Rampen klas 1 VHBO

Rampen klas 1 VHBO

Introductie

Beste leerlingen van klas 1G,

Vanaf vandaag gaan wij hard aan de slag met de verschillende natuurrampen en milieurampen die er op aarde voorkomen.

Kennisdoelen:

  • Na het volgen van de lessen over natuurrampen kunnen jullie aangeven hoe een vulkaan onstaat, hoe een vulkaanuitbarsting ontstaat, waar vulkaanuitbarstingen plaatsvinden, wat de gevolgen zijn van een vulkaanuitbarsting en wie er onderzoek doen naar vulkanisme en wat dit werk inhoud.
  • Na het volgen van de lessen over natuurrampen kunnen jullie aangeven hoe een aardbevingen onstaat, waar aarbevingen plaatsvinden, wat de gevolgen zijn van een aardbeving en wie er onderzoek doen naar aardbevingen en wat dit werk inhoud.
  • Na het volgen van de lessen over natuurrampen kunnen jullie aangeven hoe een tsunami onstaat, waar tsunami's plaatsvinden, wat de gevolgen zijn van een tsunami en wie er onderzoek doen naar tsunami's en wat dit werk inhoud.
  • Na het volgen van de lessen over natuurrampen kunnen jullie aangeven hoe een orkaan onstaat, waar orkanen plaatsvinden, wat de gevolgen zijn van een orkaan en wie er onderzoek doen naar orkanen en wat dit werk inhoud.
  • Na het volgen van de lessen over natuurrampen kunnen jullie aangeven hoe een tornado onstaat, waar tornado's plaatsvinden, wat de gevolgen zijn van een tornado en wie er onderzoek doen naar tornado's en wat dit werk inhoud.
  • Na het volgen van de lessen over natuurrampen kunnen jullie aangeven hoe een aardverschuiving onstaat, waar aardverschuivingen plaatsvinden en wat de gevolgen zijn van een aardverschuiving.
  • Na het volgen van de lessen over milieurampen kunnen jullie aangeven hoe milieurampen onstaan, welke soort milieurampen er zijn, wat de oorzaken zijn van milieurampen, wat de gevolgen zijn van milieurampen en hoe wij als mensen milieurampen kunnen voorkomen.  
  • Na het volgen van de lessen over milieurampen kunnen jullie aangeven wat het verschil is tussen het broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect, wat de oorzaken en gevolgen hiervan zijn en hoe wij mensen hier invloed op hebben.

Vaardigheidsdoelen:

  • Na het volgen van deze lessenserie is er enige ervaring opgedaan met het presenteren over een bepaald onderwerp, aan de hand van een powerpointpresentatie in twee of drietallen.
  • Na het volgen van deze lessenserie is er enige ervaring opgedaan met het doen van onderzoek naar een probleemstelling.

Attitudedoelen:

  • Bij het volgen van deze module verwacht ik een actieve werkhouding en een leuke manier van meedenken.

Voorkennis activeren

Opdracht om voorkennis te activeren:

Voor mij is het belangrijk om te weten wat jullie al weten over het onderwerp rampen.

Hiervoor maak je de volgende opdracht:

  • Download op je Ipad de app: Inspiration Maps
  • Maak in deze app een woordweb over rampen, met minimaal 10 woorden waarbij je denkt als het om rampen gaat.
  • Je hebt hier 10 minuten de tijd voor.
  • Klaar? Maak een printscreen van je gemaakt woordweb en mail deze naar abak@melanchthon.nl
  • Kijk hierna onderstaand filmpje:
 
  • Hiermee klaar? Bedenk wat onderstaand plaatje te maken heeft met het onderwerp Rampen:

 

De aardkorst

De aardkorst: theorie

De aardkorst:

Voordat we iets gaan leren over de verschillende natuurrampen, is het belangrijk om iets te leren over de aardkorst, de samenstelling van de aardkorst, de soorten aardkorst die er zijn, de krachten die op de aardkorst worden uitgeoefend en hoe de aardkorst kan bewegen.

De aardkorst is de bovenste laag van onze aarde en wordt ook wel de lithosfeer genoemd. Deze aardkorst of lithosfeer is ongeveer 40 kilometer dik. Naast deze aardkorst of lithosfeer bestaat de aarde nog uit 4 andere lagen, zoals je hieronder kunt zien.

Afbeelding 1: De aardkorst bestaat uit verschillende lagen

 

De aardkorst of lithosfeer bestaat uit hard gesteente. Naarmate je naar de binnenkern toegaat, stijgt de temperatuur in de aardkorst tot ongeveer 5500 graden Celcius en wordt het gesteente vloeibaar. Dit vloeibare gesteente, binnenin de aarde, noemen we magma.

