Het arrangement Thema: Weer en klimaat2 hv123 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-11-25 12:15:19
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Het thema 'Weer en klimaat' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.
Fair Use
In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO em VWO leerjaar 3. In het thema "Weer en klimaat 2" worden tien verschillende onderwerpen besproken. Het eerste onderwerp, genaamd "Het weer", beschrijft wat het weer is en hoe het afhangt van vijf factoren: bewolking, neerslag, wind, temperatuur en luchtdruk. Hierna wordt er gekeken naar de waterkringloop, luchtstromen op aarde en de dampkring. Het tweede onderwerp, genaamd "Mens en weer", beschrijft hoe de mens het weer kan beïnvloeden en hoe wij als mensen het weer kunnen meten. Doordat wij als mensen de opwarming van de aarde veroorzaken, wordt het op sommige plekken kouder en op de meeste plekken warmer. Ook zorgen we met de uitstoot van broeikasgassen voor verschijnselen zoals smog. Als laatste wordt het broeikaseffect uitgelegd. Het onderwerp "Klimaten" legt uit wat klimaat is en wat het verschil is met het weer. Er wordt uitgelegd dat het klimaat van een regio afhangt van de temperatuur en de hoeveelheid neerslag, die worden bepaald door factoren zoals breedteligging, hoogteligging, aanwezigheid van bergen, nabijheid van grote waterlichamen en zeestromen. Er is een officiële klimaatindeling gemaakt genaamd het Köppen-klimaat. Het volgende onderwerp, genaamd "Klimaatgrafieken", legt uit wat klimaatgrafieken zijn en hoe je aan een klimaatgrafiek kunt aflezen uit welk gebied deze afkomstig is. Het onderwerp "Klimaatverandering" vertelt over het onderzoek naar het klimaat en dat daarvoor naar zeer oude gegevens van de aarde gekeken moet worden om het vroegere klimaat met het huidige klimaat te kunnen vergelijken. Vervolgens wordt er verteld over natuurrampen zoals de meteorietinslag die ervoor zorgde dat de dinosauriërs uitstierven, en vulkaanuitbarstingen die een einde kunnen maken aan een geologisch tijdperk. Hierna wordt uitgelegd hoe broeikasgassen de opwarming van de aarde veroorzaken. Het onderwerp "Klimaatverdragen" vertelt hoe we met klimaatverdragen proberen de opwarming van de aarde te vertragen. Er worden afspraken gemaakt tussen landen over hoeveel CO2-uitstoot elk land mag hebben, maar deze waarden verschillen per land. Dit komt door verschillende factoren, zoals de grootte van het land, het aantal inwoners en de financiële middelen om de CO2-uitstoot te verminderen. Op klimaatconferenties wordt er onderhandeld over deze klimaatdoelen. Het onderwerp "Extreme omstandigheden" bespreekt extreme weersituaties waarin mensen kunnen leven. De eerste extreme situatie is extreme kou. Hierna wordt ingegaan op leven met extreem veel of juist extreem weinig zonuren, wat voorkomt op plaatsen dichtbij de polen. Hier zijn er in de zomer nauwelijks uren waarop het donker is, genaamd midzomernachtzon, en in de winter nauwelijks uren waarop het licht is, genaamd poolnacht. In hoge gebergtes moeten mensen overleven met extreem weinig zuurstof, wat het moeilijk maakt om te ademen. Als laatste worden extreme droogte en extreme hitte besproken, evenals de waterproblematiek die daarmee gepaard gaat. Het onderwerp "Klimaat en zeestromen" beschrijft dat er warme en koude zeestromen zijn, de patronen waarop ze zich over de zee verspreiden en hoe deze patronen ontstaan. Hierbij komen begrippen zoals gradientstromen, driftstromen, ringstromen en thermohaline circulatie aan bod. Daarna wordt er dieper ingegaan op de thermohaline circulatie, hoe dit systeem werkt en waarom het zo belangrijk is om klimaatopwarming tegen te gaan. Het onderwerp "Landschapsvormen" beschrijft de verschillende landschappen die voorkomen in Nederland, zoals duinlandschap, rivierenlandschap en veenlandschap. Het laatste onderwerp, genaamd "Cultuurlandschap", beschrijft de landschappen die door menselijke activiteiten zijn gecreëerd. Het voorbeeld dat wordt genoemd, is hoe in Nederland waterwerken zoals droogmakerijen nieuwe natuur hebben doen ontstaan.
- Leerniveau
- VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
- Leerinhoud en doelen
- Weer; Verschillen tussen klimaten op aarde; Systeem aarde; Klimaatverandering in het heden; Aardrijkskunde; Klimaat;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
- Studiebelasting
- 22 uur 0 minuten
- Trefwoorden
- aardrijkskunde, arrangeerbaar, hv123, klimaatverandering, klimaatverdragen, landschapsvormen, stercollecties, vwo123, weer en klimaat, zeestromen
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
VO-content - Gereedschapskist. (2019).
Gereedschapskist activerende werkvormen
https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Cultuurlandschappen hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Extreme omstandigheden hv123
https://maken.wikiwijs.nl/63746/Extreme_omstandigheden__hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Klimaat en zeestromen hv123
https://maken.wikiwijs.nl/63747/Klimaat_en_zeestromen__hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Klimaatgrafieken hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Klimaatveranderingen hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Klimaatverdragen hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Klimaten-2 hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Landschapsvormen hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Mens en weer hv123
Dit thema gaat over Weer en klimaat. De onderwerpen zijn:
Je gaat met het thema Weer en Klimaat2 aan de slag. Wat weet je al over dit onderwerp?


