presentatie en het maken van de opdrachten, is het tijd voor een testje. Maak de diagnostische toets om te controleren of je de eerder gestelde leerdoelen van deze les hebt behaald.
Test: Diagnostische toets les1. Reageren op je omgeving
0%
Met behulp van deze vragen kun je zelf controleren of je de leerdoelen hebt behaald die aan het begin van deze les genoemd zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Tijdens de vorige les heb je geleerd dat de huid verschillende zintuigen bevat waarmee je kunt voelen. In deze les gaan we de bouw en functie van de huid nader bekijken.
Leerdoelen
De leerling kan aan het einde van de les de volgende delen van de huid noemen met hun functies en kenmerken: opperhuid (hoornlaag, kiemlaag, eelt, haar met haarzakje en talgklieren), lederhuid (zintuigen, zenuwen, pijnpunten, haarspiertjes, bloedvaten en zweetklieren).
De leerling kan aan het einde van de les de delen van het onderhuidse bindweefsel noemen met hun functies en kenmerken.
De leerling kan aan het einde van de les de delen van de huid en het onderhuidse bindweefsel, zoals hierboven genoemd, in een afbeelding herkennen en benoemen.
Theorie
De theorie die in deze les aan bod komt, is terug te vinden in het handboek Biologie voor Jou (deel 1b), blz. 56 en 57.
Voor de digitale versie van het handboek kun je gebruik maken van onderstaande link. Let op: je kunt alleen gebruik maken van deze link als je ingelogd bent op de site van Malmberg.
Bekijk voor uitleg over de theorie het gedeelte van de presentatie over de huid.
Presentatie Zintuigen
Oefenen met Touch
Installeer op je smartphone of tablet de gratis applicatie Touch. Je kunt hier door middel van een interactieve animatie uitproberen hoe de tastzintuigen en pijnreceptoren in de huid werken.
Opdrachten
Na het bestuderen van de theorie uit het boek en/of het bekijken van de presentatie, ga je aan de slag met de werkboekopdrachten.
Werkboekopdrachten
Maak de werkboekopdrachten 7 t/m 9 op bladzijde 47, 48 en 49. Als je ingelogd bent op de site van Malmberg, kun je ook gebruik maken van onderstaande link.
In de neus bevindt zich het reukzintuig. In het oppervlak van de tong bevinden zich de smaakzintuigen. In deze les leer je meer over de werking van deze twee zintuigen.
Leerdoelen
De leerling kan aan het einde van de les de werking van het reukzintuig beschrijven en maakt daarbij gebruik van de begrippen neusslijmvlies, reukharen, reukzintuigcellen en geurstoffen.
De leerling kan aan het einde van de les beschrijven hoe het proeven van de smaken zoet, zuur, zout en bitter in zijn werk gaat.
De leerling kan aan het einde van de les uitleggen hoe het proeven van alle andere smaken dan zoet, zuur, zout en bitter tot stand komt.
De leerling kan in een afbeelding de volgende onderdelen van de smaakzintuigen herkennen en benoemen: smaakknopje, groef, zintuigcel en zenuw.
Theorie
De theorie die in deze les aan bod komt, is terug te vinden in het handboek Biologie voor Jou (deel 1b), blz. 58 en 59.
Voor de digitale versie van het handboek kun je gebruik maken van onderstaande link. Let op: je kunt alleen gebruik maken van deze link als je ingelogd bent op de site van Malmberg.
Je gaat nu aan de slag met de practicumopdracht. Deze opdracht gaat over de werking van de smaakzintuigen. Je voert de opdracht uit in groepjes van drie. De docent deelt de groepjes in. Je hebt ongeveer 30 minuten de tijd voor het practicum. Na afloop maak je een schema waarin je de resultaten kunt weergeven en je komt met je groepje tot een conclusie. Het schema en de conclusie zet je online in een samenwerkingsdocument op de website Trello.com. De hypothesen, schema's en conclusies van alle groepjes komen hierop te staan. Uiteindelijk wordt geprobeerd tot een gezamenlijke conclusie te komen voor heel de klas.
De practicumopdracht en de verwerking van de resultaten worden in het onderstaande document nauwkeurig beschreven.
Gebruik de onderstaande link om de resultaten van het practicum online vast te leggen en te vergelijken. Je wordt direct doorgestuurd naar het bord Practicum De werking van de smaakzintuigen op Trello.com.
In een eerdere les heb je geleerd dat in de oren de gehoorzintuigen en de evenwichtszintuigen liggen. Als we over onze oren praten, bedoelen we meestal alleen de oorschelpen. De gehoororganen liggen echter voor het belangrijkste deel in de schedel.
Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling de volgende delen van het oor noemen met de functies en kenmerken: oorschelp, gehoorgang, oorsmeerkliertjes, trommelvlies, trommelholte met gehoorbeentjes, slakkenhuis, gehoorzenuw, buis van Eustachius.
Aan het einde van de les kan de leerling de bovengenoemde delen van het oor in een afbeelding herkennen en benoemen.
Aan het einde van de les kan de leerling uit een diagram afleiden of een geluid hoog, laag, hard of zacht is.
Aan het einde van de les kan de leerling aangeven bij welke geluidssterkten, uitgedrukt in decibel, er gehoorschade kan optreden.
Theorie
De theorie die in deze les aan bod komt, is terug te vinden in het handboek Biologie voor Jou (deel 1b), blz. 60 t/m 64.
Voor de digitale versie van het handboek kun je gebruik maken van onderstaande link. Let op: je kunt alleen gebruik maken van deze link als je ingelogd bent op de site van Malmberg.
Bekijk voor uitleg over de theorie het gedeelte van de presentatie over de oren.
Presentatie Zintuigen
Praktische Opdracht
Ga nu aan de slag met de opdracht Geluiden.
Met je gehoorzintuigen neem je geluiden waar. De sterkte van een geluid wordt uitgedrukt in decibel. In afbeelding 1 is een schaal van geluidssterkten weergegeven. Geluiden vanaf 80 decibel kunnen leiden tot gehoorschade als je deze vaak en langdurig hoort. Geluiden vanaf 130 decibel veroorzaken hevige oorpijnen.
Afbeelding 1. Schaal van geluidssterkten in decibel. Bron: Biologie voor Jou, p.61
Bij het uitvoeren van deze opdracht werk je in tweetallen. Het is belangrijk dat er per tweetal in ieder geval één smartphone aanwezig is. Deze heb je nodig om de opdracht uit te kunnen voeren.
Installeer op de telefoon een applicatie om geluidssterkte mee te meten. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld Decibel Meter of Geluidsmeter HQ. Zie de screenshot in afbeelding 2 voor nog meer voorbeelden.
Tijdens de opdracht moet je ook gebruik maken van de groepsApp die jullie als klas hebben aangemaakt in de applicatie WhatsApp.
Afbeelding 2. Voorbeelden van decibelmeters. Bron: App Store, 2016
Als je eenmaal een geluidsmeter hebt geïinstalleerd, kun je aan de slag.
Bezoek verschillende plekken in en rondom de school. Op elke plek meet je de geluidssterkte op dat moment. Je schrijft de metingen op.
Je mag zelf kiezen waar je gaat meten, maar probeer in ieder geval 8 verschillende metingen te doen. Je hebt 15 minuten de tijd voor het uitvoeren van de metingen.
Na elke meting stuur je een bericht naar de groepsApp van de klas, met daarin genoemd de plek en het resultaat van de meting. Als je buiten de school geen internetverbinding hebt, stuur je de resultaten wanneer je na afloop van de opdracht weer in het gebouw bent.
Als alle metingen gedaan zijn, maakt elk duo een overzicht van de resultaten. Dit overzicht maak je na de les. Gebruik daarbij als voorbeeld afbeelding 1.
Het overzicht van de resultaten wordt aan het begin van de volgende les ter beoordeling bij de docent ingeleverd.
Opdrachten
Werkboekopdrachten
Na het bestuderen van de theorie uit het boek en/of het bekijken van de presentatie, ga je aan de slag met de werkboekopdrachten.
Maak de werkboekopdrachten 13 t/m 16 op bladzijde 53, 54 en 55. Als je ingelogd bent op de site van Malmberg, kun je ook gebruik maken van onderstaande link.
De gezichtszintuigen liggen in de ogen. Je ogen zijn kwetsbare organen. Ze liggen goed beschermd in de oogkassen. In deze les leer je meer over de bouw van de ogen en over de werking van de pupil.
Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling de volgende organen rondom het oog noemen met hun functies en kenmerken: wenkbrauwen, wimpers, traanklieren, oogleden en traanbuizen.
Aan het einde van de les kan de leerling de volgende delen van het oog noemen met hun functies en kenmerken: oogspieren, harde oogvlies, hoornvlies, vaatvlies, iris of regenboogvlies, pupil, lens, netvlies, gele vlek, oogzenuw, blinde vlek, glasachtig lichaam.
Aan het einde van de les kan de leerling in een schematische afbeelding de bovengenoemde delen van het oog herkennen en benoemen.
Aan het einde van de les kan de leerling beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt en maakt daarbij gebruik van de begrippen kringspieren en straalsgewijs lopende spieren.
