Voor het proefwerk van Kapitel 3 moet je het volgende leren:
De werkwoorden haben, sein en werden uit Kapitel 1 als herhaling.
Lernecke 1: de werkwoordsvormen van de modale werkwoorden en wissen in de o.t.t. en v.t.t.
Lernecke 1: de zou-vormen van het werkwoord mögen
Lernecke 2: wanneer je ja en doch gebruikt in het Duits
Lernecke 3: de rangtelwoorden 1e t/m 100e
Schreibecke: de zinnen leren schrijven (bron 18 TB. blz.42)
Landeskunde: wanneer je tegen iemand duof Sie zegt in het Duits (opdr.3.3 AB. blz.82)
Wortschatz: de woordenlijsten van A en B ter herhaling.
Heb je geleerd? Je kan altijd de oefeningen in het boek, hier op de website en de oefentoets op de TrabiTour-website via ItsLearning gebruiken om je voor te bereiden met oefeningen. Viel Erfolg!