De aardkorst of lithosfeer bestaat uit verschillende platen, zie samen de aarde vormen. De overgangen tussen de verschillende platen, noemen we breuken. Op de afbeelding hieronder zie je de verschillende aardplaten, die er zijn weergegeven.

Afbeelding 2: De aarde bestaat uit verschillende aardplaten

 

De korst, waaruit de aardkorst bestaat, kunnen we verdelen in twee soorten:

  • continentale korst: Alle aardkorst, die zich onder land bevindt
  • oceanische korst: Alle aardkorst, die zich onder zeeen of oceanen bevindt.

Het belangrijkste verschil tussen deze twee soorten korst, zit hem in de samenstelling van de soorten korst. Oceanische korst is dunner, dus lichter dan continentale korst, zoals de afbeelding hieronder laat zien:

Afbeelding 3: De aardkorst bestaat uit continentale platen en oceanische platen, die drijven op het vloeibare magma, binnenin de aarde.

 

Bewegen van de aardkorst:

Doordat de aardplaten bestaan uit vast gesteente en de aardmantel en de aardkernen uit vloeibaar gesteente, drijft de aardkorst als het ware op het vloeibare magma, wat zich onder de aardkorst bevindt. De aardplaten kunnen op drie manieren ten opzicht van elkaar bewegen:

  1. convergeren: Aardplaten bewegen naar elkaar toe
  2. divergeren: Aardplaten bewegen van elkaar af
  3. transformerend: Aardplaten bewegen langs elkaar heen
Afbeelding 4: De aardkorst kan op drie manieren bewegen

 

Bedreigingen voor de aardkorst:

De aardkorst heeft het zwaar te voorduren. Naast dat het te maken heeft of kan krijgen met de kracht en sterkte van naastgelegen aardplaten, zijn er ook nog krachten van buitenaf en binnenin de aarde die op de aardkorst werken.

De krachten die van buitenaf op de aarde werken, noemen we exogene krachten. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Verwering: Het weer en plantengroei zorgen ervoor dat het gesteente van de aardkorst wordt vergruisd en dus aan kracht verliest. We onderscheiden drie soorten verwering:
    • Mechanische verwering (fysische verwering): Het gesteente valt uiteen zonder dat de scheikundige samenstelling van het gesteente verandert. Een voorbeeld hiervan is vorstverwering: Het water dat in de spleten van een gesteente is gezakt, bevriest. Door de uitzetting door bevriezingen worden de spleten ongeveer 10% breder en brokkelen er stukjes steen af.
    • Chemische verwering: De scheikundige samenstelling verandert wel. Vooral in warme, vochtige gebieden. Denk bijvoorbeeld aan ijzerdeeltjes in gesteenten die gaan roesten.
    • Biologische verwering: Is het gevolg van de werking van planten en dieren. Denk hierbij aan plantenwortels of boomwortels die de aardkorst aantasten.
Afbeelding 5: Vorstverwering

 

Afbeelding 6: Chemische verwering

 

Afbeelding 7: Biologische verwering

 

  • Erosie: Het verweerde gesteente wordt door wind (winderosie) of water (watererosie) meegevoerd en rolt of schuurt als het ware over de aardkorst heen, waardoor deze wordt beschadigd.
Afbeelding 8: Winderosie

 

Afbeelding 9: Watererosie

 

  • Sedimentatie: Het door water of wind meegenomen materiaal (stenen/ zand) wordt op een bepaalde plek (vaak wanneer de stroming in water afneemt of waar de wind gaat liggen) neergelegd, waardoor de samenstelling van de aardkorst op die plek veranderd.
Afbeelding 10: Sedimentatie

 

 

De krachten die van binnenuit op de aardkorst werken noemen we endogene krachten. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Hitte: De hoge temperatuur in de aardkorst zorgt voor vloeibaar magma, maar ook voor hoge temperaturen, die invloed uitoefenen op de aardkorst
  • Druk: Binnenin de aarde maakt het magma een centrifugerende beweging. We noemen deze beweging ook wel convectiestromen. Door deze convectiestromen wordt er een bepaalde druk opgebouwd, die natuurlijk ook zijn uitwerking heeft op de aardkorst.
Afbeelding 11: Convectiestromen binnenin de aarde zorgen ervoor dat er een bepaalde druk wordt opgebouwd binnen in de aarde, die zeker een invloed heeft op de aardkorst.

 

 

 
 

 

 

 

 

 

De aardkorst: opdrachten

Opdrachten bij onderdeel: De aardkorst: Beantwoord deze vragen in een wordbestand! Wanneer je klaar bent lever je deze in op de inlevermap: Opdrachten bij de aardkorst, op Its Learning!