Theorie ter voorbereiding op de les
Bij deze les wordt er van je verwacht dat je de theorie hebt doorgenomen voordat je naar de les komt. De les zal vooral gebruikt worden voor actieve verwerking van de lesstof en zal worden afgesloten met een tussentijdse toets over de zintuigen.
Ter voorbereiding van de les bekijk je de film via onderstaande link. Tijdens het kijken moet je een aantal vragen beantwoorden. Hoe dat in z'n werk gaat wordt in de inleiding van de film uitgelegd.
Het kijken van de film en het maken van de vragen neemt ongeveer een half uur in beslag.
Gebruik de leerhulpmiddelen om na de les extra uitleg bij of verduidelijking van de theorie te krijgen.
De theorie die in deze les aan bod komt, is grotendeels terug te vinden in het handboek Biologie voor Jou (deel 1b), blz. 65 t/m 68.
Voor de digitale versie van het handboek kun je gebruik maken van onderstaande link. Let op: je kunt alleen gebruik maken van deze link als je ingelogd bent op de site van Malmberg.
Bekijk voor uitleg over de theorie het gedeelte van de presentatie over de ogen.
Presentatie Zintuigen
Het toepassen van de theorie
Je gaat nu aan de slag met het toepassen van de kennis die je tijdens de voorbereiding van deze les hebt opgedaan.
Hieronder vind je diverse vragen, opdrachten en oefeningen. Het is de bedoeling dat je in de les hiermee aan de slag gaat. De eerste opdracht zal klassikaal worden nabesproken. Voor de overige onderdelen heb je 25 minuten de tijd.
Opdracht 1
De volgende opdracht voer je uit via de methode Denken-Delen-Uitwisselen.
Stap 1. Bedenk eerst voor je jezelf het antwoord op de vraag.
Aan het einde van de film die je ter voorbereiding op deze les hebt gekeken, wordt de volgende uitspraak gedaan: Men zegt dat de camera nooit liegt, maar onze ogen misschien wel. Wat wordt er volgens jou met deze uitspraak bedoeld?
Stap 2. Als je voor jezelf een antwoord hebt bedacht, bespreek je de vraag met een klasgenoot.
Stap 3. Tenslotte wordt de informatie van een aantal duo's uitgewisseld met de rest van de klas.
Oefeningen
Oefen op Biologiepagina.nl nog eens goed met het benoemen van de onderdelen van het oog en hun functies.
Beantwoord de onderstaande vragen over de zintuigcellen van het oog.
Een nachtaapje. Bron: Biologie voor Jou, p.60
Schedel van een nachtaapje. Bron: Biologie voor Jou, p.60
Bij het zien geven staafjes en kegeltjes impulsen door. Welke zintuigcellen geven impulsen door bij het zien in het licht?
Welke zintuigcellen geven impulsen door bij het zien in de schemering?
Is in de schemering de sterkte van het licht (de prikkelsterkte) hoger of lager dan de drempelwaarde van de kegeltjes?
Nachtdieren hebben soms grote ogen (zie de afbeeldingen). Leg uit wat hier het voordeel van is.
Veel nachtdieren hebben alleen staafjes in het netvlies. Geef hiervoor een verklaring.
Welke zintuigcellen in het netvlies werken niet goed bij iemand die geen verschil ziet tussen een groen en een rood licht?
Toetsing
Ter afsluiting van deze les maak je nu een toets over de zintuigen. Deze toets maak je online op Socrative.com of via de Socrative applicatie. Je kunt de link gebruiken om naar de website te gaan. Van je docent krijg je de code die je moet invullen om aan de toets te kunnen beginnen. Veel succes!
Je bent nu aan het einde gekomen van deze lessenserie over het onderwerp waarneming. Hopelijk heb je met plezier met deze Wiki gewerkt en heb je er een hoop van geleerd. Bedankt voor het gebruik van de Wiki Waarneming.
Het arrangement Lessenserie WAARNEMING is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Jirin van Leeuwen
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2016-05-12 13:42:54
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Lessenserie over waarneming. Gebaseerd op de lesmethode Biologie voor Jou, deel 1b, thema 6. Deze lessenserie is ontworpen t.b.v. de cursus Vakdidactiek met ICT van de tweedegraads docentenopleiding biologie aan de Hogeschool Utrecht.
Lessenserie over waarneming. Gebaseerd op de lesmethode Biologie voor Jou, deel 1b, thema 6. Deze lessenserie is ontworpen t.b.v. de cursus Vakdidactiek met ICT van de tweedegraads docentenopleiding biologie aan de Hogeschool Utrecht.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Diagnostische toets les1. Reageren op je omgeving
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.