Wil je een positief antwoord geven op een vraag? Dan kan dat in het Nederlands bijvoorbeeld met ja, jawel, toch wel enz.. In het Duits kun je dat met 2 woorden zeggen: ja en doch. Maar wanneer gebruik je nou welk woord?
:( -> Je begint je antwoord met doch, als er een ontkenning (iets negatiefs) in de vraag zit.
bijvoorbeeld: Bist du noch nie (= nooit -> negatief) in Deutschland gewesen? - Doch, ich war schon zwei Mal in Deutschland.
:) -> Je begint je antwoord met ja, als er geen ontkenning (iets negatiefs) in de vraag zit.
bijvoorbeeld: Bist du schon in Deutschland gewesen? - Ja, ich war schon zwei Mal in Deutschland.
Denk je dat je het verschil weet? Maak dan de opdrachten via de volgende URL en test jezelf!