Jullie zijn gestart met de opleiding voor Verzorgenden-IG Kort.
Deze MBO-opleiding leidt je versneld op tot een beroepsbeoefenaar in de zorg. Er wordt van je verwacht dat je zelf verantwoordelijk bent voor de voortgang van je opleiding en zelf hierin initiatieven neemt. Ook wordt er van je verwacht dat je je beroepshouding gaat ontwikkelen voor verzorgende-IG. Verantwoordelijkheid en beroepshouding zijn met elkaar verbonden. In je beroep als Verzorgende ben je straks verantwoordelijk voor de zorg die je verleent aan de zorgvragers. Hiervoor heb je de juiste beroepshouding nodig.
In deze opleiding gaan we je hierin begeleiden in de theorie- en de praktijklessen. We verwachten ook van je dat je aangeeft waar jij begeleiding bij nodig hebt. Deze opleiding zal meer een zelfstandigerkarakter hebben dan je gewend bent.
Op deze website vind je de lesstof van de theorie- en de praktijklessen van de skills vaardigheden.
Wat en wanneer moet je iets doen. De inhoud van de lessen, zoals Powerpoints, vind je in deze site op op de elo.
De protocollen waaruit we gaan werken in de praktijklessen vind je ook op deze site.
Een leerjaar is onderverdeeld in 4 leerperioden. De eerste en tweede leerperiode bestaat uit ‘persoonlijke verzorging van de zorgvrager’ en ‘vocht, voeding en uitscheiding’ en 'het slaap - waakritme van de zorgvrager' (PV). Tijdens de opleiding Helpende, zorg en welzijn heb je al veel geleerd over de persoonlijke verzorging. Hier zal daarom ook niet te diep op worden ingegaan.
In de derde en vierde leerperiode leer je laag complexe verpleegtechnische handelingen (VTH). Dit bestaat uit eerste hulp kunnen verlenen, meten van de vitale functies, wondverzorging en het geven van medicatie.
In het 2e en 3e jaar leer je alle risicovolle en voorbehouden handelingen handelingen aan.
Heel veel succes met de start van je opleiding!
Team Gezondheidzorg
Campus Winschoten
Kerntaken - leerdoelen
Kerntaken.
Landelijk is er een kwalificatiedossier opgesteld. Hier staat in wat je moet kunnen om je diploma te halen.
De kerntaken zijn dus examenmateriaal en komen op je diploma te staan.
In het kwalificatiedossier van Verzorgende staat:
Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier.
Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken.
In het kwalificatiedossier van Verpleegkundige staat:
Kerntaak 1: Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces
Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken.
Nu weet je nog niet wat je moet doen om je diploma te halen.
Daarom zijn er werkprocessen opgesteld, die zijn weer afgeleid van de kerntaken.
Deze zijn ook beschreven, hier krijgen jullie nog informatie over.
Aan de hand daarvan kunnen wij leerdoelen opstellen voor de les.
Leerdoelen.
In de leerdoelen staat beschreven wat je aan het eind van de leerperiode moet weten.
De leerdoelen zijn opgesteld aan de hand van de eindtermen van het kwalificatie dossier voor de opleiding 'verzorgenden en verpleegkundigen'.
De leerdoelen van deze website zijn overgenomen van de boeken die we gebruiken voor de opleiding.
Er zijn kerndoelen beschreven. Dit zijn algemene doelen.
Er zijn subdoelen beschreven. Dit is de uitwerking van de kerndoelen. In de subdoelen staat wat je weten moet voor de toets.
Het is handig om ze door te lezen voordat je de toets gaat doen. Door antwoord te geven op de leerdoelen kan je zien of je lesstof voldoende beheerst.
Leerperiode 1
‘Persoonlijke/uiterlijke verzorging’.
Kerndoelen:
Waar cliënt staat, kan ook zorgvrager, patiënt, bewoner gelezen worden.
Aan het eind van deze leerperiode:
ben je in staat om op een adequate wijze de cliënt te helpen bij zijn/ haar persoonlijke verzorging.
kun je de theorie benoemen van de persoonlijke zorg van de cliënt.
Subdoelen:
Je bespreekt op basis van het stappenplan de persoonlijke verzorging met de cliënt.