 

Opdracht 1: Maak van onderstaande begrippen een begrippenlijst:

  • Magma
  • Continentale korst
  • Oceanische korst
  • Breuk
  • Convergerende beweging
  • Divergerende beweging
  • Transformerende beweging

Opdracht 2: Leg in minimaal 25 woorden uit hoe het magma binnenin de aarde kan ontstaan.

Opdracht 3: Leg het belangrijkste verschil uit tussen continentale korst en oceanische korst.

Opdracht 4: Leg uit hoe magma het mogelijk maakt dat de aardkorst kan bewegen. Gebruik in je antwoord de begrippen endogene krachten en convectiestromen.

Opdracht 5: Bekijk onderstaand filmpje en en leg aan de hand van de info uit het filmpje het verschil uit tussen mechanische en chemische verwering.
http://www.schooltv.nl/video/verwering-van-gesteente-mechanische-en-chemische-verwering/

Opdracht 6: Leg uit hoe erosie kan leiden tot sedimentatie. Gebruik beide begrippen in je antwoord.

 

 

 

Vulkanisme

Vulkanisme: de theorie

Vulkanisme:

In de vorige lessen hebben we alles geleerd over de aardplaten, waar wij op leven. Vanaf nu gaan we ons bezighouden met gevaren, die deze aardplaten voor ons mensen, kunnen betekenen. Naast vulkanisme, zullen we ons ook bezighouden met aardbevingen, tsunami's en aardverschuivingen.

Maar we starten vandaag met vulkanisme. Voor het ontstaan van vulkanen is het bewegen van onze platen erg belangrijk. We hebben geleerd dat platen op drie manieren kunnen bewegen.

  1. convergeren: Aardplaten bewegen naar elkaar toe
  2. divergeren: Aardplaten bewegen van elkaar af
  3. transformerend: Aardplaten bewegen langs elkaar heen
Afbeelding 4: De aardkorst kan op drie manieren bewegen

 

Vulkanen kunnen ontstaat door convergerende en divergerende bewegingen. We gaan eerst kijken naar het ontstaan van vulkanen door convergerende plaatbewegingen. Dit noemen we subductie.

Subductie vindt plaats op een plaatgrens tussen een oceanische en een continentale plaat. We hebben al geleerd dat de oceanische plaat lichter is dan de continentale plaat. Wanneer deze botsen, gebeurt het volgende:

  • De oceanische plaat schuift onder de continentale plaat.
  • De oceanische plaat komt terecht in het hete, vloeibare magma en smelt.
  • Uit de breuk, die door de botsing is ontstaan, stroomt vloeibaar magma, de aarde uit.
  • Zo ontstaat boven het aardoppervlak een berg met gestold magma==> de vulkaan
Afbeelding 2: Subductie

 

Maar vulkanen kunnen ook ontstaan door divergerende plaatsbewegingen. Hierdoor worden de platen als het ware uit elkaar getrokken, waardoor een scheur ontstaat. Uit deze scheur stroomt magma naar buiten. Dit magma stolt en er ontstaat een berg van magma==> Een vulkaan. Vulkanen ontstaan vaak op deze manier op de bodem van oceanen. Zo ontstaan er mid- oceanische ruggen.

Afbeelding 3: Mid- oceanische rug

 

De volgende vraag die we moeten beantwoorden is hoe vulkaanuitbarstingen ontstaan. Dit heeft alles te maken met bewegingen van het magma, binnenin de aarde, de zogenaamd convectiestromen.

  • De aarde draait als het ware rondjes, net als in een centrifuge.
  • Hierdoor wordt er druk opgebouwd in een vulkaan.
  • Als de druk voor de vulkaan teveel wordt, barst deze uit.
  • Een vulkaanuitbarsting is dan het gevolg.
  • De magma stroomt uit de vulkaan naar buiten en wordt lava
Afbeelding 4: Convectiestromen

 

Wat spuwt de vulkaan uit bij een uitbarsting?

Een vulkaan spuwt de volgende zaken uit bij een uitbarsting:

  • Vulkanische bommen: hete brokstukken van steen die bij een uitbarsting door de lucht worden geslingerd
  • Lava: stroomt langs de hellingen naar beneden en bedreigt daarmee de dorpjes onderaan de helling.

De vulkanische bommen en de lava zorgen voor zeer vruchtbare grond rondom de vulkaan. Daarom is er bij een vulkaan vaak sprake van een hoge bevolkingsdichtheid. 

Soorten vulkanen:

We maken onderscheid in 6 soorten vulkanen. Hieronder staan ze in afbeelding 5 weergegeven, met korte uitleg hoe elke soort ontstaat.