Het thema 'Weer en klimaat' bestaat uit de volgende onderdelen:
Het is waarschijnlijk het meest besproken onderwerp van elke dag: Het weer.

Het weer, daar praten we allemaal over. Maar wat is het weer eigenlijk?





Het weer is te beschrijven aan de hand van de in stap 1 genoemde vijf kenmerken. Het zijn variabele kenmerken, die zorgen voor een voortdurend veranderend weerbeeld.
Er zijn nog perioden met zon, maar in de loop van de middag komt er steeds meer bewolking en volgt er van het zuid(west)en uit een gebied met enkele buien. Met name in het oosten en zuidoosten kunnen later vanmiddag en vanavond weer enkele onweersbuien ontstaan, mogelijk met hagel en (zware) windstoten. Meer naar het westen toe is de kans op onweer kleiner. De maxima lopen uiteen van 19-22 graden op de Wadden tot 28 graden in het oosten. De wind draait overal naar westelijke richtingen en is meest matig.
Het weer wordt door het KNMI omschreven als “het geheel van de meteorologische elementen die op een bepaalde plaats of tijd merkbaar zijn. Het is dus een momentopname van weerbepalende factoren zoals luchtdruk, temperatuur, vochtigheid, wind, wolken en neerslag”. Die factoren worden op hun beurt weer beïnvloed door de seizoenen, de draaiing van de aarde rond haar as, de waterkringloop, het broeikaseffect en het feit dat de aarde door haar bolvorm niet overal even sterk verwarmd wordt door de zon.
Als eindproduct van deze opdracht maak je samen met enkele klasgenoten een weersverwachting voor Nederland.
Je kunt het (Google-)werkblad 

Intro
Menselijke activiteiten kunnen het weer beïnvloeden.

Maak een (denkbeeldige) reis van het platteland of een buitenwijk naar het centrum in een grote stad. Ga met een auto met een ingebouwde thermometer of neem een losse thermometer mee.
Mist is een weersverschijnsel waarbij kleine waterdruppeltjes in de lucht zweven. Mist vermindert de zichtbaarheid. We spreken van mist als het zicht minder dan 1000 meter is en van dichte mist als dat minder dan 200 meter is. Bij zeer dichte mist is het zicht minder dan 50 meter.
Industriële smog
In Indonesië worden branden grotendeels door mensen aangestoken. Zij proberen zo meer bouwland voor de palmolieplantages te creëren. Indonesië streeft ernaar, de grootste palmolieproducent van de wereld te worden. In het droge seizoen krijgen de branden, vanwege het uitblijven van regen, de kans om zeer lang te blijven woeden.
Diverse volkeren kennen rituele dansen om regen op te wekken. Het effect daarvan is twijfelachtig en in ieder geval nooit bewezen.
In 1986 werd Tsjernobyl door een kernramp getroffen. In allerijl strooiden de Russen zilverjodide-deeltjes over de wolken. De lucht hing vol radioactieve stofdeeltjes die richting het dichtbevolkte Moskou dreigden te waaien. Door op strategische plekken kunstmatig regen op te wekken vielen de meeste stofdeeltjes op de grond voordat ze Moskou bereikten.
Ook de bosbranden in Indonesië probeert men te bestrijden door kunstmatig regen te maken. De brandende hete gebieden veroorzaken opstijgende luchtstromingen waardoor er wolken ontstaan. Door zilverjodide-deeltjes boven de wolken te strooien gaat het inderdaad regenen. Maar deze kunstmatige regenbuien zijn letterlijk niet meer dan wat druppels op een enorme gloeiende plaat.
Bestudeer de pagina's over het broeikaseffect in de Kennisbank. Bekijk ook de video in de Kennisbank.
Bestudeer alle pagina's in de Kennisbank. Bekijk ook de video's in de Kennisbank.
Niet alleen in Nederland is gekeken naar het langjarig gemiddelde weer.
Al honderden jaren houden mensen het weer bij. Gegevens over temperatuur, neerslag, windkracht, enzovoort.
Al heel lang verzamelen mensen gegevens over het weer. In Nederland gebeurt dat al sinds 1706. Om de gegevens op een overzichtelijke manier weer te geven zijn er klimaatdiagrammen ontwikkeld, ook wel klimaatgrafieken genoemd.