Je houdt rekening met levensfase, schaamtegevoelens, privacy, tempo en beperkingen en mogelijkheden van de cliënt.
Je kan het belang benoemen van goede hygiëne.
Je zorgt voor hulpmiddelen om de zelfredzaamheid te ondersteunen.
Je kan de cliënt ondersteunen bij het wassen.
Je kan de cliënt ondersteunen bij het aan- en uitkleden.
Je kan de cliënt ondersteunen bij de uiterlijke verzorging.
Je kan een bed op maken, met en zonder cliënt.
Je kan de huid van de cliënt observeren en beoordelen op smet- en decubitus plekken.
Je kan de cliënt ondersteunen bij het aantrekken van steunkousen.
‘Vocht/ voeding/ uitscheiding’ en ‘slaap-waak ritme’.
Kerndoelen:
Aan het eind van deze leerperiode:
Ben je in staat om op adequate wijze de cliënt te helpen bij opname van vocht.
Ben je in staat om op adequate wijze de cliënt te helpen bij de uitscheiding.
Ben je in staat om op adequate wijze het slaap- en waakritme van de cliënt te bevorderen.
Subdoelen:
Je bespreekt met de cliënt waaruit de hulp bij de opname van voeding en vocht bestaat.
Je biedt hulp bij eten en drinken aan de cliënt.
Je houdt rekening met factoren die de eetlust stimuleren of remmen.
Je hanteert voedings- en dieetvoorschriften.
Je zorgt voor hulpmiddelen om de zelfredzaamheid te ondersteunen.
Je signaleert problemen met voeding en vocht en kan maatregelen treffen.
Je geeft eenvoudige voedingsadviezen.
Je biedt hulp bij het braken en observeert de cliënt, het braken en het braaksel.
Je biedt hulp bij de toiletgang; po, urinaal, schuitje, postoel.
Je houdt rekening met schaamtegevoelens en behoefte aan privacy van de cliënt.
Je zorgt voor hulpmiddelen bij de toiletgang voor de zelfredzaamheid.
Je observeert het uitscheidingspatroon en de uitscheiding.
Je observeert het uitscheidingspatroon en neemt maatregelen.
Je kan op de juiste wijze gebruik maken van incontinentie materiaal.
Je biedt hulp en geeft advies bij het opgeven van sputum.
Je biedt hulp en ondersteunt bij het braken.
Je kan een vochtbalans invullen, interpreteren en hierop actie ondernemen.
De verpleegkundigen kunnen de verklaringen van de medische termen weergeven die in deze hoofdstukken worden gebruikt.
Slaap - waakritme bevorderen:
De leerling kan het begrip slapen weergeven en daarbij aangegeven wat er tijdens de slaap in het lichaam gebeurt.
De leerling kan weergeven wat het belang is van slapen voor het lichaam en geest.
De leerling kan maatregelen treffen en adviezen geven die een optimaal slaapcomfort waarborgen.
De leerling kan weergeven wat de lichamelijke, sociale en geestelijke problemen zijn van probleemslapers en nachtwerkers.
Je observeert het activiteiten- en rustpatroon en het dag- en nachtritme van de cliënt.
Je stelt maatregelen en acties voor en bespreekt die met de cliënt.
Leerperiode 2
Circulatie, ademhaling, temperatuurregeling
De leerling kan de vitale functies van een zorgvrager bewaken.
Dat betekent dat de leerling kan
bepalen of er sprake is van normale of afwijkende waarden
kan maatregelen treffen bij afwijkende waarden
De leerling kan adequeaat kan reageren bij ongevallen en in onvoorziene situaties.
Risicovolle handelingen
Laag complexe wondzorg:
De leerling kan weergeven wanneer en hoe steriel gewerkt moet worden.
Dat betekent dat de leerlingen kan
laten zien hoe steriel gewerkt moet worden
benoemt wanneer steriel gewerkt moet worden
De leerling kan, in opdracht van, een rode wond verzorgen.
Dat betekent dat de leerling kan weergeven
hoe het genezingsproces verloopt
de wond kan classificeren
laat zien hoe een rode wond verzorgd moet worden
Leerperiode 3
Stage.
Leerperiode 4
Under construction.
Toetsen
Kennistoets.
Elke leerperiode wordt afgerond met een kennistoets.
