Welkom bij het vak Duits! Eindelijk mag je gaan starten om de taal van ons buurland echt te leren! En dat is zeker niet onbelangrijk, want Duits wordt maar liefst door meer dan 100.000.000 mensen alleen al in Europa gesproken. Wat je allemaal gaat leren de komende jaren? Bekijk eens het onderstaande filmpje!
Naast lezen hoort ook luisteren en het begrijpen bij het leren van een nieuwe taal. Gelukkig zijn er veel programma's op tv en online waarmee je kan oefenen. Bekijk en luister eens iets anders dan Nederlands en Engels; Hör mal Deutsch!
Bekijk ook op deze Wikiwijspagina de tv en filmtips!
In het Duits zijn sommige letters en klanken anders dan in het Nederlands. Maar hoe spreken we deze dan uit? En hoe worden de klanken geschreven? Bekijk de onderstaande 2 videos.
Via de volgende website vind je verschillende voorbeelden en kun je ook met voorbeelden oefenen. Let wel op, niet bij alle browsers werken alle geluidsfragmenten. Werkt het met de ene browser (bijv. Google Chrome) niet, gebruik dan een andere (bijv. Internet Explorer).
Tijd om de nieuw geleerde woorden ook te leren schrijven! Je kan hiervoor het tekstboek gebruiken, óf de digitale manier. Hoe je woordjes het beste kan leren? Iedereen heeft zo z'n eigen manier, maar hieronder enkele tips.
Voor de digitale manier kun je de onderstaande url gebruiken om via de website Quizlet op verschillende manieren te oefenen. Je kan ook de Quizlet-app voor je tablet of smartphone downloaden via de Apple App Store of Google Play.
Bij de woordentoets worden de woorden in het Nederlands gegeven en moet jij de Duitse vertaling kunnen opschrijven.
Wil je nieuwe dingen te weten komen, dan zul je dingen moeten vragen! In het Nederlands kennen we deze vraagwoorden (= Fragewörter) wel, maar wat zijn hun Duitse soortgenoten?
De onderstaande 2 videos geven meer informatie hierover. Klik maar gerust op de url!
Fragewörter - Übungen
Nu je de uitleg (nogmaals) hebt bekeken is het tijd voor nog een paar oefeningen.
Voordat je een werkwoord kan gaan vervoegen, moet je wel weten om welke persoon het gaat, of het enkelvoud of meervoud is enz. Maar...hoe weet je die persoonlijke voornaamwoorden in het Duits? Nu in het begin hebben we er 9 nodig. Bekijk de video om erachter te komen om welke het gaat en leer ze van buiten!
Let op! Voorlopig hoef je alleen de 9 te kennen die tot aan 0:52 in het fragment worden genoemd.
Net zoals in het Nederlands kennen we in het Duits ook dezelfde 3 meest voorkomende hulpwerkwoorden: haben, sein en werden. Hulpwerkwoorden zijn werkwoorden die een extra betekeniselement aan de zin toevoegen. Het kan bijvoorbeeld iets zeggen over de tijd waarin de zin staat, maar kan ook een mening weergeven.
De onderstaande 3 videos herhalen nog eens de uitleg bij de vervoeging van de drie werkwoorden.
Let op! Bij het werkwoord werden hoef je (voorlopig) alleen de uitleg te kennen tot en met 1:02 in het videofragment.
Grammatica: Hilfsverben Übungen
Hilfsverben - Übungen
Wil je testen of je de uitleg ook écht kunt toepassen? Maak dan de volgende oefeningen en check je scores.
Hoe doen we dat? Hoe spreken we de getallen uit en hoe schrijven we ze? Bekijk hiervoor een van de onderstaande twee uitlegvideos.
Classtools
Via Classtools kun je nog eens oefenen met de getallen in het Duits. Ga naar de onderstaande website, klik op Wordshoot, lees de instructie en klik op Start. Succes!