Afbeelding 5: Soorten vulkanen

 

 

Soorten lava:

In onderstaand filmpje komen de belangrijkste soorten lava naar voren. Je gaat met dit filmpje later zelf aan de slag:

http://www.schooltv.nl/share/WO_NTR_426335

Afbeelding 6: Lava

 

Waar vinden we de meeste vulkanen?

De meeste vulkanen vinden we in de Ring of fire:

Afbeelding 7: Ring of fire

 

Opdrachten bij onderdeel: Vulkanisme

Opdrachten bij onderdeel: Vulkanisme: Beantwoord deze vragen in een wordbestand! Wanneer je klaar bent lever je deze in onder Opdrachten bij de aardkorst, via de mail!

 

Opdracht 1: Maak van onderstaande begrippen een begrippenlijst:

  • Subductie
  • Mid- oceanische rug
  • Convectiestromen
  • Lava

Opdracht 2: Leg uit waarom subductie alleen kan plaatsvinden bij een breuk tussen een oceanische en een continentale plaat.

Opdracht 3: Zoek op internet een voorbeeld van een belangrijke mid- oceanische rug op aarde.

Opdracht 4: Leg in minimaal 25 woorden uit hoe convectiestromen ervoor zorgen dat een vulkaan kan uitbarsten.

Opdracht 5: Leg uit hoe de naam 'Ring of Fire,' zal zijn bedacht?

Voor opdracht 6 en 7 krijgen jullie een cijfer!!

Opdracht 6: Maak een tabel, waarin je het verschil uitlegt tussen de 6 verschillende soorten vulkanen. Behandel het ontstaan van de vulkaan, leg uit bij welke soort plaatbewegingen (convergeren, divergeren, trasformeren) de vulkaan kan ontstaan en waar op aarde we elke vulkaansoort kunnen vinden.

Opdracht 7: Kies 4 soorten lava en maak van elke soort lava een woordweb, met 4 kenmerken van de lava en een tekening of plaatje van de soort lava.

Aardbevingen

Aardbevingen: korte opdracht

Het onderdeel aardbevingen behandelen wij op een iets andere manier dan normaal.

Jullie doen zelf een klein onderzoekje naar de volgende vragen over aardbevingen:

  • Hoe ontstaan aardbevingen?
  • Wat is de Schaal van Richter?
  • Leg uit waar op aarde aardbevingen kunnen voor komen?
  • Zoek informatie over seismologen, wat een seismograaf is, wat een seismogram is
  • Leg uit hoe men de schade bij aardbevingen zou kunnen beperken.

Jullie verwerken deze vragen in een kort verslag van minimaal 2 A4-tjes en maximaal 3 A4-tjes.

Het lettertype wat jullie gebruiken is Arial 12

Tekst uiteraard in eigen woorden! Dus niet klakkeloos kopieren van internet!

Jullie voegen minimaal 2 en maximaal 4 plaatjes toe aan deze opdracht (deze tellen niet mee de grootte van het verslag)

Inleveren via Showbie

Cijfer wordt gecombineerd voor cijfer voor opdracht 6 en 7 van het onderdeel vulkanisme en telt 1x mee voor rapport 1.

Aardbevingen: theorie

Introductie aardbevingen:

Om een goede indruk te krijgen, waarover we het bij aardbevingen hebben, is het goed om onderstaand filmpje eerst goed te bekijken.

http://www.npo.nl/het-klokhuis/09-11-2012/NPS_1208769

Hoe ontstaan aardbevingen:

Het ontstaan van aardbevingen heeft alles te maken met het bewegen van aardplaten ten opzicht van elkaar. Een logisch gevolg is dat aardbevingen vooral plaats zullen vinden langs en bij de breuklijnen. Dit zijn immers de plaatsen waar platen ten opzichte van elkaar bewegen. Het maakt voor het ontstaan van aardbevingen niet uit of er divergente, convergente of transformerende bewegingen plaatsvinden. 

Een aardbeving is dus een trilling van de aardkorst, die ontstaat door het bewegen van de aardkorst. Nu beweegt onze aardkorst, zoals wij weten, natuurlijk elke dag wel een beetje. De aardkorst drijft namelijk op de magma. Deze beweging is echter te klein, om een aardbeving te laten ontstaan. Een aardbeving ontstaat pas wanneer twee aardplaten plotseling een grotere afstand van elkaar bewegen, in een klein tijdsbestek. Hoe groter de afstand en hoe sneller dit gaat, hoe groter de kracht van de aardbeving en hoe groter de schade.