De inhoud van de kennistoets is de lesstof die je tijdens de les ZGKv hebt doorgenomen, het boek, de protocollen, de PowerPoints en de aantekeningen.
Praktijktoets.
De vaardigheden worden in de praktijkles getoetst. Aan het eind van elke periode in lesweek 9.
Kennistoets
De kennistoets is elke laatste week van de leerperiode, in de bufferweek.
De toets bestaat uit 40 meerkeuze vragen.
De leerstof voor deze toets bestaat uit de behandelde hoofdstukken uit je boek, de bijbehorende verwerkingsopdrachten, PowerPoints, Vilans protocollen en aantekeningen.
In het overzicht van die periode staat onderin welke hoofdstukken uit het boek behoort bij die toets.
Praktijktoets
Voorbereiding:
Wat moet ik hiervoor doen en regelen van te voren
Alle handtekeningen moet behaald zijn om aan de praktijktoets mee te kunnen doen!!!
Wat heb ik nodig en moet ik meenemen naar de toets
Uitvoering:
Wat wordt er van mij verwacht tijdens de toets.
Nazorg:
Welke bewijsstukken moet ik maken om aan te tonen dat ik de toets voldoende heb afgerond
Ben je afwezig tijdens de praktijktoets, dan geef je dit door aan desbetreffende docent: via mail voor aanvang van de toets. Je gaat de toets zo spoedig mogelijk inhalen. Je regelt dit met je docent.
Praktijktoets 1, 2 en 4
Deze vinden plaats aan het einde van betreffende leerperiode in week 9.
Let op: Je mag pas mee doen aan de toets als je alle handtekeningen van die leerperiode behaald zijn.
Toetsinhoud:
Leerperiode 1 Persoonlijke verzorging en Vocht, voeding en uitscheiding
Leerperiode 2 Meten van de vitale functies
Leerperiode 3Stage Leerperiode 4 verpleegtechnische vaardigheden: subcutaan injecteren: insuline en subcutaan
Bewijsstukken:
Verslag: digitaal inleveren
Inscannen van je beoordeling
Reflectie: wat ging goed
wat kan beter
Hoe ga ik dat een volgende keer doen
Aan het eind van elke leerperiode ga je je aftekenboekje in scannen in de (n)elo
Werkwijze in de les
ZGKv = theorieles van de vaardigheden
PV of VTH = vaardigheden/ praktijkles
Zoef = zelfstandig oefenen
Benodigdheden:
Niveau 3
Voor de theorie lessen:
Theorieboek: Traject V&V; Persoonlijke basiszorg deel 1 en 2.
In deze lessen werk je aan de theorie van de vaardigheden. Dus de informatie die je nodig hebt voor het uitvoeren van de vaardigheden. Dit is vanuit je theorieboek, die je voor deze lessen bij je moet hebben. Bij de casus staat welke opdrachten je moet maken behorende bij deze casus.
PV en VHT.
Tijdens deze lessen werk je vanuit een casus in een groepje van 3 personen.
Voorbereiden:
Je hebt 2 – 3 weken de tijd om de handelingen in te oefenen (zie planning). Zorg dus dat je bij blijft in je groepje! Je gaat je voorbereiden op de casus door de bijbehorende filmpjes te bekijken. Voor de les neem je mee: uniform jasje, praktijkgedeelte van de casus, pen en papier.
Uitvoeren:
Bij aanvang van de les was je je handen volgens de WIP richtlijnen, zodat iedereen met schone handen werkt.
Je werkt samen in een groepje van 3 personen.
Voor dat je start ga je elkaar bevragen over het protocol.
Bij het uitvoeren is 1 persoon de verzorgende,
1 persoon leest de protocollen voor, 1 persoon speelt de patiënt. Deze rollen voer je om de beurt uit. Je maakt een handelingsplan; in welke volgorde ga jij de handelingen uitvoeren.
Evalueren:
Je gaat rapporteren hoe je de zorg hebt uitgevoerd. Je evalueert met je patiënt hoe hij jouw zorg heeft ervaren en je reflecteert. Het handigste is om het praktijkgedeelte van de casus uit te printen en mee te nemen in de praktijkles.
Zoef.
