SkillsVZK15

SkillsVZK15

Inleiding

Beste leerlingen,

Jullie zijn gestart met de opleiding  voor Verzorgenden-IG Kort.

Deze MBO-opleiding leidt je versneld op tot een beroepsbeoefenaar in de zorg. Er wordt van je verwacht dat je zelf verantwoordelijk bent voor de voortgang van je opleiding en zelf hierin initiatieven neemt. Ook wordt er van je verwacht dat je je beroepshouding gaat ontwikkelen voor verzorgende-IG. Verantwoordelijkheid en beroepshouding zijn met elkaar verbonden. In je beroep als Verzorgende ben je straks verantwoordelijk voor de zorg die je verleent aan de zorgvragers. Hiervoor heb je de juiste beroepshouding nodig.

In deze opleiding gaan we je hierin begeleiden in de theorie- en de praktijklessen. We verwachten ook van je dat je aangeeft waar jij begeleiding bij nodig hebt. Deze opleiding zal meer een zelfstandigerkarakter hebben dan je gewend bent.

Op deze website vind je de lesstof van de theorie- en de praktijklessen van de skills vaardigheden.
Wat en wanneer moet je iets doen. De inhoud van de lessen, zoals Powerpoints, vind je in deze site op op de elo.
De protocollen waaruit we gaan werken in de praktijklessen vind je ook op deze site.

 

Een leerjaar is onderverdeeld in 4 leerperioden. De eerste  en tweede leerperiode bestaat uit ‘persoonlijke verzorging van de zorgvrager’ en ‘vocht, voeding en uitscheiding’ en 'het slaap - waakritme van de zorgvrager' (PV). Tijdens de opleiding Helpende, zorg en welzijn heb je al veel geleerd over de persoonlijke verzorging. Hier zal daarom ook niet te diep op worden ingegaan.

In de derde en vierde leerperiode leer je laag complexe verpleegtechnische handelingen (VTH). Dit  bestaat uit eerste hulp kunnen verlenen, meten van de vitale functies, wondverzorging en het geven van medicatie. 

In het 2e en 3e jaar leer je alle risicovolle en voorbehouden handelingen handelingen aan.

Heel veel succes met de start van je opleiding!

Team Gezondheidzorg

Campus Winschoten

Kerntaken - leerdoelen

Kerntaken.

Landelijk is er een kwalificatiedossier opgesteld. Hier staat in wat je moet kunnen om je diploma te halen.

De kerntaken zijn dus examenmateriaal en komen op je diploma te staan.

In het kwalificatiedossier van Verzorgende staat:
Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier.
Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken.

In het kwalificatiedossier van Verpleegkundige staat:
Kerntaak 1: Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces
Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken.

Nu weet je nog niet wat je moet doen om je diploma te halen.
Daarom zijn er werkprocessen opgesteld, die zijn weer afgeleid van de kerntaken.
Deze zijn ook beschreven, hier krijgen jullie nog informatie over.

Aan de hand daarvan kunnen wij leerdoelen opstellen voor de les.

Leerdoelen.

In de leerdoelen staat beschreven wat je aan het eind van de leerperiode moet weten.

De leerdoelen zijn opgesteld aan de hand van de eindtermen van het kwalificatie dossier voor de opleiding 'verzorgenden en verpleegkundigen'.

De leerdoelen van deze website zijn overgenomen van de boeken die we gebruiken voor de opleiding.

Er zijn kerndoelen beschreven. Dit zijn algemene doelen.
Er zijn subdoelen beschreven. Dit is de uitwerking van de kerndoelen. In de subdoelen staat wat je weten moet voor de toets.

Het is handig om ze door te lezen voordat je de toets gaat doen. Door antwoord te geven op de leerdoelen kan je zien of je lesstof voldoende beheerst.

 

 

Leerperiode 1

‘Persoonlijke/uiterlijke verzorging’.

Kerndoelen:

Waar cliënt staat, kan ook zorgvrager, patiënt, bewoner gelezen worden.

Aan het eind van deze leerperiode:

  • ben je in staat om op een adequate wijze de cliënt te helpen bij zijn/ haar persoonlijke verzorging.
  • kun je de theorie benoemen van de persoonlijke zorg van de cliënt.

Subdoelen:

  • Je bespreekt op basis van het stappenplan de persoonlijke verzorging met de cliënt.
  • Je houdt rekening met levensfase, schaamtegevoelens, privacy, tempo en beperkingen en mogelijkheden van de cliënt.
  • Je kan het belang benoemen van goede hygiëne.
  • Je zorgt voor hulpmiddelen om de zelfredzaamheid te ondersteunen.
  • Je kan de cliënt ondersteunen bij het wassen.
  • Je kan de cliënt ondersteunen bij het aan- en uitkleden.
  • Je kan de cliënt ondersteunen bij de uiterlijke verzorging.
  • Je kan een bed op maken, met en zonder cliënt.
  • Je kan de huid van de cliënt observeren en beoordelen op smet- en decubitus plekken.
  • Je kan de cliënt ondersteunen bij het aantrekken van steunkousen.

