Aan het einde van de les kan de leerling de volgende delen van het oor noemen met de functies en kenmerken: oorschelp, gehoorgang, oorsmeerkliertjes, trommelvlies, trommelholte met gehoorbeentjes, slakkenhuis, gehoorzenuw, buis van Eustachius.
Aan het einde van de les kan de leerling de bovengenoemde delen van het oor in een afbeelding herkennen en benoemen.
Aan het einde van de les kan de leerling uit een diagram afleiden of een geluid hoog, laag, hard of zacht is.
Aan het einde van de les kan de leerling aangeven bij welke geluidssterkten, uitgedrukt in decibel, er gehoorschade kan optreden.