Tijdens deze lessen oefen je verder met de vaardigheden in je groepje. Hiervoor heb je dezelfde materialen nodig als de vaardigheidslessen.
Je kan altijd extra oefenen, mits je een lokaal reserveert. Je kan dit overleggen met de onderwijsassistent.
Aftekenboekje:
Docent: zet handtekening bij “Instructie” na uitleg/instructie van de handeling en 1 keer uitgevoerd te hebben.
Docent/instructeur/onderwijsassistent: zet handtekening in 2e kolom als je handeling voor de tweede keer hebt uitgevoerd cq. beheerst.
Alle handtekeningen moet je hebben om mee te kunnen doen aan de praktijktoets !!!
Regels in de skills les
Altijd meenemen:
Uniformjasje (niet mee, dan kost dit één euro voor het lenen van een uniformjasje)
Aftekenboekje
Voor aanvang van de praktijkles, bereid jij je voor door je uniform aan te trekken en materialen te verzamelen.
Bij binnenkomst van het lokaal; leg jij je aftekenboekje in het mandje.
Daarna ga jij je handen wassen en neem je plaats op een krukje in het lokaal.
Regels:
Wel:
goede persoonlijke verzorging
uniform aan
korte nagels
lange haren vastgebonden
Niet:
geen hoge hakken aan
geen sieraden om
geen lange nagels
geen gel- of gelakte nagels
geen grote oorbellen
geen dikke sjaals
geen mobiele telefoon mee in het lokaal
Leerperiode 1
In de theorieles staat de verdieping in de leerstof centraal. Hiervoor neem je altijd je boek mee. In het eerste deel van de les wordt er een onderwerp besproken. In het 2e deel van de les werk je aan de opdrachten van bijbehorend hoofdstuk. De opdrachten maken en/of nakijken.
In de praktijkles leer je de handelingen aan en verdiep je je in het protocol. Je neemt hiervoor je handelingsplan mee in de les.
De zoef lessen komen altijd na de praktijklessen en wordt van je verwacht dat je dezelfde zaken meeneemt voor die les.
Overzicht leerperiode 1
Leerperiode 1
Persoonlijke verzorging/ Vocht, voeding en uitscheiding/ Vitale functies
Theorie Boek: Traject Persoonlijke basiszorg
Deel 1 en 2
Praktijk
1
Introductie
Persoonlijke/ handhygiëne
Deel 1: H 16, 17.
Introductie praktijklokalen
Regels skills
Handen hygiëne
Bed opmaken met dekenboog
2
Zorg voor bedden
H22
Wisselligging
Bed opmaken met platliggende zorgvrager
Schikken van kussens
3
Bedrustcomplicaties, mn. decubitus, smetten
Deel 1: H3
Aan- en uitkleden platliggende zorgvrager
Eten geven platliggende zorgvrager
Mondverzorging
4
Uitscheiding, vochtbalans
Deel 1: H 11, 12, 13
Condoomkatheter
Incontinentiemateriaal
Urethra mond verzorgen, katheterzak verwisselen
5
Shock, flauwte Bloedingen
Deel 2: H 7, 8
Uitleg verbandmiddelen
Rautek, Heimlich, stabiele zij (rug en van buik naar rug)
Snelverband, vingerverband
6
Brandwonden Deel 2: H 7, 8
Kneuzingen, breuken Deel2: H7, 8
Wonddrukverband, mitella
Zwachtelen van gewrichten, stomp
7
Vitale functies: pols, ademhaling, temperatuur
Deel 2:H 1t/m 4
Pols, ademhaling, temperatuur observeren, meten, rapporteren in temperatuurlijst.
In rust en in actie.
Temperaturen: oor, axillair, rectaal
8
Vitale functies: bloeddruk
Deel 2: H1 par. 5
RR meten
Wegen/meten/BMI
9
Medicatie algemeen
Boek Verpleegtechnische handelen H3, 4, 5
Klein adressenboekje kopen en meenemen
Praktijktoets: vitale functies
10
Toets week
Kennistoets
Leren:aantekeningen, PowerPoints, boek:
Deel 1: H3, 11, 12, 13, 16, 17, 22
Deel 2: H 7, 8 par. 1 t/m 4
Les 1
Persoonlijke verzorging/ Vocht, voeding en uitscheiding/Vitale functies
Theorie Boek:
Traject Persoonlijke basiszorg Deel 1 en 2
Praktijk
1
Introductie
Persoonlijke/ handhygiëne
D1: H16, 17
Introductie praktijklokalen
Regels skills
Handen hygiëne
Bed opmaken met dekenboog
Protocol.