‘Vocht/ voeding/ uitscheiding’ en ‘slaap-waak ritme’.

Kerndoelen:

Aan het eind van deze leerperiode:

  • Ben je in staat om op adequate wijze de cliënt te helpen bij opname van vocht.
  • Ben je in staat om op adequate wijze de cliënt te helpen bij de uitscheiding.
  • Ben je in staat om op adequate wijze het slaap- en waakritme van de cliënt te bevorderen.

Subdoelen:

  • Je bespreekt met de cliënt waaruit de hulp bij de opname van voeding en vocht bestaat.
  • Je biedt hulp bij eten en drinken aan de cliënt.
  • Je houdt rekening met factoren die de eetlust stimuleren of remmen.
  • Je hanteert voedings- en dieetvoorschriften.
  • Je zorgt voor hulpmiddelen om de zelfredzaamheid te ondersteunen.
  • Je signaleert problemen met voeding en vocht en kan maatregelen treffen.
  • Je geeft eenvoudige voedingsadviezen.
  • Je biedt hulp bij het braken en observeert de cliënt, het braken en het braaksel.
  • Je biedt hulp bij de toiletgang; po, urinaal, schuitje, postoel.
  • Je houdt rekening met schaamtegevoelens en behoefte aan privacy van de cliënt.
  • Je zorgt voor hulpmiddelen bij de toiletgang voor de zelfredzaamheid.
  • Je observeert het uitscheidingspatroon en de uitscheiding.
  • Je observeert het uitscheidingspatroon en neemt maatregelen.
  • Je kan op de juiste wijze gebruik maken van incontinentie materiaal.
  • Je biedt hulp en geeft advies bij het opgeven van sputum.
  • Je biedt hulp en ondersteunt bij het braken.
  • Je kan een vochtbalans invullen, interpreteren en hierop actie ondernemen.
  • De verpleegkundigen kunnen de verklaringen van de medische termen weergeven die in deze hoofdstukken worden gebruikt.
  • Slaap - waakritme bevorderen:
  • De leerling kan het begrip slapen weergeven en daarbij aangegeven wat er tijdens de slaap in het lichaam gebeurt.

  • De leerling kan weergeven wat het belang is van slapen voor het lichaam en geest.

  • De leerling kan maatregelen treffen en adviezen geven die een optimaal slaapcomfort waarborgen.

  • De leerling kan weergeven wat de lichamelijke, sociale en geestelijke problemen zijn van probleemslapers en nachtwerkers.

  • Je observeert het activiteiten- en rustpatroon en het dag- en nachtritme van de cliënt.

  • Je stelt maatregelen en acties voor en bespreekt die met de cliënt.

Leerperiode 2

Circulatie, ademhaling, temperatuurregeling

De leerling kan de vitale functies van een zorgvrager bewaken.

Dat betekent dat de leerling kan

  • bepalen of er sprake is van normale of afwijkende waarden
  • kan maatregelen treffen bij afwijkende waarden

De leerling kan adequeaat kan reageren bij ongevallen en in onvoorziene situaties. 

 

Risicovolle handelingen

Laag complexe wondzorg:

De leerling kan weergeven wanneer en hoe steriel gewerkt moet worden.

Dat betekent dat de leerlingen kan

  • laten zien hoe steriel gewerkt moet worden
  • benoemt wanneer steriel gewerkt moet worden

De leerling kan, in opdracht van, een rode wond verzorgen.

Dat betekent dat de leerling kan weergeven

  • hoe het genezingsproces verloopt
  • de wond kan classificeren
  • laat zien hoe een rode wond verzorgd moet worden

 

 

 

 

 

Leerperiode 3

Stage.

Leerperiode 4

Under construction.

Toetsen

Kennistoets.

Elke leerperiode wordt afgerond met een kennistoets.

De inhoud van de kennistoets is de lesstof die je tijdens de les ZGKv hebt doorgenomen, het boek, de protocollen, de PowerPoints en de aantekeningen.

Praktijktoets.

De vaardigheden worden in de praktijkles getoetst. Aan het eind van elke periode in lesweek 9.
 

Kennistoets

De kennistoets is elke laatste week van de leerperiode, in de bufferweek.

De toets bestaat uit 40 meerkeuze vragen.

De leerstof voor deze toets bestaat uit de behandelde hoofdstukken uit je boek, de bijbehorende verwerkingsopdrachten, PowerPoints, Vilans protocollen en aantekeningen.

In het overzicht van die periode staat onderin welke hoofdstukken uit het boek behoort bij die toets.

Praktijktoets

Voorbereiding:

  • Wat moet ik hiervoor doen en regelen van te voren
  • Alle handtekeningen moet behaald zijn om aan de praktijktoets mee te kunnen doen!!!
  • Wat heb ik nodig en moet ik meenemen naar de toets

Uitvoering:

  • Wat wordt er van mij verwacht tijdens de toets.