Hypocentrum en epicentrum:

Een aardbeving vindt binnenin de aarde plaats, waarna de ontstane trilling zich naar het aardoppervlakte beweegt en zich daar over het land gaat verspreiden. De plaats binnenin de aarde, waar de aardbeving begint, noemen wij het hypocentrum. De plaats rechtboven het hypocentrum, aan het aardoppervlakte, noemen we het epicentrum. Om over aardbevingen te praten gebruiken we altijd het epicentrum. Denk maar eens aan het journaal, waar men bijvoorbeeld spreekt van een aardbeving met een kracht van 7.0 op de Schaal van Richter, met een epicentrum 50 kilometer van Instanbul in Turkije.

Afbeelding 1: Hypocentrum en epicentrum

 

Schaal van Richter:

De kracht en schade van een aardbeving worden weergegeven aan de hand van de Schaal van Richter. Hoe hoger je komt op de Schaal van Richter, hoe groter de kracht van de aardbeving en hoe groter de schade zal zijn.

Afbeelding 2: Schaal van Richter

 

Onderzoek naar aardbevingen:

Seismologen zijn mensen die onderzoek doen naar aardbevingen. Zij richten zich vooral op de kracht van de aardbeving en de plaatsen op aarde waar aardbevingen plaatsvinden. Ze doen vooral onderzoek door het gebruik van een seismograaf. Dit is een apparaat wat de trillingen van de aardkorst meet en dus kan waarnemen of de aardkorst ineens buiten normale proporties gaat trillen (een aardbeving). Het resultaat van een meting met een seismograaf, noemen we een seismogram.

Afbeelding 3: Seismogram

 

Waar op aarde komen aardbevingen voor:

Aardbevingen vinden vooral plaats langs de breuklijnen, zoals al eerder gemeld. Onderstaande afbeelding laat dit mooi zien.

Afbeelding 4: Waar op aarde komen aardbevingen voor?

Om te besluiten nog een filmpje over de gevolgen van een van de meest krachtige aarbevingen van de laatste jaren. Deze vond in 2010 plaats in Haiti en had een kracht van 9.0 op de Schaal van Richter.

 

Tsunami's

Tsunami's: de theorie

In navolging op het onderwerp aardbevingen, is er een snelle koppeling te maken, naar het onderdeel tsunami's.

De eerste vraag die natuurlijk bij jullie opkomt is: Wat is een tsunami?

Een tsunami is een vloedgolf ontstaan na het plaatsvinden van een zeebeving (een aardbeving op de zeebodem). Twee van de meest bekende voorbeelden, de afgelopen 15 jaar, zijn de tsunami's in Azie van 2004 en 2011.

Cijfers tsunami 2004:
  • 9,3 op de schaal van Richter
  • Golven tot wel 10 meter hoog
  • 290.000 doden
  • Hele steden verwoest

 

Cijfers tsunami 2011:

  • 9.0 op de schaal van Richter
  • Golven tot wel 15 meter
  • 400 km² land verwoest
  • 25.000 doden
  • 410.000 mensen geevacueerd
  • 88.000 huizen verwoest

 

We hebben al gezien dat een tsunami ontstaat door een zeebeving.

De volgende belangrijke vraag zou kunnen zijn: Hoe worden de golven van een tsunami zo hoog?

  • Op volle zee, nog geen hoge golven.
  • Daar al wel lange golven, tussen de 100 en 400 km.
  • De golven hadden een snelheid van 900 km/h
  • Hier merk je aan de oppervlakte van de zee nog niets van, schepen hadden nog niets in de gaten
  • Dichterbij de kust is zee ondieper
  • In ondiep water remt de golf snel af
  • Bij remmen haat het achterste deel van de golf, het voorste deel in.
  • Vlak voor de kust ontstaan zo hele hoge golven.

 

De laatste vraag die we stellen is, wat zijn de gevolgen van een tsunami?

Afbeelding 1: Schade na een tsunami

 

Afbeelding 2: Schade na een tsunami

 

Na zowel aardbevingen, vulkaanuitbarstingen of tsunami's komen we vaak twee soorten hulp op gang:

  • Noodhulp: De eerste hulp na een ramp, die de getroffenen nodig hebben om te overleven, zoals voedsel, drinkwater, medische zorg en onderdak.
  • Structurele hulp: De hulp na een ramp op lange termijn. Denk hierbij aan het opbouwen van de door de ramp verwoeste gebouwen.
Afbeelding 3: Noodhulp

 

Afbeelding 4: Structurele hulp

 

Tsunami's: de opdracht

De volgende opdracht wordt gemaakt in dezelfde groepjes, als bij de opdracht over tsunami's.