Alle handeling worden uitgevoerd volgens protocol.
Elke instelling werkt met protocollen.
Wij werken met de protocollen van Vilans.
Veel instellingen werken hier ook mee. Een protocol is een voorschrift hoe een handeling uitgevoerd moet worden.
Het protocol bestaat uit 3 onderdelen; voorzorg, uitvoering, nazorg.
Voor- en nazorg lijken veelal op elkaar in elk protocol.
De uitvoering wil zeggen hoe de handeling uitgevoerd moet worden. Dit is per handeling heel verschillend.
Bijvoorbeeld tandenpoetsen of katheteriseren.
Klik op het plaatje voor instructiefilm:
Handen wassen
Theorie medicatie en verpleegtechnische handelingen
Praktijk
10
Toets week
Kennistoets leren:
Boek Verpleegtechnische handelingen:
H3, 4, 5, 6 par. 1 t/m 5, H18, 19
Praktijktoets
Toets 'Subcutaan injecteren'
Doel:
Een subcutane injectie kunnen klaarmaken.
Voorbereiding:
Veel oefenen en goed op de hoogte zijn van de achtergrond informatie van subcutaan injecteren.
Uitvoering:
Bij de toets trek je een casus. Hierin staat welke injectie je moet klaarmaken.
Je gaat de injectie klaarmaken.
Ouderejaars leerling of docent beoordeelt.
Beoordeling: beoordelingsformulier van Vilans
Benodigdheden voor de toets:
Injectiekar
Casussen
Ruimtes: skill lokaal 223 en 224
Beoordelingsformulieren gekopieerd in mapjes voor beoordelaars
Verslag:
Inleveren in nelo
Voorblad met je gegevens
In document: scans of foto’s van beoordelingslijst (Vilans en temperatuurlijst)
Reflectie: wat ging goed/ wat kan beter.
Leerperiode 3
Overzicht leerperiode 3
Stage.
Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Leerperiode 4
Overzicht leerperiode 4
Leerperiode 4
Boek: Traject Deel 2 en Verpleegtechnische handelingen
Theorie
Praktijk
1
H6 paragraaf 4, 5
Intramusculair injecteren
2
H14 paragraaf 6, 7, 9
Blaasspoelen, suprapubis verzorgen
3
H16 paragraaf 1 t/m 4, 6 t/m 10
Sondevoeding (bolus, pomp)
4
H21
Zuurstof
5
H8, 9, 10, 11
Gele/zwarte wond
6
H12
Ambulante compressie therapie
7
H14
Verblijfskatheter vrouw
8
H16 paragraaf 5, 11
Maagsonde inbrengen
9
H26 verzamelen van monsters
Praktijktoets: Intramusculair injecteren met rekensom
10
Kennistoets
Leren:
H6, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 16, 21, 26
Les 1
Theorie
Praktijk
1
H6 paragraaf 4, 5
Intramusculair injecteren
Les 2
Theorie
Praktijk
2
H14 paragraaf 6, 7, 9
Blaasspoelen, sp. Verzorgen
Klik op het plaatje voor de website
Les 3
Theorie
Praktijk
3
H16 paragraaf 1 t/m 4, 6 t/m 10
Sondevoeding (bolus, pomp)
Klik op het plaatje voor de website:
Les 4
Theorie
Praktijk
4
H21
Zuurstof
Kilk op het plaatje voor de website:
Les 5
Theorie
Praktijk
5
H8, 9, 10, 11
Gele/zwarte wond
Les 6
Theorie
Praktijk
6
H12
Ambulante compressie therapie
Les 7
Theorie
Praktijk
7
H14
Verblijfskatheter vrouw
Les 8
Theorie
Praktijk
8
H16 paragraaf 5, 11
Maagsonde inbrengen
Les 9
Theorie
Praktijk
9
H26 verzamelen van monsters
Praktijktoets: Intramusculair injecteren met rekensom
Protocol: Scheren van het gezicht van de zorgvrager
Handelingsformulier
Naam student:
Naam observator:
Datum:
Beoordeling:
Voor alle handelingen geldt:
Raadpleeg het dossier;
Zorg voor voldoende privacy;
Was je handen volgens de WIP-procedure;
Pas de voorschriften toe;
Observeer en controleer de zorgvrager.