Nazorg:

  • Welke bewijsstukken moet ik maken om aan te tonen dat ik de toets voldoende heb afgerond

Ben je afwezig tijdens de praktijktoets, dan geef je dit door aan desbetreffende docent: via mail voor aanvang van de toets. Je gaat de toets zo spoedig mogelijk inhalen. Je regelt dit met je docent.

 

Praktijktoets 1, 2 en 4  

Deze vinden plaats aan het einde van betreffende leerperiode in week 9.

Let op: Je mag pas mee doen aan de toets als je alle handtekeningen van die leerperiode behaald zijn.

Toetsinhoud:

Leerperiode 1 Persoonlijke verzorging en Vocht, voeding en uitscheiding
Leerperiode 2 Meten van de vitale functies
Leerperiode 3
Stage
Leerperiode 4 verpleegtechnische vaardigheden: subcutaan injecteren: insuline en subcutaan

Bewijsstukken:

Verslag: digitaal inleveren

  • Inscannen van je beoordeling
  • Reflectie: wat ging goed
  •                wat kan beter
  • Hoe ga ik dat een volgende keer doen

 

Aan het eind van elke leerperiode ga je je aftekenboekje in scannen in de (n)elo

 

Werkwijze in de les

ZGKv = theorieles van de vaardigheden

PV of VTH = vaardigheden/ praktijkles 

Zoef =  zelfstandig oefenen

 

Benodigdheden:

 

Niveau 3

Voor de theorie lessen:

Theorieboek: Traject V&V; Persoonlijke basiszorg deel 1 en 2.

Laptop en website:

http://maken.wikiwijs.nl/64461/skillsVZK15

ELO

Oordopjes voor geluid

Voor de praktijklessen:

Uniformjas

Aftekenboekje

Protocollen: zijn in het praktijklokaal aanwezig.

 


Werkwijze:

ZGKv.

In deze lessen werk je aan de theorie van de vaardigheden. Dus de informatie die je nodig hebt voor het uitvoeren van de vaardigheden. Dit is vanuit je theorieboek, die je voor deze lessen bij je moet hebben. Bij de casus staat welke  opdrachten je moet maken behorende bij deze casus.

PV en VHT.

Tijdens deze lessen werk je vanuit een casus in een groepje van 3 personen.

Voorbereiden:

  • Je hebt 2 – 3 weken de tijd om de handelingen in te oefenen (zie planning). Zorg dus dat je bij blijft in je groepje! Je gaat je voorbereiden op de casus door de bijbehorende filmpjes te bekijken. Voor de les neem je mee: uniform jasje, praktijkgedeelte van de casus, pen en papier.

Uitvoeren:

  • Bij aanvang van de les was je je handen volgens de WIP richtlijnen, zodat iedereen met schone handen werkt.
  • Je werkt samen in een groepje van 3 personen.
  • Voor dat je start ga je elkaar bevragen over het protocol.
  • Bij het uitvoeren is 1 persoon de verzorgende,
    1 persoon leest de protocollen voor, 1 persoon speelt de patiënt. Deze rollen voer je om de beurt uit. Je maakt een handelingsplan; in welke volgorde ga jij de handelingen uitvoeren.

Evalueren:

  • Je gaat rapporteren hoe je de zorg hebt uitgevoerd. Je evalueert met je patiënt hoe hij jouw zorg heeft ervaren en je reflecteert. Het handigste is om het praktijkgedeelte van de casus uit te printen en mee te nemen in de praktijkles.

Zoef.

Tijdens deze lessen oefen je verder met de vaardigheden in je groepje. Hiervoor heb je dezelfde materialen nodig als de vaardigheidslessen.

Je kan altijd extra oefenen, mits je een lokaal reserveert. Je kan dit overleggen met de onderwijsassistent.

Aftekenboekje:

Docent: zet handtekening bij “Instructie” na uitleg/instructie van de handeling en 1 keer uitgevoerd te hebben.

Docent/instructeur/onderwijsassistent: zet handtekening in 2e kolom als je handeling voor de tweede keer hebt uitgevoerd cq. beheerst.

Alle handtekeningen moet je hebben om mee te kunnen doen aan de praktijktoets !!!

 

 

Regels in de skills les

Altijd meenemen:

  1. Uniformjasje (niet mee, dan kost dit één euro voor het lenen van een uniformjasje)
  2. Aftekenboekje

Voor aanvang van de praktijkles, bereid jij je voor door je uniform aan te trekken en materialen te verzamelen.
Bij binnenkomst van het lokaal; leg jij je aftekenboekje in het mandje.
Daarna ga jij je handen wassen en neem je plaats op een krukje in het lokaal.