Naast het schrijven van de getallen moet je ze natuurlijk ook goed kunnen uitspreken. Gebruik de onderstaande websites voor meer uitleg en het oefenen van de uitspraak.
In dit eerste hoofdstuk heb je ook de Bundesländer (deelstaten) met hun hoofdsteden leren kennen. Weet jij ze nog alle 16 uit opdracht 14.1? Bekijk de onderstaande video om ze te herhalen, en om nog meer erover te weten te komen! Oefenen kan via de link onder de video.
Om goed voorbereid te zijn voor het proefwerk van Kapitel 1, moet je het volgende leren, toepassen en kunnen schrijven:
Lernecke 1: Fragewörter
Lernecke 2: Die Zahlen 0 bis 100
Lernecke 3+4: haben, sein, werden
Wortschatz: Wörterlisten A+B (NL-D)
Landeskunde: 14.1 (de Duitse Bundesländer met hun hoofdstad en de plek op de kaart)
Heb je geleerd? Dan check je of je deze onderdelen ook kan toepassen. Je kan hiervoor altijd de oefeningen in het boek, de oefentoets op de TrabiTour-website via Magister of deze Wikiwijspagina gebruiken om je voor te bereiden met oefeningen. Als je verder nog vragen hebt: aarzel niet en vraag het jouw leraar!
Uiteraard wil je na de teksten uit het boek nog meer te weten komen over Essen und trinken! Of wil je je voor de toets nog eens extra voorbereiden? Gebruik dan de volgende teksten.
Bij het thema Essen und trinken zijn verschillende extra luisteropdrachten te vinden! Gebruik bevoorbeeld de onderstaande oefeningen of bekijk de tips bij Tv- en filmtips.
Heb je de studiewijzer in Magister al goed bekeken? Dan heb je er een spreekopdracht zien staan. In de onderstaande bijlage vind je alle aanwijzingen om deze tot een succes te maken. Scroll je wat verder naar beneden, dan zie je nog links naar oefeningen en hulpzinnen die je kunt gebruiken.
In Kapitel 2 zie je voor het eerst het onderdeel Schreibecke. Naast lezen, luisteren en spreken leer je de komende jaren ook om in het Duits te schrijven. Bron 17 en 18 uit het tekstboek (blz. 28) helpen je hierbij.
Oefen je schrijfvaardigheid ook met de onderstaande oefeningen.
Bij dit hoofdstuk krijg je ook een formatieve toets over de woordenlijsten. Leer de woordenlijsten A en B van Kapitel 2 Nederlands-Duits. Je kan natuurlijk gebruik maken van het online oefenen met de volgende urls. De Quizlet-app kun je ook voor je tablet of smartphone downloaden via de Apple App Store of Google Play.
Wil je in het Duits werkwoorden gaan vervoegen, dan gelden daar net als in het Nederlands regels voor. Hoe je van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd de vervoegingen maakt? Bekijk de onderstaande videos en aantekening.
Grammatica: Substantive und Artikel (zelfstandige naamwoorden & lidwoorden)
Der, die of das?
In het Nederlands kennen we drie lidwoorden: de, het en een. Voor de Duitse vertaling van de eerste twee mogelijkheiden is er de vertaling der, die of das. Dit hangt af van het zogenaamde geslacht van het zelfstandig naamwoord. Bij sommige zelfstandige naamwoorden kun je dit biologisch wel vaststellen, maar soms ook niet. Maar hoe zit het nou? Bekijk de onderstaande video's en aantekening.
Ein / kein
Nu je de eerste lidwoorden in de 1e naamval (!) al kent, wordt het nu tijd voor de vertaling van het derde lidwoord: een. Ook hiervoor moet je weten welk geslacht het zelfstandig naamwoord heeft. Welke varianten er zijn, zie je in de onderstaande video.
Grammatica: oefenopdrachten
Wil je oefenen met de grammatica van Kapitel 2? Wil je weten welke soort opdrachten je op het proefwerk kunt verwachten? Maak dan de herhalingstoets in de bijlage gebruiken.