Jullie maken tekeningen of een rebus van de volgende zaken:

  • Hoe ontstaat een tsnunami
  • Hoe worden de golven van en tsunami zo hoog?(in de beschreven stappen, van elke stap een tekening!)
  • Een gevolg van de tsunami
  • Een voorbeeld van noodhulp
  • Een voorbeeld van structurele hulp

Jullie hebben hiervoor twee lessen de tijd, te weten: woensdag 13-01 en donderdag 14-01.

Uiterlijke inleverdatum: woensdag 20-01, aan het begin van de les!

Cijfer telt 1x mee voor rapport 2 en wordt gecombineerd met het cijfer voor het onderdeel orkanen!

Belangrijkste beoordelingspunten: Correctheid van de informatie, netheid van de producten, op tijd ingeleverd!

 

Orkanen

Orkanen: de theorie

Bijna iedereen weet wel dat een orkaan een zeer heftige storm is. Hier in Nederland komen geen orkanen voor. Later komen we erachter waarom dit zo is. Eerst even een aantal feitjes over stormen:
  • Nederland: windkracht 9= storm
  • Filipijnen: pas vanaf windkracht 12 spreekt men van storm
  • Windkracht 12 in Nederland: orkaan, cycloon of tyfoon

 

We staan hierna even kort stil bij vier belangrijke kenmerken van een orkaan:

  • Hoge windsnelheden (daken waaien van huizen)
  • Zware regenval veroorzaakt overstromingen
  • Harde wind op zee veroorzaakt hoge golven, die kunnen leiden tot overstromingen.
  • Leiden tot veel slachtoffers!!

 

Maar..... belangrijker is natuurlijk de vraag: Hoe ontstaat een orkaan?

  • Zeewater moet min. 27 graden zijn
  • Warme lucht stijgt snel op, koelt af, en condenseert (wolken ontstaan).
  • Bij condenseren komt weer warmte vrij, die de lucht verder laat stijgen.
  • Grote onweerswolken ontstaan.
  • Vanuit de omgeving wordt lucht van onder en boven aangezogen, om het tekort aan lucht in het oog (midden) van de orkaan aan te vullen.
  • Doordat aarde om as draait, gaat deze lucht draaien, steeds sneller! Er ontstaan orkaanwinden met veel kracht!
  • Boven land neemt de kracht van een orkaan af, omdat er minder waterdamp aanwezig is en er dus minder lucht verdampt en opstijgt.

 

Orkanen kunnen worden verdeeld in 5 categorieen:

Categorie 1:

  • Geen schade aan woningen
  • caravans en mobiele woningen waaien weg
  • bomen worden ontworteld
  • kust overstroomt
  • beetje schade aan pieren

Categorie 2:

  • daken kunnen kapot gaan
  • deuren en ramen van slechte kwaliteit gaan kapot
  • veel schade aan planten en slechte pieren
  • caravans en mobiele woningen zwaar beschadigd
  • houten woningen gaan kapot
  • kleine boten slaan los

Categorie 3:

  • ernstige schade kleine woningen en kantoren die gemaakt zijn van hout of platen
  • puntdaken raken los
  • overstromingen vernietigen kleine spullen.
  • grote spullen worden geraakt door rondvliegend puin
  • land overstroomd

Categorie 4:

  • buitenmuren van huizen raken beschadigd
  • daken helemaal vernield
  • benzinestationoverkappingen helemaal kapot
  • van caravans en andere mobiele woningen blijft niets over.
  • stranden gaan kapot
  • overstromingen tot ver in het binnenland
  • heel gevaarlijk voor bewoonde gebieden


Categorie 5:

  • daken op huizen en fabrieken helemaal kapot
  • complete gebouwen kunnen worden weggeblazen
  • alleen huizen die meer dan 4 tot 8 kilometer van de kust af staan kunnen blijven staan
  • huizen van beton of staal blijven staan
  • grote schade langs de kust
  • golven spoelen 2 tot 4 kilometer landinwaarts
  • bewoners moeten evacueren.

Categorie

Windsnelheid

Stormvloed

 

(km/u)

(m)

Vijf

≥ 250

> > 5.5

Vier

210–249

4.0–5.5

Drie

178–209

2.7–3.7

Twee

154–177

1.8–2.4

Een

119–153

1.2–1.5

 

 Waarom krijgen orkanen een naam?

  • Vooral om onduidelijkheden te voorkomen. In orkaangebieden, kunnen meerdere orkanen tegelijk voorkomen en het is dan handig om te weten over welke orkaan er gepraat wordt.
  • Namen van zeer zware orkanen, met veel slachtoffers, worden niet meer dan eenmaal gebruikt!
Afbeelding 1: Zo ziet een orkaan eruit op de weerkaarten

 

Orkanen: de opdracht

De opdracht voor je in dezelfde groepjes, als de opdracht over tsunami's:

Jullie maken 10 toetsvragen over het onderdeel orkanen.