Regels:

Wel:

  • goede persoonlijke verzorging
  • uniform aan
  • korte nagels
  • lange haren vastgebonden

Niet:

  • geen hoge hakken aan
  • geen sieraden om
  • geen lange nagels
  • geen gel- of gelakte nagels
  • geen grote oorbellen
  • geen dikke sjaals
  • geen mobiele telefoon mee in het lokaal

 

Leerperiode 1

In de theorieles staat de  verdieping in de leerstof centraal. Hiervoor neem je altijd je boek mee. In het eerste deel van de les wordt er een onderwerp besproken. In het 2e deel van de les werk je aan de opdrachten van bijbehorend hoofdstuk. De opdrachten maken en/of nakijken.


In de praktijkles leer je de handelingen aan en verdiep je je in het protocol. Je neemt hiervoor je handelingsplan mee in de les. 
De zoef lessen komen altijd na de praktijklessen en wordt van je verwacht dat je dezelfde zaken meeneemt voor die les.

 

Overzicht leerperiode 1

 

Leerperiode 1

 

Persoonlijke verzorging/ Vocht, voeding en uitscheiding/ Vitale functies

 

Theorie Boek: Traject Persoonlijke basiszorg
Deel 1 en 2

Praktijk

1

Introductie

Persoonlijke/ handhygiëne

Deel 1: H 16, 17.

Introductie praktijklokalen

Regels skills

Handen hygiëne

Bed opmaken met dekenboog
 

2

Zorg voor bedden

H22

 

Wisselligging

Bed opmaken met platliggende zorgvrager

Schikken van kussens

3

Bedrustcomplicaties, mn. decubitus, smetten

Deel 1: H3

Aan- en uitkleden platliggende  zorgvrager

Eten geven platliggende zorgvrager

Mondverzorging

4

Uitscheiding, vochtbalans

Deel 1: H 11, 12, 13

 

Condoomkatheter

Incontinentiemateriaal

Urethra mond verzorgen, katheterzak verwisselen

5

Shock, flauwte Bloedingen

Deel 2: H 7, 8

Uitleg verbandmiddelen

 

Rautek, Heimlich, stabiele zij (rug en van buik naar rug)

Snelverband, vingerverband

6

Brandwonden Deel 2: H 7, 8

Kneuzingen, breuken Deel2: H7, 8

 

Wonddrukverband, mitella

Zwachtelen van gewrichten, stomp

7

Vitale functies: pols, ademhaling, temperatuur

Deel 2:H 1t/m 4
 

Pols, ademhaling, temperatuur observeren, meten, rapporteren in temperatuurlijst.

In rust en in actie.

Temperaturen: oor, axillair, rectaal

8

Vitale functies: bloeddruk

Deel 2: H1 par. 5

RR meten

Wegen/meten/BMI

9

Medicatie algemeen

Boek Verpleegtechnische handelen H3, 4, 5

Klein adressenboekje kopen en meenemen


Praktijktoets: vitale functies

10

Toets week

Kennistoets

Leren:aantekeningen, PowerPoints, boek:

Deel 1: H3, 11, 12, 13, 16, 17, 22

Deel 2: H 7, 8 par. 1 t/m 4

 

 

Les 1

 

Persoonlijke verzorging/ Vocht, voeding en uitscheiding/Vitale functies

 

Theorie Boek:
Traject Persoonlijke basiszorg Deel 1 en 2

Praktijk

1

Introductie

Persoonlijke/ handhygiëne

D1: H16, 17

Introductie praktijklokalen

Regels skills

Handen hygiëne

Bed opmaken met dekenboog

 
 
 
Protocol.
Alle handeling worden uitgevoerd volgens protocol.
Elke instelling werkt met protocollen.
Wij werken
Instructie film: Handen wassenmet de protocollen van Vilans.
Veel instellingen werken hier ook mee.

Een protocol is een voorschrift hoe een handeling uitgevoerd moet worden.
Het protocol bestaat uit 3 onderdelen; voorzorg, uitvoering, nazorg.
Voor- en nazorg lijken veelal op elkaar in elk protocol.
De uitvoering wil zeggen hoe de handeling
uitgevoerd moet worden. Dit is per handeling heel verschillend.
Bijvoorbeeld tandenpoetsen of katheteriseren.
 

Klik op het plaatje voor instructiefilm:
Handen wassen

Zo voelt het om bejaard te zijn

Oogprothese plaatsen

Les 2

 

Persoonlijke verzorging/ Vocht, voeding en uitscheiding/Vitale functies

 

Theorie Boek:
Traject Persoonlijke basiszorg Deel 1 en 2.

Praktijk

2

Zorg voor bedden

Deel 1: H22

 

 

Wisselligging

Bed opmaken met platliggende zorgvrager

Schikken van kussens

Wisselligging met kleine kanteling

Bed opmaken zonder zorgvrager

Les 3

 

Persoonlijke verzorging/ Vocht, voeding en uitscheiding/Vitale functies

 

Theorie Boek:
Traject Persoonlijke basiszorg Deel 1 en 2.