Voor het proefwerk van Kapitel 2 moet je het volgende leren:
wanneer je in het Duits hoofdletters gebruikt (AB Aufgabe 3.2)
Wortschatz: Wörterlisten A+B (NL-D)
Lernecke 1: zwakke werkwoorden
Lernecke 2: werkwoorden met stam eindigend op -d ot -t
Lernecke 3: werkwoorden met stam eindigend op Zischlaut (-s-klank)
Lernecke 4: het zelfstandig naamwoord
Lernecke 5: ein/eine en kein/keine
de zinnen leren schrijven van de Schreibecke (bron 18 TB. blz.28)
de werkwoorden haben, sein en werden (o.t.t. en v.t.t.) uit Kapitel 1
Heb je geleerd? Je kan altijd de oefeningen in het boek, de oefentoets op de TrabiTour-website via Magister of deze Wikiwijspagina gebruiken om je voor te bereiden met oefeningen. Viel Erfolg!
De woorden van Kapitel 3 gaan vooral over het gezin en familie. Kun jij teksten over Familie und Verwandtenin het Duits begrijpen? Probeer het uit en oefen!
Bij dit hoofdstuk krijg je de formatieve toets van de woordenlijsten. Leer de woordenlijsten A en B van Kapitel 3 Nederlands-Duits. Let hierbij goed op de meervoudsvormen! Je kan behalve schrijven natuurlijk ook gebruik maken van het online oefenen met de volgende url. De Quizlet-app kun je ook voor je tablet of smartphone downloaden via de Apple App Store of Google Play.
In hoofdstuk 1 heb je kennis gemaakt met de 3 'belangrijkste' werkwoorden: de hulpwerkwoorden haben, sein en werden. In dit hoofdstuk komen daar nog andere belangrijke werkwoorden bij: de modale werkwoorden. De vervoeging van deze werkwoorden wijkt af van de werkwoorden in hoofdstuk 2. Ook lijken enkele woorden verdacht veel op Nederlandse, maar hebben ze een andere of meer betekenissen. Bekijk daarom goed de uitleg in de onderstaande video en de dia's in de PowerPoint-presentatie. Zie jij de verschillen?
Modalverben
Nadat je de Modalverben hebt geleerd, is het tijd om ermee te gaan oefenen! Maak de oefeningen in de onderstaande URLs om te kijken of je de werkwoorden kunt toepassen.
Wil je een positief antwoord geven op een vraag? Dan kan dat in het Nederlands bijvoorbeeld met ja, jawel, toch wel enz.. In het Duits kun je dat met 2 woorden zeggen: ja en doch. Maar wanneer gebruik je nou welk woord?
:( -> Je begint je antwoord met doch, als er een ontkenning (iets negatiefs) in de vraag zit.
bijvoorbeeld: Bist du noch nie (= nooit -> negatief) in Deutschland gewesen? - Doch, ich war schon zwei Mal in Deutschland.
:) -> Je begint je antwoord met ja, als er geen ontkenning (iets negatiefs) in de vraag zit.
bijvoorbeeld: Bist du schon in Deutschland gewesen? - Ja, ich war schon zwei Mal in Deutschland.
Denk je dat je het verschil weet? Maak dan de opdrachten via de volgende URL en test jezelf!
Tellen in het Duits...hoe ging dat ook alweer? Ken je de getallen van 0 t/m 100 nog? Kun je ze zowel spreken als schrijven? Merk je dat je nog moeite hebt: oefen nog eens met de onderstaande URLs.
Voor het proefwerk van Kapitel 3 moet je het volgende leren:
De werkwoorden haben, sein en werden uit Kapitel 1 als herhaling.
Lernecke 1: de werkwoordsvormen van de modale werkwoorden en wissen in de o.t.t. en v.t.t.
