In navolging op het onderwerp aardbevingen, is er een snelle koppeling te maken, naar het onderdeel tsunami's.
De eerste vraag die natuurlijk bij jullie opkomt is: Wat is een tsunami?
Een tsunami is een vloedgolf ontstaan na het plaatsvinden van een zeebeving (een aardbeving op de zeebodem). Twee van de meest bekende voorbeelden, de afgelopen 15 jaar, zijn de tsunami's in Azie van 2004 en 2011.
Cijfers tsunami 2004:
9,3 op de schaal van Richter
Golven tot wel 10 meter hoog
290.000 doden
Hele steden verwoest
Cijfers tsunami 2011:
9.0 op de schaal van Richter
Golven tot wel 15 meter
400 km² land verwoest
25.000 doden
410.000 mensen geevacueerd
88.000 huizen verwoest
We hebben al gezien dat een tsunami ontstaat door een zeebeving.
De volgende belangrijke vraag zou kunnen zijn: Hoe worden de golven van een tsunami zo hoog?
Op volle zee, nog geen hoge golven.
Daar al wel lange golven, tussen de 100 en 400 km.
De golven hadden een snelheid van 900 km/h
Hier merk je aan de oppervlakte van de zee nog niets van, schepen hadden nog niets in de gaten
Dichterbij de kust is zee ondieper
In ondiep water remt de golf snel af
Bij remmen haat het achterste deel van de golf, het voorste deel in.
Vlak voor de kust ontstaan zo hele hoge golven.
De laatste vraag die we stellen is, wat zijn de gevolgen van een tsunami?
Afbeelding 1: Schade na een tsunami
Afbeelding 2: Schade na een tsunami
Na zowel aardbevingen, vulkaanuitbarstingen of tsunami's komen we vaak twee soorten hulp op gang:
Noodhulp: De eerste hulp na een ramp, die de getroffenen nodig hebben om te overleven, zoals voedsel, drinkwater, medische zorg en onderdak.
Structurele hulp: De hulp na een ramp op lange termijn. Denk hierbij aan het opbouwen van de door de ramp verwoeste gebouwen.