Praktijk

3

Bedrustcomplicaties, mn. decubitus, smetten

Deel 1: H 3

Aan- en uitkleden platliggende  zorgvrager

Eten geven platliggende zorgvrager

Mondverzorging

Aan- en uitkleden van de zorgvrager: begeleiden, activeren, stimuleren

Aanraken, activeren en begeleiden van de benen

Aanraken en begeleiden van de armen

Mondverzorging bij ouderen:

 

Mondverzorging bij de demente zorgvrager

Steunkousen aan / uit met hulpmiddel: Doff 'N Donner

Aangepast bord en bestek

Aangepaste drinkbeker met tuit

Aangepaste lekvrije drinkbeker

Les 4

 

Persoonlijke verzorging/ Vocht, voeding en uitscheiding/Vitale functies

 

Theorie Boek:
Traject Persoonlijke basiszorg Deel 1 en 2.

Praktijk

4

Uitscheiding, vochtbalans

Deel1: H11, 12, 13

Condoomkatheter

Incontinentie materiaal

Urethramond verzorgen, katheterzak verwisselen

Instructiefilm: maken van een vochtbalans

Aanbrengen condoomkatheter

Incontinentie info film

Aanleggen van de steek

Verwijderen van de steek

Les 5

 

Persoonlijke verzorging/ Vocht, voeding en uitscheiding/Vitale functies

 

Theorie Boek:
Traject Persoonlijke basiszorg Deel 1 en 2

Praktijk

5

Shock, flauwte, bloedingen

Deel 2: H7, 8

Uitleg verbandmiddelen

Rautek, Heimlich, stabiele zijligging

(rug en van buik naar rug)

Snelverband, vingerverband


TIP!
Wordt lid van een EHBO vereniging om volledig op de hoogte te zijn van de EHBO.

EHBO vereniging kiezen

Wat is shock?

Flauwte

Stabiele zijligging

Stabiele zijligging: van buik naar rug

Vingerverband

Nieuwste snelverband

Snelverband met 2 windsels

Les 6

 

Persoonlijke verzorging/ Vocht, voeding en uitscheiding/Vitale functies

 

Theorie Boek:
Traject Persoonlijke basiszorg Deel 1 en 2.

Praktijk

6

Brandwonden Deel 2: H7, 8

Kneuzingen, breuken Deel 2: H7, 8

Wonddrukverband, mitella

Zwachtelen van gewrichten, stomp

EHBO bij brandwonden

Wonddrukverband aanleggen

Mitella aanleggen

Les 7

 

Persoonlijke verzorging/ Vocht, voeding en uitscheiding/ Vitale functies

 

Theorie Boek:
Traject Persoonlijke basiszorg Deel 1 en 2.

Praktijk

7

Vitale functies: pols, ademhaling, temperatuur

Deel 2: H1 t/m 4

Pols, ademhaling, temperatuur observeren, meten, rapporteren in temperatuurlijst.

In rust en in in actie.

Temperaturen: oor, axillair, rectaal

COPD: wat gebeurt er in de longen?

Pols opnemen en interpreteren

Les 8

 

Persoonlijke verzorging/ Vocht, voeding en uitscheiding/Vitale functies

 

Theorie Boek:
Traject Persoonlijke basiszorg Deel 1 en 2

Praktijk

8

Vitale functies: bloeddruk meten

Deel 2: H1 par. 5

RR meten

Wegen/meten/BMI

Bloeddruk meten
Bloeddruk meten

Informatiefilm bloeddruk

Bloeddruk en hoge bloeddruk

Bloeddruk meten in de skills

Film CVA

Les 9

 

Persoonlijke verzorging/ Vocht, voeding en uitscheiding/Vitale functies

 

Theorie Boek:
Traject Persoonlijke basiszorg Deel 1 en 2.

Praktijk

9

Medicatie algemeen

Boek: Verpleegtechnisch handelen H3, 4, 5

Klein adressenboekje kopen en meenemen

Praktijktoets: Vitale functies

Adressenboekje aanschaffen om je eigen medicatie boekje te maken
Adressenboekje aanschaffen om je eigen medicatie boekje te maken

Website: De apotheek

Webstie: Overkoepelende beroeps- en brancheorganisatie van apothekers

Les 10

 

Persoonlijke verzorging/ Vocht, voeding en uitscheiding/Vitale functies

 

Theorie Boek:
Traject Persoonlijke basiszorg Deel 1 en 2

Praktijk

10

 

Toets week

Kennistoets

Leren:aantekeningen, PowerPoints

Deel 1: H 3,  11, 12, 13, 16, 17, 22

Deel 2: H 1, 2, 3, 4, 7, 8

 

 

 

Praktijktoets

Toets ‘Meten is weten’

Doel:

Meten van de vitale functies: hartslag, ademhaling, temperatuur oor of axillair, bloeddruk opnemen

Voorbereiding:

Meenemen: 3 kleuren pen (rood, blauw/zwart, groen)

                   Handig shirt aan trekken waar je mouw gemakkelijk omhoog kan  om bloeddruk te meten

Uitvoering:

Samen met medestudent wordt toets uitgevoerd.

Een is verpleegkundige/verzorgende, andere zorgvrager. Daarna wisselen.

Invullen van de waarden op de temperatuurlijst en verpleegkundigen ook in grafiek.

Ouderejaarsleerling beoordeelt.

Beoordeling: beoordelingsformulier van Vilans
 

Benodigdheden voor de toets:

  • Aurale thermometers
  • Bloeddruk meter
  • Pols teller/stopwatch
  • Temperatuurlijst VZ en VP (30 en 31 stuks)
  • Ruimtes: skill lokaal 223 en 224
  • Beoordelingsformulieren gekopieerd in mapjes voor beoordelaars

Verslag:

  • Digitaal inleveren 
  • Voorblad met je gegevens
  • In document: scans of foto’s van beoordelingslijst (Vilans en temperatuurlijst)
  • Reflectie: wat ging goed/ wat kan beter.

 

Oefentoets

Toets: EHBO

Start

Leerperiode 2

 

Leerperiode 2

 

Theorie medicatie en verpleegtechnische handelingen

 

Boek: Traject Deel 2 en Verpleegtechnische handelingen

Praktijk

1

Medicatie algemeen

Boek Verpleegtechnisch handelen H3, 4, 5

Klein adressen boekje  meenemen in deze lessen

Uitleg medicijnkar en werkwijze

Medicijnlijst invullen aan de hand van recepten

 

2

 

 

Medicatie uitzetten

Medicatie: oraal

Orale medicatie delen en aftekenen

Stompverband aanbrengen

Vaginaal spoelen, transdermaal

 

3

Medicatie: vaginaal en transdermaal, klysma’s

Boek Persoonlijke verzorging Deel 1 H12

Zetpil, klysma’s, rectumcanule,

Medicijnen opzoeken

4

Medicatie: inhaleren, druppelen en zalven

Inhalatie medicatie, neus, oor, oog druppelen, zalven oefenen

 

5

Insuline pen/ bloedsuiker controleren

H6: par. 4, 5

Insuline pen/ bloedsuiker controleren

6

Subcutaan injecteren

Boek verpleegtechnisch handelen H6 paragraaf 1 t/m 3

 

Subcutaan injecteren

7

 

Steriel werken, steriele handschoenen aantrekken in theorieles of praktijkles

Rode wond

Steriel werken

8

Rode wond

Rode wond

9

Stoma, stoma irrigeren, hoog opgaand klysma

H18, 19

Stoma, hoog opgaand klysma

Praktijktoets: Subcutaan injecteren: insuline pen, subcutaan injecteren

10

Toets week

Kennistoes leren:

Boek Verpleegtechnische handelingen:

H3, 4, 5, 6 par. 1 t/m 5, H18, 19

 

 

 

 

Les 1

 

Theorie medicatie en verpleegtechnische handelingen

Praktijk

1

Medicatie algemeen

Boek Verpleegtechnisch handelen H3, 4, 5

Klein adressen boekje  meenemen in deze lessen

Uitleg medicijnkar en werkwijze

Medicijnlijst invullen aan de hand van recepten

 

Medicatie berekenen
Medicatie berekenen

Test: Medicatie: rekenen

Start

Les 2

 

Theorie medicatie en verpleegtechnische handelingen

Praktijk

2

 

 

Medicatie uitzetten

Medicatie: oraal

Orale medicatie delen en aftekenen

Stompverband aanbrengen

Vaginaal spoelen, transdermaal

 

Protocol: zwachtelen van de stomp volgens Medeco

Zwachteltechnieken: Bohn Stafleu van Loghum

Zwachtelen stomp: De Hoogstraat revalidatie

Les 3

 

Theorie medicatie en verpleegtechnische handelingen

Praktijk

3

Medicatie: vaginaal en transdermaal, klysma’s

Boek Persoonlijke verzorging Deel 1 H12

Zetpil, klysma’s, rectumcanule,

Medicijnen opzoeken

rectumcanule
rectumcanule
rectumcanule inbrengen
rectumcanule inbrengen

Laxeren met microlax

Emla pleister plakken

Les 4

 

Theorie medicatie en verpleegtechnische handelingen

Praktijk

4

Medicatie: inhaleren, druppelen en zalven

Inhalatie medicatie, neus, oor, oog druppelen, zalven oefenen

 

Klik hier al je alles wil weten over inhalatie voor patiënt en hulpverlener

Website Het oogziekenhuis Rotterdam

Oogdruppel hulpmiddelen

Oogdruppelen

Les 5

 

Theorie medicatie en verpleegtechnische handelingen

Praktijk

5

Insuline pen/ bloedsuiker controleren

H6: par. 4, 5

Insuline pen/ bloedsuiker controleren

VP: vragenformulier

Duidelijke instructie film over bloedsuiker meting

Insuline injecteren bij de zorgvrager

Plaatsen automatische bloedsuikermeter

Plaatsen insulinepomp

Testen van bloedsuikermeters

Les 6

 

Theorie medicatie en verpleegtechnische handelingen

Praktijk

6

Subcutaan injecteren

Boek verpleegtechnisch handelen
H6 paragraaf 1 t/m 3

 