Lernecke 1: de zou-vormen van het werkwoord mögen
Lernecke 2: wanneer je ja en doch gebruikt in het Duits
Lernecke 3: de rangtelwoorden 1e t/m 100e
Schreibecke: de zinnen leren schrijven (bron 18 TB. blz.42)
Landeskunde: wanneer je tegen iemand duof Sie zegt in het Duits (opdr.3.3 AB. blz.82)
Wortschatz: de woordenlijsten van A en B ter herhaling.
Heb je geleerd? Je kan altijd de oefeningen in het boek, hier op de website en de oefentoets op de TrabiTour-website via ItsLearning gebruiken om je voor te bereiden met oefeningen. Viel Erfolg!
Deze themales gaat over een belangrijke periode in de Duitse geschiedenis van de afgelopen eeuw. Het Duitsland, zoals we dat nu kennen, is namelijk pas 25 jaar oud (!). Hoe de periode van het gedeelde Duitsland tussen 1949 en 1990 eruit zag, ga je met dit lesmateriaal ervaren.
Bekijk eerst de PowerPoint-presentatie voordat je aan de opdrachten begint! De filmpjes, die bij de opdrachten horen zijn in de PowerPoint-presentatie verwerkt.
In de onderstaande video's leer je hoe je van zelfstandige naamwoorden in het Duits de meervoudsvorm (Mehrzahlform / Pluralform) maakt. Let op: voor de toets van Kapitel 4 hoef je niet alle regels te kennen. Welke je moet kennen? Kijk hiervoor op blz. 15 van je tekstboek.
Nu is het tijd om te gaan oefenen. Maak hiervoor gebruik van de onderstaande oefeningen.
De zelfstandige naamwoorden die je hebt geleerd, kun je ook vervangen door een ander woord: een persoonlijk voornaamwoord. Belangrijk hierbij is het juiste lidwoord. Hoe ga je daar in het Duits mee om? Bekijk de onderstaande uitlegvideo's.
Denk je dat je de uitleg snapt? Dan is het tijd om te gaan oefenen!
Wanneer je bijvoorbeeld jouw naam moet spellen en bij alle woorden die je uitspreekt, wil je natuurlijk ook als een Duitser klinken! Bekijk en beluister de onderstaande video's die je vertellen hoe je de letters en woorden in het Duits uitspreekt.
Sommige video's zijn in het Engels: dus je leert twee talen in één keer!
Bij Kapitel 4 horen de woordenlijsten bij de leerstof voor het proefwerk. Let goed op de meervoudsvormen! Je kan behalve schrijven natuurlijk ook gebruik maken van het online oefenen met de volgende urls. De Quizlet-app kun je ook voor je tablet of smartphone downloaden via de Apple App Store of Google Play.
Voor het proefwerk van Kapitel 4 moet je het volgende leren:
De modale werkwoorden en wissenuit Kapitel 3 als herhaling.
Lernecke 1: de bezittelijke voornaamwoorden uit de ein-Gruppe met de uitgangen;
Lernecke 2: hoe je van zelfstandige naamwoorden de meervoudsvorm maakt;
Lernecke 3: de persoonlijke voornaamwoorden er, sie, es en hoe je deze toepast;
Schreibecke: de zinnen in een brief kunnen schrijven (bron 17 TB. blz.12)
Wörterliste A+B (Nederlands-Duits)
Heb je geleerd? Je kan altijd de oefeningen in het boek, hier op de website en de oefentoets op de TrabiTour-website via bronnen in Its Learning gebruiken om je voor te bereiden met oefeningen. Viel Erfolg!
Uit Kapitel 5 en 6 is een selectie gemaakt van woorden die te maken hebben met onder andere school. Deze woorden zijn leerstof voor de eindtoets. Leer de woorden van Nederlands naar Duits. Je kan behalve schrijven natuurlijk ook gebruik maken van het online oefenen via Quizlet.
Grammatica: sterke werkwoorden met -e of -a in de stam
Een van de kenmerken van een sterk werkwoord is dat het in de verleden tijd van klank verandert. Dit is ook zo in het Nederlands. In het Duits kan het ook voorkomen dat in de tegenwoordige tijd iets 'vreemds' gebeurt met de klank.