Let op de volgende eisen:

  • de vragen moeten een aardig niveau hebben, dus niet alleen: Wat is het oog van een orkaan?
  • de antwoorden moeten erbij worden genoteerd.
  • wees creatief

Jullie kunnen hieraan werken in de les van 21-01. UITERLIJKE INLEVERDATUM: 27-01, aan het begin van de les!

Het cijfer voor dit onderdeel wordt gecombineerd met het cijfer voor het onderdeel tsunami's en telt 1x mee voor rapport 2!

Tornado's

Tornado's: de theorie

Zoals jullie wel weten is een tornado een wervelwind in de vorm van een trechter.
 
Afbeelding 1: tornado

 

 

Maar hoe ontstaat een tornado?

Stap 1:
Een tornado ontstaat als een koude lucht en een warme lucht elkaar ontmoeten. De koude lucht schuurt langs de warme lucht. De ijs lucht wordt opgeladen en stijgt omhoog. Doordat de warme lucht is opgeladen is het een onweerswolk.
Stap 2:
Op dat moment komt de tornado. Als er een tornado ontstaat gaan de wolken ronddraaien.
Stap 3:
Als ze heel snel draaien komt er een klein stuk omlaag.
Stap 4:
Nu worden de tornado's even magnetisch; de aarde is een magneet en de tornado is een magneet, daarom trekken ze elkaar aan.
Stap 5:
Als de tornado de grond aanraakt verwoest hij alles wat hem in de weg staat zoals houten huizen, auto's en bomen.

 

 

 

Er worden drie soorten tornado's onderscheiden:

  • Stofhoos (ook wel windhoos genoemd): Een kleine, zwakke tornado's die alleen wat stof oppakt en heel snel verdwijnt
  • Waterhoos: Een windhoos boven water (Komt in Nederland af en toe voor)
  • Tornado: De wervelwind in de vorm van een trechter met grote krachten

 

 

Net zoals bij orkanen, zijn ook tornado's in te delen in tornado's van verschillende krachten. Dit doen we met de Schaal van Fujita.

Afbeelding 2: Schaal van Fujita

 

Er zijn mensen die, zoals de naam al zegt, jagen op tornado's. Niet echt jagen natuurlijk, maar deze mensen maken foto's of video's van buiten of binnen in de tornado. De stormjagers verdienen er geld mee door de clipjes op hun website te zetten. De stormjagers worden in de VS vaak tornadohunters genoemd.

Afbeelding 3: Tornadohunters aan het werk

 

 

 

In de VS is er een gebied waar jaarlijks vele tornado's voorkomen. We noemen dit gebied Tornado Alley.

Afbeelding 4: Tornado Alley

 

Afbeelding 4 geeft een goede verklaring voor het ontstaan van de vele tornado's in dit gebied.

Tornado's: de opdrachten

Deze verwerkingsopdrachten maken jullie individueel!

Dit huiswerk is voor donderdag 28 januari

 

Opdracht 1: Omschrijf in eigen woorden hoe een tornado ontstaat.

Opdracht 2: Leg uit waarom er in Nederland wel windhozen of waterhozen voorkomen en geen tornado's?

Opdracht 3: Leg uit waarom tornadohunters vaak veel geld zullen verdienen met hun werk?

Opdracht 4: Leg uit waarom afbeelding 4 duidelijk laat zien waarom er in Tornado Alley veel tornado's ontstaan?

Milieurampen

Milieurampen en broeikaseffect: de theorie

Nadat we uitgebreid hebben stilgestaan bij alle verschillende soorten natuurrampen, die wij op aarde kennen, gaan we nu stilstaan bij de vaak slechte invloed, die de mens heeft op ons bestaan op de aarde. Wij veroorzaken op aarde namelijk vaak milieurampen.

Bij dit soort rampen beschadigt de mens de natuur. Denk hierbij aan luchtvervuiling, watervervuiling of bodemvervuiling.

Afbeelding 1: luchtvervuiling

 

Afbeelding 2: watervervuiling

 

Afbeelding 3: bodemvervuiling

 

Soms gaat vervuiling over de landgrenzen heen. Dit noemt men grensoverschrijdende vervuiling.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan afval wat in Duitsland in de rivier de Maas wordt gedumpt en met de stroming meegevoerd wordt naar Nederland.
 