De student:
1 Informeert:
Vertel de zorgvrager dat je hem komt scheren en vraag of dat gelegen komt;
Leg de zorgvrager uit hoe je het scheren wilt doen en vraag of het voorstel naar tevredenheid van de zorgvrager is;
2 Zet alle benodigdheden klaar:
Een spiegel;
Aftershave, bodymilk of balsem;
Eventueel wegwerphandschoenen.
Voor nat scheren:
Een schoon en scherp scheermesje;
Scheerschuim of scheergel;
Een wasbak met water van ± 40°C tot 45°C;
Een handdoek;
Zo nodig een warme doek;
Een washandje.
Voor elektrisch scheren:
Een elektrisch scheerapparaat;
Een schoonmaakborsteltje voor het scheerapparaat.
3 Helpt zorgvrager in de juiste houding:
Vraag de zorgvrager een zittende houding aan te nemen en ondersteun hem indien nodig hierbij.
4 Voert handeling uit:
Nat scheren:
Plaats het bedkastje halverwege het bed en klap het open;
Zet de waskom met warm water en het scheerschuim of de scheergel op het opengeklapte kastje;
Plaats het hoofdeinde zo, dat de zorgvrager ontspannen kan zitten of leunen. Vraag de zorgvrager of hij prettig zit;
Geef de zorgvrager een handdoek om zijn kleding te beschermen en leg zo nodig de warme doek over de kin en hals van de zorgvrager;
Trek eventueel handschoenen aan en neem een bescheiden hoeveelheid scheerschuim of scheergel in de handpalm; wrijf je handen over elkaar om het te laten schuimen. Breng het schuim eventueel met een scheerkwast op;
Haal de doek weg, doe en verdeel het schuim over het gezicht en de hals en doe de handschoenen uit;
Plaats het mesje bij de bakkebaard en scheer rustig en met voorzichtige streken het gezicht;
Scheer eerst het linkergedeelte van het gezicht, dan de bovenlip en kin, en vervolgens het rechtergedeelte van het gezicht;
Reinig regelmatig het mesje door het even in de waskom af te spoelen;
Vraag de zorgvrager zijn hoofd achterover te buigen, zodat de huid in de hals strak gaat staan;
Scheer de hals van boven naar beneden.
Neem het washandje en verwijder het overtollige scheerschuim; maak hierbij gebruik van het water uit de waskom;
Dep het gezicht en de hals droog;
Bied de zorgvrager de spiegel aan en vraag of hij tevreden is met het resultaat;
Verzorg desgewenst de huid met aftershave of bodymilk.
Elektrisch scheren:
Leg een badhanddoek op de borst van de zorgvrager;
Trek de huid van de zorgvrager op de plek waar je scheert strak door de wijsvinger boven het scheeroppervlak te plaatsen en de duim onder het scheeroppervlak te plaatsen;
Scheer het huidoppervlak tussen de geplaatste vingers, verplaats vervolgens de vingers naar een nog niet geschoren huidoppervlak en herhaal de handeling net zo lang totdat de gehele baardgroei weg is;
Bied de zorgvrager na het scheren een spiegel aan en vraag of hij tevreden is;
Verzorg desgewenst de huid met aftershave, balsem of bodymilk.
5 Past juiste nazorg toe:
Help de zorgvrager zo nodig weer in een comfortabele houding;
Vraag of de zorgvrager tevreden is over het scheren;
Breng de omgeving in orde: nachtkastje en bel onder handbereik, het bed naar beneden.
Ruim alles op en maak schoon;
Houd het mesje onder de lopende kraan om alle haartjes te verwijderen;
Neem een papieren doekje. Sla het scheerapparaat open, veeg de haren met een borsteltje weg boven het papierendoekje.
Het arrangement SkillsVZK15 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Esther Flink
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2015-09-27 12:48:10
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
EHBO
Medicatie: rekenen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.