Subcutaan injecteren

Subcutaan injecteren met hoek van 45 graden

Vragen maken bij een filmpje, maak daarbij een inlog als je gaat starten met de vragen
Ed.ted.com

Les 7

 

Theorie medicatie en verpleegtechnische handelingen

Praktijk

7

 

Steriel werken, steriele handschoenen aantrekken in theorieles of praktijkles

Rode wond

Steriel werken

steriele handschoenen aantrekken
steriele handschoenen aantrekken

Steriele handschoenen aantrekken

Les 8

 

Theorie medicatie en verpleegtechnische handelingen

Praktijk

8

Rode wond

Rode wond

Les 9

 

Theorie medicatie en verpleegtechnische handelingen

Praktijk

9

Stoma, stoma irrigeren, hoog opgaand klysma

H18, 19

Stoma, hoog opgaand klysma

Praktijktoets: Subcutaan injecteren: insuline pen, subcutaan injecteren

Klik op het plaatje voor de website

Les 10

 

Theorie medicatie en verpleegtechnische handelingen

Praktijk

10

Toets week

Kennistoets leren:

Boek Verpleegtechnische handelingen:

H3, 4, 5, 6 par. 1 t/m 5, H18, 19

 

 

 

 

Praktijktoets

Toets 'Subcutaan injecteren'

Doel:

Een subcutane injectie kunnen klaarmaken.

Voorbereiding:

Veel oefenen en goed op de hoogte zijn van de achtergrond informatie van subcutaan injecteren.

Uitvoering:

Bij de toets trek je een casus. Hierin staat welke injectie je moet klaarmaken.
Je gaat de injectie klaarmaken.
Ouderejaars leerling of docent beoordeelt.

Beoordeling: beoordelingsformulier van Vilans

Benodigdheden voor de toets:

  • Injectiekar
  • Casussen
  • Ruimtes: skill lokaal 223 en 224
  • Beoordelingsformulieren gekopieerd in mapjes voor beoordelaars

Verslag:

  • Inleveren in nelo
  • Voorblad met je gegevens
  • In document: scans of foto’s van beoordelingslijst (Vilans en temperatuurlijst)
  • Reflectie: wat ging goed/ wat kan beter.

Leerperiode 3

Overzicht leerperiode 3

Stage.

Les 1

Les 2

Les 3

Les 4

Les 5

Les 6

Les 7

Les 8

Les 9

Leerperiode 4

Overzicht leerperiode 4

 

Leerperiode 4

 

Boek: Traject Deel 2 en Verpleegtechnische handelingen

 

Theorie

Praktijk

1

H6 paragraaf 4, 5

Intramusculair injecteren

2

H14 paragraaf 6, 7, 9

Blaasspoelen, suprapubis verzorgen

3

H16 paragraaf 1 t/m 4, 6 t/m 10

Sondevoeding (bolus, pomp)

4

H21

Zuurstof

5

H8, 9, 10, 11

Gele/zwarte wond

6

H12

Ambulante compressie therapie

7

H14

Verblijfskatheter vrouw

8

H16 paragraaf 5, 11

Maagsonde inbrengen

9

H26 verzamelen van monsters

Praktijktoets: Intramusculair injecteren met rekensom

10

Kennistoets

Leren:
H6, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 16, 21, 26

 

 

 

Les 1

 

Theorie

Praktijk

1

H6 paragraaf 4, 5

Intramusculair injecteren

Les 2

 

Theorie

Praktijk

2

H14 paragraaf 6, 7, 9

Blaasspoelen, sp. Verzorgen

 

Klik op het plaatje voor de website

Afbeeldingsresultaat voor blaasspoelen

Les 3

 

Theorie

Praktijk

3

H16 paragraaf 1 t/m 4, 6 t/m 10

Sondevoeding (bolus, pomp)

 

Klik op het plaatje voor de website:

Afbeeldingsresultaat voor sondevoeding

Les 4

 

Theorie

Praktijk

4

H21

Zuurstof

 

Kilk op het plaatje voor de website:

 Afbeeldingsresultaat voor zuurstof

Les 5

 

Theorie

Praktijk

5

H8, 9, 10, 11

Gele/zwarte wond

Les 6

 

Theorie

Praktijk

6

H12

Ambulante compressie therapie

Les 7

 

Theorie

Praktijk

7

H14

Verblijfskatheter vrouw

Les 8

 

Theorie

Praktijk

8

H16 paragraaf 5, 11

Maagsonde inbrengen

Les 9

 

Theorie

Praktijk

9

H26 verzamelen van monsters

Praktijktoets: Intramusculair injecteren met rekensom

Les 10

 

Theorie

Praktijk

10

Kennistoets

Leren:
H6, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 16, 21, 26

 

 

 

Leerperiode 5 of 7

Les 1

Les 2

 

Theorie

Praktijk

Les 3

 

Theorie

Praktijk

Les 4

 

Theorie

Praktijk

Les 5

 

Theorie

Praktijk

Les 6

 

Theorie

Praktijk

Les 7

 

Theorie

Praktijk

Les 8

 

Theorie

Praktijk

Les 9

 

Theorie

Praktijk

Les 10

Leerperiode 6 of 8

Protocollen

Protocollen

Protocol: Scheren van het gezicht van de zorgvrager

Handelingsformulier

 

Naam student:

Naam observator:

Datum:

Beoordeling:

 

Voor alle handelingen geldt:

  • Raadpleeg het dossier;
  • Zorg voor voldoende privacy;
  • Was je handen volgens de WIP-procedure;
  • Pas de voorschriften toe;
  • Observeer en controleer de zorgvrager.