Klimaatverandering is van alle tijden.
Klimaatverandering is veel in het nieuws. Het wordt langzaam maar zeker warmer op aarde. De warmte van de zon warmt de aarde op alsof we in een broeikas zitten. Maar er zijn tijden geweest dat de aarde meer op een koelkast leek: tijdens de ijstijden.
De aarde is zo’n 4,5 miljard geleden gevormd. Zo’n 250 miljoen jaar geleden is het supercontinent Pangea ontstaan. Op aarde was er één aaneengesloten landmassa (Pangea) en één oceaan (Panthalassa Oceaan). Pangea is in delen uiteengevallen en die stukken, de huidige continenten, zijn door plaattektoniek steeds verder uit elkaar gedreven. Dat is echter een proces van miljoenen jaren geweest.
Het weer en het klimaat worden onder meer bepaald door de afstand tot de zon. De baan van de aarde om de zon is geen cirkel, maar een ellipsbaan. Het middelpunt van die ellips ligt ook niet in het midden, zoals je op de afbeelding kunt zien:
Meteorietinslag
Vulkaanuitbarstingen
De atmosfeer bevat een aantal broeikasgassen, waaronder CO2. Zonder deze gassen zou de aarde een koude planeet zijn met een gemiddelde temperatuur van –18 °C. Nu ligt dat gemiddelde op +15 °C.
Kinderrechten
Tussen landen worden afspraken gemaakt om gezamenlijk klimaatverandering, veroorzaakt door opwarming van de aarde, tegen te gaan.
Fabrieken, auto’s en vliegtuigen stoten het broeikasgas koolstofdioxide (CO2) uit. Ook wanneer je thuis de verwarming aanzet wordt er CO2 uitgestoten. Bij de verbranding van hout, bijvoorbeeld in een houtkachel, vuurkorf of kampvuur, komt er ook CO2 vrij.
Omdat klimaatverandering overal op de aarde plaatsvindt en dus een mondiaal probleem is, maken landen onderling afspraken om het versterkte broeikaseffect te verminderen.
Elk land is verschillend qua oppervlakte, aantal inwoners en welvaart en daarmee verschilt ook de hoeveelheid CO2 die een land uitstoot. Daarom zijn er in het Protocol van Kyoto verschillende reductiedoelstellingen bepaald voor de deelnemende landen. Een rijk land als Nederland moet volgens het Protocol meer geld investeren in het verlagen van de CO2-uitstoot, dan een arm land als bijvoorbeeld Burundi. Burundi krijgt dus minder strenge reductiedoelstellingen.
Sinds 2009 gaan de verschillende landen elk jaar opnieuw met elkaar in gesprek over het VN-Klimaatverdrag. Dit jaarlijkse gesprek tussen de landen wordt een klimaatconferentie genoemd.
Wat is jouw persoonlijke mening over het Klimaatverdrag en het Protocol van Kyoto en het Klimaatakkoord van Parijs: zijn deze nuttig of nutteloos?
Wanneer noem je een klimaat extreem? Hoe leven mensen op plaatsen waar het enorm heet is, of heel erg koud? Met buitengewoon veel of weinig zonuren? Als er heel erg weinig neerslag valt of in situaties met extreem weinig zuurstof? Hoe passen mensen hun gedrag aan dergelijke omstandigheden aan? En waar op de wereld treffen we dergelijke levensomstandigheden?
Planten en dieren passen zich aan de omgeving aan waarin ze leven. Dit zie je vooral als de omstandigheden extremer worden. Als het leven zich afspeelt op de grens van biologische mogelijkheden hebben veel organismen van nature allerlei aanpassingen om te kunnen overleven.
Vooral de mensen die in de poolgebieden wonen, leven in extreme kou. De Inuit en de Saami hebben zich van oudsher een levensstijl eigengemaakt, waarmee ze de koude winters in deze streken wisten te overleven. Kleren, handschoenen en laarzen werden gemaakt uit dierenhuiden en bont zoals op de foto uit 1917 te zien is. Ze beschermden tegen temperaturen van -60 °C.
Midzomernachtzon
Poolnacht
De lucht die we inademen, bestaat voor ongeveer een vijfde uit zuurstof. Dat is op grote hoogte nauwelijks anders, maar de lucht is er wel veel ijler. Er is eenvoudigweg minder lucht om in te ademen, en dus ook minder zuurstof. De zuurstofdruk is er lager. Op de hoogste bergtop ter wereld, Mount Everest in de Himalaya (8850 meter), is de zuurstofdruk ongeveer een derde van de zuurstofdruk op zeeniveau.
Desondanks is het ook voor deze mensen zwaar om in de ijle lucht te leven. Met minder zuurstof ben je sneller moe en heb je meer kans op hartproblemen en flauwte. Ze weren zich met hun voedsel. De zaden van de quinoaplant spelen daarin een grote rol. De plant groeit het beste in bergachtige gebieden, 10.000 voet of meer boven de zeespiegel, en gedijt in arme grond, ijle lucht en extreme weersomstandigheden. Quinoa is een compleet eiwit, wat betekent dat het alle aminozuren bevat die nodig zijn voor onze voedingsbehoeften. Volwaardige eiwitten zijn zeldzaam in de plantenwereld. Hoewel quinoa geen graan is worden de zaden op ongeveer dezelfde manier bereid. En bergbewoners kauwen veel op cocablaadjes. De cocaïnestoffen in de blaadjes dempen honger-, dorst-, koude-, en vermoeidheidsignalen van het lichaam. Het verbetert de ademhaling en de zuurstofwisseling, vergroot het uithoudingsvermogen en is een middel tegen hoogteziekte.
Ons lichaam bestaat voor de helft uit water en we hebben minimaal 1,5 liter vocht per dag nodig, in ons zeeklimaat, om niet uit te drogen. In warme gebieden heb je meer nodig, tot wel het dubbele. Ook dieren en planten hebben water nodig. Als er een tekort aan of helemaal geen water is, veroorzaakt dit grote problemen in de voedselketen. Waar weinig neerslag valt en waar het ook nog eens extreem warm is kan water moeilijker worden opgespaard vanwege de verdamping.
Er zijn volken, zoals de Turkana in het noordwesten van Kenia, die van oudsher hebben leren leven met de extreme droogte en warmte. De streek is naar hen vernoemd, een onherbergzame streek. Zelfs de website van het Keniaans Toeristenbureau omschrijft Turkana als waarschijnlijk het meest ongastvrije deel van het land, gekenmerkt door droogte en gestolde lava. En met krokodillen in het Turkanameer. De hitte kan er oplopen tot 50 graden in de schaduw.
New York ligt op dezelfde breedtegraad als Madrid en zuidelijker dan Amsterdam.
Door de oceanen op aarde lopen zeestromen. Dat zijn continue bewegingen van oceaanwater waarbij grote hoeveelheden water worden verplaatst. Ze worden vooral veroorzaakt door de energie van de zon. Je kunt ze vergelijken met rivieren op het vasteland.
Ruim twee derde van het aardoppervlak bestaat uit water. Al dat water beslaat een enorm en dynamisch oppervlak. Het water in de oceanen is eeuwig in beweging: de oceanische circulatie.