Bekijk goed de onderstaande uitlegvideos.
Wat moet je doen als er een -a in de stam van het werkwoord staat?
Kun je nu uitleggen waarom het in het Duits de a/ä-Wechsel wordt genoemd?
Wat moet je doen als er een -e in de stam van het werkwoord staat?
Kun je nu uitleggen waarom het in het Duits de e/i(e)-Wechsel wordt genoemd?
Kijken of je het nu ook zelf kan toepassen? Natuurlijk! Maak hiervoor gebruik van de onderstaande oefeningen.
Waarom zou je bang zijn om de naamvallen in het Duits te leren en te gebruiken? Het zijn er ten slotte 'maar' vier, en de eerste naamval ken je zelfs al. Hoe je de juiste naamval kiest en welk lidwoord je dan moet invullen leer je met de onderstaande video. Let op: de uitleg bij dit Kapitel in het fragment duurt tot 3:12.
Voor het kiezen van het juiste lidwoord heb je dus steeds 3 dingen nodig:
- je moet weten of het zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud is;
- je moet weten of je een woord uit de der-groep of ein-groepnodig hebt;
- je moet weten welk zinsdeel het woord in de zin is, zodat je de juiste naamval kan kiezen.
Met het naamvalschema kan je nooit genoeg oefenen. Leer het schema van buiten en maak gebruik van de onderstaande URLs.
Op de helft van de periode krijg je eerst een diagnostische toets over de leerstof van Kapitel 5. Het gaat hierbij om:
Lernecke A+B: sterke werkwoorden met een e/i of a/ä-Wechsel
Uhrzeiten (opdr. 14.3)
de zinnen van de Schreibecke (NL-D)
Behaal je voor deze diagnostische toets een score van minimaal 65%, dan hoef je deze onderdelen niet meer voor de eindtoets te leren.
Bij de eindtoets komen de volgende onderdelen aan bod:
De woorden en zinnen over de thema's 'Schule' en 'Uhrzeiten' via https://quizlet.com/_2dj9fiNederlands-Duits
Wanneer je welke naamval gebruikt (Kapitel 6, Lernecke 1);
De lidwoorden in het naamvalschema van de der-groep(Kapitel 6, Lernecke 1);
De lidwoorden in het naamvalschema van de ein-groep(Kapitel 6, Lernecke 1);
de vormen van de hulpwerkwoorden haben-sein-werden in de o.v.t. (Lernecke 2)
Heb je geleerd? Je kan altijd de oefeningen in het boek, hier op de website en de oefentoets op de TrabiTour-website via de leermiddelen in Magister gebruiken om je voor te bereiden met oefeningen. Viel Erfolg!
Oefentoets
Test: Oefentoets Kapitel 5 & 6
0%
Om te testen of je goed bent voorbereid voor de toets over Kapitel 5 & 6: test jezelf met deze oefentoets!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Ben je goed in Duits en kom je in aanmerking voor het versnelde traject in het 2e halfjaar? Dan kun je in de onderstaande studiewijzer zien welke opdrachten hiervoor gemaakt dienen te worden. Je ziet dat per onderdeel een selectie is gemaakt van belangrijke opdrachten op het hogere en hoogste moeilijkheidsniveau. Daaronder zie je thematisch een overzicht welke onderdelen in de hoofdstukken aan bod komen.
Bij het werken aan de opdrachten en onderdelen bepaal je je eigen werktempo. Je meldt je zelf bij de leraar als je denkt klaar te zijn met de leerstof. Dit kan per hoofdstuk, maar ook meerdere hoofdstukken tegelijk. Daarom maak je zelf een persoonlijke afspraak.
Het arrangement Duits gymnasium_vwo-havo 1 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
J Gulpen
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-03-16 12:44:55
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Oefentoets Kapitel 5 & 6
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.