 

De student:

1 Informeert:

  • Vertel de zorgvrager dat je hem komt scheren en vraag of dat gelegen komt;
  • Leg de zorgvrager uit hoe je het scheren wilt doen en vraag of het voorstel naar tevredenheid van de zorgvrager is;

2 Zet alle benodigdheden klaar:

  • Een spiegel;
  • Aftershave, bodymilk of balsem;
  • Eventueel wegwerphandschoenen.

 

Voor nat scheren:

  • Een schoon en scherp scheermesje;
  • Scheerschuim of scheergel;
  • Een wasbak met water van ± 40°C tot 45°C;
  • Een handdoek;
  • Zo nodig een  warme doek;
  • Een washandje.

 

Voor elektrisch scheren:

  • Een elektrisch scheerapparaat;
  • Een schoonmaakborsteltje voor het scheerapparaat.

3 Helpt zorgvrager in de juiste houding:

  • Vraag de zorgvrager een zittende houding aan te nemen en ondersteun hem indien nodig hierbij.

4 Voert handeling uit:

Nat scheren:

  • Plaats het bedkastje halverwege het bed en klap het open;
  • Zet de waskom met warm water en het scheerschuim of de scheergel op het opengeklapte kastje;
  • Plaats het hoofdeinde zo, dat de zorgvrager ontspannen kan zitten of leunen. Vraag de zorgvrager of hij prettig zit;
  • Geef de zorgvrager een handdoek om zijn kleding te beschermen en leg  zo nodig de warme doek over de kin en hals van de zorgvrager;
  • Trek eventueel handschoenen aan en neem een bescheiden hoeveelheid scheerschuim of scheergel in de handpalm; wrijf je handen over elkaar om het te laten schuimen. Breng het schuim eventueel met een scheerkwast op;
  • Haal de doek weg, doe  en verdeel het schuim over het gezicht en de hals en doe de handschoenen uit;
  • Plaats het mesje bij de bakkebaard en scheer rustig en met voorzichtige streken het gezicht;
  • Scheer eerst het linkergedeelte van het gezicht, dan de bovenlip en kin, en vervolgens het rechtergedeelte van het gezicht;
  • Reinig regelmatig het mesje door het even in de waskom af te spoelen;
  • Vraag de zorgvrager zijn hoofd achterover te buigen, zodat de huid in de hals strak gaat staan;
  • Scheer de hals van boven naar beneden.
  • Neem het washandje en verwijder het overtollige scheerschuim; maak hierbij gebruik van het water uit de waskom;
  • Dep het gezicht en de hals droog;
  • Bied de zorgvrager de spiegel aan en vraag of hij tevreden is met het resultaat;
  • Verzorg desgewenst de huid met aftershave of bodymilk.

 

Elektrisch scheren:

  • Leg een badhanddoek op de borst van de zorgvrager;
  • Trek de huid van de zorgvrager op de plek waar je scheert strak door de wijsvinger boven het scheeroppervlak te plaatsen en de duim onder het scheeroppervlak te plaatsen;
  • Scheer het huidoppervlak tussen de geplaatste vingers, verplaats vervolgens de vingers naar een nog niet geschoren huidoppervlak en herhaal de handeling net zo lang totdat de gehele baardgroei weg is;
  • Bied de zorgvrager na het scheren een spiegel aan en vraag of hij tevreden is;
  • Verzorg desgewenst de huid met aftershave, balsem of bodymilk.

5 Past juiste nazorg toe:

  • Help de zorgvrager zo nodig weer in een comfortabele houding;
  • Vraag of de zorgvrager tevreden is over het scheren;
  • Breng de omgeving in orde: nachtkastje en bel onder handbereik, het bed naar beneden.
  • Ruim alles op en maak schoon;
  • Houd het mesje onder de lopende kraan om alle haartjes te verwijderen;
  • Neem een papieren doekje. Sla het scheerapparaat open, veeg de haren met een borsteltje weg boven het papierendoekje.

6 Rapporteert de bevindingen:

  • Noteer eventuele bijzonderheden.
 

 

 

 

 

 

 

 

Score

Goed   Fout Niet

 

               

 

 

 

Aandachtspunten/Persoonlijke leerdoelen:

 

Links

Rautek vervoersgreep

Manoeuvre van Heimlich

Brandwonden