In Stap 2 heb je al gelezen over de invloed van de Golfstroom op het klimaat in West-Europa en op de oostkust van Noord-Amerika. Bekijk de video over de invloed van wind op zeestromen.
Als je het over Nederland hebt, denk je vaak aan een vlak en groen landschap. Typisch Nederland zegt men.
Bestudeer alle pagina's in de Kennisbank over Nederlandse landschappen.
Het rivierkleilandschap of rivierenlandschap is een van de Nederlandse landschappen die vooral in het midden van Nederland voorkomt.
In Noord- en West-Nederland worden uitgestrekte veengebieden al honderden jaren vooral als weidegrond voor koeien gebruikt.
Andere landschapsvormen die in Nederland voorkomen en in de vorige stappen nog niet zijn besproken: zandlandschap, heuvellandschap (löss), droogmakerijen/polders en zeekleilandschap.
Je kunt de Nederlandse landschappen op verschillende manieren onderscheiden. Je kunt kijken naar de grondsoorten (zie Bosatlas of Alcarta, kaart over landschappen), maar interessanter is wellicht de manier waarop Nederland de bodem gebruikt (zie Bosatlas of Alcarta, kaart over bodem- of grondgebruik).
De Flevopolder is de grootste, maar zeker niet de eerste droogmakerij. Een droogmakerij is drooggemaakt land, een gebied dat van oorsprong een meer, een ander groot open water of moerasland was. Een andere, bekendere naam voor droogmakerij is polder.
Met deze video maakt Staatsbosbeheer reclame voor tien wildernisgebieden.
Intro