Afbeelding 4: Grensoverschrijdende vervuiling

 

Broeikaseffect:

Afbeelding 5: natuurlijk broeikaseffect

 

Bij het woord broeikaseffect denken wij vaak aan iets slechts. Het woord is vaak negatief in het nieuws omdat men er vanuit gaat dat de aarde door het broeikaseffect teveel opwarmt, zonder dat wij dat doorhebben. Er zou dus sprake zijn van een stille milieuramp, een ramp die wel plaatsvindt, maar waar wij pas op langere termijn iets van merken.

Maar..... schijn bedriegd! Wij hebben het natuurlijke broeikaseffect namelijk heel hard nodig. Dit natuurlijke broeikaseffect zorgt ervoor dat er leven op aarde mogelijk is. Echter is er ook sprake van een versterkt broeikaseffect. Dit is de stille milieuramp, waar men over zou moeten spreken. Maar we gaan dus eerst kijken naar het natuurlijke broeikaseffect.

Zo werkt het natuurlijke broeikaseffect (zie afbeelding 5):

  • Rond de aarde bevindt zich de dampkring(een dunne schil van lucht). In de dampkring zitten gassen die planten, mensen en dieren nodig hebben.
  • Zonnestralen komen via de dampkring de atmosfeer binnen en bereiken de aarde.
  • Een deel van deze zonnestralen wordt door de aarde teruggekaatst de atmosfeer in.
  • Een deel van deze warmte wordt door de gassen in de dampkring (vooral CO2) vastgehouden (denk aan de functie van het glas in een kas).
  • Dit vasthouden van een deel van de warmte in de dampkring, heet het natuurlijke broeikaseffect.

Dit natuurlijke broeikaseffect is dus niet slecht voor de mensen op aarde. Zonder dit natuurlijke broeikaseffect zou het op aarde gemiddeld - 18 graden Celcius zijn (nu is dit gemiddeld + 15 graden Celcius), waardoor op sommige plaatsen op aarde, leven onmogelijk wordt.

Maar... Er is een probleem:

  • Er komst steeds meer CO2 in de lucht, door het verbranden van energiebronnen, zoals aardolie, aardgas en steenkool.
  • Die CO2 zorgt ervoor dat er meer warmte wordt vastgehouden in de dampkring.
  • Dit noem je het versterkt broeikaseffect.

Door dit versterkte broeikaseffect stijgt de temperatuur op aarde nog meer! Dit is voor de mensen een groot gevaar!

Afbeelding 6: versterkt broeikaseffect

 

Natuurlijk kunnen wij als mens dingen doen, om dit versterkte broeikaseffect tegen te gaan. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van duurzame of groene energievormen, zoals:

  • Waterkrachtenergie: Hiermee wordt met behulp van water energie opgewekt.
  • Windenergie: Hiermee wordt met behulp van wind energie opgewekt.
  • Zonne- energie: Hiermee wordt met behulp van de zon energie opgewekt.

 

Milieurampen en broeikaseffect: de opdracht

Jullie bereiden tweetallen een kort betoog (presentatie) voor, waarin jullie een origineel product voordragen, om op een duurzame manier, met het milieu om te gaan. Denk aan het programma: Het beste idee van Nederland, zoiets moet het worden:

 

De volgende eisen worden aan het betoog (presentatie) gesteld:

  • Per product ben je minimaal 3 minuten en maximaal 5 minuten aan het woord (het moet dus kort en krachtig, maar wel duidelijk worden gepresenteerd).
  • Er moet minimaal 1 zelfgemaakt attribuut worden meegenomen, waarmee je iets demonstreert tijdens je betoog.
  • Het moet een origineel product zijn (het mag dus nog niet bestaan!)

Planning:

  • Maandag 15-02 en donderdag 18-02: bespreken SO natuurrampen en uitleg over milieurampen en broeikaseffect
  • Maandag 29-02, donderdag 03-03 en maandag 07-03: Tijd om in de les je betoog voor te bereiden
  • Donderdag 10-03, tijdens het eerste en tweede lesuur: Presentatie van het betoog en je product voor een vakkundige jury.

Beoordeling door dhr. Bak

  • Originaliteit van het bedachte product: maximaal 35 punten
  • Inhoud van betoog, inclusief zelfgemaakt attribuut: maximaal 35 punten
  • Samenwerken en planning: maximaal 20 punten
  • Aantal punten= cijfer!
  • Bonuspunten aan de hand van ranking door vakkundige jury: 1e plaats: +1 punt, 2e plaats +0,8 punt, 3e plaats +0,6 punt, 4e plaats + 0,4 punt, 5e plaats +0,2 punt. Vanaf 6e plaats geen bonuspunten meer.

 

 

  • Het arrangement Rampen klas 1 VHBO is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Aad Bak Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-02-13 10:02:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld